13 De late regen - toepassing op de Gemeente

HET WERK VAN DE GEEST LIJKT OP REGEN
“Regenstromen laat Hij voor u neerdalen, vroege regen en late regen.” (Joël 2: 23 NBG) In het Oosten valt de vroege regen in de zaaitijd. Die is nodig om het zaad te laten ontkiemen. Door de vruchtbare buien schieten de tere sprietjes op. De late regen valt tegen het einde van het seizoen. Die doet het graan rijpen en maakt die klaar voor de sikkel. De Heer gebruikt deze werking van de natuur om het werk van de Heilige Geest voor te stellen. Zoals dauw en regen worden gegeven om het zaad te laten ontkiemen – en daarna om de oogst te laten rijpen – zo wordt de Heilige Geest gegeven, om geestelijke groei te doen plaatsvinden. Het rijpen van het graan stelt de voltooiing van Gods genadewerk in onze ziel voor. Het zedelijke beeld van God moet door de kracht van de Heilige Geest in ons karakter volmaakt worden. We moeten helemaal naar de gelijkenis van Christus omgevormd worden. De Late Regen, die de oogst van de aarde doet rijpen, stelt de geestelijke genade voor, die de gemeente voorbereidt op de komst van de Zoon des mensen. Maar als de Vroege Regen niet is gevallen, dan is er geen leven. Er zal niets uitspruiten. Als de Vroege Regen haar werk niet heeft gedaan, kan de Late Regen het zaad niet volmaken. – TM 506 (1897)

A. HISTORISCHE TOEPASSING OP HEEL DE GEMEENTE

DE VROEGE REGEN KWAM MET PINKSTEREN IN HET JAAR 31
Gehoorzaam aan het bevel van Christus, wachtten de discipelen in Jeruzalem op de belofte van de Vader – het uitstorten van de Geest. Tijdens het wachten zaten ze niet stil. De Bijbel zegt: “En zij waren voortdurend in de tempel, terwijl ze God loofden en dankten.” (Lukas 24: 53) … De discipelen wachtten op de vervulling van de belofte. tegelijkertijd verootmoedigden ze zich in hun hart. Ze hadden werkelijk berouw en beleden hun ongeloof... De discipelen baden ernstig en intens om de geschiktheid om mensen te kunnen ontmoeten en in hun dagelijkse omgang zó te kunnen spreken, dat zondaars tot Christus gebracht zouden worden. Ze zetten hun onderlinge geschillen opzij, en elk verlangen om de eerste te willen zijn. Ze verbonden zich tot een hechte christelijke gemeenschap. – AA 35-37 (1911)
Toen de discipelen volmaakt één waren geworden, en niet langer naar de eerste plaats streefden, werd de Heilige Geest uitgestort. – 8T 20 (1904) De uitstorting van de Geest in de dagen van de apostelen was het begin van de Vroege Regen. En die had heerlijke gevolgen. De Geest blijft tot aan het einde van de tijd bij de ware gemeente. – AA 54, 55 (1911)

GEVOLGEN VAN DE VROEGE REGEN MET PINKSTEREN
Onder invloed van de Geest mengden berouw en schuldbelijdenis zich met lofl iederen voor vergeven zonden... Duizenden bekeerden zich op één dag... De Heilige Geest… stelde hen in staat vloeiend talen te spreken, die ze tot dat moment helemaal niet kenden... De Heilige Geest deed voor hen, wat ze zelf in een mensenleven niet voor elkaar gekregen zouden hebben. – AA 38-40 (1911) Hun hart liep over van zo’n volle, diepe en vergaande bereidheid, dat ze gedrongen werden tot het einde van de wereld te gaan, om van Christus’ macht te getuigen. – AA 46 (1911) Wat was het gevolg van de uitstorting van de Geest op die Pinksterdag? De blijde boodschap van een opgestane Heiland werd tot in de uithoeken van de bewoonde wereld gebracht... De gemeente zag overal vandaan bekeerlingen zich bij hen voegen. Mensen die terugvielen werden opnieuw bekeerd... De gelovigen streefden ernaar, het karakter van Christus aan te nemen en te werken voor de verbreiding van Zijn koninkrijk. – AA 48 (1911)
DE BELOOFDE LATE REGEN
Het uitstorten van de Geest in de dagen van de apostelen was “de Vroege Regen”. Die had heerlijke gevolgen. Maar de Late Regen zal nog overvloediger zijn. – 8T 21 (1904) Tegen het einde van de oogst op deze aarde is een bijzondere gave van geestelijke genade beloofd. Deze zal de gemeente voorbereiden op de komst van de Zoon des mensen. Deze uitstorting van de Geest wordt vergeleken met de late regen. – AA 55 (1911)
Voordat Gods oordelen de aarde voor het laatst zullen treffen, zal er onder Gods volk zo’n opwekking zijn van eenvoudige vroomheid, als er sinds de tijd van de apostelen niet is voorgekomen. De Geest en de kracht van God zullen op Zijn kinderen worden uitgestort. – GC 464 (1911) Het werk zal lijken op dat van de Pinksterdag. Zoals de Vroege Regen werd gegeven in de uitstorting van de Heilige Geest aan het begin van de evangelieverkondiging, om het kostbare zaad te laten opschieten; zó wordt aan het einde de Late Regen gegeven, om de oogst te laten rijpen. – GC 611 (1911)

DE LATE REGEN ZAL DE LUIDE ROEP DOEN ONTSTAAN
In die tijd zal de Late Regen, of de verkwikking van het aangezicht van de Heer (vgl. Handelingen 3: 19), komen. Die zal kracht geven aan de Luide Roep van de Derde Engel, en de heiligen voorbereiden om staande te kunnen blijven, als de zeven laatste plagen uitgegoten zullen worden. – EW 86 (1854) Ik hoorde de mensen, die de wapenrusting droegen, de waarheid met grote kracht verkondigen. Dat had effect... Ik vroeg waardoor het zo anders geworden was. Een engel antwoordde: “Door de Late Regen, de verkwikking van het aangezicht van de Heer, de Luide Roep van de Derde Engel.” – EW 271 (1858)