07 Beloften voor kinderen

Beloften voor de kinderen 7.
Wat wordt er van het vijfde gebod gezegd? Efeziërs 6: 22 Eert uw vader en moeder (wat het eerste gebod is met een belofte),

Wat wordt er aan hen, die hun vader en moeder eren, beloofd? Exodus 20:1212 Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft.

Wat wenst God Zijn kinderen te leren? Psalmen 34:1111. Kom, gij, kinderen! hoort naar mij! ik zal u des HEEREN vreze leren.

Wat wordt de vreze des Heren verklaard te zijn? Psalmen 111: 1010. De vreze des HEEREN is het begin der wijsheid; allen, die ze doen, heeft goed verstand; Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid.

Wat wordt er betreffende de arme maar wijze jongeling gezegd? Prediker 4: 1313 Beter is een arm en wijs jongeling, dan een oud en zot koning, die niet weet van meer vermaand te worden.

Hoe toont Christus Zijn tedere zorg voor kinderen? Mattheüs 19: 1414 Maar Jezus zeide: Laat af van de kinderen, en verhindert hen niet tot Mij te komen; want dezulken is het Koninkrijk der hemelen.

Hoe toonde Hij dat Hij hen liefhad? Markus 10: 1616 En Hij omving ze met Zijn armen, en de handen op hen gelegd hebbende, zegende Hij dezelve.

Met welke belofte besluit het Oude Testament? Maleachi 4: 5,65 Ziet, Ik zend ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal.
6 En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met den ban sla.

Welke vreedzame, gelukzalige toestanden zullen er in de andere wereld heersen, vergeleken met die van dit leven? Jesaja 65: 23/ 11: 8,923 Zij zullen niet tevergeefs arbeiden, noch baren ter verstoring; want zij zijn het zaad der gezegende des HEREN, en hun nakomelingen met hen.
8
En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk.
9
Men zal nergens leed doen noch verderven op den ganse berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.