32 Een opleidingsschool voor predikers

Het was in ditzelfde jaar dat een krachtige actie begon aan te komen tot het stichten van een eigen opleidingsschool voor predikers. Twee dagen voor het einde van het jaar 1871 werd George Butler verkozen tot president van de Generale Conferentie inplaats van James White, die toen zeer uitgeput was en zich uit vele bezigheden moest terugtrekken. De leiders van de gemeente daartoe aangespoord door de getuigenissen van de Geest der Profetie en de krachtige adviezen van James White waagden het zich met deze onderneming in te laten en die aan de gemeente voor te stellen. Dit gebeurde officieel in een hoofd artikel in de Review and Herald van 16 April 1872.
Een jaar later op de Generale Conferentie in Battle Creek werd op 11 Maart besloten een opleidingsschool voor predikers te stichten en de opdracht tot uitvoering van dit plan werd gelegd op de schouders van het uitvoerend comité. Dit ging onder leiding van George Butler krachtig aan het werk.

Allereerst moesten er gelden komen om met dit project te kunnen starten. Men hoopte 20.000 dollar bijeen te verzamelen, maar op de volgende zitting van de Generale Conferentie nog in datzelfde jaar in November 1873, kon het comité mededelen dat er ruim $54.000 dollar was bijeengebracht. Gods zegen bleek duidelijk te rusten op dit initiatief. De eerste opgaaf was om grond te kopen waarop kon worden gebouwd. Het advies van Ellen White was duidelijk: “KOOP LAND BUITEN DE STAD” ergens op het platteland, met gelegenheid tot het oprichten van kleine industrieën gebaseerd op een landbouwbedrijf verbonden met de school.
Bell stond achter de voorstellen van Ellen White. Maar de broeders van de generale Conferentie vonden dat dit te ver ging. Zij zagen het belang hiervan niet in en besloten om een stuk grond te kopen op de rand van de stad dichtbij het sanatorium. En tegen de raad van de Geest der profetie in kochten zij een landgoed van ongeveer vijf hectaren tegenover het sanatorium, voorheen eigendom van een zekere Erastus Hussey, medeoprichter van de “Nationale Republikeinse Partij “ in de V.S. Van deze vijf hectaren verkochten ze ook nog een gedeelte, zodat er nauwelijks drie hectaren overbleef voor het bouwen van een school en bijbehorende gebouwen.

Voor een boerderij was in het geheel geen plaats. Toen zuster White van deze aankoop hoorde, weende ze. Het zou een kwarteeuw duren voordat de raad, van God ontvangen en door haar getrouw aan de broeders doorgegeven, zou worden opgevolgd en de school naar het platteland zou worden overgebracht.

Nadat de grond eenmaal was gekocht volgden de gebeurtenissen elkaar snel
op. In Maart 1874 werd een Organisatie opgericht om het eigendom van de school te beheren en deze heette “THE EDUCATIONAL SOCIETY OF THE SEVENTH DAY ADVENTIST”. (De vereniging van Zevende dags Adventisten voor onderwijs).
Gedurende de zomer en het najaar werd het hoofdgebouw opgetrokken, een gebouw van drie verdiepingen hoog in de vorm van een van boven afgeknot kruis. Nog in december van dat jaar werd het gebouw betrokken. De officiële opening vond echter plaats op 3 Januari 1875

De openingstoespraak werd gehouden door zuster White. Het was op deze dag dat zij een visioen kreeg van drukkerijen over de gehele wereld verspreid. (zie lezing: “VAN EEN KLEIN BEGIN TOT EEN BUNDEL VAN LICHT” blz. 29)

Het hoofd van de school werd Sidney Bronwnsberger. Deze was reeds in de herfst van 1873 aangesteld als hoofd van de school die door Bell was opgericht. Brownsberger had namelijk een universitaire opleiding voltooid aan de universiteit van Michigan en om die reden meende James White dat hij de aangewezen man was om aan het hoofd te staan van de nieuwe opleidingsschool. Bell, die in feite door zijn ervaring de aangewezen man was geweest werd op deze wijze gepasseerd, maar hij openbaarde zijn christelijke karakter door ondanks dit feit zijn volle krachten aan de opbouw van de nieuwe school te schenken.