IJskoude Farizeeën

Jezus sprak de volgende woorden toen Hij in Jeruzalem was; “Zie, uw huis wordt als een woestenij voor u achtergelaten.” Welke benauwdheid heeft Jezus gevoeld toen al Zijn vermaningen en waarschuwingen niet beantwoord werden!

Op dat moment bracht Hij hun naar het hart van de ziel. Er werden indrukken gemaakt, echter deze waren vervuld met eigenliefde, zelfzuchtigheid en liefde voor de wereld. Dit verschafte zich toegang en verstikte het goede zaad dat werd gezaaid. Trots van het eigen hart verhinderde Zijn toe-hoorders om zich nederig op te stellen tegenover God, om zo hun zonde te belijden door de kracht van de Heilige Geest en met tegenzin verliet Gods geest hen. Op de top van de Olijfberg, toen Hij de stad aanschouwde, weende Hij over haar, zeggende, `Och, dat u ook nog op deze uw dag zou onderkennen wat tot uw vrededienst.` Hierna zweeg Hij; Hij hield zich afkerig om woorden te gebruiken die niet meer teruggenomen kon worden. Oh, dat Jeruzalem zich zou bekeren! Wanneer de ondergaande zon niet meer zichtbaar zou zijn. Zou haar dag van genade worden beëindigd. Jezus, besloot Zijn betoog met deze zin; “Nu echter is het verborgen voor uw ogen.” Tijdens een andere gebeurtenis beklaagde Hij over de onverschilligheid van de gekozen stad, “Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt wie naar u toe gezonden zijn! Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen, op de wijze waarop een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels; maar u hebt niet gewild! Zie, uw huis wordt als een woestenij voor u achtergelaten.” De Heer wilde niet dat deze scene zich zou herhalen in de ervaring van het volk dat zegt dat zij God toebehoren. “Mijn Geest,” zegt Hij, “Mijn Geest zal niet voor eeuwig met de mens twisten.” Er zal een tijd komen dat tegen de ongehoorzame zal worden ge-zegd, “Efraïm is verknocht aan de afgoden; laat hem met rust!”

Wanneer zal de kerk inzien waar zij gevallen is? Een kille harden van het hart, een gebrek aan sympathie voor de broeders, bestaat er in de kerk. Een afwezigheid van liefde voor hen die dwalen wordt ge-manifesteerd. Er is een terugtrekking van diegene die juist medelijden en hulp nodig hebben. Een ernstige, arrogante geest, zoals die bestond onder de Farizeeën, is opnieuw aanwezig in onze kerken, en in het bijzonder bij hen waar heilige verantwoordelijkheden zijn toevertrouwd. Zij verkrijgen in toenemende mate een gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. De weduwe en de wees verkrijgen niet hun sympathie of hun liefde. Dit is in elk opzicht niet gelijk aan de geest van Christus. De Heer kijkt met ongenoegen naar hun grove, harde geest, die door sommigen wordt geopenbaard – een geest zo verstoken van sympathie, van tedere waardering voor hen die Hij liefheeft. Broeders, jullie die de harten doen sluiten van Christus volgelingen, onthoud, dat zoals u met hen handelt, Christus ook zo met u zult handelen. Wanneer u zult aanroepen, dan zal Hij niet zeggen, “Hier ben ik”, als u hem aanroept, want Hij zal niet antwoorden. Satan kijkt, en bereidt zijn misleidingen voor om diegene die vervuld zijn met eigendunk, terwijl zij juist diegene zijn die geestelijk verlaten zijn.