08-E God is niet veranderd

Gods karakter is niet veranderd. Hij is dezelfde naijverige God die Zijn
wet gaf op Sinaï en deze met Zijn eigen vinger neerschreef op stenen tafelen.
Zij die Gods heilige wet overtreden kunnen dan wel zeggen: “Ik ben
heilig”, maar waarlijk geheiligd zijn en beweren geheiligd te zijn, zijn
twee verschillende dingen.
Het Nieuwe Testament heeft de wet van God niet veranderd. De heiligheid
van de Sabbat van het vierde gebod staat even vast als de troon van
Jahweh. Johannes schrijft: “Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid;
want zonde is wetteloosheid. En gij weet dat Hij geopenbaard
is, opdat Hij de zonden zou wegnemen, en in Hem is geen zonde. Een
ieder die in Hem blijft, zondigt niet; een ieder, die zondigt, heeft Hem niet
gezien en heeft Hem niet gekend.” (1 Joh.3:4-6). Met de geliefde apostel
kunnen wij dezelfde mening hebben over hen die beweren in Christus
te zijn en te zijn geheiligd, terwijl ze Gods wet overtreden. Hij had met
eenzelfde soort mensen te maken als wij. Hij zei: “Kinderkens, laat niemand
u misleiden. Wie de rechtvaardigheid doet, is rechtvaardig, gelijk
Hij rechtvaardig is; wie de zonde doet, is uit de duivel, want de duivel
zondigt van den beginne.” (vs.7,8). De apostel sprak hier duidelijke taal,
zoals hij vond dat dit thema vereiste.
Uit de brieven van Johannes ademt een geest van liefde. Wanneer hij echter
in aanraking komt met mensen die Gods wet overtreden en toch beweren
dat ze zondeloos leven, aarzelt hij niet hen te waarschuwen voor
hun gevaarlijke bedriegerijen. “Indien wij zeggen dat wij gemeenschap
met Hem hebben, en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de
waarheid niet; maar indien wij in het licht wandelen gelijk Hij in het licht
is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, Zijn
Zoon, reinigt ons van alle zonde. Indien wij zeggen dat wij geen zonde
hebben misleiden wij onszelf, en de waarheid is in ons niet. Indien wij
onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te
vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. Indien wij zeggen
dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot een leugenaar, en Zijn
woord is in ons niet.” (1 Joh.1:6-10).