34 - 35 Exodus

HOOFDSTUK 34.

De Godheid verklaarde Zichzelf : " Heere, Heere God,harmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid, die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft; die den schuldige geenszins onschuldig houdt ". (VERS 6.)

" Mozes nu haastte zich en neigde het hoofd ter aarde, en hij boog zich ". ( VERS 8 )

Opnieuw vroeg hij dat God de ongerechtigheid van Zijn volk zou vergeven, en hen als Zijn erfgenamen wilde aanvaarden. Zijn gebed werd verhoord. De Heer beloofde in genade Zijn gunst tegenover Israel te vernieuwen en van wonderbare dingen te doen voor hen, die Hij nog niet gedaan had " op de ganse aarde, noch onder eenige volken ". Mozes bleef veertig dagen en nachten op de berg, en gedurende deze tijd, gelijk de eerste maal, werd hij op een mirakuleuze wijze in stand gehouden. Niemand was met hem mogen opgaan en niemand mocht de berg naderen bij zijn afwezigheid. Bij Gods bevel had hij twee stenen tafelen voorbereid, en had ze met hem medegenomen op de top van de berg ; en opnieuw " schreef Hij op de tafelen de woorden des verbonds, de tien woorden ". 197

Gedurende deze lange tijd, die Mozes doorbracht met God, had zijn aangezicht de heerlijkheid van de goddelijke Tegenwoordigheid weerkaatst ; hij wist zelf niet dat zijn aangezicht schitterde met een glanzend licht als hij van de berg afdaalde. Zulk een licht verlichtte het aangezicht van Stefanus, als hij voor de rechters gebracht werd; " En allen, die in de Raad zaten, de oogen op hem houdende, zagen zijn aangezicht als het aangezicht eens engels ".Hand. 6 : 15.

Aaron zowel als het volk schrokken terug van Mozes en " daarom vreesden zij tot hem toe te treden ".

Hun verwarring en schrik ziende, maar onwetend nopens de oorzaak, drong hij aan dat zij nader zouden komen. Hij spiegelde hen de belofte voor van Gods verzoening, en verzekerde hen van Zijn herstelde gunst. Zij bemerkten in zijn stem niets dan liefde en vriendelijkheid, en ten laatste was er een die het waagde hem te naderen. Te bevreesd om te spreken, wees hij stilzwijgend naar het aangezicht van Mozes, en dan naar de hemel. De grote leider verstond zijn mening. In hun bewuste schuld, zich steeds onder de goddelijke misnoegdheid gevoelend,konden zij het hemelse licht niet aanschouwen, dat,waren zij gehoorzaam geweest, hen met vreugde zou vervuld hebben. Er is vrees in de schuld. De ziel, die vrij is van zonde wenst niet van zich af te wenden van het licht van de hemel.

Mozes moest hen veel mededelen ; en medelijden hebbend met hun vrees, legde hij een deksel op zijn aangezicht, en deed dit achteraf ook telkens als hij naar het kamp terugkeerde na onderhoud met God. Door deze schittering wilde God aan Israel duidelijk maken,welk een verheven karakter de wet heeft, en welk een heerlijkheid het evangelie, geopenbaard door Christus, bezit. Terwijl Mozes op de berg was, gaf God aan Mozes niet alleen de tafels van de wet, maar ook het plan van verlossing. Hij zag dat het offer van Christus,voorafgebeeld was door typen en figuren van de joodse tijd ; en het was het hemelse licht stromend van Kalvarie, niet minder dan de wet van God, die zulk een glans bracht op het aangezicht van Mozes.

Deze goddelijke verlichting symboliseert de glorie van de dispensatie, van dewelke Mozes de middelaar was, een vertegenwoordiger van de ware Voorspreker. De heerlijkheid weerspiegeld op het aangezicht van Mozes illustreert de zegeningen die moeten ontvangen worden door Gods geboden houdende volk door de tussenkomst van Christus. Zij getuigt dat hoe dichter onze gemeenschap is -met God en hoe klaarder onze kennis van Zijn eisen, hoe vollediger wij gelijk zullen gemaakt worden aan het goddelijk beeld, en hoe gemakkelijker wij deelnemers worden van de goddelijke natuur.

Mozes was een type van Christus. Als Israels voorspreker zijn aangezicht dekte, omdat het volk er niet kon op zien, zo Christus, de goddelijke voorspreker, hulde Zijn goddelijkheid met menselijkheid als Hij naar de aarde kwam. Was Hij gekomen bekleed met hemelse glans, zou Hij geen toegang kunnen gevonden hebben

bij de mens in zijn zondige staat. Zij zouden de heerlijkheid van Zijn tegenwoordigheid niet kunnen verdragen hebben. Daarom vernederde Hij Zich en werd gemaakt " in gelijkheid en des zondigen vleesches " Rom 8 3, omdat Hij het gevallen mensenras mocht bereiken, en hen opheffen.

Patr. Proph. 329-30.

VERS 3.

De Heer wilde niet dat iemand gezien werd rond de berg wegens hun laatste overtreding, opdat Zijn glorie hen niet zou verteren. Dit kon aan ieder duidelijk maken hoe God de overtreding van Zijn wet aanziet. Als het volk niet kon zien op Zijn glorie, die verscheen op de Sinai voor de tweede keer, als Hij opnieuw Zijn wet neerschreef, hoe zullen de bozen, die het gezag van God getrapt hebben, Zijn brandende heerlijkheid kunnen verdragen, als zij moeten verantwoorden voor de grote Wetgever nopens Zijn verbroken wet ? VERS 6 -29.

God bedoelt niet in deze bedreiging, dat de kinderen verplicht zullen zijn om te lijden wegens de zonden van hun ouders, maar dat het voorbeeld van de ouders zou nagevolgd worden door de kinderen. Als de kinderen van boze ouders recht zullen handelen, zou Hij hun juist handelen belonen. Maar de gevolgen van een zondig leven worden dikwijls overgeërfd door de kinderen. Zij lopen in de voetstappen van de ouders. Een zondig voorbeeld heeft invloed van vader tot zoon tot de derde en vierde generatie. Als ouders toegeven aan verdorven eetlust, zullen wij in bijna ieder geval hetzelfde zien doen van hun kinderen. De kinderen vormen dezelfde karakters als deze van hun ouders ; en tenzij zij vernieuwd worden door de genade, en overwonnen, zijn ze werkelijk ongelukkig. Als de ouders bestendig opstandig zijn, en geneigd zijn om God ongehoorzaam te zijn, zullen hun kinderen over het algemeen hun voorbeeld volgen. Godvruchtige ouders, die hun kinderen onderrichten door voorschrift en voorbeeld op de weg van gerechtigheid, zullen over het algemeen hun kinderen in hun voetstappen zien volgen. Het voorbeeld van godvrezende ouders zal nagebootst worden door hun kinderen, en hun kinds kinderen zullen het juiste voorbeeld van hun ouders volgen, en aldus wordt de invloed gezien van generatie tot generatie.

Als de Heer op het hart van Mozes een klaar beeld gaf van Zijn goedheid, Zijn barmhartigheid en medelijden, was hij vervuld met een verrukkende vreugde, die hem ertoe bracht van God te aanbidden met diepe eerbied. Hij vroeg opdat God de ongerechtigheid van zijn volk wilde vergeven, en hen wilde aannemen als Zijn kinderen. Dan beloofde God genadevol aan Mozes, dat Hij een verbond wilde maken voor gans Israel van grote dingen te zullen doen voor dit volk en dat Hij wilde tonen aan alle andere naties welke speciale zorg en liefde Hij voor hen heeft.

God legde dan aan Mozes op van geen verbond te maken met andere naties, waar zij zouden doorgaan, opdat zij daardoor niet zouden bekoord zijn. Maar zij moesten hun afgoden met hun altaren vernietigen en hun beelden breken en hun bossen afbreken, die aan hun afgoden gewijd waren en waar zij zich verzamelden om hun afgodenfeesten te houden, gegeven ter ere van een afgod.

Hij zegde hen : " Gij zult niet buigen voor eenen anderen god ; want des Heeren Naam is ijveraar, een ijverig God is Hij." God eist, wat Hem verschuldigd is, de hoogste aanbidding. Hij geeft speciale richtlijnen nopens de Sabbat. ( Vers 21 ).

De Heer weet, dat de Satan bestendig aan het werk is om Zijn volk ertoe te brengen van de wet van God te overtreden, en Hij verwaardigde zich van zeer bepaald te zijn in Zijn richtlijnen voor Zijn dwalend volk, opdat zij niet mochten dwalen en Zijn geboden overtreden wegens gebrek aan kennis. Hij wist, dat in het seizoen, dat zij het meest bezig waren, als hun vruchten en granen moesten beveiligd worden, zij bekoord zouden worden om de Sabbat te overtreden, en dat zij zouden werken gedurende de heilige tijd. Hij wilde hen laten begrijpen, dat hun zegeningen zouden vermenigvuldigen of verminderen volgens dat zij trouw waren

198.

in hun ziel, of ontrouw in de dienst.

