Jeugd

1. Weest gelukkig, jonge mensen
Pred 11:9-10 - Verheug u, o jongeling, in uw jeugd, en uw hart zij vrolijk in uw jongelingsjaren; ja, volg de lust van uw hart en wat uw ogen aanschouwen, maar weet, dat God u om al deze dingen in het gericht zal doen komen. Weer dus het verdriet uit uw hart en houd de kwalen weg van uw lichaam, want jeugd en jonkheid zijn ijdelheid

2. Denk aan je schepper in de dagen van je jeugd
Pred 12:1 - Gedenk dan uw Schepper in uw jongelingsjaren, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen, waarvan gij zegt: Ik heb daarin geen behagen;

3.Wees er zeker van om Gods weg op te gaan.
Spr 3:1-4 - Mijn zoon, vergeet mijn onderwijzing niet en uw hart beware mijn geboden, want lengte van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. Dat liefde en trouw u niet verlaten! Bind ze om uw hals, schrijf ze op de tafel van uw hart, dan zult gij genegenheid en goedkeuring verwerven in de ogen van God en mensen.

4. Vertrouw in de Heer, erken hem in al je wegen
Spr 3:5-6 - Vertrouw op de HERE met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken

5. De vreze des Heren is het begin van kennis en wetenschap
Spr 1:7 - De vreze des HEREN is het begin der kennis; de dwazen verachten wijsheid en tucht.
Spr 9:10-11 - De vreze des HEREN is het begin der wijsheid en het kennen van de Hoogheilige is verstand. Want door mij worden uw dagen vermeerderd, worden jaren van leven u toegevoegd.
Spr 15:33 - De vreze des HEREN voedt op tot wijsheid, en ootmoed gaat vooraf aan de eer.

6. Dwazen luisteren niet naar advies
Spr 1:7 - De vreze des HEREN is het begin der kennis; de dwazen verachten wijsheid en tucht
Spr 13:13 - Wie het woord veracht, moet het ontgelden; maar wie het gebod vreest, hem zal vergolden worden.

7. Luister naar de instructies van je ouders voor je eigen bestwil
Spr 1:8-9 - Hoor, mijn zoon, de tucht van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; want zij zijn een liefelijke krans voor uw hoofd, een keten voor uw hals.
Spr 4:1-4 - Hoort, zonen, de tucht van een vader, en weest opmerkzaam, om inzicht te verkrijgen, want ik geef u goede leer; verlaat mijn onderwijzing niet. Want toen ik nog als zoon bij mijn vader was, teder en een enig kind voor het aangezicht van mijn moeder, onderwees hij mij en zeide tot mij: Laat uw hart mijn woorden vasthouden; onderhoud mijn geboden, opdat gij moogt leven.
Spr 6:20-24 - Bewaar, mijn zoon, het gebod van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet. Bind ze bestendig op uw hart, hang ze om uw hals. Als gij op weg zijt, moge het u leiden; als gij u nederlegt, moge het over u waken, als gij wakker wordt, moge het u toespreken. Want het gebod is een lamp en de onderwijzing een licht, de vermaningen der tucht zijn een weg ten leven, om u te bewaren voor de slechte vrouw, voor de gladde tong der onbekende.

8. Weest niet teleurgesteld naar de discipline vna de Heer, want hij disciplineert een ieder die hij lefhebt.
Spr 3:11-12 - Veracht, mijn zoon, de tuchtiging des HEREN niet en keer u niet met weerzin af van zijn bestraffing. Want de HERE bestraft wie Hij liefheeft, ja, gelijk een vader een zoon, aan wie hij welgevallen heeft.
Heb 12:5-11.

9. Hij die correctie haat, is een dwaas.
Spr 12:1 - Wie tucht liefheeft, heeft kennis lief; maar wie terechtwijzing haat, is dom.

10. Wijs discipline niet af, wees er dankbaar voor
Spr 13:18 - Armoede en schande treffen hem die de tucht in de wind slaat, maar wie de terechtwijzing in acht neemt, wordt geëerd.
Spr 15:5 - De dwaas versmaadt de tucht van zijn vader, maar wie de terechtwijzing ter harte neemt, is verstandig.
Spr 15:12 - De spotter houdt er niet van, dat men hem terechtwijst; tot de wijzen zal hij niet gaan.
Spr 15:31-32 - Het oor, dat luistert naar de terechtwijzing die ten leven is, zal vertoeven te midden der wijzen. Wie de tucht in de wind slaat, veracht zijn leven; maar wie naar terechtwijzing luistert, verkrijgt verstand.

