10 God in de natuur

“Let op.... de wonderwerken van de Volmaakte in kennis.” Job 37:14,16
“De hemelen verkondigen Gods eer.”
“En de aarde is vol van Zijn goedertierenheid.”


Het alles doordringende leven
Op al de geschapen dingen is het stempel van de Godheid te zien. De natuur getuigt van God. De ontvankelijke geest, in contact gebracht met het wonder en de verborgenheid van het heelal, kan slechts de werking van een oneindige macht erkennen. Niet door haar eigen aanwezige kracht brengt de aarde haar milde gaven voort of volbrengt jaar in, jaar uit haar loop om de zon. Een ongeziene hand leidt de planeten op hun baan in het universum. Een geheimzinnig leven doordringt de hele natuur - een leven dat de ontelbare werelden door de onmetelijkheid heen schraagt, dat leeft in het allerkleinste insect dat zweeft op het zomerbriesje, dat de zwaluw doet vliegen en de jonge, schreeuwende raven voedt, dat de knop doet ontluiken en de bloem tot vrucht maakt.

Universaliteit der wet
Dezelfde kracht die de natuur in stand houdt, werkt ook in de mens. Dezelfde verheven wetten die zowel de ster als het atoom leiden, beheersen het menselijk leven. De wetten, die de werking van het hart beheersen en de loop van de levensstroom in het lichaam regelen, zijn de wetten van het machtige Wezen, dat ook de heerschappij over de ziel heeft. Uit Hem ontstaat alle leven. Alleen in harmonie met Hem kan men de ware werkingssfeer van dat leven vinden. Voor al de objecten van Zijn schepping is de voorwaarde dezelfde - een leven, in stand gehouden door het leven van God te ontvangen, een leven dat geleefd wordt in harmonie met de wil van de Schepper. De overtreding van Zijn wet, hetzij fysiek, verstandelijk of zedelijk, staat gelijk met het plaatsen van zichzelf buiten de harmonie met het heelal, met het binnenleiden van tweedracht, wetteloosheid en ondergang.

Het getuigenis der natuur
Voor degene die haar lessen op deze wijze leert begrijpen, wordt de hele natuur verlicht; de wereld wordt een leerboek, het leven een school. De eenheid van de mens met de natuur en met God, de algemene heerschappij van de wet, de gevolgen van overtreding, kan niet nalaten het verstand te beïnvloeden en het karakter te vormen.

De leermeester van het kind
Dit zijn lessen die onze kinderen moeten leren. Voor het kleine kind, dat nog niet kan leren uit boeken of nog te jong is om naar school te gaan, biedt de natuur een onuitputtelijke bron van onderricht en van blijdschap. Het hart, nog niet verhard door contact met het boze, bemerkt al heel gauw de Tegenwoordigheid van Hem, die al wat geschapen is doordringt. Het oor, nog niet doof door het lawaai der wereld, is ontvankelijk voor de Stem die spreekt door de klanken der natuur. En voor de ouderen, die voortdurend een stille herinnering aan het geestelijke en het eeuwige nodig hebben, zullen de lessen der natuur, zoals Mozes Gods handschrift onderscheidde op de Arabische vlakten en bergen en het Kind Jezus op de heuvels van Nazareth, zo kunnen de kinderen van heden leren van Hem. Het onzichtbare wordt verklaard door het Zichtbare.

Kans om de natuur te bestuderen
Van alles wat op aarde bestaat, van de hoogste boom in het woud tot de korstmossen die de rotsen bedekken, van de onmetelijke oceaan tot de kleinste schelp op het strand, kunnen zij het beeld en het opschrift Gods erkennen.
Laat, zoveel mogelijk, het kind van zijn prille jeugd af in een omgeving zijn waar dit wonderbaarlijke leerboek open voor hem ligt. Laat hem de heerlijke tonelen aanschouwen, welke de Meester-Kunstenaar op het beweeglijke linnen der hemelen schildert, laat hem bekend worden met de wonderen van aarde en zee, laat hem de zich ontvouwende verborgenheden van de wisselende jaargetijden zien en in al Zijn werken de Schepper leren kennen.

Tegenstrijdige krachten
Op geen andere manier kan het fundament van een ware opvoeding zo vast en zo zeker worden gelegd. En toch zal elk kind, wanneer het in aanraking komt met de natuur, iets zien dat hem in verwarring brengt. Het moet wel de werking van de tegenstrijdige krachten in zich opnemen. En juist hier heeft de natuur een uitlegger nodig. Wanneer men het kwaad ziet, dat zich zelfs in de wereld der natuur openbaart, moeten allen dezelfde bedroevende les leren - “Dat heeft een vijandig mens gedaan”. Matth. 13:28.

De tolk der natuur
Alleen in het licht, dat schijnt van Golgotha, kunnen de lessen der natuur goed begrepen worden. Door het verhaal van Bethlehem en het kruis kan men aantonen, hoe het goede het kwade moet overwinnen en hoe elke zegen die we ontvangen, een gave der verlossing is.

In doornen, in distelen en in onkruid vertoont zich het kwaad dat bezoedelt en bevlekt. In de zingende vogel en de ontluikende knop, in regen en zonneschijn, in het zomerbriesje en de zachte dauw, in tienduizend dingen der natuur, van de eik in het woud tot aan het viooltje dat bloeit aan zijn wortel, is de liefde te zien die herstelt. De hele natuur spreekt nog tot ons van Gods goedheid.

Gedachten des vredes
“Ik weet, welke gedachten ik over u koester, luidt het Woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil”. Jer. 29:11. Dit is de boodschap, die men in het licht van het kruis, overal in de natuur kan lezen. De hemelen verkondigen Zijn eer en de aarde is vol van Zijn goedertierenheid.
(Karaktervorming, - E.G. White)