God is nu niet minder nauwkeurig in verband met Zijn Sabbat dan als wanneer Hij deze dingen eiste van Zijn volk van Israel. Zijn oog rust op gans Zijn volk en over al de werken van hun handen. Hij zal dezen niet onopgemerkt voorbij gaan, die de tijd van de Sabbat gebruiken voor hun eigen nut, als deze aan God toebehoort. Sommige belijdende Sabbathouders zullen zich opdringen aan de Sabbat door dingen te doen, die voor de Sabbat hadden kunnen gedaan zijn. Deze kunnen denken,dat zij een beetje tijd winnen,maar inplaats van bevoordeligd te zijn door God te beroven van Zijn heilige tijd,die Hij voor Zichzelf voorbehouden heeft, zullen zij verlies ondergaan. De Heer zal hen bezoeken wegens het overtreden van het vierde gebod en deze tijd, die zij dachten te winnen, door de Sabbat te overtreden, zal voor hen tot een vloek worden. Als Gods voorspoed gevende hand zich zal terugtrekken, zullen zij een vermindering ondergaan in hun bezittingen, inplaats van een vermeerdering. God zal de overtreder zekerlijk straffen. Ofschoon Hij een tijd met hem geduld zal hebben, toch zal Zijn straf plots komen. Zulke mensen realizeren zich dikwijls niet dat oordeel van God komt. Hij is een jaloerse God, en eist dienst van een rechtszinnig hart en volmaakte gehoorzaamheid aan al Zijn geboden.

3 Spir. Gifts 290-92.

VERS 6.

Door met ons te komen wonen, moest Christus God openbaren zowel aan de mensen als aan de engelen. Hij was het Woord van God, - Gods gedachten, die hoorbaar gemaakt werden. In Zijn gebed aan Zijn discipelen zegt Hij : " Ik heb uwen naam geopenbaard den menschen ". Joh. 17 : 5. - " barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid ". Ex. 34 : 6. - " opdat de liefde, waarmede Gij Mij lief gehad hebt, in hen zij, en Ik in hen ". Joh. 17 : 26.

Deze openbaring was niet alleen gegeven aan Zijn kinderen op de aarde geboren. Onze kleine wereld is een lesboek voor gans het universum. Gods wonderbaar doel met Zijn genade, het geheim van de verlossende liefde, is het thema waarin " engelen begeren te kijken " en het zal hun studie uitmaken van een ganse eeuwigheid.

Desire of Ages 19.

De zichzelf zoekende geest oordeelt God alsof Hij dezelfde zou zijn als hij is. Tenzij wij dit verloochend hebben, kunnen wij Hem niet verstaan,die liefde is. Slechts het onzelfzuchtige hart, de nederige en betrouw volle geest, zal God zien als " barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid ". Als alles uit de hand van de Schepper kwam, was niet alleen de hof van Eden maar de ganse aarde uitzonderlijk schoon : Geen vlek van zonde, of een schaduw van de dood, bevlekte de mooie schepping. Aldus was de aarde een geschikt symbool voor Hem, die " groot is van weldadigheid en waarheid " ; een geschikte studie voor hen, die gemaakt waren naar Zijn beeld en gelijkenis".

Education 22.

Ook aan Israel, dat Hij wenste een verblijfplaats te maken voor Zichzelf, openbaarde Hij Zijn ideaal van karakter. Het patroon-was getoond op de berg, als de wet gegeven werd op de Sinai en als God voorbij Mozes ging en uitriep : " Heere, Heere God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid ". Maar dit ideaal konden zij door zichzelf niet bereiken. De openbaring op de Sinai kon hen alleen overtuigen van hun nood en hulpeloosheid. Een andere les, het tabernakel, door zijn dienst van offers, moest onderrichten - de les van vergiffenis van zonde, en de macht door de Heiland tot gehoorzaamheid ten leven.

Idem 35-36.

In de wetten, die aan Israel gegeven werden, werd volledig onderricht gegeven nopens de opvoeding.

God had zichzelf geopenbaard aan Mozes op de Sinai als genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid. Deze princiepen, die in de wet belichaamd waren, moesten de vaders en de moeders in Israel onderwijzen aan hun kinderen.

Idem 40.

De Hemel,naar beneden ziende,en het bedrog van Satan bemerkend waar de mens in verleid werd, wist ,dat een goddelijke Onderrichter moest komen op de aarde. De mens in onwetendheid en morele duisternis moest licht, spiritueel licht hebben ; want de wereld kende God niet, en Hij moest geopenbaard worden aan hun verstand. Waarheid keek vanuit de hemel en zag de weerspiegeling niet van haar beeld ; want dikke wolken van morele duisternis en nevel omringden de aarde, en de Heer Jezus alleen was in staat om de wolken weg te rollen : want Hij was het Licht van de wereld. Door Zijn tegenwoordigheid kon Hij de duistere schaduwen, die Satan tussen de mens en God geplaatst had wegvegen. Duisternis vervulde de aarde en grote duisternis het volk. Door de opeenvolgende verkeerde interpretaties van de vijand, waren velen zo misleid dat zij valse goden aanbaden, gekleed met de kentekens van een satanisch karakter. De Onderrichter van de hemel, geen mindere persoon dan de Zoon van God, kwam naar de aarde om het karakter van de Vader aan de mens te openbaren, opdat zij Hem in waarheid en in de geest mochten aanbidden. Christus openbaarde aan de mens dat een strikt onderhouden van ceremonien en vorm hen niet kon redden, want. het koninkrijk van God was geestelijk in zijn natuur. Christus kwam naar de wereld om ze te bezaaien met waarheid. Hij hield al de sleutels voor al de schatten van wijsheid, en was in staat van de deuren te openen voor wetenschap, en van niet ontdekte voorraden van kennis te openbaren, ware het essentieel voor de redding. Hij stelde aan de mens het tegenovergestelde voor van wat de vijand getoond had in verband met het karakter van God, en zocht van een indruk te geven aan de mens van de Vaderlijke liefde, die " de wereld zo lief had, dat Hij Zijn enig geboren Zoon gaf, opdat die in Hem gelooft niet zou verloren gaan, maar eeuwig leven hebben". Hij drong de mens de noodzakelijkheid op van Lat gebed, de bekering,

de belijdenis, en het nalaten van de zonde. Hij onderwees hen eerlijkheid, verur agzaamheid, barmhartigheid, medelijden, hen ertoe leidend van niet alleen dezen te beminnen, die zij liefhadden, maar deze, die hen haten, die hen boosaardig behandelen. Hierin openbaarde Hij het karakter van de Vader, die barmhartig, genadig, lankmoedig is, traag in toorn, en vol van goedheid en waarheid.

Fund. Chr. Ed. 176-77.

God is zelf de bron van alle barmhartigheid. Zijn naam is " barmhartig en genadig ". Hij behandelt ons niet
naar gelang onze verdienste. Hij vraagt niet of wij waardig zijn van Zijn liefde, maar Hij stort over ons de
199.

rijkdommen van Zijn liefde, om ons waardig te maken. Hij is niet wraakzuchtig. Hij zoekt niet om ons te straffen, maar om te verlossen. Zelfs de strengheid, die Hij openbaart door Zijn voorzienigheid is bedoeld voor de redding van dezen, die dwars zijn. Hij verlangt met een intens verlangen om de ellende van de mens te verlichten en Zijn balsem te leggen op zijn wonden. Het is waar dat God " den schuldige geenszinds onschuldig houdt ", maar Hij wil de schuld wegnemen.

De barmhartigen zijn " Deelnemers van de goddelijke natuur " en in hen vindt de medelijdende liefde van God haar uitdrukking. Allen, wiens hart in overeenstemming is met het hart van de Oneindige Liefde zullen zoeken om terug te brengen op het rechte pad en niet om te veroordelen. De inwoning van Christus in de ziel is een bron, die nooit droog wordt. Waar Hij verblijft, zal er een overvloeien zijn van weldadigheid. Op de oproep van de dwalenden, de bekoorden, de verscheurde slachtoffers dan gebrek en zonde, moet de christen zich niet afvragen : Zijn zij het waardig ? Maar, hoe kan ik hen ten goede zijn ? In de meest verscheurde, de laagst gevallenen, ziet hij zielen, voor wie Christus gestorven is om te redden en voor wien God aan Zijn kinderen de bediening van verzoening geschonken heeft.

De barmhartigen zijn zij, die medelijden betuigen aan de armen, de lijdenden en de gedrukten. The Mount of Blessing. 22.

Ofschoon Israel " spotten met de boden Gods en verachtten zijn woorden, zij vealeidden zichzelf en tegen zijne profeten ", 2 Kron. 36 16, had Hij Hem steeds aan hen geopenbaard, als " de Heere God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid " ; niettegenstaande herhaalde verwerpingen was Zijn barmhartigheid voortgegaan met pleiten. Met meer dan een medelijdende vaderliefde voor de zoon van zijn zorgen, " zond God tot hen door de hand zijner boden, vroeg op zijnde om die te vinden, want Hij verschoonde zijn volk, en zijne woning ". 2 Kron. 36 : 15.

Als vermaning, smeken en berisping faalden, zond Hij naar hen de beste gaven van de hemel ;neen Hij stortte de ganse hemel uit in deze ene Gift. De Zoon van God werd gezonden om te pleiten met de onbekeerde stad.

Great Controversy 19.

Het is ons voorrecht van hoger en steeds hoger te reiken voor klaarder openbaringen van het karakter van God. Als Mozes bad : " Toon mij uwe glorie ", berispte de Heer hem niet, maar Hij verhoorde zijn gebed. God verklaarde aan Zijn dienstknecht : " Ik zal al mijne goedheid voorbij uw aangezicht laten gaan en zal de Naam des Heeren uitroepen voor uw aangezicht ".

