41 Beter een goede buur dan ...

In de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan heeft Jezus ons verteld wie onze buren, wie onze naaste zijn. En hoewel we vanzelfsprekend geen verslag hebben van alles wat James en Ellen en in het bijzonder Ellen, voor hun buren deden in de loop der jaren, zo vangen we hier en daar een straal op van hun verhouding tot hun naaste omgeving.
In de winter 1862-1863 wanneer een vreselijke epidemie van difterie het land teistert en twee van de kinderen ernstig ziek worden weet Ellen en James hun leven te redden door middel van waterbaden en andere natuurlijke middelen. Toen buren in de omgeving, waar de gevreesde ziekte ook was binnengedrongen, hoorden van het succes dat broeder en zuster White hadden met hun behandeling, riepen ze hun hulp in. Het duurde niet lang of een flink deel van hun tijd werd besteed aan het helpen van anderen. In een brief van 1903 schrijft zuster White hierover: “Voordat ons sanatorium daar in Battle Creek was gevestigd, gingen mijn echtgenoot en ik van huis tot huis om behandelingen toe te dienen. Onder de zegen van God redden we het leven van velen die ernstig leden”.
En in 1908 schreef ze: “We brachten in ons huis gevallen die door de doktoren waren opgegeven. Wanneer we niet wisten wat we voor hen moesten doen, baden we zeer ernstig tot God en altijd zond Hij Zijn zegen. Hij is de Machtige Heelmeester en Hij werkte met ons.”

We hadden nooit tijd of gelegenheid om een medische cursus te volgen, maar we oogst ten succes als we voorwaarts gingen in de vreze Gods en Hem zochten voor wijsheid bij iedere stap.
We lieten gebed en werk samengaan. We pasten eenvoudige waterbehandelingen toe en probeerden dan de ogen van de patiënten te richten op de grote Genezer. We vertelde hen wat Hij voor hen kon doen.” Mensen die in nood verkeerden werden vaak opgenomen in het huis van de White. Ellen White trachtte altijd te helpen bij gezinnen die behoeftig waren en niet zelden zat ze zelf te breien om anderen aan warme kleding te helpen.

Terwijl ze in Europa was kwam ze in kontact met sommige gezinnen, waarvan zij wist dat ze zouden moeten lijden als ze hen niet hielp en dus besteedde ze haar vrije tijd na haar terugkeer in Amerika om kousen voor hen te breien die ze naar hen toezond. Breien werd één van haar grootste hobby`s.

Tijdens haar verblijf in Australië heerste daar een economische crisis. In die tijd werd vaak het werk van schrijven en andere bezigheden opzij gezet om hulp te verschaffen aan de behoeftigen en armen. Zelfs verschafte zuster White werk aan mannen die werkeloos waren om toch enigszins in het onderhoud van hun gezinnen te kunnen voorzien. Haar persoonlijke secretaresse Sara McEnterfer was een tijdlang haast een soort wijkverpleegster, door van het ene huis naar het andere te gaan m zieken te helpen. Ook bij zuster White thuis werd er hard gewerkt om in de noden van anderen te voorzien; laten we haar zelf weer aan het woord:

“Gisteravond hadden we een Dorkas groep in ons huis en mijn medewerkers die hielpen in de voorbereiding van mijn artikelen voor de bladen en kookten en. naaiden vijf in getal, zaten op tot middernacht om kleren te knippen. Zij maakten drie broeken voor de kinderen van één familie. Twee naaimachines draaiden tot middernacht. Ik denk dat er nooit een gelukkiger groepje werkers was dan deze meisjes gisteravond”. (Brief uit 1897)

Ook in haar laatste levensjaren toen zij woonde in Californië in de Napa Vallei bezocht zij vaak buren in de omgeving en hielp hen waar nodig. Nog jaren na haar dood leefde Ellen White voort in de herinnering van menige bewoner van de vallei als “DIE KLEINE OUDE VROUW MET WIT HAAR DIE ALTIJD ZO VOL LIEFDE SPRAK VAN JEZUS”.