41. Laat ons optrekken en het land in bezit nemen

41. Laat ons optrekken en het land in bezit nemen

Daarop trachtte Kaleb het volk tot bedaren te brengen tegenover Mozes en zeide: Laat ons gerust optrekken en het in bezit nemen, want wij zullen het zeker kunnen vermeesteren. Numeri 13:30

De hele christelijke wereld is in een strijd van geloof en ongeloof verwikkeld. En in die strijd moet iedereen een kant kiezen. Sommigen schijnen niet mee te doen aan de strijd. Zij kiezen niet tegen de waarheid, maar zij komen ook niet uit voor Christus, omdat ze bang zijn hun bezittingen te verliezen of bespot te worden. Al deze mensen worden gerekend tot vijanden van God. {CTr 124.2}

Hebreeën 11:13-16
13 In (dat) geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. 14 Want wie zulke dingen zeggen, geven te kennen, dat zij een vaderland zoeken. 15 En als zij gedachtig geweest waren aan het vaderland, dat zij verlaten hadden, zouden zij gelegenheid gehad hebben terug te keren; 16 maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels, vaderland. Daarom schaamt God Zich voor hen niet hun God te heten, want Hij had hun een stad bereid.

Hebreeën 3:12-14
12 Ziet toe, broeders, dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God, 13 maar vermaant elkander dagelijks, zolang men nog van een heden kan spreken, opdat niemand van u zich verharde door de misleiding der zonde; 14 want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden.

Openbaring 22:14
14 Zalig zij, die hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en door de poorten ingaan in de stad.