18 Orde is een beginsel

Reeds vroeg gaf God licht over dit onderwerp aan Ellen White. Zij schrijft wat God hierover toonde in een visioen van 24 December 1850 in een brief uit die tijd.
“Ik zag hoe groot en heilig God was. De engel zeide: “Wandel zorgvuldig voor Zijn Aangezicht, want Hij is hoog en verheven en de zoom van Zijn heerlijkheid vervult de tempel.”
“Ik zag dat alles in de Hemel in volmaakte orde verkeerde”. De engel zeide: “Zie toe, Christus is het hoofd, handel in orde, handel in orde! Laat alles een bedoeling hebben”, “Zie toe en weet hoe volmaakt, hoe prachtig, de orde is in de Hemel; volg die na.”

Maar die tijd bleek nog niet rijp voor deze gedachten. Zij zou als een zuurdesem door werken. Aanvankelijk was echter de tegenstand tegen organisatie in welke vorm dan ook zeer groot. Wel werd reeds in 1851 een comité gekozen ter verzorging van de armen naar het voorbeeld van de eerste gemeente (Hand. 6) maar dit was toch geen organisatie van de gemeente.

Pas in het jaar 1853 vinden we de eerste sporen van Organisatie. Overal waren kleinen gemeenten ontstaan, her en der verspreid over de Noordoostelijke Staten van de V.S. Maar het gebeurde wel eens dat een gemeente niet vaker dan één keer per jaar door een prediker werd bezocht. Wie had in die tussentijd de leiding en wie was verantwoordelijk voor de viering van het avondmaal en de voetwassing?
Men begon met het verkiezen en aanstellen van diaken. Deze diaken vervulden aanvankelijk de taak van ouderling en diaken tegelijkertijd. De eerste gemeenten waarvan wordt vermeld dat deze praktijk werd ingevoerd, waren de gemeente van Joseph Bates in Fairhaven en ook in Dartmouth Masachusetts en korte tijd later in Jackson en Sylvan in Michigan.
Door de invoering van het diakenambt werd het echter al spoedig duidelijk dat de Bijbelse orde voor de gemeente zowel ouderlingen als diaken vereist en zo vinden we niet lang na de invoering van het diakenambt ook de invoering van het ambt van ouderling. De rapporten van Joseph Bates in de Review and Herald in de nu volgende jaren spreken vaak over de stichting van nieuwe gemeenten met verkiezing en aanstelling van ouderlingen en diakenen, want Joseph Bates was de grote pionier die met een ontembare ijver steeds verder doordrong in nieuwe velden.

In December van het jaar 1853 verschenen er in de Review and Herald vier artikelen van de hand van James White over “EVANGELIE ORDE”. Hij was hiertoe waarschijnlijk bewogen door hetgeen Ellen in visioen had gezien en door de noodzaak die zich van dag tot dag meer deed gevoelen. In één van deze artikelen drong hij onder meer aan op een inzegening van nieuwe predikers door oplegging der handen.
Niet lang daarna op 1 Januari 1854 schreef zuster White in een boekje getiteld “SUPPLEMENT OP ERVARING EN GEZICHTEN” (zie bl.33,34) een stuk over hetzelfde onderwerp “EVANGELIE ORDE”. Zij schreef hierin o.a. “De Heere heeft getoond dat Evangelie orde te veel is gevreesd en verwaarloosd. Vormelijkheid moet vermeden worden, maar door dat te doen, mag orde niet worden verwaarloosd. Er is orde in de Hemel. Er was orde in de gemeente toen Christus op aarde was en na Zijn vertrek werd er een strikte orde gehandhaafd onder Zijn apostelen.

“En nu in deze laatste dagen, terwijl God Zijn kinderen brengt tot de eenheid van het geloof, is er meer behoefte aan orde dan ooit tevoren.” De gemeente moet haar toevlucht nemen tot Gods Woord en gegrondvest worden op de orde van het Evangelie die over het hoofd is gezien en verwaarloosd. Dit is absoluut noodzakelijk om de gemeente tot de eenheid van het geloof te brengen”. (Dit artikel over “Evangelie orde is terug te vinden in het boekje “Eerste Geschriften”).
Ook hier was het Gods Geest die door de dienstmaagd des Heeren de gemeente langzamerhand voorbereidde om over te gaan tot een hechtere Organisatie. Maar hoewel getuigenis op getuigenis werd gegeven was de tegenstand sterk en het duurde geruime tijd en het koste grote inspanning alvorens het vooroordeel was overwonnen.