10 Het Voorhof en zijn Omheining

De twee vierkanten van de voorhof

De voorhof was een onbedekte omheining ongeveer honderd el lang en vijftig el breed; of ongeveer 44 bij 22 meter; even groot als twee gewone stadsterreinen (Ex.27:11-13). Hastings Bijbels woordenboek verdeelt deze ruimte in 2 vierkanten, elk vijftig bij vijftig el, met de ingang natuurlijk aan de oostkant. Op het oosterplein was een koperen altaar en een wasbekken; het altaar stond zonder twijfel in het midden. Op het andere plein was het eigenlijke heiligdom, bestaande uit het heilige der heiligen. (zie diagram). Het eerste van deze pleinen illustreert het werk van Christus op aarde voor onze verlossing; het tweede symboliseerde Zijn werk in de hemel.

De twee centra

Deze twee centra waar het altaar en de ark geplaatst waren, zijn belangrijk. Het kruis van Christus wordt verzinnebeeld in het altaar waarop de offeranden werden geofferd; Zijn troon wordt verzinnebeeld in de ark. Het kruis van Christus, verzinnebeeld in het altaar, was het centrum van het leven van Christus èn van het leven van de christen op aarde; de troon, verzinnebeeld in de ark, is het centrum van Zijn leven in de hemel en van het toekomstig leven van de christen in de hemel. Alles op aarde vindt zijn middelpunt in het kruis van Christus. Alles in de hemel vindt z’n middelpunt rond de troon van Christus. Het offer van het Lam van God op het altaar is de enig mogelijke verzoening voor de zonde, d.w.z: voor de overtreding van de wet van God die in de Ark des verbonds ligt (1 Joh.3:4; Rom.4:15). Het is de enig mogelijke weg naar de hemel, waar het tot vreugde zal zijn voor allen die de wet van God gehoorzamen, omdat zij geschreven is door de Geest van God, op de tafelen van vlees in hun harten (2 Cor.3:3; Jes.51:7).

De gordijnen van de voorhof

De voorhof was omsloten met gordijnen van fijn-geweven linnen (Ex.38:16; 27:18). Fijn linnen, zuiver en wit, verzinnebeeldt de gerechtigheid van de heiligen (Openb.19:8). Maar de gerechtigheid van de heiligenn is het kleed van Christus’ gerechtigheid, dat gekocht werd tegen een oneindige prijs en aan ons gegeven is “zonder geld” en “zonder prijs”, omdat het onschatbaar is (Jes.55:1; 52:3). Wij worden wit gemaakt in het bloed van Christus (Openb.7:14).

De pilaren van de voorhof

De linnen wand, vijf ellen hoog, (ongeveer 2,20 meter) was opgehangen aan koperen pilaren van dezelfde hoogte en vijf el van elkaar geplaatst. Iedere pilaar was geplaatst in een koperen voet. Bovenaan was een kapiteel, met zilver overtrokken. Vlak onder het kapiteel was een band of verbindingsdraad gemaakt, met daaraan een haak en beiden waren van zilver. Met deze haken was de linnen wand vast gemaakt. Er waren twintig pilaren aan de noordzijde van de voorhof, twintig aan de zuidzijde en tien aan elk einde, zestig in totaal (Ex.27:9-10; 38:17,20). Vanaf de top van iedere pilaar liep een koord tot de grond, waar het als een tentlijn met koperen pinnen werd vastgemaakt (Ex.35:18; 27:19). De maat van deze pilaren, met uitzondering van hun hoogte, is niet gegeven; maar in Salomo’s tempel was de hoogte van een pilaar achttien el (ongeveer 8 meter) en een draad van twaalf el kon het omspannen en haar dikte was vier vingers en zij was hol (Jer.52:21). Deze pilaren waren daarom ongeveer 27 voet hoog, (8 m), achttien voet (ongeveer 5,30 m) in omtrek en zes voet (ongeveer 1,80 in doorsnee en het koper was ongeveer drie inches, (ongeveer 7,6 cm). De pilaren van de voorhof van de tabernakel in de woestijn waren veel kleiner, hun hoogte minder dan een derde van deze in de tempel van Salomo. Waarschijnlijk waren ook zij hol.


