04 Schepping en herschepping

1 .Wat wordt in het eerste vers van de Bijbel over God geopenbaard? Genesis 1: 1
1
In den beginne schiep God de hemel en de aarde.

2 .Welke tegenstelling wordt er herhaaldelijk in de Schriften geschetst tussen de ware God en de valse goden?
Jeremia 10: 11-16 / 14: 22 / Handelingen 17: 22-29
11
(Zo zult gij tot hen zeggen: De goden, die de hemel en de aarde niet gemaakt hebben, zullen vergaan van de aarde en van onder de hemel).
12 Hij maakt de aarde door zijn kracht, Hij bereidt de wereld toe door zijn wijsheid en breidt de hemel uit door zijn verstand.
13 Als Hij zijn stem doet horen, is er een geruis van water aan de hemel en doet Hij dampen opstijgen van het einde der aarde; bliksemen maakt Hij bij de regen, en wind doet hij voortkomen uit zijn voorraadkamers .
14
Verstomd staat ieder mens, zonder kennis; beschaamd staat iedere goudsmid om het beeld, want leugen is zijn gietsel en er is geen geest in hen;
15 nietigheid zijn zij, een bespottelijk maaksel; als aan hen bezoeking gedaan wordt, gaan zij teniet.
16 Maar Jacobs deel is niet als deze; Hij is de Formeerder van alles, en Israël is de stam zijner erfenis: HERE der heerscharen is zijn naam!

22 Zijn er onder de nietigheden der volken, die het laten regenen? Of kan de hemel regenstromen geven? Zijt Gij dat niet, HERE, onze God? Zo zullen wij op U hopen, want Gij doet dit alles

22 En Paulus, voor de Areopagus staande, zeide: Mannen van Athene, ik zie voor mijn ogen, dat gij in elk opzicht buitengewoon ontzag voor godheden hebt;
23 want toen ik door uw stad liep en de voorwerpen uwer verering aanschouwde, heb ik ook een altaar gevonden met het opschrift: Aan een onbekende god . Wat gij dan, zonder het te kennen, vereert, dat verkondig ik u.
24 De God, die de wereld gemaakt heeft en al wat daarin is, die een Heer is van hemel en aarde, woont niet in tempels met handen gemaakt,
25
en laat Zich ook niet door mensenhanden dienen, alsof Hij nog iets nodig had, daar Hij zelf aan allen leven en adem en alles geeft.
26 Hij heeft uit een enkele het gehele menselijke geslacht gemaakt om op de ganse oppervlakte der aarde te wonen en Hij heeft de hun toegemeten tijden en de grenzen van hun woonplaatsen bepaald,
27 opdat zij God zouden zoeken, of zij Hem al tastende vinden mochten, hoewel Hij niet ver is van een ieder van ons.
28 Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij, gelijk ook enige van uw dichters hebben gezegd: Want wij zijn ook van zijn geslacht.
29 Daar wij dan van Gods geslacht zijn, moeten wij niet menen, dat de godheid gelijk is aan goud of zilver of steen door menselijke kunstvaardigheid gesneden of bedacht

3 .Door wie werkte God bij het scheppen van alle dingen? Johannes 1: 1-3
In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.
2 Dit was in den beginne bij God .
3 Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is

4 .Door wie vindt de herschepping plaats? Romeinen 5: 8,9
8
God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is.
9 Veel meer zullen wij daarom, thans door zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn.

5 .In welke schriftuur plaats lezen wij, dat Christus, die de wezenlijke bewerker der schepping was, evenzo het hoof is van de gemeente? Kolossensen 1: 16-18
16
want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen;
17 en Hij is voor alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem;
18 en Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is.

6 .Welke schriftuurplaats toont aan, dat de Schepper evenzo de Verlosser is? Jesaja 43: 1
1
Maar nu, zo zegt de HERE, uw Schepper, o Jacob, en uw Formeerder, o Israël: Vrees niet, want Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn.

