Getuigenis van een Rwandese man

In 1980 werd een jonge man uit Rwanda gewonden door zijn stam, om Christus te verwerpen of gelijk de dood in de ogen te aanschouwen. Hij weigerde om Christus te verwerpen en moest die uiteindelijk met de dood bekopen. De nacht daar voor had hij juist een toewijdingsbrief geschreven, welke gevonden was in zijn kamer.

"Ik maak deel van gemeenschap van de onbevreseden, de inkt is gedroogd, ik heb over de lijn overgestroken, de beslissingen is gemaakt, ik ben nu een discipel voro Christus, ik kijk niet terug, of opgeven, of langzamer rennen, of terugtrekken of stilte weer op gaan zoeken.

Bevrijd van mijn verleden, geeft het heden zin en mijn toekomst zekerheid. Ik ben klaar en gedaan met het zinloze leven, kleurloze dromen, wazige visie, wereldse praaten verloren doelen.

Ik heb een verheugd gemoed, ik ben er klaar voor, mijn doel is de hemel, de weg is smal, het pad is ruw, mijn vrienden zijn slechts wening, mij gids is betrouwbaar, mij missie is helder. Ik geef niet op, ik stop niet met verkondigen, ik ga recht op mijn doel, heb mij proviand vergaard, heb mijn gebeden gezegd alles voor het leven met Jezus Christus.

Ik moet gaan totdat hij kom, geef tot in instort, preek totdat iedereen het weet en werken totdat Hij mij stopt en wanneer Hij komt voor de Zijnen. Zal Hij geen probleem hebben om mij hte herkennen, omdat mijn banier voor Hem zichtbaar zal zijn