Pilaren als een symbool

Ex.24:3-8 geeft ons een sleutel tot de betekenis van de pilaren. Nadat Israël zich unaniem had verbonden, al de woorden van de Here te gehoorzamen die Mozes voorlas uit het boek waarin ze geschreven waren, nam hij een paar vertegenwoordigers van het volk bij zich en bezegelde plechtig de overeenkomst door het bouwen van een altaar en twaalf pilaren, overeenkomende met de twaalf stammen van Israël (Ex.24:1-4). Dit toont, dat pilaren soms de gehoorzaamheid van Gods kinderen verzinnebeelden. In Openb.3:12 lezen we: “hij die overwint zal Ik maken tot een zuil in de tempel van Mijn God.” Hier zijn de pilaren een voorstelling van de verlosten des Heren. Beide teksten zijn algemeen, ze verzinnebeelden al de stammen en allen die uiteindelijk overwinnen. Deze pilaren die de omheining van de tabernakel steunen, zestig in getal, vormden een bescherming rond het heiligdom. Salomo spreekt over zestig helden die hem omringen uit de helden van Israël. Allen het zwaard houdend (het zwaard van de Geest welke is het woord van God), geoefend ten strijde (experts in het strijden, de strijd van de Heer met het Woord) Hooglied 3:7,8. Zou het niet mogelijk zijn dat deze zestig pilaren een bijzondere groep vertegenwoordigen, uitgekozen uit de twaalf stammen van Israël, om een bijzonder werk te doen? De Bijbel vermeldt slechts één zo’n groep, nl. de honderdvierenveertig duizend. Dit getal is een veelvoud van zestig (60 keer 60 keer 40) (Openb.7:4).
Oorspronkelijk waren de Levieten, die dicht bij het heiligdom gelegerd waren, door God aangewezen om voor de tabernakel te zorgen (1 Kron.23:24,32).
Zij vervulden hun taak “dag en nacht.” Na de verlossing wordt deze stam onder de twaalf gesteld (Openb.7:7), en de 144.000 als hun erfgenamen of opvolgers dienen in de tempel, “dag en nacht.” Openb.7:15. Gelijk de geheiligde omheining binnen de heiligdomswand heilige grond was, die niemand mocht betreden behalve de priesters, hun assistenten, de levieten en de zondaar, die kwam om te offeren voor zijn zonde, zo mogen ook na de verlossing, slechts de 144.000 de tempel binnengaan (EW 19; EG 11). Laten wij dit in gedachten houden, want in onze verdere studie zal dit opnieuw naar voren komen.
De betekenis van koper

Het koper van de offergave voor het heiligdom bedroeg zeventig talenten en 2400 sikkels (ongeveer 2400 kg) (Ex.38:29-31). Dit werd voor de zestig koperen pilaren gebruikt, de 65 koperen voeten, (inclusief de vijf voor de ingang van het heiligdom), het koperen altaar en de daarbij behorende vaten, het wasbekken en andere delen die van koper gemaakt waren. Als we 1600 kg rekenen voor de pilaren, woog elke pilaar afzonderlijk plus minus 26,5 kg. Hoewel dit slechts een schatting is, geeft het ons een bepaald beeld van de werkelijkheid. Koper betekent kracht vastheid duurzaamheid en overwinning door lijden. Van Aser zegt Mozes: “Uw schoenen zullen ijzer en koper zijn, en als uw dagen zo zal uw kracht zijn (Deut.33:25; Micha 4:13). In Zach.6:1,12, Christus, de Spruit, wordt gerepresenteerd door vier wagens komende van tussen twee bergen van koper, een toepasselijk symbool van Christus’ kracht, vastheid, verdraagzaamheid en overwinning. Deze bergen van koper (volgens Cruden’s Concordantie, artikel over koper) zijn het de onveranderlijke besluiten van God, de getrouwe uitvoering van Zijn raadsbesluiten; de onafwerpbare beteugelingen van alle koninkrijken, welke God binnen hun grenzen houdt. Door zulke ondoordringbare bergen kan niemand heen komen, zonder dat God de weg opent.
(Bij het vaststellen van de maten, gewichten e.d. zal de gangbare maat aangehouden worden. 1 talent = 33 kg en 1 sikkel = 11 gram. De schattingen lopen echter uiteen)

