14 Een eigen drukkerij

Nu de “Review and Herald” regelmatig verscheen en er ook andere dingen gedrukt werden, ontstond er een nieuwe behoefte. De kleine maar vooruitstrevende groep Adventgelovige wilden zelf hun eigen geschriften gaan drukken. In Maart 1852 werd er een vergadering belegd in het huis van Jesse Thompson slechts enkele mijlen verwijderd van Saratoga Springs. Thompson was een welvarende advocaat en boer die ruimschoots, had geofferd voor de zaak en die James en Ellen White verscheidenen weken te gast had gehad toen zij Saratoga Springs voor het eerst bezochten. Deze conferentie werd bijgewoond door een aanzienlijk aantal broeders, waaronder Bates, Andrews, Edson en Rhodes alsook de kleine staf van de ‘Review and Herald” Hier werd besloten om het kantoor van de “Review and Herald” te verplaatsen naar Rochester om een eigen drukkerij op te zetten.

Maar een drukkerij kost geld. Grote en kleine giften werden ontvangen van de gelovigen. Hiram Edson verkocht zijn boerderij en schonk genoeg geld vooruit om alle onkosten voor de aanschaf van een machine te dekken. En in April 1852 werd de hoop van deze eerste Adventisten verwezenlijkt toen zij een eigen handdrukpers kochten en een huis huurden in Rochester New York op nummer 124 van de Mount Hope Avenue (straat van de berg der hoop). Hier woonde de staf van de “Review and Herald” en was tevens het kantoor. In een Review van Oktober 1852 staat vermeld dat de kosten van de drukpers en de verdere uitrusting 652 dollar en 93 dollarcent bedroegen.

De ontvangsten aan giften en dergelijke bedroeg 655 dollar en 84 dollarcent. Dit
was een ernorme vooruitgang voor de kleine vrijwel ongeorganiseerde groep van Sabbatvierende Adventisten. De aanschaf van deze handdrukpers was een daad van geloof, voorbestemd om duizendvoudig vrucht te dragen in de gehele wereld. Vanaf Mei 1852 verscheen de Review gedurende een tijd van drie jaar geregeld in Rochester totdat een meer definitieve verhuizing nog eenmaal de situatie zou veranderen.
De grootste zuinigheid moest nog steeds in acht worden genomen. In een brief aan br. Howland van 16 April 1852 lezen we: “We hebben ons juist gevestigd in Rochester. We hebben een oud huis gehuurd voor 175 dollar per jaar. We hebben de drukpers in huis. Als we dit niet deden, zouden we 50 dollar per jaar moeten uitgeven voor kantoor ruimte. Je zou glimlachen als je een kijkje bij ons zou kunnen nemen en ons meubilair zien. We hebben twee oude ledikanten gekocht voor 25 cent per stuk. Mijn echtgenoot bracht 6 oude stoelen voor mij naar huis, waarvan geen twee hetzelfde zijn, waarvoor hij 1 dollar betaalde, en spoedig schonk hij mij nog vier stoelen zonder enige bekleding waarvoor hij 62 cent betaalde. De geraamte zijn sterk en ik heb hen bekleed met drilling (een soort linnen stof) betere stof is zo duur dat wij het niet kopen, ook aardappelen kunnen wij ons niet veroorloven. We gebruiken saus inplaats van boter en knolrapen inplaats van aardappelen.

Onze eerste maaltijden aten wij van een haardplaat op twee legen meelvaten. We zij bereid om ontberingen te verdragen indien het werk van God bevorderd kan worden. We geloven dat Gods hand erin was dat wij naar deze plaats kwamen. Er is een uitgebreid arbeidsveld en er zijn maar weinig arbeiders. Afgelopen Sabbat was onze vergadering uitstekend. De Heere verkwikte ons door Zijn tegenwoordigheid.”

Zo begon de eerste drukkerij van de Adventisten armoedig en gebrekkig, maar gedreven door mensen rijk in het geloof, en bereid zichzelf weg te cijferen voor het werk des Heeren. James White die vroeger onderwijzer was geweest, voor hij gegrepen werd door de Adventprediking van William Miller, koesterde een warme belangstelling voor de jeugd. In zijn rapporten vinden wij verslagen van de arbeid onder de jeugd en zelfs onder jonge kinderen en zo hier en daar geeft hij uitdrukking aan zijn blijdschap en vreugde over hun bekering en toewijding aan God.

