09 Christus de weg des levens

1 .Wat verklaart Christus zichzelf te zijn? Johannes 14: 6
6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.

2 .In welke toestand bevinden zich alle mensen? Galaten 3: 22 / Romeinen 3: 23
22
Neen, de Schrift heeft alles besloten onder de zonde, opdat ten gevolge van het geloof in Jezus Christus de belofte het deel zou worden van hen, die geloven.
23 Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods,

3 .Wat is het loon van de zonde: Romeinen 6: 23Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.
4 .Hoe velen vallen er onder de overtreding van Adam? Romeinen 5: 12Daarom, gelijk door een mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben;
5 .Wat is de gift Gods? Romeinen 6: 23Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here
6 .Hoe velen kunnen de gift ontvangen? Openbaring 22: 17
17 En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En wie het hoort, zegge: Kom! En wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet.

7 .In wie is de gift? 1 Johannes 5: 11En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon.
8 .Wat hebben wij wanneer wij de zoon ontvangen? 1 Johannes 5: 12Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.
9 .Welk verlies lijden degenen, die Hem niet aannemen? 1 Johannes 5: 13Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.
10.Op welke andere wijze wordt dezelfde waarheid uitgedrukt? Johannes 3: 36Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem
11.Nadat iemand Christus in waarheid heeft ontvangen, wiens leven wordt dan in Hem geopenbaard? Galaten 2: 20Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven
12.In welke toestand verkeren allen, vóór Hij hen levend maakt? Efeze 2: 4, 5
4 God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad,
5 ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, (door genade zijt gij behouden ),

13.Wat wordt deze overgang uit de dood tot het leven genoemd? 1 Petrus 1: 23
23
als wedergeboren, en niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God.

14.Toen de mens in het begin zondigde, wat werd er toen gedaan om te voorkomen, dat hij voor altijd in zonde zou blijven leven? Genesis 3: 22-24
22
En de HERE God zeide: Zie, de mens is geworden als Onzer een door de kennis van goed en kwaad; nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven.
23 Toen zond de HERE God hem weg uit de hof van Eden om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was.
24
En Hij verdreef de mens en Hij stelde ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een flikkerend zwaard dat zich heen en weer wendde, om de weg tot de boom des levens te bewaken.

15.Wat wordt verklaard één doeleinde te zijn van de dood van Christus?
Hebreeën 2: 14Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen
16.Door wie zal Abraham de belofte van de toekomstige erfenis ontvangen? Genesis 12: 7Toen verscheen de HERE aan Abram en zeide: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. En hij bouwde daar een altaar voor de HERE, die hem verschenen was
17.Hoe velen worden in Gods beloften aan Abraham ingesloten?
Handelingen 3: 24Gij zijt de zonen van de profeten en van het verbond, dat God met uw vaderen gemaakt heeft, toen Hij tot Abraham zeide: En in uw nageslacht zullen alle stammen der aarde gezegend worden.
18.Op wie heeft het “zaad” in die beloften betrekking? Galaten 3: 15Nu werden aan Abraham de beloften gedaan en aan zijn zaad. Hij zegt niet: en aan zijn zaden, in het meervoud, maar in het enkelvoud: en aan uw zaad, dat wil zeggen: aan Christus .
19.Wie zou de dood van Christus vergeefs maken? Galaten 2: 21Ik ontneem aan de genade Gods haar kracht niet; want indien er gerechtigheid door de wet is, dan is Christus tevergeefs gestorven.
20.Waarom zijn allen onder de zonde besloten? Galaten 3: 22Neen, de Schrift heeft alles besloten onder de zonde, opdat ten gevolge van het geloof in Jezus Christus de belofte, het deel zou worden van hen, die geloven.
21.Hoe worden allen dan de kinderen Gods? Galaten 3: 25Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus .
22.Met wie zijn de kinderen Gods mede-erfgenamen? Romeinen 8: 17Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.