Het is de zonde, die onze geest verduistert en onze waarnemingen verkleint. Als de zonde uit ons hart gezuiverd is, zal het licht van de kennis van de glorie van God in het aangezicht van Jezus Christus, Zijn woord verlichtend, en weerspiegeld in het aangezicht van de natuur, meer en meer ten volle Hem verklaren als " barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid ". In Zijn licht zullen wij licht zien, tot de geest en het hart en de ziel omgevormd zijn in het beeld van Zijn heiligheid.

Wonderbare mogelijkheden zijnopen voor deze, die de hand leggen op de goddelijke verzekeringen van Gods woord. Er zijn heerlijke waarheden die moeten voor het volk van God komen. Voorrechten en plichten, waarvan zij niet vermoeden dat zij in de bijbel vermeld staan, zullen voor hen opengelegd worden. Als zij volgen op het pad van nederige gehoorzaamheid, Zijn wil volbrengend, zullen zij meer en meer kennis opdoen nopens de orakels van God.

8 Test. Church. 321, 22.

VERS 6-7.

Het was, als Mozes geborgen was in de spleet van de rots, dat hij de glorie van God aanschouwde. Het is als wij geborgen zijn in de gespleten Rots, dat Christus ons wil bedekken met Zijn eigen doorboorde handen, er dat wij zullen horen wat de Heer zegt aan Zijn dienaren. Aan ons, zoals aan Mozes, zal God zich openbaren als " barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid, die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden,die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft ". Het verlossingswerk houdt gevolgen in, waarvan het moeilijk is voor de mens van enig besef te hebben. " Hetgeen het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des menschen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben ". 1 Cor. 2 : 9...

Aan de menselijke wezens die streven naar gelijkvormigheid met het goddelijke beeld is er een uitdeling van de schatten van de hemel gegeven, een uitnemendheid van macht, die hen hoger zal plaatsen dan zelfs de engelen, die nooit gevallen zijn.

Christ Object Lessons 162-63.

De hemelse princiepen die deze onderscheiden, die een zijn met Christus van hen, die een zijn met de wereld is grotendeels niet meer te onderscheiden. De belijdende volgelingen van Christus zijn niet langer een afgescheiden en specifiek volk. De scheidingslijn is onherkenbaar. Het volk onderwerpt zich aan de wereld in het overtreden van de wet, terwijl de wereld naar de kerk zou moeten overgegaan zijn in gehoorzaamheid aan de wet. De kerk bekeert zich dagelijks tot de wereld.

Al deze verwachten , dat zij zullen gered zijn door de dood van Christus, terwijl zij Zijn zelfopofferend leven niet willen leven. Zij prijzen de rijkdommen van vrije genade, en pogen zich te bedekken met een schijn van gerechtigheid, hopend hun karaktergebreken te verbergen ; maar hun inspanningen zullen van geen nut zijn op de dag van God.

De gerechtigheid van Christus zal geen enkele lievelingszonde bedekken. Een mens kan een wetsbreker zijn in zijn hart ; zelfs kan hij, als hij geen uiterlijke handeling van zonde doet, door de wereld aanzien worden als bezittende grote integriteit. Maar de wet van God kijkt in de geheimen van het hart: Iedere handeling is beoordeeld door de motieven, die het drijven. Alleen dat wat in harmonie is met de princiepen van Gods wet zal stand houden in het oordeel.

Idem 316.

Dezelfde geest die opstand veroorzaakte in de hemel inspireert nog steeds opstand op aarde. Satan heeft met de mens hetzelfde beleid gebruikt als dat met de engelen. Zijn geest heerst nu in de kinderen van ongehoorzaamheid. Gelijk hij zoeken zij van de beperkingen van de wet te breken en zij beloven vrijheid door overtreding van zijn voorschriften. Berisping van zonde verwekt steeds een geest van haat en weer

200.

stand. Als Gods boodschappen van waarschuwing op het geweten gelegd worden, leidt Satan de mens ertoe var zichzelf te verrechtvaardigen en van sympathie te vinden bij anderen in hun manier van zondigen. Inplaats van hun dwalingen te verbeteren, verwekken zij verontwaardiging tegen de berisper, alsof hij de enige schuld ware van de moeilijkheden. Vanaf de dagen van de rechtvaardige Abel tot op onze dagen is dezelfde geest uitgespreid tegenover dezen,die het aandurven van zonde te veroordelen. Door op dezelfde wijze het karakter van God verkeerd te interpreteren zoals hij in de hemel deed, door Hem te laten aanzien als streng en tyranisch, verleidde Satan de mens tot zonde. En als hij daarin geslaagd was, verklaarde hij dat Gods onjuiste beperkingen geleid hadden tot de val van de mens, zoals zij hem geleid hadden tot opstand. Maar de Eeuwige zelf spreekt zijn eigen karakter uit : " De Heere God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid, die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft ; die den schuldige geenszinds onschuldig houdt ". Ex. 34 : 6, 7.

In het verbannen van satan uit de hemel, verklaarde God Zijn gerechtigheid en hield de eer van Zijn troon in stand. Maar als de mens gezondigd had door toegeving aan de verleidingen van de afvallige geest, gaf God een bewijs van Zijn liefde door Zijn eniggeboren Zoon te geven om te sterven voor het gevallen .ras. In de verzoening is het karakter van God geopenbaard. Het machtige argument van het kruis bewijst aan gans het universum dat het volgen van de zonde, die Lucier gekozen had, in geen enkele zin kon gelegd worden op het bestuur van God.

Great Controversy 500-501.

God heeft aan de mens een verklaring gegeven van Zijn karakter en van Zijn methode van omgaan met de zonde. " Lees Ex. 34 6, 7." " Hij verdelgt alle goddelozen " Ps. 145 : 20. " Maar de overtreders worden tezamen verdelgd, het einde der goddeloozen wordt uitgeroeid ". Ps. 37 : 38. De macht en het gezag van het goddelijke bestuur zal gebruikt worden om opstandigheid te onderdrukken ; toch zullen al de manifestaties van vergeldende gerechtigheid in volmaakte overeenkomst zijn met het karakter van God als een barmhartig, lankmoedig en weldadig wezen.

God dwingt de wil of het oordeel niet van niemand. Hij neemt geen behagen in een slaafse gehoorzaamheid. Hij begeert dat de schepselen van Zijn hand Hem zullen beminnen omdat Hij deze liefde waardig is. Hij wil ze laten gehoorzamen omdat zij een intelligente waardering hebben van Zijn wijsheid, rechtvaardigheid en welwillendheid. En allen, die een juiste opvatting hebben van zijn hoedanigheden zullen Hem beminnen omdat zij naar Hem getrokken worden in bewondering voor Zijn eigenschappen. De princiepen van genegenheid, barmhartigheid en liefde, onderwezen en in voorbeeld omgezet door onze Heiland, zijn een afschrift van de wil en het karakter van God.

Idem 541.

Door verschrikkelijke dingen in gerechtigheid zal hij Zijn met de voet getrapte wet wreken. De strengheid van de vergelding, die de overtreder wacht, kan geoordeeld worden door de tegenzin om oordeel uit te voeren. De natie waarmede Hij lang geduld heeft, en die Hij niet wil slaan tot zij de maat van gerechtigheid in het oog van God gevuld heeft, zal ten laatste drinken van de beker van wraak, onvermengd met barmhartigheid.

Idem. 627.

De afvalligheid van Israel had zich trapsgewijze ontwikkeld. Van generatie tot generatie had Satan zijn pogingen herhaald om te veroorzaken, dat de uitgelezen natie " de geboden en inzettingen en de rechten ", die zij beloofd hadden te onderhouden, voor altijd zou vergeten. Deuter 6 : 1. Hij wist dat, als hij maar Israel er toe kon brengen van God te vergeten, en van de '' andere goden na te volgen en te dienen, en u voor dezelve te buigen ", dat zij " voorzeker zullen vergaan ". Deuter 8 : 19. De vijand van Gods kerk op de aarde heeft evenwel niet ten volle rekening gehouden met de medelijdende natuur van Hem die " den schuldige geenszinds onschuldig houdt ", maar wiens glorie toch is van te zijn 11 barmhartig, genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid, die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft " ; Spijts de inspanningen van Satan om Gods doel met Israel te dwarsbomen, desondanks, zelfs in sommige van de donkerste uren van hun geschiedenis, als het scheen alsof de machten van het kwaad op het punt waren van de overwinning te behalen, openbaarde zich de Heer als genadevol. Hij spreidde voor Israel deze dingen, die voor het welzijn' van de natie waren. " Ik schrijf hem de voortreffelijkheden mijner wet voor ", verklaarde Hij door Hosea, " maar die zijn geacht als wat vreemds. "" Ik nochthans leerde Efraim gaan ; Hij nam ze op zijne armen ; maar zij bekenden niet, dat Ik ze genas " . Hosea 8 : 12 ; 11 : 3.

Tederlijk was de Heer met hen omgegaan, hen onderrichtend door Zijn profeten lijn per lijn, voorschrift per voorschrift.

Prophets and Kings. 296.

Ofschoon God geen behagen schept in de wraak, zal hij oordeel uitvoeren op de overtreders van Zijn wet.