11. Liefde komt met discipline
Spr 13:24 - Wie zijn roede spaart, haat zijn zoon; maar wie hem liefheeft, tuchtigt hem reeds vroeg.

12. als anderen je verleiden, stem er niet toe, of geef jezelf aan over
Spr 1:10-19
Spr 1:10 - Mijn zoon, indien zondaren u willen verleiden, bewillig niet;
Spr 1:15 - mijn zoon, ga niet met hen op weg; weerhoud uw voet van hun pad;

13. Ga niet op de weg der goddelozen, keer je er van af
Spr 4:14-15 - Kom niet op het pad der goddelozen, betreed de weg der bozen niet. Mijd die, ga er niet over; wijk ervan af en ga voorbij.
14 Blijf standvastig
1 kor 15:58 - Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk des Heren, wetende, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here.

15. Wees een moedige strijder voor Jezus Christus, draag Gods wapenuitrusting
Efz 6:10-18
Efz 6:10-11 - Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels;



16. Jozef de jonge man, is een goed voorbeeld voor ons.
Gen 39 (zelfs toen Jozef ver weg was zijn huis, als een slaaf in Egypte, was hij sterk in zijn geloof en in goddelijkleven. Hij was gewillig te leiden voor de Heer, dan in het zondigen tegen Hem. Toen de vrouw van Potifat hem verleidde, gaf hij niet in haar eisen).
Gen 39:9-10 - niemand is in dit huis machtiger dan ik, en hij heeft mij niets onthouden dan alleen u, omdat gij zijn vrouw zijt; hoe zou ik dan dit grote kwaad doen en zondigen tegen God? 10 En ofschoon zij dag aan dag tot Jozef sprak, voldeed hij niet aan haar wens bij haar te gaan liggen en omgang met haar te hebben.



17. Daniel is een goed voorbeeld om te volgen. Als een jonge man werd hij afgevoerd naar BNabylon. Hij bleef getrouw aan God ten koste van alles.
Dan 1:8-9 - Daniël nu nam zich voor, zich niet te verontreinigen met de koninklijke spijze of met de wijn die de koning placht te drinken; en hij verzocht de overste der hovelingen, dat hij zich niet zou behoeven te verontreinigen. 9 Toen schonk God aan Daniël gunst en barmhartigheid bij de overste der
Dan 6 (Zelfs toen hij wist dat hij zou gegooid worden in de leeuwenkuil. Bleef Daniel bidden zijn God. tegen het bevel van de koning in).
Dan 6:10 - Dus schreef koning Darius dat bevelschrift met dat verbod
18. De drie vrienden van Daniel bleven getrouw aan God, ongeacht de gevolgen.
Dan 3
Dan 3:16-18 - Toen antwoordden Sadrak, Mesak en Abednego de koning Nebukadnessar: Wij achten het niet nodig u hierop enig antwoord te geven. Indien onze God, die wij vereren, in staat is ons te bevrijden, dan zal Hij ons uit de brandende vuuroven, en uit uw macht, o koning, bevrijden; maar zelfs indien niet – het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet vereren, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, niet aanbidden.

19. Eer je vader en moeder
Ex 20:12 - Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HERE, uw God, u geven
20. Eer en gehoorzaam je ouders
Ef 6:1-3 - Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam [in de Here], want dat is recht. Eer uw vader en uw moeder – dit is immers het eerste gebod, met een belofte – opdat het u welga en gij lang leeft op aarde
Kol 3:20 - Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles, want dit is welbehaaglijk in de

21. Jezus was gehoorzaam aan zijn ouders
Luc 2:51 - En Hij ging met hen terug en kwam te Nazaret en was hun onderdanig. En zijn moeder bewaarde al deze woorden in haar hart
22. Ontvlucht de slechte verlangse van je jeugd
2 tim 2: 22 - Schuw de begeerten der jeugd en jaag naar gerechtigheid, naar trouw, naar liefde en vrede met hen, die de Here aanroepen uit een rein