Noodzakelijkheid van ernstige krachtinspanning

De afgevaardigde dienstknechten van Christus moeten in de kracht des Geestes van hun Leidsman getuigen. Het smachtend verlangen van de Heiland, naar de redding van zondaren mot al hun pogingen kenmerken. De vriendelijke uitnodiging die het eerst door Christus gegeven werd, moet door menselijke stemmen herhaald, en door de gehele wereld heen gehoord worden. “ Die wil, neme het water des levens om niet.” Openbaring 22:17.

De gemeente moet zeggen: “Kom.” Iedere kracht in de gemeente moet ijverig werkzaam zijn aan de zijde van Christus. De volgelingen van Christus moeten zich verenigen, in een sterke poging om de aandacht van de wereld to vestigen op de snel in vervulling tredende profetieën. van Gods woord. Ongeloof en spiritisme beginnen een sterk houvast op de wereld te krijgen. Zullen zij, aan wie groot licht geschonken is, thans koud en ontrouw zijn?

Wij, staan juist aan de rand van de tijd der benauwdheid, en moeilijkheden, waar wij nauwelijks van dromen, wachten op ons. Een macht van beneden leidt de mensen tot krijgvoeren tegen de Hemel.
Mensen hebben zich met satanische invloeden verbonden om de wet van God te niet te doen. Da bewoners van de wereld beginnen snel te worden wat de bewoners van “de wereld in de tijd van Noach waren, die door de zondvloed werden weggenomen, en worden de inwoners van Sodom gelijk, die door vuur uit de hemel verteerd werden. De machten van satan zijn aan het werk om het verstand van de mensen aanhoudend af te trekken van eeuwige werkelijkheden.

De vijand heeft de zaken zo geregeld, dat ze met zijn eigen plannen overeenkomen. Wereldse bezigheden, sport, mode van de dag, – die dingen houden de gedachten van mannen en vrouwen bezig. Vermakelijkheden en onnutte leesstof bederven het oordeel. Op de brede weg, die naar het eeuwig verderf leidt, wandelt een lange processie. De wereld vol,van gewelddadigheid, brasserij en dronkenschap, beïnvloedt do kerk. Gods wet, de Goddelijke standaard van gerechtigheid, wordt verklaard van geen betekenis te zijn.

In deze tijd, – een tijd van overweldigende ongerechtigheid – moet een nieuw. leven, voortkomende uit de Bron van alle Leven, bezit nemen van degenen, die de, liefde Gods in hun harten hebben, en zij moeten uitgaan om de boodschap van een gekruisigde en verrezen Heiland met kracht to verkondigen. Zij, moeten ernstige onvermoeide pogingen in het werk stellen om zielen te redden. Hun voorbeeld moet zodanig wezen, dat het een voelbare invloed ten goede heeft op degenen, die rondom hen zijn. Zij moeten alle dingen schade achten te zijn om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, onze Here.

Diepe ernst beheerst zich thans van ons meester te maken. Onze sluimerende werkkrachten moeten opgewekt worden tot onvermoeide krachtsinspanning. toegewijde arbeiders moeten uitgaan in de velden om de weg to bereiden voor da Koning en nieuwe plaatsen te overwinnen. Mijn broeder, mijn zuster, raakt het u niet te weten, dat er elke dag zielen ten grave dalen ongewaarschuwd en niet gered, onwetend aangaande hun behoefte aan een eeuwig leven en de verzoening, die de Heiland voor hen deed? Raakt het u niet, dat de wereld zich weldra voor Jehova zal moeten verantwoorden, en voor het verbreken van Zijn wet? Engelen in de hemel verwonderen zich, dat zij, die zoveel jaren lang het licht gehad hebben, de fakkel der waarheid niet tot de duistere plaatsen der aarde hebben gebracht.

De oneindige waarde van het offer, dat voor onze verlossing geëist werd, brengt het feit aan het licht dat de zonde een ontzaglijk, kwaad is. God had deze vuile smet op de schepping kunnen uitwissen door de zondaar van de aarde te. verdoen. Maar Hij heeft de wereld alzo lief gehad, “dat Hij Zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft , niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.” Joh, 3: 16. Waarom maken wij, dan niet meer ernst?

Waarom zijn er zo velen onder ons die niets doen? Waarom trachten niet allen, die voorgeven God lief te hebben, om hun naaste en hun bekenden in te lichten, zodat zij niet langer aangaande zulk een grote zaligheid onwetend zijn?