Hij wordt verplicht dit te doen, om de bewoners van de aarde van volledige verdorvenheid en verval te behou den. Om sommigen te redden moet Hij dezen afsnijden die verhard geworden zijn in de zonde. " Lees Nahum 1 : 3.

En het feit, dat Hij een afkeer heeft om gerechtigheid uit te voeren getuigt voor de enormiteit van de zonde, die Zijn oordelen oproept en voor de strengheid van de vergelding, die de overtreder te wachten staat. Pat r. Pr. 628.

God heeft onze harten aan Hem verbonden door ontelbare tekens in de hemel en op de aarde. Door de

dingen van de natuur, en de diepste en tederste aardse banden, die het menselijk hart kan kennen, heeft Hij gezocht om zichzelf te openbaren aan ons. Toch stelt dit slechts op een onvolmaakte wijze Zijn liefde voor. Ofschoon al deze bewijzen gegeven geweest zijn, verblindt de vijand van het goede de geest van de mens, zodat zij op God zien met vrees ; zij denken over Hem als zijnde streng en onvergevingsgezind. Satan leidt de mens ertoe te denken, dat Gods voornaamste kenmerk is van streng te oordelen - iemand die een strenge rechter is -, is een onverbiddelijke schuldeiser. Hij tekent de Schepper uit als een wezen, die met een jaloers oog waakt om de fouten en gebreken van de mensen te vinden, opdat Hij hen zou kunnen bezoeken met oordelen. Het was om deze donkere schaduw weg te nemen, door het openbaren van de oneindige liefde

201.

van God, dat Jezus kwam om temidden van de mensen te leven.

De Zoon van God kwam van de hemel om de Vader te openbaren. Joh. 1 : 18. Matth. 11 : 27. Joh. 14 : 8. 9. Steps to Christ. 11.

Door de gift van zijn eniggeboren Zoon om te sterven voor de zondaars, heeft God aan de gevallen mens liefde geopenbaard., zonder vergelijk. Wij hebben volle vertrouwen in de schrift, die zegt : " God is liefde " 1 Joh. 4:8.

En toch hebben velen schandelijk die woorden verdorven, en zijn in een gevaarlijke dwaling vervallen,

omdat zij de betekenis van dit woord vals uitgelegd hebben. Gods heilige wet is de enige standaard, die ons kan in staat stellen van goddelijke genegenheid te schatten. Als wij de wet van God niet aanvaarden als onze standaard, zetten wij een standaard op voor onszelf. God heeft ons kostbare beloften gegeven van Zijn liefde, maar wij moeten Jehova geen tederheid toeschrijven, die Hem ertoe zal leiden van schuld door de vingers te zien of van geen mta te nemen van ongerechtigheid. De Schepper bemint Zijn schepselen, maar hij die zonde liefheeft meer dan gerechtigheid, dwaling meer dan waarheid, zet de overtredingen voort, die wee over de wereld gebracht hebben, en kan niet gunstig aanzien worden door de God van waarheid. De wet van waarheid en gerechtigheid gaat met een kruis gepaard. Velen interpreteren op een verkeerde wijze de eisen van God, en doen hen iets betekenen, dat hun geweten niet zal verstoren of hun ongemakken veroorzaken in hun zakelijke aangelegenheden, maar waarheid is het enige middel tot heiligmaking. De liefde van God, zoals geopenbaard in Jezus, zal ons leiden naar de ware opvatting van het karakter van God. Als wij Christus aanschouwen, doorboord om onze zonden, zullen wij zien, dat wij de wet niet kunnen breken en in Zijn gunst blijven ; wij zullen voelen dat wij als zondaars de hand moeten leggen op de verdiensten van Christus en ophouden met zondigen. Dan gaan wij dicht bij God. Van zohaast wij een juiste zienswijze hebben over Zijn liefde, zullen wij niet gesteld zijn om ze te misbruiken. Sel. Mess. 311-12.

Er zijn grote waarheden die lang onder de afval van de dwaling gedoken geweest zijn, die moeten aan het volk verkondigd worden. De leer van de rechtvaardigmaking door het geloof is uit het oog verloren geweest door velen, die beleden hebben dat zij de derde engelenboodschap geloofden. Het volk is gegaan tot een groot extreem nopens de Heiligheid. Met grote ijver hebben zij geleerd :" Geloof juist maar in Christus, en wees gered ; maar weg met de wet van God ". Dit onderwijst het woord van God niet. Er is geen grond voor zulk een geloof. Dit is niet de kostbare edelsteen van waarheid, die God aan Zijn volk gegeven heeft voor deze tijd. De leerstelling misleidt eerlijke zielen. Het licht vanuit het woord van God openbaart het feit, dat de wet moet verkondigd worden. Christus moet opgeheven worden, omdat Hij de Redder is, die overtreding,ongerechtigheid en zonde vergeeft, maar die in geen geval de schuldigen en onberouwvolle zielen vrijspreekt.

Idem 360, 61.

Er is een sluier voor de ogen van velen, die in de zaak gewerkt hebben. Zoals zij de wet voorstelden, hebben zij geen zicht op Jezus, en hebben het feit niet verkondigd,dat,waar zonde overvloedig is,de genade nog meer zal overvloedig zijn. Het is op kruis van Kalvarie,dat barmhartigheid en waarheid elkander ontmoeten, waar gerechtigheid en vrede elkander kussen.

Idem 383-84.

VERS 7.

Welk een volheid van liefde en zekerheid worden gevonden in deze woorden, van de lippen van God zelf, Zijn liefde, Zijn medelijden en belangstelling in de kinderen van Zijn zorgen : " Lees Ex. 34 : 6, 7.

De Heer is vol medelijden voor Zijn lijdende kinderen. Welke zonden zijn te groot dat Hij ze zou vergeven ? Hij is barmhartig en aldusdanig meer gereed en meer bereid tot vergeving dan tot veroordeling. Hij is genadevol, niet ziende naar het kwaad in ons ; Hij kent onze gesteldheid ; Hij herinnert zich dat wij maar uit stof zijn. In zijn onbegrensde medelijden en barmhartigheid heelt Hij onze tekortkomingen, ons overvloedig lief hebbend, ofschoon wij zondaars zijn, Zijn licht niet weerhoudend, maar het latend schijnen voor de zaak van Christus.

2 Sel. Mess. 229-30.

De alwijze en almachtige God, die in een ontoegankelijk licht woont, is vol van liefde en goedheid. Daarom geeft glorie aan God, gij die twijfelt en beeft, want Jezus leeft om voor ons tussen te komen. Geeft glorie aan God om de gaven van Zijn Zoon en dat Hij niet om niet stierf voor ons. 5 Test. Church.633.

Lees Ex. 33 : 18,19 en 34 : 6.7.

Dit zijn de vruchten die God begeert van Zijn volk. In de reinheid van hun karakters, en de heiligheid van hun leven, in hun barmhartigheid en beminnende vriendelijkheid en medelijden, moeten zij laten uitschijnen dat " de wet des Heeren is volmaakt,bekeerende de ziel ". Ps. 19 : 7. 6 Test. Church. 221.

" Kom tot Mij op den berg ", vraagt God aan ons. Vooraleer Mozes Gods instrument kon zijn om Israel te bevrijden werden hem veertig jaar gegeven om met God gemeenschap te houden in het eenzame gebergte. Vooraleer de boodschap te brengen aan de Farao, sprak hij met de engel in het brandende braambos. Vooraleer Gods wet te ontvangen als vertegenwoordiger van Zijn volk, werd hij naar de berg geroepen enaanschouwde Zijn glorie. Vooraleer gerechtigheid te doen op de afgodendienaars, werd hij geborgen in de kloof van de rots en de Heer zegde : " Ik zal de Naam des Heeren uitroepen voor uw aangezicht ; barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid ". Voor hij zijn leven neerlegde samen met de last van Israel, riep God hem op de berg Misgah en spreidde voor hem de heerlijkheid van het Beloofde Land.

V66r de discipelen voortgingen om hun zending te volbrengen, werden zij op de berg geroepen met Jezus. V66r de macht en de glorie van Pinksteren, kwam de nacht van vereniging met de Heiland, de ontmoeting op de berg van Galilea, het afscheidstafereel op de olijfberg, met de belofte van de engel, en de gebedsdagen en vereniging in de opperkamer.

Jezus, als Hij zich voorbereidde voor sommige moeilijkheden of voor sommig belangrijk werk, nam Zijn toevlucht naar de bergenen bracht de nacht door in gebed met de Vader. Een nacht van gebed ging de

aanstelling vooraf van de apostels en het se rmoen op de berg, de transfiguratie, de angst in de oordeelszaal en het kruis en de heerlijke verrijzenis.

Ministry of Healing 508.

VERS 7.

