Vergeving van Zonden (Goddelijke vergeving)

1. Gelovigen worden witter als sneeuw
Jes 1:18 - Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt de HERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.

2. David zong vreugdevol ndat hij bekeerde van het overspel en God hem vergaf
Ps 32:1-2 - Welzalig hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is; welzalig de mens, wie de HERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.

3. David was depressief totdat hij bekeerd was en vergeven werd.
Ps 32:3-4 - Want zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente weg onder mijn gejammer de ganse dag; want dag en nacht drukte uw hand zwaar op mij, mijn merg verdroogde als in zomerse hitte

4. God vergaf David toen hij bekeerde en zijn zonde bekende.
Ps 32:5 - Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zeide: Ik zal de HERE mijn overtredingen belijden, en Gij vergaaft de schuld mijner zonden.



5. David bekentins van zonde en zijn roep voor vergeving kwam alleem maar door Gods genade.
Ps 51:1-19

6. God veracht niet een gebroken geest
Ps 51:19 - De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God.

7. Hoe groot is Gods vergeving
Ps 103:8-12 - Barmhartig en genadig is de HERE, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid; niet altoos blijft Hij twisten,
niet eeuwig zal Hij toornen; Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden; maar zo hoog de hemel is boven de aarde, zo machtig is zijn goedertierenheid over wie Hem vrezen. Zover het oosten is van het westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons

8. De Heer is lankmoedig en vergeving
Ps 86:4-7 - Verheug de ziel van uw knecht, want tot U, Here, hef ik mijn ziel op. Want Gij, o Here, zijt goed en gaarne vergevend, rijk in goedertierenheid voor allen die U aanroepen. O HERE, neem mijn gebed ter ore, sla acht op mijn luide smekingen. Ten dage mijner benauwdheid roep ik U aan, want Gij antwoordt mij.

9. God roept zondaars op om Hem te zoeken en belooft vergeving wanneer zijn bekeren
Jes 55:6-7 - Zoekt de HERE, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de HERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig.

10. Jezus geeft ons een liefhebbende uitnodiging
Matt 11:28-30 - Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht.



11. Jezus vergaf de zondige vrouw.
Lucas 7:36-60
Lucas 7:47-50 - Daarom zeg Ik u: Haar zonden zijn haar vergeven, al waren zij vele, want zij betoonde veel liefde; maar wie weinig vergeven wordt, die betoont weinig liefde. En Hij zeide tot haar: Uw zonden zijn u vergeven. En die met Hem aan tafel waren, begonnen bij zichzelf te zeggen: Wie is deze, dat Hij zelfs de zonden vergeeft? En Hij zeide tot de vrouw: Uw geloof heeft u behouden, ga heen in vrede!



12. Jezus vergaf de moordenaar aan het kruis (een voorbeeld van iemands redding door genade).
Luc 23:43 - En Hij zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.



13. Zondaren worden ergeen wanneer ze bekeren en geloven in Jezus
Luc 15:11-32 (de gelijkenis van de verloren zoon).



14. Jezus vertelt ons om te bidden voor vergeving.
Matt 6:12 - en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren

15. Wij worden gerechtvaardigd door gelofo n Jezus, in hem vinde wij vreden.
Rom 3:21-25 - Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, en wel gerechtigheid Gods door het geloof in [Jezus] Christus, voor allen, die geloven; want er is geen onderscheid. Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in zijn bloed, om zijn rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de zonden, die tevoren onder de verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden
Rom 5:1 - Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus,
Rom 8:1,4 - Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. ... opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest.



16. In liefde stierf Jezus voor ons om ons heilig te maken, wij zijn dan zonder schuld.
Efe 5:25-27 - Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zó dat zij heilig is en onbesmet.
Heb 10:10 - Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus.
Heb 10:14 - Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.



17. Het bloed van Jezus Christus, reinigd ons van alle zonden.
1 John 1:7 - maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.



