00 Voorwoord

Dit boek spreekt over Uw PERSOONLIJKE voorbereiding op de verheerlijking bij Christus' wederkomst; het spreekt van Uw voornemen zonder Middelaar te kunnen leven na het afsluiten van de genadetijd; het spreekt van overwinningen, die NU behaald moeten worden in voorbereiding op die gebeurtenissen, en over Gods plan tot vernieuwing van Uw geest en denken door het dienstwerk van Jezus. Veel van hetgeen in dit boek besproken wordt, gaat over toekomstige gebeurtenissen. Misschien vraagt iemand zich af: 'Waarom daarover zoveel zorg'. Een antwoord hierop vinden wij in 'De Grote Strijd' (Engelse uitgave blz.594): 'De gebeurtenissen in verband met het afsluiten van de genadetijd en de voorbereiding op de tijd van benauwdheid worden duidelijk aangegeven. Toch hebben mensen in het algemeen niet méér begrip van deze belangrijke waarheden, dan of ze nooit waren geopen­baard' . Op dezelfde bladzijde zegt de schrijfster dat deze waar­heden ons even duidelijk zijn geopenbaard, als de gebeurtenissen, die Jezus met betrekking tot Zijn dood en opstanding, Zijn discipelen voorzegde. Waarom wachtten Zijn discipelen niet aan het graf op die gedenkwaardige morgen op de eerste dag der week? Het waren hun vooringenomen ideeën en hun belangstelling voor wie de meeste onder hen was,die hen beletten te luisteren en te geloven hetgeen Jezus gesproken had over Zijn tijd van benauwdheid en Zijn opstanding. De Farizeën echter hadden Zijn woorden niet vergeten, maar beraamden plannen voor

het geval Hij zou opstaan.



Er is ons gezegd dat de laatst levende rechtvaardigen een zekere tijd na het afsluiten van de genadetijd, op aarde moeten leven zonder Middelaar. Zal er nadat Jezus Zijn wierookvat heeft weggeworpen nog zondenvergeving mogelijk zijn? Kunnen de rechtvaardigen dan nog tot de Vader gaan en om wegneming van schuld vragen voor bewuste of in onwetendheid begane zonden? Als dat niet mogelijk is, zullen zij leven moeten zonder bewuste of onbewuste zonden te begaan. Heeft Gods volk genoeg geloof in Zijn bewarende macht hen staande te houden en met Gods hulp zonder zonde te leven? Jezus stelt de vraag: 'als de Zoon des mensen komt, zal Hij nog geloof vinden op aarde?' HOE met God samen te werken tot het verkrijgen van een rein hart en HOE een rechtvaardig karakter te ontwikkelen, zijn vragen, die niet naar een toekomstige tijd verschoven kunnen worden, zonder het risico tot de vijf dwaze maagden uit Mattheus 25 te worden gerekend.



De redenen voor het schrijven van dit boek zijn viervoudig. Allereerst verlangde ik ernaar anderen door te geven, wat ikzelf door studie en veel gebed aan inzicht heb verkregen. Voorts helpt het mij mijn gedachten vast te leggen en te verhelderen, door ze neer te schrijven. Ten derde anderen hierdoor gelegenheid te geven kenbaar te maken, waar men niet met mij overeenstemt, om samen aan de hand van de 'Schrift en het Getuigenis' door de profeten 'voor het gebouw behouwen en toebereid' te worden. Ten vierde is het mijn ervaring dat, door aan anderen door te geven wat men geleerd heeft, zelf opnieuw meer inzicht krijgt.

Om gered te worden is het niet nodig alle waarheid te verstaan, evenmin om werkzame en doeltreffende getuigen voor Christus te zijn. Laten wij,ook al stemmen wij niet geheel en al met elkaar overeen, samen overleggen, studeren en bidden om meer inzicht. De waarheid heeft net als een edelsteen vele facetten. Kostbare edelstenen der waarheid moeten geïdentificeerd en ge­polijst worden, om hun glans en luister in deze wereld van misleidingen te tonen. De waarheden van de Bijbel kunnen ook met stukjes van een legpuzzel vergeleken worden. Er zijn in het geïnspireerde Woord uitspraken, die soms moeilijk of verwarrend lijken. In bepaalde gevallen is het niet direct te zien hoe ze in het geheel passen. Dan moeten wij soms, net als bij een legpuzzel, enkele stukjes terzijde leggen, tot andere stukjes op hun plaats liggen en het onderlinge verband van de deeltje duidelijk wordt. Vanzelfsprekend moeten wij er voor waken geen begrippen of uit­drukkingen te verminken of verdraaien om ze toch maar te doen passen in een door ons vooringenomen standpunt of oordeel. Doen wij dat toch, dan vervormen wij het totale beeld en is het eindresultaat onvolkomen en niet correct.

Wanneer de lezer bereid is de twee grondgedachten, die in deze hoofdstukken naar voren gebracht worden, te aanvaarden, kan hij zonder nadeel meerder inzicht in andere punten afwach­ten. Om voorbereid te zijn op het onderzoekend oordeel en de gebeurtenissen daarna, lijkt het mij van belang, dat wij met de volgende twee zaken ernstig bezig zijn:

1. Onze zielen ernstig doorzoeken en om reinheid des harten bidden (zie PK 591). Bij onszelf nagaan of wij zo'n haat te­gen de zonde en zo'n liefde voor God en Zijn wegen hebben, dat ons enig verlangen is in alle dingen Zijn dienstknechten te zijn,en dat voor altijd.

2. Berouw hebben over onze zonden, daarbij strevend voortdurend onder de leiding van de Heilige Geest te staan, zodat wij in staat zijn verzoekingen en moeilijkheden te overwinnen en al onze gelegenheden te benutten in de dienst van God. Met andere woorden, wij moeten het tot een vaste gewoonte maken God in de naam van Christus om kracht te bidden, om in tijden van gevaar van moment tot moment gehoorzaam te zijn. Op die wijze ontwikkelen wij een geloof dat. op ervaring berust, gevestigd en geworteld in de waarheid.

Dan weten wij uit persoonlijke ervaring dat wij met Gods hulp te allen tijde iedere verzoeking kunnen overwinnen, maar ook dat, indien wij op eigen kracht steunen, zullen falen. Dan zullen wij ook in de tijd van benauwdheid voort kunnen gaan ons hart volkomen voor God te bewaren, door de goddelijke kracht in aanspraak te nemen en voor God staande blijven ' al zouden de hemelen vergaan.'