01 De Wet van God

De wet van God.

Hoe maakte God Zijn wet opnieuw bekend toen Hij Zijn volk uit Egypte leidde?
Deuteronomium 4: 12,13 Zie ook Nehemia 9: 13, 14.
12
Zo sprak de HEERE tot u uit het midden des vuurs; gij hoorde de stem der woorden; maar gij zaagt geen gelijkenis, behalve de stem.
13 Toen verkondigde Hij u Zijn verbond, dat Hij u gebood te doen, de tien woorden, en schreef ze op twee stenen tafelen.

Waar staan de tien geboden opgeschreven? Exodus 20:2-17
1
Toen sprak God al deze woorden:
2 Ik ben de HERE, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb.
3 Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.
4 Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is.
5 Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HERE, uw God, ben een naijverige God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten,
6 en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.
7 Gij zult de naam van de HERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HERE zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt.
8 Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt;
9 zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen;
10 maar de zevende dag is de sabbat van de HERE, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont.
11 Want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de HERE de sabbatdag en heiligde die.
12 Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HERE, uw God, u geven zal.
13 Gij zult niet doodslaan.
14 Gij zult niet echtbreken.
15 Gij zult niet stelen.
16 Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
17 Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is.

Hoe veelomvattend zijn deze geboden? Prediker 12: 13
13
Van alles, wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen.

Wat zegt de schrift van de wet van God? Psalm 19: 8,9
8
De bevelen des HEREN zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des HEREN is louter, het verlicht de ogen.
9 De vreze des HEREN is rein, voor altijd bestendig; de verordeningen des HEREN zijn waarheid, altegader rechtvaardig.

Welke zegen zegt de Psalmist, gaat samen met het houden van Gods geboden? Psalm 19: 12
12
Afdwalingen, wie bemerkt ze? Spreek van de verborgene mij vrij.

Wat heeft Christus als voorwaarde gesteld van het ingaan in het leven? Matteus 19: 17
17
En Hij zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan Een, namelijk God. Doch wilt gij in het leven ingaan, onderhoud de geboden.

Kan een mens uit zichzelf, zonder de hulp van Christus de wet houden? Johannes 15: 5. Zie ook Romeinen 7:14-19
5
Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen.

Welke voorziening is er gemaakt ten einde ons in staat te stellen om de wet van God te houden? Romeinen 8: 3,4
3
Want wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees; God heeft, door zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeelt in het vlees,
4 opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest.

Wat is het karakter van de wet van God? Romeinen 7: 14
14
Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.

Hoe wordt de wet verder omschreven? Romeinen 7: 12
12
Zo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed.

Wat wordt er in de wet van God geopenbaard? Romeinen 2: 18
18
En gij weet Zijn wil, en beproeft de dingen, die daarvan verschillen, zijnde onderwezen uit de wet;

Wat was de houding, die Christus tegen Gods wil, of wet innam toen hij op aarde kwam?
Psalm 40:8,9 Zie Hebreeën 10:5,7.
8 Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen
; en Uw wet is in het midden mijns ingewand.
9 Ik boodschap de gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing ik niet; HERE! Gij weet het.

Wie, zei hij, zou in het koninkrijk der hemelen ingaan? Matteus 7: 21
21
Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is.

Wat zei Hij van degenen, die een van Gods geboden breken, of de mensen leren zou dat te doen?
Mattheus 5:19
19
Wie dan een van de kleinste van deze geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen

Wie zei hij zou groot genaamd worden in het koninkrijk? Mattheus 5: 19
19 Wie dan een van de kleinste van deze geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen

Wat dacht Christus van de gerechtigheid der schriftgeleerden en Farizeën? Mattheus 15: 3
3
Maar Hij, antwoordende, zeide tot hen: Waarom overtreedt ook gij het gebod Gods, door uw inzetting?