18. God vergaf genereus wanneer wij onze zonden voor hem belijden.
1 John 1:9 - Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
Spr 28:13-14 - Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming. Welzalig de mens die gedurig vreest, maar wie zijn hart verhardt, valt in het onheil.

19. God vergeeft en redt alle soorten zondaars, op geen manier hoe slecht ze zijn gewesst. hij veranderd hun allemaal
1 Kor 6:9-11 - Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen? Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters, zullen het Koninkrijk Gods niet beërven. En sommigen uwer zijn dat geweest. Maar gij hebt u laten afwassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd door de naam van de Here Jezus Christus en door de Geest van onze God
.
20. Zacharicas had een visioen voor een hogepriester in vuile klederen, die verwijderd werd en geplaatst met pure witte kledij.
Zach 3:1-5 - Vervolgens deed Hij mij de hogepriester Jozua zien, staande vóór de Engel des HEREN, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond om hem aan te klagen. De HERE echter zeide tot de satan: De HERE bestraffe u, satan, ja de HERE, die Jeruzalem verkiest, bestraffe u; is deze niet een brandhout uit het vuur gerukt? 3 Jozua nu was met vuile klederen bekleed, terwijl hij voor de Engel stond. Toen nam deze het woord en zeide tot hen die vóór Hem stonden: Doet hem de vuile klederen uit. Hij zeide tot hem: Zie, Ik neem uw ongerechtigheid van u weg, Ik trek u feestklederen aan. Ik nu zeide: Laat ze een reine tulband op zijn hoofd zetten. Toen zetten zij een reine tulband op zijn hoofd en trokken hem een staatsiegewaad aan, terwijl de Engel des HEREN erbij stond.

21. De Samaritaanse vrouw, een overspelige voruw, werd gered door Jezus. Ze ontving het levende water.
John 4:4-26
John 4:13-14 - Jezus antwoordde en zeide tot haar: Een ieder, die van dit water drinkt, zal weder dorst krijgen; maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven.

22. Petrus, die Jezus verloochende, werd vergeven en in functie hersteld.
John 21:15-19 - Toen zij dan de maaltijd gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief, meer dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid mijn lammeren. Hij zeide ten tweeden male weder tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief? En hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij weet het, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed mijn schapen. 17 Hij zeide ten derden male tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, dat Hij voor de derde maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief? En hij zeide tot Hem: Here, Gij weet alles, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid mijn schapen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Toen gij jonger waart, omgorddet gij uzelf en gij gingt, waar gij wildet, maar wanneer gij eenmaal oud wordt, zult gij uw handen uitstrekken en een ander zal u omgorden en u brengen, waar gij niet wilt. En dit zeide Hij om te kennen te geven, met welke dood hij God verheerlijken zou. En dit gezegd hebbende, sprak Hij tot hem: Volg Mij.

23. Jezus gaf ons de parabel van de FarizeËr en de belasting inzamelaar
Lucas 18:9-14
Lucas 18:13-14 - De tollenaar stond van verre en wilde zelfs zijn ogen niet opheffen naar de hemel, maar hij sloeg zich op de borst en zeide: O God, wees mij, zondaar, genadig! Ik zeg u: Deze keerde, in tegenstelling met de ander, gerechtvaardigd naar huis terug. Want een ieder, die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, doch wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.

24. Zondaren roepen uit tot God en God vergeeft ons en hersteld ons in zijn liefde en gunst.
Ps 130
Ps 130:3-4 - Als Gij, HERE, de ongerechtigheden in gedachtenis houdt, Here, wie zal bestaan? Maar bij U is vergeving,
opdat Gij gevreesd wordt.

25. Gelovigers worden gered van de grepen van de duisternis. Ze worden gebracht in Jezus eeuwig koninkrijk van al hun zonden.
Kol 1:13-14 - Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden.

