08 Genesis

HOOFDSTUK 8.

PP ( 112 - 116 ) 95 - 98.
Spir. Gifts : 76 - 82 : zie hoger.
"Noah en zijn familie wachtten angstig op het afzakken van de waters. Hij zond een raaf, die weg en weer rond de ark vloog. Hij ontving de gewenste inlichtingen niet, en hij zond een duif uit, die, geen rust vindend, naar de ark terugkeerde. Na zeven dagen zond hij de duif weer uit, en als de olijftak werd gezien in haar bek, was er grote vreugde in de familie van acht, die zolang opgesloten geweest was in de ark. Terug daalde een engel neder, en opende de deur van de ark. Noah kon het dak openen, maar niet de deur, die God gesloten had. God sprak tot Noah door de engel die de deur opende, en verzocht de familie van Noah uit de ark te treden en met zich alle levende wezens mede te nemen".
Story of Redemption 69.
"Het is door Zijn macht dat zomer en winter, zaaitijd en oogsttijd, dag en nacht elkander opvolgen. Het is door Zijn woord dat de vegetatie bloeit, dat de bladeren verschijnen en de bloemen bloeien. Alles wat wij hebben dat goed is, iedere straal van zon en geur, regen, ieder stukje eten, ieder ogenblik van leven, is een gave van liefde".
The Mout of Blessing 75.
Het werk van de zaaier is een werk van geloof. Het mysterie van de ontkieming en van het groeien van het zaad kan hij niet verstaan; maar hij heeft vertrouwen in de middelen waardoor God de vegetatie doet groeien. Hij gooit het zaad, verwachtend dat hij het menigvuldiglijk zal verzamelen in de oogst. Zo moeten ouders en onderwijzers werken, een oogst verwachtend van het zaad, dat zij gezaaid hebben. Voor een tijd kan het zaad ongemerkt in het hart verblijven, geen blijk gevend dat het wortel geschoten heeft; maar nadien, als de Geest van God ademt op de ziel, springt het verborgen zaad op, en brengt ten laatste vruchten voort. In ons levenswerk weten wij niet, wat zal gedijen, dat of iets anders. Het is aan ons niet dit probleem op te lossen. "Zaai uw zaad in den morgenstond, en trek uwe hand des avonds niet af; want gij weet niet, wat recht wezen zal, of dit, of dat, of dat die beide tezamen goed zullen zijn". Pred. 11 : 6. Gods groot verbond verklaart: "Voortaan al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en hitte en koude, en zomer en winter, en dag en nacht, niet ophouden". Gen. 8 : 22.
Education 105.
Als wij verwaarlozen tedoen wat in het bereik ligt van bijna iedere familie, en de Heer vragen van pijn te he
len, als wij te lui zijn om deze geneesmiddelen te gebruiken die in onze macht liggen, dan is dit eenvoudigweg verwaandheid. De Heer verwacht van ons, dat wij werken zouden opdat wij voedsel zouden kunnen verkrijgen. Hij stelt niet voor, dat wij de oogst zouden verzamelen, zonder dat wij de grond breken, en bewerken, en de producten bewerken. Dan zendt God de regens en de zonneschijn en de wolken om groei te verschaffen aan de gewassen.
God werkt en de mens werkt met God mede. Dan is er zaaitijd en oogst. God heeft ervoor gezorgd dat er planten uit de grond zouden opschieten voor het gebruik van de mens, en als wij de natuur verstaan van deze wortel en planten, en er een juist gebruik van maken, dan zal het niet nodig zijn zo dikwijls naar de dokter te lopen, en het volk zal in veel betere gezondheidstoestand verkeren dan dit nu het geval is". Medical Ministry 230 - 231 en 2 Sel. Mess. 297.
VERS 13. ZADEN EN SOMMIGE PLANTEN IN STAND GEHOUDEN.
De schone bomen en de heesteraanleg, die bloemen draagt, werden vernietigd, nochtans Noah behield zaad en nam het met zich mede in de ark, en God door Zijn wonderbare macht hield een klein deel van de verschillende soorten van bomen en heesters in leven voor de komende geslachten. Kort na de vloed, schenen bomen en planten uit te springen uit de rotsen. In Gods voorzienigheid werden zaden bijeen vergaderd en gedreven naar de uithollingen van de rotsen en daar veilig bewaard voor het toekomstig gebruik van de mens. 3 SG 76.

VERS 4, 6 - 11, 13, 25 - 20 PP ( 105 ) 88. VERS 21 89.

VERS 22.
"God zegt in Zijn verbond: "Voortaan al de dagen der aard zullen zaaiing en oogst niet ophouden". Gen. 8 : 22. In het vertrouwen op de belofte, ploegt en zaait de landman. Met niet minder overtuiging zullen wij het geestelijke zaad strooien en op Zijn belofte vertrouwen: "Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen hetgeen Mij behaagt en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zende". Jes. 55 : 11. "Zij gaan heen wenende en dragen edel zaad, voorzeker zullen zij met gejuich wederkomen, dragende hun schoven". Ps. 126 : 6.
Christ Object Lessons 65. Lessen uit de Gelijkenissen van Jezus 46.
PP ( 106) 89.