Gebrek aan medegevoel

Er heerst tegenwoordig onder belijdende christenen een vreselijk gebrek aan medegevoel, dat verschuldigd is aan zielen, die niet behouden worden. Hoe kunnen wij, de heiligheid en het gewicht verstaan van het werk, waartoe wij, geroepen worden met de woorden: “Waakt voor zielen, als die rekenschap geven zullen,” tenzij onze harten kloppen in overeenstemming met het hart van Christus? Wij, spreken over christelijke zending. Het geluid van onze stemmen wordt gehoord; maar gevoelen wij Christus’ tedere. hart verlangen naar zielen?

De Heiland was een onvermoeide arbeider. Hij mat Zijn werk niet bij uren af. Zijn tijd, Zijn hart, Zijn kracht gaf Hij, om voor het welzijn van de mensheid te arbeiden. Hij gaf gehele dagen aan dat werk en ganse nachten bracht Hij in het gebed door opdat Hij gewapend mocht zijn om de geslepen vijand in al zijn bedrieglijk werkte kunnen weerstaan, en gesterkt te worden tot het doen van Zijn werk van verheffing en wederoprichting van de mensheid.

De man, die God lief heeft, meet zijn werk niet af bij het acht –urenstelsel. Hij werkt altijd, en is nooit vrij. Waar Hij, gelegenheid heeft doet Hij goed. Overal en ten alle tijden en op alle plaatsen, vindt hij gelegenheid om voor God te werken. Hij verspreidt een goede reuk, waar hij ook gaat. Een weldadige atmosfeer omgeeft zijn ziel. De schoonheid van zijn goed geregeld leven en zijn goddelijke wandel boezemen andere vertrouwen, hoop en moed in....

Het zijn zendelingen, die door hun hart gedreven worden, waar behoefte bestaat. Ongestadige pogingen zullen weinig goeds uitrichten. Wij moeten; de aandacht trekken. Wij moeten in diepe ernst zijn. Door krachtig strijd te voeren, te midden van tegenstand, gevaar, verlies, en menselijk lijden, moet het werk van de redding van zielen voortgezet worden. Tijdens een zekere veldslag gebeurde het, dat, toen één van de regimenten van de aanvallende macht door de legerscharen der vijand teruggedreven werd, werd de vaandeldrager, die voor de gelederen uitging, niet wilde wijken toen de troepen terugtrokken. De kapitein riep hem toe dat hij de vlag terug moest brengen; maar het antwoord van de vaandeldrager luidde: ‘Breng de soldaten terug naar de vlag!” Dat is het werk dat op iedere getrouwe vaandeldrager rust, – de soldaten naar de vlag terug brengen. De Here vraagt om volkomen toewijding. Wij weten allen dat de zonde van veel belijdende christenen hierin bestaat, dat zij; de moed en de geestkracht missen om zichzelf en hen, met wie zij verbonden zijn tot de rechte standaard te brengen.

Uit alle landen komt het Macedonische verzoek: “Kom over en help ons. “God heeft arbeidsvelden voor ons geopend, en indien menselijke werkkrachten wilden samenwerken met Goddelijke werkkrachten., zouden er veel, veel meer zielen voor de waarheid gewonnen worden. Maar het belijdende volk des Heren heeft geslapen bij het hun aangewezen. werk, en op veel plaatsen is het betrekkelijk onaangeroerd gebleven. God heeft boodschap op boodschap gezonden om onze mensen op to wekken om iets te doen, en het….. nu to doen. Maar op de vraag, “Wie zal Ik zenden?” zijn er weinigen geweest die geantwoord hebben: “ zie, hier ben ik, zend mij.” Jes. 6: 8.

Wanneer de blaam van traagheid en luiheid van de gemeente zal worden weggenomen, zal de Geest des Heren zich genadiglijk vertonen. Goddelijke kracht zal geopenbaard worden. De gemeente zal het voorzienigheidswerk van de Here der heirscharen zien. Het licht der waarheid zei met heldere, sterke stralen schijnen, en gelijk in de tijd van do apostelen, zullen zich vele zielen ven dwaling tot de waarheid bekeren. De aarde zal verlicht worden door de heerlijkheid des Heren.

