11 Toewijding

Toewijding

Welke offerande gebood Hiskia te laten doen, toen hij de eredienst in de tempel herstelde? 2 Kronieken 29: 27
27
Toen beval Hiskia het brandoffer op het altaar te offeren. En op het ogenblik, dat het brandoffer een aanvang nam, werd een lied des HEREN aangeheven en klonk trompetgeschal, begeleid door de instrumenten van David de koning van Israël.

Toen het volk aan de dienst had deelgenomen, hoe verklaarde Hiskia hun toen de betekenis ervan? 2 Kronieken 29: 31
31 Toen nam Jechizkia het woord en zeide: Nu hebt gij u de HERE gewijd. Treedt nader en brengt slachtoffers en lofoffers voor het huis des HEREN. En de gemeente bracht slachtoffers en lofoffers; ook bracht ieder die daartoe van harte bereid was, brandoffers.

Hoe wordt deze toewijding aan alle Christenen aanbevolen? Romeinen 12: 1
1
Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.

Wat wordt de gedurige offerande van dank en lof verklaard te wezen? Hebreeën 13: 15
15
Laten wij dan door Hem Gode voortdurend een lofoffer brengen, namelijk de vrucht onzer lippen, die zijn naam belijden.

Hoe moet de Christelijke kerk de dienst der toewijding voortzetten? 1 Petrus 2: 5
5 en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus.

Wie heeft het voorbeeld gesteld van complete toewijding? Mattheus 20: 27, 28
27 en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn;
28 gelijk
de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.

Welke plaats nam Jezus onder Zijn discipelen in? Lukas 22: 27
27 Want wie is de eerste: die aanligt, of die dient? Is het niet, die aanligt? Maar Ik ben in uw midden als dienaar.

Waarin bestaat gelijkheid aan Christus? Filippenzen 2: 5
5 Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was,

Wat liet Christus geest van nederigheid en toewijding hem doen? Filippenzen 2: 7
7 maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is .

Hoe diep vernederde Christus Zich? Filippenzen 2: 8
8 En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises.
Hoe vermaant Hij ons om dezelfde toewijding te beoefenen? Mattheus 11: 29
29 neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen;

Welke voorwaarde stelt Hij aan die Hem willen volgen? Lukas 14: 33
33 Zo zal dus niemand van u, die niet afstand doet van al wat hij heeft, mijn discipel kunnen zijn .

Wat is het bewijs dat iemand Christus niet toebehoort? Romeinen 8: 9
9 Gij echter zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.

Hoe moet hij wandelen, die belijdt in Christus te blijven? 1 Johannes 2: 6
6 Wie zegt, dat hij in Hem blijft, behoort ook zelf zo te wandelen, als Hij gewandeld heeft.

Behoren wij onszelf toe? 1 Korinthe 6: 19, 20 zich aan zijn eigen lichaam.
19 Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?
20
Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.

Wat worden wij daarom vermaand te doen? 1 Korinthe 6: 20
20 Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.

Waarvan zijn de lichamen van Christenen de tempel? 1 Korinthe 6: 19
19 Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt

Wanneer iemand waarlijk toegewijd is, waartoe staat hij dan klaar? Jesaja 6: 8
8 Daarop hoorde ik de stem des Heren, die zeide: Wie zal Ik zenden en wie zal voor Ons gaan? En ik zeide: Hier ben ik, zend mij.

Hoe wordt de gewilligheid om te dienen nog op andere wijze uitgedrukt? Psalm 123: 2
2 Zie, gelijk de ogen der knechten zijn op de hand van hun heren, gelijk de ogen der dienstmaagd zijn op de hand van haar gebiedster, zo zijn onze ogen op de HERE, onze God, totdat Hij ons genadig zij.