26. God heeft zijn genade over ons uitgestort, door al onze zonden te vergeven door het vergoten bloed van Christus
Ef 1:3-10
Ef 1:7-8 - En in Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom zijner genade, welke Hij ons overvloedig heeft bewezen in alle wijsheid en verstand,

27. Het beed om vergeving moet gevolgd worden door bekering
1 Koningen 8:33-36, 46-53 (Salamo, tijdens de inwijding van de tempel, bad God zijn volk zou vergeven en dat zij zouden moeten bekeren van hun zonde en Hem waarlijk zouden moeten dienen.)
1 Koningen 8:33-36 - Wanneer uw volk Israël verslagen wordt door de vijand, omdat zij tegen U gezondigd hebben, en zij zich tot U bekeren, uw naam belijden, en tot U bidden en smeken in dit huis, hoor Gij dan in de hemel, vergeef de zonde van uw volk Israël, en breng hen terug naar het land, dat Gij hun vaderen gegeven hebt. Wanneer de hemel gesloten blijft, zodat er geen regen komt, daar zij tegen U gezondigd hebben, en zij te dezer plaatse bidden, uw naam belijden, en zich van hun zonde bekeren, omdat Gij hen vernederd hebt, hoor Gij dan in de hemel, vergeef de zonde van uw knechten en van uw volk Israël – want Gij wijst hun de goede weg waarop zij moeten wandelen – en geef regen op het land, dat Gij uw volk ten erfdeel geschonken hebt.

28. Nehemia huilde en benoemde de zonden van Gods volk.
Neh 1:6-7 - laat toch uw oor opmerkzaam en uw ogen geopend zijn, om te horen naar het gebed van uw knecht, dat ik thans dag en nacht voor de Israëlieten, uw knechten, tot U opzend; en ik doe belijdenis van de zonden der Israëlieten, die wij tegen U bedreven hebben; ook ik en mijn familie, wij hebben gezondigd. Zwaar hebben wij tegen U misdreven; wij hebben niet onderhouden de geboden, inzettingen en verordeningen, die Gij aan uw knecht Mozes geboden had.

29. God veegt onze zonden weg en hij wil dat wij zingen vol vreugde!
Jes 44:22-23 - Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk; keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost. Jubelt, gij hemelen, want de HERE heeft het gedaan; juicht, gij diepten der aarde, breekt uit in gejubel, gij bergen, gij woud met alle geboomte daarin, want de HERE heeft Jakob verlost en Hij verheerlijkt Zichzelf in Israël.

30. David bad dat de Heer zijn zonden van zijn eigen jeugd zou vergeven
Ps 25:7 - gedenk niet de zonden van mijn jeugd, noch mijn overtredingen, gedenk mijner naar uw goedertierenheid, om uwer goedheid wil, HERE.

31. Alle profeten die getuigen dat alleen in Jezus Christus wij vergeving van zonden kunnen krijgen.
Hand 10:43 - Van Hem getuigen alle profeten, dat een ieder, die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangt door zijn naam.

32. Jezus is de enige door wij wij gered knnen worden en wij de vergeving van zonden werkelijk mogen en kunnen ervaren.
Hand 4:12 - En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden.
1 Tim 2:5-6 - Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, 6 die Zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen; en daarvan wordt getuigd te juister tijd.

33. Verlossing, de vergeving van zonden, kan alleen gevonden worden door genade, in geloof in Jezus Christus.
efz 2:8-9 - Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; 9 niet uit werken, opdat niemand roeme.

34. wanneer de mensen vergeving vragen en hun geloof zoeken in de Heer. vergeeft Hij ze genadevol, en Hij onthoud ze niet meer.
Mic 7:18-19 - Wie is een God als Gij, die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van zijn erfdeel voorbijgaat, die zijn toorn niet voor eeuwig behoudt, maar een welbehagen heeft in goedertierenheid! Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee.

35. God telt de zonden niet meer van diegene die via Jezus Christus om vergeving vragen
2 Kor 5:18-19 - Wie is een God als Gij, die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van zijn erfdeel voorbijgaat, die zijn toorn niet voor eeuwig behoudt, maar een welbehagen heeft in goedertierenheid! Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee.