22 De rechterarm van de boodschap

De dagen van onze voorvaders waren dagen van veel ziekten. Tuberculose, difterie, cholera en andere plagen eisten een zware tol. De geneeskunst was gebrekkig, vergeleken bij die van latere tijden. Aderlatingen en lapmiddeltjes hadden de overhand.
Vele vreemde opvattingen deden opgeld. Het gebruik van water hetzij inwendig of uitwendig, werd afgekeurd. Baden werden beschouwd als gevaarlijk. Nachtlucht werd buitengesloten. Men sliep bij voorkeur in hermetisch gesloten kamers. Daarnaast werd weinig aandacht besteed aan de aard van het dieet. Vooral onder de bevolking van de Verenigde Staten gebruikte men veel vlees, vet en kruiden. Alcohol tabak, thee en koffie waren toen evengoed als nu, geliefkoosde middelen. Maar wie zag er veband tussen al deze dingen en de pijnigingen van het vlees die men moest verduren? Zeker waren al die ziekten niets anders dan besturengen van een alwijze Voorzienigheid om de goddelozen te teisteren en de heiligen te vervolmaken en hen voor te bereiden op het Paradijs.

Ook onze pioniers leden onder ziekten. Was er niemand onder hen met gezalfde ogen, niemand die kon onderscheiden? Ja, toch! Eén was er onder hen die onaantastbaar scheen te zijn, één die geen ziekte kende, één die steeds voortging, waar anderen onder de last bezweken. De ene was de vroegere scheepskapitein; JOSEPH BATES. Een hervormer bij uitstek. Terwijl hij nog op zee voer, had hij reeds tabak en alcohol vaarwel gezegd. Later volgden koffie, thee, vlees, kruiden en zoetigheden Op het punt van alcohol en tabak liet hij de bazuin helder klinken, maar in de andere dingen was zijn getuigenis over het algemeen van een stille aard.
Sommigen die zijn voorbeeld volgden waren echter minder omzichtig en veroorzaakten door hun uitgesproken standpunt beroering. Het enige waarvan alle Adventisten overtuigd waren was dat ze geen alcohol moesten gebruiken. Ook tabak werd door de meesten verafschuwd.

Reeds in de herfst van 1848 ontving Ellen White licht over de schadelijke gevolgen van tabak, thee en koffie. Als gevolg daarvan namen James en Ellen openlijk hun standpunt in tegen het gebruik van deze stimulantia. Over het gebruik van tabak schreef zuster White enkele jaren later met deze ernstige woorden: “Ik heb in een visioen gezien dat tabak een vies kruid is en dat het terzijde gelegd moet worden of opgegeven. Tenzij het wordt opgegeven, zal het misnoegen van God rusten op degenen die het gebruikt en hij kan niet verzegeld worden met het zegel van de Levende God”. (brief van 14 December 1851)

In 1853 vinden we verschillende artikelen en aanhalingen uit de kranten in de Review and Herald tegen het gebruik van tabak. Had dit alles resultaat? Zeker.
Op een conferentie in 1855 gehouden in Vermont stemden de aanwezigen zelfs voor om diegenen die tabak bleven gebruiken de gemeenschap te ontzeggen, maar daar dit toch grote moeilijkheden en narigheden bleek op te leveren werd het volgend jaar besloten om : “Met volharding iedere broeder en zuster die zich overgaf aan het gebruik daarvan, te overreden zich verder te onthouden.”

Op 12 Februari 1854 ontving Ellen White verder licht op het belang van een gezond leven. De nadruk werd gelegd op reinheid en op het schadelijk effect van te rijk voedsel en verfijnd voedsel, raadgevingen die heden nog steeds evenzeer van belang zijn. De raad werd gegeven:

Eet grof voedsel vrij van vet.
Zo werd stap voor stap, regel op regel en gebod op gebod, het fundament gelegd voor en meer uitgebreide gezondheids reformatie in latere jaren, waarbij deze vroege raadgevingen en waarschuwingen betrekking hadden op de ernstigste misbruiken