46 In vrijheid gesteld

Terwijl de arbeid van Paulus in Rome gezegend werd door de bekering van veel zielen en tot versterking en bemoediging der gelovigen was, kwamen wolken samen die niet alleen zijn eigen veiligheid, maar ook de voorspoed van de kerk bedreigden. Bij zijn aankomst in Rome was hij onder hoede gesteld van een kapitein van de keizerlijke wacht, een rechtvaardig en oprecht man, door wiens tegemoetkomendheid hij be­trekkelijk vrij werd gelaten om het werk van het evangelie voort te zetten. Maar voordat twee jaar van zijn gevangenschap voorbij waren, werd deze man vervangen door een beambte van wie de apostel geen enkele gunst behoefde te verwachten.

Meer dan ooit waren de Joden actief in het tegenwerken van Paulus, en ze hadden een goede hulp in de losbandige vrouw die door Nero tot zijn tweede vrouw was gemaakt, en die, daar ze Joods was geworden, al haar invloed aanwendde om de Joden te helpen in hun boosaardige opzet tegen de strijder voor het christendom.


Paulus had niet veel recht te verwachten van de keizer op wie hij zich beroepen had. Nero was zedelozer, dwazer van karakter en tegelijkertijd wreder dan enige heerser voor hem. De teugels van het bestuur konden moeilijk aan een nog despotischer heerser in handen zijn gegeven. Het eerste jaar van zijn regering werd gekenmerkt door de vergiftiging van zijn jongere stiefbroer, de rechtmatige troonopvolger.
Nero beging de ene misdaad na de andere, tot hij ten slotte eerst zijn eigen moeder en daarna zijn vrouw vermoordde. Er was geen gruweldaad die hij niet zou bedrijven, geen snoodheid waartoe hij zich niet zou verlagen, Ieder edel mens kan hem alleen maar verafschuwen en verachten.

De bijzonderheden van het onrecht dat zich afspeelde aan zijn hof zijn te vernederend en te vreselijk om te beschrijven. Zijn bandeloze slecht­heid verwekte afschuw en afkeer, zelfs bij velen die gedwongen waren zijn misdaden te delen. Ze leefden in voortdurende vrees voor de vol­gende afschuwwekkende daad. Toch brachten zelfs deze misdaden van Nero de aanhankelijkheid van zijn onderdanen niet aan het wankelen.

Men erkende hem als de absolute heerser van de gehele beschaafde wereld. Daarenboven ontving hij goddelijke eer en werd hij vereerd als een god.

Gezien vanuit menselijk standpunt stond de veroordeling van Paulus voor zulk een rechter vast. Maar de apostel wist, dat zolang hij trouw was aan God, hij niets had te vrezen. Hij die in het verleden zijn Be­schermer was geweest, kon hem nog steeds beschermen voor de kwaadaardigheid der Joden en voor de macht van de keizer. En God beschermde Zijn dienstknecht inderdaad. Bij het verhoor van Paulus werden de aanklachten tegen hem niet ondersteund; en tegen de algemene verwachting in, en met een gevoel voor recht, volkomen in strijd met zijn natuur, verklaarde Nero de gevangene onschuldig. De boeien van Paulus werden losgemaakt en hij was weer een vrij man.

Als zijn verhoor langer was uitgesteld, of als hij tot het daarop volgende jaar in Rome was gebleven, zou hij ongetwijfeld zijn omgekomen in de vervolging die toen uitbrak. Gedurende de gevangenschap van Paulus was het aantal bekeerlingen tot het christendom zo talrijk geworden, dat het de aandacht trok en de vijandschap opwekte van de autoriteiten. De toorn van de keizer werd vooral opgewekt door de bekering van leden van zijn eigen huishouding, en al spoedig vond hij een aanleiding om de christenen tot het doelwit van zijn genadeloze wreedheid te maken.

Omstreeks deze tijd brak er een geweldige brand uit in Rome, waar­door bijna de helft van de stad in vlammen opging. Het gerucht ging dat Nero zelf deze brand had veroorzaakt, maar om de verdenking van zich af te wenden maakte hij een groot vertoon van edelmoedigheid door de daklozen en verlatenen te helpen. Men beschuldigde hem echter van de misdaad. Het volk was opgewonden en razend, en om de aandacht van zich af te wenden en tevens de stad te bevrijden van een groep mensen die hij vreesde en haatte, beschuldigde Nero de christenen. Hij had succes, en duizenden volgelingen van Christus — mannen, vrouwen en kinderen — werden op wrede wijze ter dood gebracht.

Voor deze verschrikkelijke vervolging werd Paulus bewaard. Spoedig na zijn loslating verliet hij Rome. Deze laatste periode van vrijheid gebruikte hij ijverig in zijn arbeid voor de gemeenten. Hij trachtte een nauwere band te smeden tussen de Grieken en de gemeenten in het oosten, en de geest der gelovigen te versterken tegen de valse leer­stellingen die inslopen om het geloof te verderven. De beproevingen en zorgen die Paulus had ondergaan hadden hun indruk op zijn gestel achtergelaten.
Zijn leeftijd begon hem te drukken. Hij voelde dat hij aan het eind van zijn werk gekomen was. En waar de tijd van arbeid korter werd, werden zijn pogingen intenser. Er scheen geen grens aan zijn ijver. Vastbesloten van doel, actief, sterk in het geloof, reisde hij van gemeente tot gemeente, in vele landen, en poogde hij door alle mogelijke middelen de handen der gelovigen te sterken, opdat ze een getrouw werk konden doen in het winnen van zielen voor Jezus, en opdat ze in de tijd der beproeving die voor de deur stond, standvastig zouden blijven in het evangelie, door trouwe getuigen voor Christus te zijn.
("Van Jeruzalem tot Rome" - E.G.White)