7 .Wie wordt verklaard de bron van kracht te zijn voor de zwakken? Jesaja 40: 29, 29
28
Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwige God is de HERE, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede noch mat, zijn verstand is niet te doorgronden.
29 Hij geeft de moede kracht en de machteloze vermeerdert hij sterkte

8 .Welk gebed van David toont dat hij de verlossing als een scheppingswerk beschouwde? Psalm 51: 10
10
Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest;

9 .Wie houdt de hemellichamen in hun banen? Jesaja 40: 25, 26
25
Met wie dan wilt gij Mij vergelijken, dat Ik hem zou gelijk zijn? Zegt de Heilige .
26 Heft uw ogen naar omhoog en ziet: wie heeft dit alles geschapen? Hij, die het heer daarvan in groten getale uitleidt en elk daarvan bij name roept door de grootheid zijner sterkte en omdat Hij geweldig van kracht is; er blijft niet een achter.

10.Wat kan diezelfde Heilige God voor de gelovigen doen? Judas 24, 25
24
Hem nu, die u voor struikelen kan behoeden en onberispelijk doen staan voor zijn heerlijkheid in grote vreugde,
25 de enige God, onze Heiland, zij door Jezus Christus, onze Here, heerlijkheid, majesteit, kracht en macht voor alle eeuwigheid, en nu en in alle eeuwigheden! Amen.

11.Wat is de maat van de kracht die de gelovige ten dienste staat: Efeze 1: 17- 20
17 opdat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de Geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen:
18 verlichte ogen uws harten, zodat gij weet, welke hoopt zijn roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid is zijner erfenis bij de heiligen,
19 en hoe overweldigend groot zijn kracht is aan ons, die geloven, naar de werking van de sterkte zijner macht,
20 die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten,

12.Hoe groot was Israëls verlossing uit de Egyptische slavernij? Deuteronomium 4: 32-34
32
Want vraag toch naar de dagen van het verleden, van voor uw tijd, sinds de dag dat God de mens op de aarde schiep; en vraag van het ene einde des hemels tot het andere, of er zo iets groots is gebeurd of iets dergelijks is gehoord .
33 Heeft ooit een volk een goddelijke stem gehoord, sprekende uit het midden van het vuur, zoals gij die gehoord hebt, en het leven behouden?
34 Of heeft ooit een god beproefd te komen om zich een volk te nemen uit het midden van een ander volk, door beproevingen, door tekenen, door wonderen en strijd, met een sterke hand en een uitgestrekte arm en met grote verschrikkingen, zoals de HERE, uw God, om uwentwil dit alles in Egypte voor uw ogen gedaan heeft?

13.Welke schriftuurplaats toont duidelijk aan, dat het Gods scheppingsmacht is, die de gelovige verandert? Efeze 2:10
10
Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen .

Van welk groot werk is de Sabbat zowel het gedenkteken als het merkteken? Exodus 20: 8-11/ 31: 17
8 Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt;
9 zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen;
10 maar de zevende dag is de sabbat van de HERE, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont.
11 Want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de HERE de sabbatdag en heiligde die

17 Tussen Mij en de Israëlieten is deze een teken voor altoos, want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, en op de zevende dag heeft Hij gerust en adem geschept.

14.Waarvan is de Sabbat, behalve van de oorspronkelijke schepping, als teken gesteld? Ezechiël 20: 12Ook gaf Ik hun mijn sabbatten als een teken tussen Mij en hen, opdat zij zouden weten, dat Ik, de HERE, hen heilig.
15.Door wiens macht wordt het zichtbare heelal in stand gehouden? Kolossensen 1: 17
17
en Hij is voor alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem;

16.Welke woorden bewijzen, dat alle dingen, stoffelijke zowel als geestelijke, door dezelfde persoon in stand worden gehouden? 1 Korintiërs 8: 6
6
voor ons nochtans is er maar een God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en een Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem.

17.Waarom is God waardig, eer en heerlijkheid te ontvangen? Openbaring 4: 11
11
Gij, onze Here en God, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de macht; want Gij hebt alles geschapen, en om uw wil was het en werd het geschapen.