Engelen in de hemel hebben lang gewacht op menselijke medewerkers, leden van de gemeente, om met hen samen te staan in hot grote werk, dat gedaan moet worden. Zij wachten op, u. Het arbeidsveld is zó groot, het plan zoveelomvattend, dat ieder geheiligd hart in dienst zei moeten genomen worden als een werktuig van Goddelijke kracht.

Tegelijkertijd zal er een kracht zijn, die ondergronds werkt. Terwijl Gods werktuigen van barmhartigheid arbeiden door de dienst van toegewijde mensen, zet satan zijn werkkrachten in beweging, en legt allen, die zich aan zijn beheer onderwerpen, de verplichting op van te werken. Er zullen vele heren en vele goden zijn. Do kreet zal gehoord worden, “Zie hier is de Christus.” en, “Zie, daar is de Christus.” Overal zullen sluwe plannen zich openbaren, die satan beraamt met het doel om de aandacht van mannen en vrouwen van de plicht van het ogenblik af te trekken. Er zullen tekenen en wonderen gezien worden. Maar hot oog des geloofs zal in al deze openbaringen de voorlopers herkennen van de grote en vreselijke toekomst, en van de triomf, welke Gods volk wacht.

Werkt, o werkt, met de eeuwigheid voor ogen Gedenk er aan dat iedere kracht geheiligd moet worden, Er moet een groot werk worden verricht. Laat het gebed van ongeveinsde lippen vloeien; …... “God zij ons genadig, en zegene ons; Hij doe Zijn aangezicht over ons lichten; ….. opdat men op de aarde Uw weg kenne, onder alle Heidenen Uw heil.” Psalm 67: 1,2.

Zij die, zelfs in beperkte mate beseffen wat verlossing voor hen en hun medemensen betekent, zullen wandelen door geloof, en zullen tot op zekere hoogte de grote behoeften van de mensheid verstaan. Kun harten zullen door medelijden bewogen worden, wanneer zij, de alom verspreide armoede in onze wereld zien, – de armoede van de scharen, die gebrek aan voedsel en kleding hebben, en de zedelijke armoede van duizenden die onder een vreselijke doem leven, in vergelijking waarmee lichamelijk lijden in het niet verzinkt.

Gemeenteleden moeten niet vergeten dat het feit, dat hun namen in het gemeenteboek staan:, hen niet zal zalig maken. Zij moeten zich Gode beproefd voorstellen, arbeiders, die niet beschaamd maken. Zij moeten dag na dag hun karakters opbouwen volgens de aanwijzingen van Christus. Zij, moeten in Hem blijven, en voortdurend geloof in Hem beoefenen. Op deze wijze zullen zij opgroeien tot de mate van de grootte der volheid van mannen en vrouwen in Christus, – gezonde, opgeruimde, dankbare Christenen, die door God tot helderder en steeds helderde licht geleid worden. Indien dit niet hun ervaring is, zullen zij onder degenen zijn,die hun stem eenmaal in bittere klaagtonen zullen verheffen: “De oogst is ingezameld, da zomer is voorbij, en mijn ziel is niet behouden! Waarom ben ik. niet naar de Burcht gevlucht voor veiligheid? Waarom heb ik gespeeld met de zaligheid van mijn ziel, en heb da Geest der genade smaadheid aangedaan?”

“De grote dag des Heren is nabij, hij, is nabij, en zeer haastende.” Zef. 1:14. Laat onze voeten geschoeid zijn met evangelie –schoenen, bereid om onmiddellijk als het gevraagd wordt op mars te gaan. Ieder uur, iedere minuut is kostbaar. Wij hebben geen tijd te verspillen in zelfbevrediging. Overal om ans heen komen zielen in de zonde om. Iedere dag is er iets te doen voor onze Heer en Meester, iedere dag moeten wij, zielen wijzen op, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.

“Daarom, zijt ook gij bereid, want in welke ure gij het niet meent, zal da Zoon des mensen komen.” Matth. 24: 44 Begeeft u ‘s avonds ter ruste na iedere zonde beleden te hebben. Zo deden wij in 1844, toen wij verwachtten de Here tegemoet te gaan. En nu is deze grote gebeurtenis nader, dan toen wij eerst geloofd hebben. Zijt altijd bereid, in de avond, in de morgen en op de middag, dat wanneer de kreet gehoord wordt: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit Hem tegemoet, u al ontwaakt zijt uit de slaap, met uw lampen bereid en brandende kunt uitgaan, om Hem te ontmoeten.
(9. Testimonies p.43 - 48 - E.G.White)