Hoe hadden zij dit gedaan? Mattheus 15:4-6
4
Want God heeft gezegd: Eer uw vader en uw moeder, en: Wie vader of moeder vervloekt, zal de dood sterven.
5 Maar gij zegt: Wie tot zijn vader of zijn moeder zegt: Het is offergave, al wat gij van mij had kunnen trekken, behoeft zijn vader of zijn moeder niet te eren.
6 Zo hebt gij het woord Gods van kracht beroofd ter wille van uw overlevering.

Welke waarde hechte Christus, als gevolg hiervan, aan hun eredienst? Mattheus15: 9
9
Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.

Wat wordt de zonde verklaard te zijn? 1Johannes 3: 4
4
Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid.

Waardoor komt de kennis der zonde? Romeinen 3: 20. Zie Romeinen 7: 7
20
Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde.
7
Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren.

Hoeveel geboden moet iemand breken om een overtreder van de wet te houden? Jakobus 2: 10,11
10
Want wie de gehele wet houdt, maar op een punt struikelt, is schuldig geworden aan alle geboden.
11 Want Hij, die gezegd heeft: Gij zult niet echtbreken, heeft ook gezegd: Gij zult niet doodslaan. Indien gij nu geen echtbreuk pleegt, maar wel doodslag, zijt gij toch een overtreder van de wet geworden.

Hoe kunnen wij vrijgesteld worden van de schuld van onze zonden, of van onze overtredingen van Gods wet?
1Johannes 1 : 9
9
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.

Waarom worden wij vermaand om God te vrezen en zijn geboden te houden? Prediker 12: 13,14
13
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen.
14 Want God zal elke daad doen komen in het gericht over al het verborgene, hetzij goed, hetzij kwaad.

Wat zal de standaard zijn in het oordeel? Jakobus 2: 12
12
Spreekt zo en handelt zo als mensen past, die door de wet der vrijheid zullen geoordeeld worden.

Wat wordt er gezegd van hen, die Gods wet liefhebben? Psalm 119: 165
165
Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot

Wat zou gehoorzaamheid aan Gods geboden aan het oude Israël verzekerd hebben? Jesaja 48: 18
18
Och, dat gij naar Mijn geboden geluisterd had! Zo zou uw vrede geweest zijn als een rivier, en uw gerechtigheid als de golven der zee.

Wat is een andere zegen die samen gaat met het houden van Gods geboden? Psalm 111: 10
10
De vreze des HEREN is het begin der wijsheid, een goed inzicht hebben allen die ze betrachten. Zijn lof houdt eeuwig stand.

Waarin is de lust van de man die de Psalmist als welgelukzalig beschrijft? Psalm1:1, 2 Zie Romeinen7: 22
1
Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddeloze, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters;
2 Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht

Waarom is het bedenken van het vlees vijandschap tegen God? Romeinen 8: 7
7
Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet:

Hoe beschouwen zij, wier harten en gemoed vernieuwd zijn, de geboden van god? 1Johannes 5: 3
3
Want dit is de liefde Gods, dat wij zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar

Wat is grondbeginsel van de wet van God? Romeinen 13: 10
10
De liefde doet den naaste geen kwaad. Zo is dan de liefde de vervulling der wet.

In welke twee grote geboden wordt Gods wet in het kort samengevat? Matteus 22: 37-40
37
En Jezus zeide tot hem: Gij zult liefhebben den Here, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand.
38 Dit is het eerste en het grote gebod.
39 En het tweede aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.
40 Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.

Wat wordt er gezegd van iemand, die voorgeeft de Heer te kennen, maar Zijn geboden niet houdt? 1Johannes 2: 4
4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar
, en in dien is de waarheid niet;

Welke belofte wordt gegeven aan de gewillige en de gehoorzamen? Jesaja 1: 19
19
Indien gijlieden willig zijt en hoort, zo zult gij het goede dezes lands eten;

Hoe beschouwt God hen, die in Zijn wet wandelen? Psalm 119: 1.
1 Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des HEREN gaan.