En wee rust op de ouders, die hun kinderen niet opgeleid hebben om Godvrezend te zijn, maar die toegelaten hebben van tot volwassenheid te komen, ongedisciplineerd en onbeheerst. In hun eigen kindertijd zijn zijzelf toegelaten geweest van passie en eigenzinnigheid te manifesteren en van te handelen uit eigen impuls, en zij brengen deze zelfde geest in hun eigen huisgezin binnen. Zij zijn gebrekkig in karakter en gepassioneerd in het besturen. Zelfs als zij Christus aangenomen hebben, hebben zij die passies nog niet overwonnen, die hen overheerst hebben in hun kinderharten. Zij dragen het resultaat van hun vroegere opleiding doorheen hun gans religieus leven. Het is een zeer moeilijke zaak van de indruk die aldus gelegd werd op de plant van God weg te nemen ; want als de twijg gebogen is, is ook de boom gebukt. Als zulke ouders de waarheid aannemen, hebben zij een harde strijd te strijden. Zij mogen omgevormd zijn in karakter, maar het geheel van hun religieuse bevinding is aangetast door het gebrek aan discipline ondergaan in hun vroege levensjaren. En hun kinderen lijden onder deze gebrekkige opleiding ; want zij stempelen hun fouten op hen tot de derde en vierde generatie.

Child Guidance 275.

Velen hebben mij gevraagd : " Wat zal ik doen om een goede gezondheid te verzekeren ?"

Mijn antwoord is : Houdt op met de wetten van uw wezen te overtreden ; houdt op met toe te geven aan een verdorven eetlust ; eet eenvoudig voedsel ; kleedt u gezond, wat eenvoudigheid zal vergen ; werk gezond ; en gij zult niet ziek zijn. Het is een zonde, want alle ziekte is het resultaat van overtreding. Velen lijden onder de gevolgen van de overtredingen van hun ouders. Zij kunnen niet afgekeurd worden wegens de zonde van hun ouders. Maar het blijft hun plicht van na te gaan, waarin hun ouders de wetten overtreden hebben, wat op hun kinderen zo een ellendige erfenis gelegd heeft ; en daar waar hun ouders verkeerd waren, moeten zij de levenswijze veranderen, en zelf juiste gewoonten aankweken in betere relatie met hun gezondheid.

Mannen en vrouwen moeten zich inlichten nopens de filosofie van de gezondheid.

De geest van rationele wezens schijnt gehuld in duisternis in verband met hun eigen fysisch gestel, en ze weten niet op welke manier zij een goede gezondheid kunnen verzekeren. De huidige generatie hebben hun lichaam toevertrouwd aan de dokters en hun ziel aan de predikant. Betalen ze de predikant niet goed opdat hij voor hen de bijbel zou bestuderen, opdat zij zelf niet zouden moeten in verlegenheid zijn ? En is het zijn werk niet van hen te vertellen wat zij moeten geloven, en van alle twijfelachtige kwesties over theologie op te lossen zonder speciaal onderzoek van hun kant ? Als zij ziek zijn roepen zij de dokter - geloven wat hij ook moge zeggen, en zwelgen alles in wat hij ook voorschrijft ; want betalen ze hem geen vrij honorarium, en is het zijn zaak niet van hun fysische ongesteldheden te verstaan, en voor te schrijven wat hen terug goed kan maken, zonder dat zij zich moeten bezorgd maken met de zaak ?

De gezondheid is zo nauw verbonden met ons geluk, dat wij het laatste niet kunnen bezitten zonder het eerste. Een praktische kennis van de wetenschap van het menselijk lichaam is noodzakelijk opdat wij God zouden kunnen verheerlijken in ons lichaam. Het is daarom van het hoogste belang, dat onder de studies, gekozen voor de opleiding van de kinderen, de fysiologie de eerste plaats zou moeten innemen. Hoe weinigen kennen iets nopens de struktuur en de funktie van hun eigen lichaam en nopens de wetten van de natuur ! Velen drevelen rond zonder kennis, gelijk een schip op zee zonder kompas en anker ; en wat meer is, zij zijn niet geinteresseerd van te leren hoe zij hun lichaam in een gezonde konditie moeten behouden en ziekte vermijden.

Counsels on Health 37-38.

De gezondheidshervorming is een belangrijk deel van de derde engelenboodschap en als volk deze hervorming belijdend, mogen wij niet achteruit gaan maar wij zouden moeten bestendig vooruit gaan. Het is een groot ding van gezondheid te verzekeren door ons in juiste relatie te plaatsen met de wetten van leven, en velen hebben dit niet gedaan. Een groot deel van de ziekten onder ons is het resultaat van de overtreding van de fysische wetten, en is op de individuen gebracht door hun eigen slechte gewoonten. Onze voorouders hebben ons gewoonten gelegateerd en eetlusten,die de wereld vervuld hebben met ziekte. De zonden van de ouders, door verdorven eetlust, hebben met verschrikkelijke macht de kinderen bezocht tot het derde en vierde geslacht. De slechte eetwijze van vele generaties, de gulzige en zelf toegevende gewoonten van het volk, vullen onze armhuizen, onze gevangenissen en onze krankzinnigheidsgestichten. Onmatigheid in het drinken van thee en koffie, wijn, bier, rhum en sterke dranken, en het gebruik van tabak, opium en andere narcotica, is uitgelopen op een grote mentale en fysische degenaratie en deze degeneratie is bestendig aan het stijgen ( dit artikel is geschreven in 1884 ). Komen deze kwalen op het mensenras door Gods voorzienigheid ? Neen ; zij bestaan omdat het volk in tegenstelling gegaan isonet Zijn voorzienigheid, en steeds voortgaat met sneller Zijn wetten te veronachtzamen. Met de woorden van de apostel, zou ik dezen willen smeken, die niet verblind en verlamd zijn door verkeerde onderrichtingen en praktijken, dezen, die aan God de beste dienst willen geven, waartoe zij in staat zijn : " Ik bid u dan broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uwe lichamen stelt tot eene levende,heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uwe redelijke godsdienst ". Rom. 12 : 1,2. Wij hebben het recht niet van moedwillig één enkel princiep van de wetten van gezondheid te overtreden. Christenen zullen de gewoonten en praktijken van de wereld niet volgen. Idem 49 , 50.

In al de relaties van God met Zijn volk is er, vermengd met Zijn liefde en barmhartigheid, de meest strikte klaarblijkelijkheid van Zijn strikte en onpartijdige rechtvaardigheid. Hiervan zien wij een voorbeeld in de geschiedenis van het Hebreeuwse volk. God heeft grote zegeningen uitgestort over Israel. Zijn liefhebbende goedheid jegens hen is weergegeven in de woorden : " Lees Deut. 22 : 11. En toch welk een snelle en strenge vergeldingen ondergingen zij wegens hun overtredingen ! De oneindige liefde van God is geopenbaard geweest in de gave van Zijn eniggeboren Zoon om het mensen

203.

geslacht te redden. Christus kwam naar de aarde om het karakter van Zijn Vader te openbaren, en Zijn leven was vervuld met daden van goddelijke tederheid en medelijden. En toch verklaart Christus zelf 11 Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, laat er niet ene jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied ". Matth. 5 : 18.

Dezelfde stem, die met geduld, met liefdevolle smeking de zondaar uitnodigt om tot Hem te komen en vergiffenis te vinden, zal in het oordeel de verwerpers van Zijn barmhartigheid vragen : " Gaat weg van Mij, gij vervloekten ". Matth. 25 : 41.

In gans de bijbel is God voorgesteld niet alleen als een tedere Vader, maar ook als een rechtvaardige rechter. Ofschoon Hij behagen heeft in het tonen van barmhartigheid, en " die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft ", toch wil Hij " den schuldige geenszinds onschuldig houden ". Patr. Pr. 469.

Moesten deze, die farmaceutische middelen nemen alleen hieronder lijden, dan zou het kwaad nog zo groot niet zijn. Maar de ouders zondigen niet alleen tegen zichzelf door farmaceutische vergiften te nemen, maar zij zondigen tegenover hun kinderen. Het onzuiver gemaakte bloed, het vergif uitgespreid over het mensekijk lichaam, de gebroken constitutie, en allerlei ziekten, tengevolge van het innemen van farmaceutische middelen, als resultaat van farmaceutische giften, worden overgedragen op hun kinderen, en laten hen achter als een verscheurde erfenis, die een andere oorzaak is van degeneratie van het menselijk ras. Gebruik de remedies, die God voorzien heeft. Reine lucht, zonneschijn, en verstandig gebruik van water zijn weldoende faktoren in het herstel van de gezondheid. Maar het gebruik van water wordt als te lastig aanzien. Het is gemakkelijker van medikamenten te nemen dan van natuurlijke remedies te gebruiken. Geneeskunde aan de hand van farmaceutische middelen, zoals ze gewoonlijk gepraktikeerd wordt, is een vloek. Voedt u op zonder deze middels. Gebruik hen minder en minder, en laat u meer en meer afhangen van hygienische middelen dan zal de natuur antwoorden op Gods geneesheren : zuivere lucht, zuiver water, aangepaste oefening, een zuiver geweten. Deze, die volhouden in het gebruik van thee, koffie en vleesgerechten zullen behoefte hebben aan farmaceutische middelen, maar velen kunnen genezen zonder één graantje medikament als zij de wetten van de gezondheid gehoorzamen. Farmaceutische middelen moeten zelden gebruikt worden. De enige hoop op betere toestanden ligt in het opvoeden van het volk in de juiste princiepen. Dat de geneesheren het volk leren dat de herstellende kracht niet ligt in farmaceutische middelen, maar in de natuur. Ziekte is een krachtinspanning van de natuur om het gestel te verlossen van toestanden, die het resultaat zijn van overtreding van de wetten van de gezondheid. In geval van ziekte moet de oorzaak nagegaan worden. Ongezonde toestanden moeten veranderd worden, verkeerde gewoonten verbeterd. De natuur moet dan bijgestaan worden in haar krachtinspanning om onreinheden weg te werken en om de juiste kondities in het systeem te herstellen.

