14. Vrucht van de Geest: Vrede

2 Petrus 3:13-14
Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.
Omdat u hiernaar uitziet, geliefde broeders en zusters, moet u zich inspannen om smetteloos, onberispelijk en in vrede door hem te worden aangetroffen.

Jacobs 3:17-18
De wijsheid van boven daarentegen is vóór alles zuiver, en verder vredelievend, mild en meegaand; ze is rijk aan ontferming en brengt niets dan goede vruchten voort, ze is onpartijdig en oprecht. Waar in vrede wordt gezaaid, brengt gerechtigheid haar vruchten voort voor hen die vrede stichten.

Hebreeën 12:13-15
En kies rechte paden, zodat een voet die gekneusd is niet verder ontwricht raakt, maar juist geneest.
Streef ernaar in vrede te leven met allen en leid een heilig leven; wie dat niet doet zal de Heer niet zien. Zorg ervoor dat niemand zich de genade van God laat ontgaan, dat er geen giftige kiem opschiet die onrust veroorzaakt en met zijn bitterheid velen besmet.

1 Tessalonicenzen 5:23
Moge de God van de vrede zelf uw leven in alle opzichten heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus.

Filippenzen 4:6-7
Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.

Gedurende deze dagen die Jezus met Zijn discipelen doorbracht, deden ze een nieuwe ervaring op. Nadat ze hun geliefde Meester hen met behulp van de Schriften hoorden uitleggen waarom alles zo had moeten gebeuren, werd hun geloof in Hem bevestigd. Zij kwamen op het punt waarop ze moesten erkennen: “Ik weet in Wie ik mijn vertrouwen heb gesteld.” 2 Timoteüs 1:12.
Zij begonnen de aard en de omvang van hun taak te beseffen, in te zien dat zij de waarheden die aan hen waren toevertrouwd, aan de wereld moesten gaan verkondigen. De gebeurtenissen van het leven van Christus, zijn dood en opstanding, de profetieën die daarop wezen, de geheimenissen van het verlossingsplan, de macht van Jezus om zonden te vergeven – van al deze dingen waren zij getuigen geweest en zij alleen konden het aan de wereld verkondigen.
Zij moesten de wereld het evangelie van vrede en verlossing door berouw en bekering en de kracht van de Verlosser gaan brengen. {AA 27.1}

Terwijl ze een intense gemeenschap met Christus hadden, vertoefden ze in hemelse sferen. Met vurige woorden werden hun idealen omkleed als zij van Hem getuigden! Hun harten werden opgeladen met zo een grote en diepe welwillendheid, zo verrijkend, dat het hem drong tot aan het einde van de wereld te gaan om over de macht van Christus te getuigen. Zij waren vervuld met een intens verlangen om het werk dat Hij begonnen was, voort te zetten. Zij realiseerden zich de omvang van hun schuld aan de hemel en de verantwoordelijkheid van hun taak. Gesterkt met de vervulling van de Heilige Geest, gingen zij met ijver voort om de overwinning van het kruis door te geven. De Geest gaf hen kracht en sprak door hen. De vrede van Christus straalde af van hun gezichten. Zij hadden hun leven toegewijd aan Zijn dienst en hun karakters en houding waren het bewijs van hun overgave. {AA 46.1}