16 God is een God van orde

“Gevallen, gevallen is de grote stad Babylon en zij is geworden een woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte En ik hoorde een andere stem uit de Hemel zeggen: “GAAT UIT VAN HAAR MIJN VOLK, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen. Openbarin 18:2-4. “Gaat uit van haar Mijn volk”; en uitgegaan waren ze, de eerste Adventisten.
Noodgedwongen hadden velen in 1843 en 1844 de kerken verlaten, omdat zij daar niet langer werden gewenst. Zij hadden zich af moeten zonderen in hun voorbereiding op de Wederkomst van hun Heer. Hun band was de band van geloof en liefde. Er was geen organisatie waarbij ze als lid werden ingeschreven, maar het was de verbintenis van hun gemeen schappelijke verwachting, die hen samenbond. Het was nooit de bedoeling geweest van Miller en zijn medewerkers om een nieuwe kerk te stichten. Integendeel was er onder de Adventisten een sterk vooroordeel tegen enige vorm van Organisatie. Eén van de leiders George Storrs schreef:

“Let er wel op dat u niet probeert een nieuwe kerk te Fabriceren. Geen kerk kan georganiseerd worden door de vindingrijkheid van de mens of het wordt Babylon op hetzelfde moment dat zij georganiseerd wordt. Na de teleurstelling was er een algemene verwarring onder de Adventisten. Velen vielen af, keerden terug naar hun vroegere kerken of gaven het geloof voor goed op. Anderen verkondigden de vreemdste dwaasheden en ketterijen. Dit was zo onder Adventisten in het algemeen, maar, zoals we reeds zagen ook onder de kleine groep van Sabbatvierende Adventisten. Maar niemand wilde organisatie en de woorden van George Storrs werden vaak herhaald.

Een feit is dat slechts de band der liefde stand houdt. Geen organisatie, hoe voortreffelijk ook, is in staat een kerk te bouwen. Maar waar door de band der liefde een gemeenschap is gegroeid, daar zal Organisatie een natuurlijk gevolg zijn. Dat zou de ervaring blijken te zijn van onze eerste pioniers.
Tot 1848 bestond de groep van Sabbatvierende Adventisten uit enkele getrouwen hier en daar, die de teleurstelling hadden meegemaakt en die hadden vastgehouden aan hun geloof in Gods leiding in de Advent beweging. De zes conferenties van 1848 bond hen tezamen in een éénheid van geloof, die de toetst der tijden tot nu toe heeft doorstaan.

Van nu af aan begon de gemeente zich geleidelijk aan uit te breiden, niet in het minst door de publicatie van een blad. Waren het aanvankelijk in hoofdzaak nog Adventisten die werden bereikt, naarmate de tijd voortschreed begonnen er meer en meer mensen die van de teleurstelling in 1844 niets afwisten, binnen te komen in de jonge gemeenschap. En naarmate de gemeenschap groeide, groeiden ook de problemen. Maar God leidt Zijn gemeente stap voor stap.