Het volk moet geleerd worden, dat farmaceutische middelen de ziekte niet genezen. Het is waar, dat zij

soms tijdelijke verbetering teweeg brengen, en de patient schijnt te genezen, als het resultaat van het gebruik ervan ; dat is omdat de natuur nog genoeg vitale kracht heeft om het vgrgift uit te drijven en om de toestand te herstellen, die de ziekte teweeg gebracht heeft. De gezondheid is teruggekregen spijts de farmaceutische produkten. Maar in de meeste gevallen verandert alleen het farmaceutisch middel de vorm en de plaats van de ziekte. Dikwijls schijnt het effekt van het gift de mens te genezen voor een tijd, maar de resultaten blijven in het systeem, en doen groot nadeel voor een latere tijd.

Gepaste en korrekte gewoonten, met intelligentie en volhoudend toegepast, zullen de oorzaak van ziekte wegnemen, en er zal dan geen toevlucht moeten genomen worden naar de farmaceutische middelen. Niets mag in het menselijk lichaam geplaatst worden dat een noodlottige invloed kan uitoefenen nadien. En om het licht nopens dit onderwerp te verspreiden, is de reden, die mij gegeven geweest is om gezonheidsinrichtingen te installeren in verschillende lokaliteiten. Jaren geleden heeft de Heer mij geopenbaard dat inrichtingen zouden opgericht worden om de ziekten te behandelen zonder farmaceutische middelen. De mens is Gods eigendom, en de vernietiging die teweeg gebracht geweest is op de levende woning, het lijden veroorzaakt door de zaden van dood gezaaid in het menselijk organisme, zijn een belediging voor God. Velen kunnen genezen zonder een gram medicijn, als zij de gezondheidswetten wilden in acht nemen. Medicamenten moeten zelden genomen worden . Het zal ernstige, geduldige , langdurige inspanning vragen om het werk in te stellen en om voorwaarts te gaan met gezondheidsprinciepen. Maar dat vurige gebed en geloof gecombineerd worden met uw inspanningen, en gij zult slagen. Door dit werk zult gij de patient leren, en ook anderen, hoe zij moeten zorgen voor zichzelf, als zij ziek zijn, zonder een toevlucht te moeten nemen tot de farmaceutische middelen.

Onze instituten zijn opgericht, opdat de zieke zou kunnen behandeld worden met gezondheidsmethoden, die nagenoeg volledig het gebruik van farmaceutische middelen vermijdt.

Er moet een verschrikkelijke rekenschap gegeven worden aan God door de - mensen, die zo weinig achting hebben voor het menselijk leven om het lichaam zo medogenloos te behandelen, door het uitdelen van hun medikamenten. Wij zijn niet te verontschuldigen,als wij door onwetendheid Gods gebouw vernietigen door in onze maag giften te brengen onder een verscheidenheid van benamingen, die wij niet verstaan. Het is onze plicht van al zulke voorschriften te weigeren. Wij wensen van een gezondheidsinstituut op te richten, waar de ziekten kunnen behandeld worden door de mogelijkheden zelf van de natuur, en waar het volk kan geleerd worden hoe zij zich moeten behandelen als zij ziek zijn ; waar zij zullen leren van matig te eten van volledig voedsel, en waar zij zullen opgevoed worden van alle narcotieken - als thee, koffie , gegiste wijn, en opwekkingsmiddelen van elke soort,- te weigeren en van het vlees van dode lichamen te vermijden. Temperance 85.

De inspanning van onze arbeiders voor matigheid zijn niet voldoende verreikend om de vloek van onmatigheid uit het land te weren. Gewoonten, die eens ingevoerd zijn, zijn moeilijk te overwinnen. De hervorming moet beginnen met de moeder vóór de geboorte van haar kind ; en als Gods richtlijnen getrouw gehoorzaamd worden, zal er geen onmatigheid bestaan.

De moeder moet zich bestendig inspannen om haar gewoonten aan te passen aan Gods wil, opdat zij in harmonie met Hem moge werken om haar kinderen te vrijwaren van de gezondheid- vernietigende ondeugden van de huidige tijd.

Dat de moeders zich zonder uitstel in juiste verhouding brengen met hun Schepper, dat zij door Zijn helpende

genade, rond hun kinderen een bolwerk oprichten tegen losbandigheid en onmatigheid. In de regel zal iedere onmatige man, die kinderen verwekt, zijn geneigdheden en slechte tendensen overdragen aan zijn kinderen. Het kind zal ook aangedaan zijn voor goed of kwaad door de gewoonten van de moeder. Zij moet zichzelf onder toezicht plaatsen van princiepen en moet matigheid beoefenen en zelfbeheersing, als zij het welzijn van haar kind in het oog heeft. De gedachten en de gevoelen-- van de moeder zullen een invloed hebben op de erfenis, die zij aan haar kind zal geven. Als zij haar gedachten laat gaan op haar eigen mening en gevoelens, als zij toegeeft aan zelfzucht, als zij knorrig en veeleisend is, zal de aanleg van haar kind voor hetzelfde getuigen. Zo hebben velen als geboorterecht meestal onoverwinnelijke neigingen tot kwaad meegekregen. De vijand van de zielen verstaat deze waarheid veel beter dan de ouders. Hij zal zijn bekoringen laten komen over de moeder, wetende dat, als zij hem niet weerstaat, hij door haar haar kind kan aantasten. De moeders enige hoop is in God. Zij kan tot Hem vluchten om kracht en genade ; en zij zal niet nutteloos zoeken. Lees Richteren 13 : 13, 7.

Het mensengeslacht gaat gebukt onder het gewicht van opeenvolgende weeën, tengevolge van de zonden van vorige generaties. En nu, er ternauwernood om denkend of er om bekommerd zijnde, geven de mensen van de huidige generatie ( geschreven in 1876) toe aan onmatigheid in overeten en drinken, en laten aldus een erfenis na voor de volgende generaties van ziekte, verzwakte intellekten en bezoedelde zeden. Velen lijden als gevolg van de overtreding van hun ouders. Ofschoon zij niet verantwoordelijk zijn voor wat hun ouders gedaan hebben, is het toch hun plicht van na te gaan wat overtreding is of geen van de gezondheidswetten. Zij moeten de slechte gewoonten van hun ouders vermijden, en door korrekt te leven, moeten ze zich in betere voorwaarden plaatsen.

De noodzakelijkheid voor de mens van deze generatie om tot hun hulp de macht van de wil op te roepen, gesterkt door de genade van Christus, om de bekoringen van Satan te weerstaan en de minste toegeving aan verdorven eetlust te overwinnen, is veel groter dan dit het geval was verschillende generaties vooraf. Maar de huidige generatie heeft minder macht tot zelfcontrole dan deze, die vóór hen leefden. Deze, die toegegeven hebben in deze opwekkende voeding hebben hun verdorven eetlust en passies overgedragen aan hun kinderen, en er is nu grote morele kracht nodig om onmatigheid in al zijn vormen te weerstaan. De enige veilige wet is van beslist te blijven, en van nooit op het gevaarlijke pad te gaan. Temperance 171-75.

VERS 11- 17.

Wij moeten opgroeien in Christus door bestendige verbinding met Hem . Wat ook de geest afwendt van God, of aanpast aan een menselijke standaard, zal ons beletten van samen te werken met God in het werk van onze eigen redding. Dit is het waarom de Heer verboden heeft aan Zijn volk van enig verbond te maken met de heidenen, " dat hij misschien niet tot een strik worde in het midden van u." Ex. 34 : 12. Hij zegde : " want zij zouden uwe zonen van Mij doen afwijken " . Deuter 7 " 4. En hetzelfde princiep geldt voor de Christenen, die omgaan met de goddelozen. Als wij Christus aangenomen hebben als onze Verlosser, hebben wij de voorwaarden aanvaard om medearbeiders te worden met God. Wij maakten een verbond met Hem van gans voor de Heer te zijn , als getrouwe rentmeesters van de genade van Christus, van te werken voor de opbouw van Zijn koninkrijk in de wereld. Iedere volgeling van Christus staat verpand om al zijn krachten van zijn geest, ziel en lichaam aan Hem te wijden, die het rantsoengeld betaalt heeft voor onze ziel.

Wij verbinden ons van soldaten te zijn, van in aktieve dienst te treden, van moeilijkheden te doorstaan, schaamte, verwijt, van het gevecht van het geloof te strijden, de Kapitein volgend van onze redding.

Als gij u in verbinding brengt met wereldse societeiten, houdt gij dan uw verbond met God ? Pogen deze gezelschappen van uw geest of die van anderen naar God te richten, of verstrooien zij uw belangstelling en aandacht van Hem weg ? Versterken zij uw verbinding met de goddelijke bemiddelingen, of wenden zij uw geest naar het menselijke inplaats van naar het goddelijke ?

Terwijl er in deze gezelschappen veel is dat goed schijnt, is er , vermengd hiermede, veel dat het goede zonder uitwerking maakt, en dat deze gezelschappen schadelijk maakt voor de belangen van de ziel. Wij hebben een ander leven, dan dat wat in stand gehouden wordt door tijdelijk voedsel...