In de zomer van het jaar 1852 rees de gedachten bij hem op, om een blaadje te gaan drukken speciaal bestemd voor de jeugd. Bij Jamés gold de gedachte voor de daad en het duurde niet lang of het eerste nummer verscheen van de “YOUTH INSTRUCTOR” (jeugdgids). Aanvankelijk was James zelf de redacteur, later werd deze taak o.a. vervuld door zijn zuster Anna White en ook door Annie Smith. Ook dit blad is tot op heden toe bleven en is nog altijd wat James schreef bij het begin: “Wij zijn van plan een klein maandelijks blad uit te geven dat materiaal bevat tennutte van de jeugd....de kinderen behoren een blad voor zichzelf te hebben dat hen zal interesseren en onderrichten.”

De “YOUTH INSTRUCTOR” is nog altijd een vriend van de oudere jeugdleden. (hier in Nederland hebben wij het blad “De jonge Advent Heraut)! Er brak een drukke tijd aan voor de White`s. Samen bezochten zij tal van conferenties in verschillende delen van het land. James preekte, verkocht boeken en spande zich in om de circulatie van het blad steeds uit te breiden. Wanneer een conferentie voorbij was haastten zij zich naar het volgende. Zij reisden met paard en wagen, een geschenk van de broeders in de staat Vermont. s` Middags stopten ze langs de kant van de weg om het paard te laten grazen en zelf de lunch te gebruiken. Na afloop van de maaltijd legde James zijn schrijfpapier boven op de etenstrommel of de bovenkant van zijn hoed om artikelen te schrijven voor de Review and Herald of voor de Youth Instructor. Op deze wijze reisden ze, predikten, schreven ze en de Heere zegende hun arbeid en de waarheid bracht menig hart tot bekering.

De publikaties waren echter nog beperkt. Een van de pioniers die in die dagen heeft geleefd vertelde later dat men in 1854 voor 3 dollar alle lectuur kon kopen die werd gedrukt op de pers en van de Advent drukkerij, d.w.z. een abonnement op, de Review and Herald, een abonnement op de Youth Instructor, pamfletten, traktaten en een liederen bundel. Heden zou men aan het duizend voudige nog lang niet genoeg hebben. De Youth Instructor kostte toen der tijd nog geen 3 cent per maand.

Er verschenen in deze jaren ook enkele boeken van de hand van Ellen en James White. In 1853 schreef James, ondanks dat hij zwak en ziekelijk was, het boek “SIGNS OF THE TIMES” (tekenen der tijden). Vaak was hij gedwongen op te houden, maar door ernstig gebed ontving hij nieuwe kracht en onder Gods zegen voltooide hij dit werk.
In 1854 verscheen van de hand van Ellen een supplement op haar eerste boek “EEN SCHETS VAN DE CHRISTELIJKE ERVARINGEN EN GEZICHTEN VAN ELLEN G. WHITE”.
In 1855 verscheen “GETUIGENISSEN VOOR DE GEMEENTE” No. 1 (In het geheel verschenen er in de loop der jaren 37 nummers van de “GETUIGENISSEN VOOR DE GEMEENTE”, die werden verdeeld over 9 boekdelen.)

In 1858 verscheen deel 1 van “SPIRITUAL GIFTS” (geestelijke gaven). Dit boekje dat nu het laatste gedeelte vormt van het boekje “EERSTE GESCHRIFTEN”, geeft de beschrijving van de grote strijd tussen Christus en satan door de eeuwen heen, zoals dat in datzelfde jaar in visioenen aan Ellen White was getoond. Later zijn deze dingen uitvoeriger beschreven in boeken zoals “PATRIARCHEN EN PROFETEN” en “DE GROTE STRIJD”. Het zijn deze boeken die zo’n grote rol hebben gespeeld en nog spelen in de geestelijke ontwikkeling van Gods volk en die de lezer aansporen tot een steeds dieper onderzoeken van het Boek der boeken de “BIJBEL”.

In 1855 vond er een verandering plaats van verstrekkende invloed. De drukkerij werd nl. verplaatst naar BATTLE CREEK in MICHIGAN” waar enkele broeders een terrein hadden gekocht om een eigen gebouw voor onze drukkerij op te bouwen. Zo bezaten de Sabbatvierende Adventisten, nog geen zeven jaren na het visioen van Ellen White dat James een blaadje moest gaan uitgeven, een eigen drukkerij met een eigen drukpers. De handdrukpers werd al spoedig vervangen door de stoom- drukpers.