De betekenis van zilver

In het heiligdom verzinnebeeldt zilver de verlossing door Christus. Iedere man van twintig jaar en ouder, die onder de stammen van Israël werd geteld, moest een halve sikkel geven als een rantsoen voor zijn ziel (Ex.30:11-16).
De mannen vertegenwoordigden de vrouwen en kinderen in het gezin. Niet dat verlossing slechts een halve sikkel waard is, die van tijd tot tijd gegeven wordt, of dat het voor een hoeveelheid geld kan worden gekocht. Verlossing is een vrije gave van de Verlosser, gegeven zonder geld en zonder prijs, want het werd verkregen om niet (Jes.55:1). Een halve sikkel had de waarde van 32 cent of ongeveer twee daglonen. Het geld kwam van de buit van Egypte en het bedrag was binnen het bereik van ieder. Het werd verzoenings of losgeld genoemd en omdat de prijs van verlossing voor rijk en arm dezelfde is, is dat ook zo met het bloed van Christus. De rijke zal niet meer geven dan de arme en de arme niet minder dan de rijke, maar slechts een halve sikkel (Ex.30:15). We zijn niet alleen kinderen van God omdat we verlost zijn, maar we zijn verlost omdat we Zijn kinderen zijn.

Het losgeld

Het losgeld, de halve sikkel, werd gebruikt voor de dienst van de tabernakel en voor de levieten, de dienaren van het heiligdom (Ex.30:16; Num.7:5). Zoals de tienden was de betaling ervan geen vrijgevigheid, maar een toets van gehoorzaamheid en eerlijkheid. Het was ook geen vrijwillige bijdrage zoals de andere offers. Het werd vereist op uitdrukkelijk bevel van de Here, en er was geen vervanging voor. Een weigering om de halve sikkel van verzoening te betalen, hield een moedwillige uitsluiting in van de voorrechten van het heiligdom, even goed als het zich blootstellen aan de goddelijke toorn. Zelfs Christus betaalde de tempelbelasting, een geldstuk, een sikkel, die Petrus op Zijn bevel uit de bek van een vis nam. Deze sikkel was het verzoeningsgeld, voldoende voor twee, voor mij en voor u (Matt.17:17-24-27). Niet dat Christus verzoening nodig had evenmin als de doop; toch was Hij gehoorzaam daaraan. Hij zei: “Laat ons alle gerechtigheid vervullen.” Matt.3:15.
Van ieder man werd vereist het verzoeningsgeld persoonlijk te betalen, telkens wanneer hij voor de dienst voor de Heer gesteld werd. God schrijft Zijn volk op zoals zij doorgaan voor - en worden gezien in Christus.
Er was geen inschrijflijst in de dienst van God op deze gronden. Het werd vereist, “opdat er geen plaag onder hen zou zijn.” Het was een gedenkteken voor de kinderen van Israël voor de Here, een herinneringsteken, te weten, dat de losprijs voor de ziel de gave van God is. Hij immers gaf zijn Zoon, opdat wij eeuwig leven mochten hebben. Het was ook om de eeuwige God te herinneren aan Zijn belofte iedere gehoorzame ziel los te kopen (Ex.30:11-16).

Waarde van het zilver in de pilaren

Te Sinaï waren 603.550 mannen geteld (Num.1:46), en van het verzamelde verzoeningsgeld, 1775 zilveren sikkels, werden de kapitelen, banden, hoeken of haken voor de zestig pilaren gemaakt. (Ex.38:28,26).
Iedere pilaar werd gekroond met ongeveer negen en twintig en een halve sikkel zilver, bij een waarde van 64 cent, per sikkel zou het ongeveer 19 dollar waard zijn. De waarde van het zilver in de zestig pilaren zou dus meer dan duizend U.S. dollar bedragen. En onze Verlosser, Die stierf om onze verzoening mogelijk te maken, werd voor dertig zilverlingen verkocht, minder dan twintig dollar, wat “een goede prijs was”. Zach.11:13. De prijs van een slaaf die door een ongeval was gedood of door een beest was gedood. Hoe vreselijk weinig waardeerde Judas de prijs van zijn verlossing! Als hij de betekenis van het koper en het zilver in de pilaren begreep, met welk een nederigheid en dankbaarheid zou de ware gelovige van de koperen voethouders en pilaren moeten opzien naar zijn verlossing, zoals dat verzinnebeeld is in de zilveren kapitelen, draden en haken.
(Uit het boek “HET PAD NAAR DE TROON VAN GOD” Sarah E. Peck)