Geestelijk leven moet in stand gehouden worden door vereniging met Christus door Zijn Woord. De geest moet er mede bezig zijn, het hart moet er vol van zijn. Het Woord van God in het hart geprent en heilig geliefd en gehoorzaamd, door de macht van de genade van Christus kan de mens recht maken, en hem

recht houden ; maar iedere menselijke invloed, iedere wereldse uitvinding, is machteloos om kracht te geven en wijsheid aan de mens. Zij kan de passie niet in bedwang houden, of misvorming van het karakter verbeteren. Tenzij de -waarheid van God het hart beheerst, zal het geweten ze verdraaien. Maar in deze wereldse gemeenschappen is de geest weggenomen van het Woord van God. De mens wordt er niet toe gebracht van er de studie en leidraad van te maken van zijn leven.

En de christenen, die zich verbinden met wereldse gezelschappen, doen zichzelf kwaad aan evenals anderen. Deze, die God vrezen, kunnen de goddelozen niet kiezen voor gezellen, en zelf onbeschadigd blijven.

In deze gezelschappen worden zij onder de invloed gebracht van wereldse princiepen en gewoonten, en door de macht van associatie en gewoonte wordt de geest meer en meer gelijkvormig aan de wereldse standaard. Hun liefde voor God wordt koud, en zij hebben geen begeerte van met Hem gemeenschap te houden. Zij worden geestelijk verblind. Zij kunnen geen speciaal verschil zien tussen de overtreder van Gods wet en deze, die God vreest en Zijn geboden onderhoudt. Zij noemen kwaad goed, en goed kwaad. De schittering van de eeuwige dingen verbleekt. De waarheid mag hen op zo een krachtige wijze getoond zijn, maar zij hongeren niet naar het brood des levens, of dorsten niet naar de waters van redding. Zij drinken aan gebroken vaten, die geen water kunnen houden. 0, het is een gemakkelijk iets, van door verbinding met de wereld, hun geest op te nemen, van gevormd te worden door hun zienswijze van de dingen, zodat wij de kostbaarheid van Jezus en van de waarheid niet meer onderscheiden. En juist in de mate dat de geest van de wereld in ons hart leeft, zal zij ons leven beheersen.

Als de mens niet onder de heerschappij van het Woord en de Geest van God staat is hij gevangene van Satan, en wij weten niet hoever hij hen kan leiden tot zonde. Lees Gen. 49 : 6 en Ef. 5 : 11 en 1 Cor. 15 : 33.

205.

Als gij wilt zien wat de mens zal doen als hij de invloed van de genade van God verwerpt, kijk naar het tafereel in de oordeelszaal,als de woedende menigte, aangevoerd door de Joodse priesters en ouderlingen, riepen om het leven van de Zoon van God. Zie het goddelijke Slachtoffer staande aan de zijde van Barabas, en Pilatus vragend wie hij voor hen zou vrij laten. De heese roep, aangroeiend door honderden gepassioneerden en door Satan geinspireerde stemmen, luidde als volgt : " Weg met Dezen, en laat ons Bar-Abbas los !" Luk. 23 : 18.

En als Pilatus vroeg wat hij met Jezus moest doen ; " Kruis Hem, kruis Hem !". De menselijke natuur dan is de menselijke natuur nu. Als de goddelijke remedie, die had kunnen redden en de menselijke natuur verheven hebben, misprezen wordt, leeft steeds dezelfde geest in de harten van de mensen, en wij kunnen niet vertrouwen in hun leiding en terzelvertijde onze trouw aan Christus behouden. 2. Sel. Mess. 121-130.

VERS 19,20.

Onder het Joodse systeem werd het volk onderwezen van een geest van vrijgevigheid te beminnen zowel als in het onderhouden van de zaak van God als in het voorzien in de noden van de behoeftigen. Bij speciale gelegenheden werden vrijwillige offers gegeven. Bij de oogst en de wijnoogst, werden de eerste vruchten van het veld - koren, wijn en olie - opgeofferd als een offerande aan de Heer. Het aren lezen in de hoeken van het veld, was voorbehouden voor de armen.

De eerste vruchten van de wol, als de schapen geschoren werden, van het graan als de tarwe gedorst werd, werden apart gezet voor God. Zo was het ook voor de eerstgeborenen van de dieren, en een verzoeningsprijs werd betaald voor de eerstgeboren zoon. De eerste vruchten moesten aan de Heer voorgesteld worden op het heiligdom en werden dan gewijd tot gebruik van de priesters. Door het systeem van weldadigheid zocht de Heer Israel te onderrichten, dat Hij in alles de eerste moest zijn. Zo werden zij herinnerd dat God de eigenaar was van hun velden, van hun kudden,dat Hij het was, die zonneschijn en regen zond, die de oogst ontwikkelde en deed rijpen. Alles wat zij bezaten behoorde Hem toe ; zij waren slechts de gebruikers van Zijn goederen.

Het is Gods doel niet, dat Christenen, wiens voorrechten ver boven deze reiken van de Joodse natie, minder vrijgevig zouden zijn dan zij. En eeniegelijk wien veel gegeven is, van dien zal veel geeischt worden. Luk. 12 : 48.

De vrijgevigheid gevraagd van de Hebreeën was voldoende voor hun eigen natie ; heden strekt zich het werk van God uit over gans de aarde. Christus heeft in de handen van Zijn volgelingen de schatten gelegd van het evangelie, en Hij heeft op hen de verantwoordelijkheid gelegd van de goede tijding van redding aan de wereld te verkondigen. Zeker zijn onze verplichtingen veel groter dan deze waren van oud Israel. Acts of the Apostles. 337-38.

VERS 23,24.

Als de Israelieten weggingen om God te aanbidden, legde Goddelijke macht een beperking op de vijanden. Gods belofte was ; " Lees Ex. 34 : 24. Patr. Pr. 537.

VERS 28.

In de woestijn van bekoring was Christus gedurende veertig dagen zonder voedsel. Mozes was, in speciale gelegenheden ook zo lang zonder voedsel geweest. Maar hij voelde de kwellingen niet van de honger. Hij was niet bekoord en aangevallen door een gemene en machtige vijand, zoals het was voor de Zoon van God. Hij was speciaal verheven boven het menselijke. Hij werd speciaal in stand gehouden door de heerlijkheid van God, die hem insloot.

1 Sel. Mess. 269.

VERS 29-35.

De bedienaars van God moeten in een uitmuntende graad nederigheid bezitten. Deze, die de diepste bevindingen hebben in de dingen van God zijn het meest ontdaan van trots en zelfverheffing. Omdat zij een hoge opvatting hebben van de glorie van God, voelen zij dat de laagste plaats in Zijn dienst te eervol is voor hen. Als Mozes van de berg kwam, nadat hij er veertig dagen doorbracht in communie met God, wist hij niet dat zijn aangezicht schitterde, wat deze,verschrikte,die hem zegen.

Gospel Workers 142.43.

Onze Heiland vervulde in Zijn leven al de profetiën, die naar Hem verwezen, en was de verwezenlijking van al de typen en schaduwen die aangeduid waren. Hij onderhield de morele wet, en verhief hem door aan zijn eisen te beantwoorden als de vertegenwoordiger van de mens. De Israelieten,die zich naar de Heer keerden, en Christus aanvaardden als de realiteit, voorafgebeeld door de offers, onderscheidden het einde van dat wat moest afgeschaft worden. De duisterheid die het Joodse systeem dekte als met een doek,was voor hen als het doek, dat de glorie op het aangezicht van Mozes dekte. De glorie op het aangezicht van Mozes was de weerspiegeling van dat licht, dat Christus in de wereld kwam brengen voor het voordeel van de mens. Als Mozes op de berg was met God,werd hem het verlossingsplan, dat dateerde van de val van Adam, geopenbaard op een zeer krachtige wijze. Hij wist dan dat de engel, die de reizen van de Israelieten leidde moest geopenbaard worden in het vlees. Gods dierbare Zoon, die een was met de Vader, moest alle mensen die in Hen geloven en op Hem vertrouwen, een maken met de Vader. Mozes zag de ware betekenis van de offerdiensten. Christus toonde hem het plan van evangelie en de heerlijkheid van het evangelie,dóor Christus, verlichtte het aangezicht van Mozes zodat het volk er niet op kon zien. Mozes zelf was onbewust van de lichtende glorie die op zijn aangezicht lag, en wist niet waarom de kinderen van Israel vluchtten, als hij hen nader kwam. Hij riep hen tot hem, maar zij durfden niet zien op dat verheerlijkt aangezicht. Als Mozes begreep dat het volk niet op zijn aangezicht kon zien, wegens de glorie, dekte hij het met een doek.

De glorie op het aangezicht van Mozes was uitzonderlijk pijnlijk voor de kinderen van Israel wegens hun overtreding van Gods heilige wet. Zij begeerden van zich weg te trekken van het doordringende zicht, dat een schrik is voor de overtreder, terwijl het heilig schijnt, juist en goed voor de getrouwe. Alleen zij die een juiste inachtneming hebben voor de wet van God kunnen op een rechte wijze de verzoening van Christus schatten, die nodig gemaakt werd wegens de overtreding van de wet van de Vader.

