27 Toewijding van een echtgenote

Hoewel Dr. Jackson het niet met haar eens was, wist zuster White hem te bewegen er mee in te stemmen dat ze naar vrienden in Rochester zouden gaan om daar haar theorie te beproeven. En zo vertrokken ze op 7 December 1865 naar Rochester om daar hun intrek te nemen in het huis van br. Bradley Lanson. Hier werden ernstige bidstonden gehouden voor het herstel van broeder White. Langzamerhand nam hij in kracht toe zodat hij op 1 Januari 1866 in staat was om naar Battle Creek te reizen. Zijn vrienden vonden dat hij aanzienlijk was verbeterd en hoewel hij preekte en zich ook enigszins met de zaken van de kerk bezighield, was hij nog verre van genezen.

De doktoren, die hem hadden verpleegd, hadden zelfs aan Ellen en zijn vrienden verklaard, dat hij nooit meer in staat zou zijn zulk werk te doen als hij tevoren gedaan had. In die tijd is het zijn vrouw geweest die met een sterk geloof zich met al haar krachten en vermogens heeft gewijd aan het herstel van haar man, naast het werk wat zij deed voor de gemeente en de zorgen voor haar gezin. Anderen wilden haar ontlasten van deze enorme taak, maar daar dacht ze niet over. Zij schreef in die tijd: “Zolang als ons beiden het leven wordt gespaard, zal ik mij iedere inspanning getroosten, die in mijn vermogen ligt, om hem te redden. Die meesterlijke geest mag niet aan de ondergang overgelaten worden. God zal voor mij en mijn kinderen zorgen, en Hij zal mijn echtgenoot opwekken en u zult ons opnieuw zij aan zij zien staan in de preekstoel, om de woorden de waarheid ten eeuwige leven te verkondigen.”

Ondanks zijn zwakheid werd broeder White in Mei 1866 verkozen als president van de Generale Conferentie. Twee jaar lang zou hij die taak vervullen. Maar over het algemeen was hij er niet toe in staat. In latere jaren zou hij nog twee maal die functie vervullen met zijn volle kracht. Voorlopig moest Ellen strijden om hem een weinig actief te houden. Daartoe maakten ze in de zomer van 1866 korte reizen.
Met de terugkeer van de winter ging de gezondheids toestand van James weer snel achteruit….. Zuster White besloot na enige tijd toch om weer met James op reis te gaan. De vrienden in Battle Creek verzetten zich hiertegen heftig. Maar Ellen zette door en in een felle sneeuwstorm vertrok ze met James in een arreslee, bestuurd door br. Rogers, naar Wright, honderd veertig km naar het Noorden. Hier kwamen ze twee dagen later op 21 december 1866 veilig aan en vonden een welkom onthaal in het huis van br. E.H. Root.

Nu brak een zeer drukke tijd aan voor Ellen. Dagelijks verpleegde ze haar man, gaf hem baden, ging met hem wandelen en rijden en deed al het mogelijke om hem te stimuleren. Daarnaast sprak ze voortdurend in de gemeenten in Noord –Michigan en hield lezingen over matigheid, gezondheid en Christelijk leven. En verder besteedde ze ieder uur dat haar overschoot aan het schrijven van getuigenissen, artikelen en brieven. Boven dit alles kwam nog de last van valse geruchten die over haar werden verspreid door enkele leidende broeders in Battle Creek, die niet verzoend waren met haar zelfstandige en in hun ogen onverantwoordelijke handelwijze. Niemand weet welke lasten zij in die winter heeft gedragen. Ongetwijfeld is dit één van de zwaarste jaren, zo niet het zwaarste jaar van haar leven geweest.

Haar geloof en inspanning werden echter beloond. Geleidelijk nam James toe in krachten en in Wright begon hij voor het eerst weer te spreken. Ellen schrijft:
“Ik zag dat mijn echtgenoot steeds sterker werd, helderder van geest en zijn spreken steeds meer samenhangend”. En toen hij bij een gelegenheid gedurende een uur sprak met helderheid en kracht, met de last van het werk op hem als voor zijn ziekte, was ik niet in staat om mijn gevoelens van dankbaarheid te uiten”. Wie zal de liefde en toewijding kunnen meten van deze moedige vrouw, die door de genade Gods in staat was om tegelijkertijd haar taak te vervullen als boodschapster van God, echtgenote, verpleegster en openbaar spreekster en dat als een vrouw, die eens door de doktoren was opgegeven met nog enkele jaren te leven.

Bij terugkeer in Battle Creek waren de geruchten nog toegenomen. Zuster White, vermoeid van al haar arbeid, wérd teneer gedrukt door de achterdocht en tegenstand die zij ontmoette. Zij spreekt zelf over deze ervaring als de grootste verslagenheid die zij ooit meemaakte. Onder tranen en gebed zocht zij Gods hulp. En uiteindelijk werd haar handelwijze gerechtvaardigd. James White was onder meer ervan beschuldigd dat hij rijk was en nog steeds meer aan zijn bezittingen toevoegde.

Bij nader onderzoek door de broeders bleek deze beschuldiging, evenals vele andere, geheel vals. De broeders in Battle Creek beleden hun fouten in een openbare vergadering en gaven een officiële verklaring uit, ondertekend door Andrews, Loughborough, Joseph Bates, Bourdeau, Hutchins en John Byington, waarin werd erkend en verklaard dat zij verkeerd hadden gehandeld door broeder en zuster White te veroordelen en valse geruchten over hen te verspreiden en dat zij vast besloten waren hen opnieuw te ondersteunen. Zo kwam er een einde aan één van de moeilijkste ervaringen in het leven van James en Ellen en werd de gemeente door Gods genade behoed voor scheuring en verdeeldheid.

James was echter nog lang niet geheel genezen. Ellen White stelde voor dat zij ergens op het land zouden gaan wonen. Zij kochten een boerderij in de buurt van Greenville (Michigan) en verkochten hun huis in Battle Creek. Vier jaar lang hebben ze op deze boerderij gewoond en gewerkt, naast al het andere werk wat zuster White had te doen. Ze had de boerderij gekocht met de bedoeling dat James geleidelijk weer zijn krachten zou oefenen en dat gelukte wonder wel. Hun zoon Willie, twaalf jaar oud, was hun trouwe helper.
Edson achttien jaar oud, was het grootste deel van de tijd in Battle Creek als drukkers leerling. Toen de tijd kwam om te hooien wilde James de buren vragen om te helpen. Maar Ellen liet Willie de buren afgaan om te vragen of ze wilde zeggen dat ze het te druk hadden om te helpen. Ze stemden hier slechts node mee in, maar Ellen White kreeg haar zin en zo kon men haar al spoedig daarna op een berg hooi zien staan terwijl haar man haar het hooi toestak. Zo werkte Ellen dag en nacht aan het herstel van haar man en de vrucht van haar inspanning was dat vijftien jaren aan het leven van haar, man werden toegevoegd, waarvan hij de laatste tien even actief was als voorheen. Zo. ervoer zij in haar eigen leven dat Gods zegen rust op de getrouwe naleving van de gezondheids beginselen en dit stelde haar in staat om met nog meer overtuiging te spreken over de noodzakelijkheid van een totale hervorming op het gebied van de gezondheid.