01-E Waarom Christus verworpen werd

Onze Heiland was het Licht der wereld, maar de wereld kende Hem niet.
Voortdurend was Hij bezig met daden van genade en deed het licht schijnen op ieders pad. Toch vestigde Hij niet de aandacht van hen, met wie Hij
omging, op Zijn voorbeeldige deugdzaamheid, zelfverloochening, zelfopoffering en weldadigheid. De Joden hadden geen bewondering voor zo’n
leven. Ze beschouwden Zijn godsdienst als waardeloos, omdat deze niet
overeenkwam met hùn maatstaf van vroomheid. Ze bepaalden dat Christus in geest en karakter niet godsdienstig was. Hun godsdienst bestond
immers uit vertoon, bidden in het openbaar, en het doen van daden van
liefdadigheid om bewondering te oogsten. Ze bazuinden hun goede dagen
uit, zoals ook zij doen die zich beroemen op heiligmaking. Ze wilden,
dat allen begrepen dat ze zonder zonde waren. Maar het leven van Christus was in lijnrechte tegenstelling met dit alles. Hij zocht geen gewin of
ijdele eer. Zijn wonderbare daden van genezing werden verricht op een zo
min mogelijk in het oog vallende wijze, hoewel Hij het enthousiasme van
hen, die Zijn zegeningen ontvingen, niet kon weerhouden. Nederigheid en
zachtmoedigheid karakteriseerden Zijn leven. Precies om Zijn eenvoudige wandel en onopvallende handelwijze, die in zo duidelijke tegenstelling
waren met de hunne, weigerden de Farizeeën Hem te aanvaarden.