Deze, die menen dat er geen Verlosser was in de oude bedeling, hebben een donkere bedekking over, hun begrip

206.

zoals de Joden hadden, die Jezus verwierpen. De Joden beleden hun geloof in de Messias, die moest komen, in de offeranden, die Christus voorafbeeldden. En toch als Christus verscheen, alle profetien vervullend nopens de beloofde Messias, en werken doende, die Hem tekenden als de goddelijke Zoon van God, verwierpen zij Hem en weigerden van de volle bewijzen van Zijn waar karakter te aanvaarden. De Christelijke kerk aan de andere kant, die het volle geloof belijdend in Christus, ontkennen Christus die aan de grondslag lag van de ganse Joodse bedeling, door het Joodse systeem te minachten.

1 Sel. Mess. 231, 32.

Lees 2 Cor. 3 : 7-9.

De wet van God uitgesproken in eerbiedvolle grootsheid van op de Sinai, is de uitspraak van veroordeling van de zondaar. Het ligt in het gebied van de wet van te veroordelen, maar er is in hem geen macht tot vergeving of verzoening. Hij is ingesteld ten le „,en; deze, die wandelen in harmonie ermede zullen de beloning voor gehoorzaamheid ontvangen. Maar hij brengt slavernij en dood aan hen, die onder zijn veroordeling blijven.

Zo heilig en heerlijk is de wet, dat als Mozes terugkeerde van de heilige berg, waar hij met God geweest was, de stenen tafelen van Hem ontvangen hebbend, zijn aangezicht een heerlijkheid weerkaatste, waarop het volk niet kon zien zonder pijn, en Mozes was verplicht van zijn aangezicht te bedekken met een sluier. De glorie die scheen op het aangezicht van Mozes was een weerspiegeling van de gerechtigheid van Christus in de wet. De wet op zichzelf kon geen heerlijkheid bezitten, alleen dat in hem Christus belichaamd is. Hij heeft geen macht tot redding, tenzij als Christus erin voorgesteld wordt als vol van gerechtigheid en waarheid.

De typen en de schaduwen van de offerdienst, met de profetien, gaven aan de Israelieten een bedekt en onklaar beeld van de barmhartigheid en de genade, die aan de wereld moest gebracht worden bij de openbaring van Christus. De betekenis van de typen en schaduwen, die naar Christus verwezen, werden aan Mozes uitgelegd. Hij zag op het einde van hetgeen weggedaan moest worden als bij de dood van Christus, type en antitype elkaar ontmoet hadden. Hij zag dat de mens alleen door Christus in staat was van de morele wet te houden. Door overtreding van Zijn wet bracht de mens de zonde op de wereld, en met de

zonde kwam de dood. Christus verkreeg verzoening voor de zonde van de mens. Hij stelde Zijn volmaaktheid van karakter in de plaats van de zondigheid van de mens. Hij trok op Zich de vloek van ongehoorzaamheid. De offers en offeranden verwezen naar het offer, dat Hij zou brengen. Het geslachte lam verzinnebeeldde het Lam dat de zonden der wereld wegneemt. Het was ziende het voorwerp van dat wat moest weggedaan worden, Christus ziende zoals Hij in de wet geopenbaard wordt, dat het aangezicht van Mozes verlichtte. De bediening van de wet, geschreven en gegrift in steen, was een bediening van de dood. Zonder Christus was de overtreder onder zijn vloek, zonder hoop van vergiffenis. De bediening had op zichzelf geen heerlijkheid, maar de beloofde Verlosser, geopenbaard in de typen en schaduwen van de ceremoniele wet, maakte de morele wet heerlijk.

Paulus wenst dat zijn broeders zouden zien dat de grote heerlijkheid van een zonde-vergevende Verlosser betekenis gaf aan de ganse Joodse bedeling. Hij wenste dat zij ook zouden begrijpen, dat, als Christus naar de wereld kwam, en stierf als offer voor de mens, het type het antitype ontmoet had.

Nadat Christus op het kruis stierf als zondeoffer, kon de ceremoniele wet geen kracht meer hebben. Toch was hij verbonden met de morele wet, en was heerlijk. Het geheel droeg de stempel van goddelijkheid.

En als de bediening van de dispensatie, die weggedaan moest worden, heerlijk was, hoe veel te meer moet de realiteit heerlijk zijn, als Christus geopenbaard was, Zijn leven gevende, heiligmakende Geest gevend aan allen,die geloven ?

1 Sel. Mess. 236-38.

De stem van God wordt gehoord van uit de hemel, de dag en het uur van Jezus' komst verkondigend, en het eeuwig verbond met zijn volk uitsprekend. Zijn woorden rollen over de aarde gelijk slagen van de luidste donder. Het Israel van God staat te luisteren met de ogen opwaarts geheven. Hun aangezicht is verlicht met de heerlijkheid, en schijnt zoals het aangezicht van Mozes, als hij van de Sinai kwam. De bozen kunnen niet zien op hen. En als de zegening uitgesproken wordt op dezen, die God geëerd hebben door Zijn Sabbat heilig te houden, is er een machtige kreet van o-,erwinning.

Great Controversy 640.

VERS 29-35.

Spoedig hoorden wij de stem van God gelijk vele wateren, die ons de dag en het uur van de komst van Jezus mededeelde. De levende heiligen, 144. 000 in getal, kenden en verstonden de stem, terwijl de bozen dachten dat het donder en aardbeving was. Als God de tijd uitsprak, stortte Hij over ons de Heilige Geest, en onze aangezichten begonnen zich te verlichten en te schijnen met de glorie van God, zoals van Mozes, als hij van de berg Sinai kwam.

De 144. 000 waren allen verzegeld en volmaakt verenigd.

EW. 15.

Deze man, ( Korah ) zag Mozes van de berg komen, nadat hij de twee tafelen van steen ontvangen had en als zijn aangezicht zo schitterde met de glorie van God dat het volk hem niet wilde naderen, maar van hem wegvluchtte. Hij toonde hen de stenen tafels en zegde : Ik pleitte ten uwen gunste en heb de toorn van God van u afgewend. Ik drong aan, dat, als God zijn volk zou verzaken en vernietigen, mijn naam ook mocht uitgewist worden uit Zijn boek. Kijk, Hij heeft mij geantwoord, en deze stenen tafels, die ik in mijn handen houd, zijn het onderpand, aan mij gegeven van Zijn verzoening met Zijn volk. Het volk werd gewaar dat het de stem van Mozes was ; dat, ofschoon hij getransformeerd was en verheerlijkt, hij toch Mozes was. Zij maken hem bekend, dat zij niet op zijn aangezicht kunnen zien, want het glinsterend licht op zijn aangezicht is buitenmate pijnlijk voor hen. Zijn aangezicht is gelijk de zon ; zij kunnen er niet op zien. Als Mozes de moeilijkheid begrepen heeft, dekt hij zijn aangezicht met een sluier. Hij beweerde niet, dat het licht en de glorie die op zijn aangezicht scheen de weerschijn was van de heerlijkheid van God, die Hij op hem geplaatst heeft ; maar hij bedekt zijn glorie. De zondigheid van het volk maakt het moeilijk om te kijken naar zijn verheerlijkt aangezicht. Zo zal het zijn als de heiligen zullen verheerlijkt worden, voor de tweede komst van de Heer. De bozen zullen zich terugtrekken en zich

207.

afschrikken van het zicht, want de glorie op de aangezichten van de heiligen zullen hen pijnigen. 3 Test Church. 354-55.

HOOFDSTUK 35.

VERS 2, 3.

Gedurende het verblijf in de woestijn was het verboden van op de Sabbat een vuur aan te steken. Dit verbod geldde niet meer in Kanaan, waar de strengheid van het klimaat dikwijls het aansteken van een vuur noodzakelijk maakte ; maar in de woestijn was er geen vuur nodig om te verwarmen. Patr. Pr. 409.

VERS 3.

De Joden hadden de wet zo verdorven, dat zij er een juk van slavernij van maakten. Hun zinloze eisen waren spreekwoordelijk bij de andere naties. Speciaal was dit het geval voor de Sabbat, die ingekaderd was met allerlei zinneloze beperkingen. De heilige van de Heer was voor hen geen verlustiging en eerbaarheid. De schriftgeleerden en Farizeeën hebben ervan een last gemaakt, die ondragelijk is.

Een Jood mocht geen vuur aansteken, noch een licht aanmaken op de Sabbat. Als gevolg daarvan hing het volk af van de heidenen voor vele diensten, die hun leiders hen verboden te doen. Zij redeneerden niet, dat als deze handelingen zondig waren, dat deze, die anderen gebruikten om ze te volbrengen, even schuldig waren dan deze, die het werk zelf deden. Zij dachten dat de redding beperkt was voor het Joodse volk, en dat de voorwaarden voor de anderen, reeds hopeloos zijnde, niet kon slechter gemaakt worden. Maar God heeft geen geboden gegeven, die niet door allen kunnen gehoorzaamd worden. Zijn wetten laten geen onredelijke of zelfzuchtige beperkingen toe.

Desire of Ages 204.

Het plan van Mozes om middels te verzamelen voor het bouwen van het heiligdom had zeer veel sukses. Hij moest niet aandringen. Hij moest de middels niet gebruiken waartoe de kerken heden ten dage hun toevlucht nemen. Hij richtte geen feestelijkheden in. Hij nodigde het volk niet uit om deel te nemen aan feestelijke taferelen, dans of plezier in het algemeen ; ook moest hij geen loterijen inrichten of iets van deze profane aard om de middels bijeen te krijgen, om het heiligdom voor God op te richten. Patr. Pr. 529.