Een nieuwe wereld

Als jij je moeder helpt bij het bakken van een cake, controleer je of je alle ingrediënten hebt.
God besloot dat Hij een nieuwe wereld wou maken ; onze wereld. Voordat Hij begon
maakte hij plannen voor elke vogel, plant en bloem die hij ging maken.
Laten we meer te weten zien te komen.

God had het plan om een wereld te maken. Hij wilde een wereld die mooi was en
vol was met schepselen die konden lopen, vliegen, kruipen, zwemmen en praten. God
vond een donkere, lege, waterige plek in het heelal. Hij zei: “Laat er licht zijn.” En licht verscheen.
God noemde het licht dag en de duisternis nacht. Het licht was morgen en de
duisternis avond. Samen was dit de eerste dag.

Maar alles was nog steeds nat en niet geschikt om te lopen, vliegen of kruipen. Dus
God sprak opnieuw: “Water, splits jezelf.” Het water splitste zich in 2 delen. Maar
alleen het lage gedeelte was nat. Het hoge gedeelte was droog en licht en blauw. God
noemde het bovenste gedeelte hemel. Dit was de tweede dag. Vervolgens besloot God om een plek te maken waar schepselen konden lopen en
kruipen. Hij zei: “Water kom samen en maak plaats voor droge grond.” God noemde
de grond land en het water zee. Toen keek hij naar het land en zei: “Maak planten en
bomen voor eten en schaduw.” Dit gebeurde op de derde dag.

Genesis 1 en 2; Patriarchen en Profeten hoofdstuk 2. De schepping (blz. 19-25)

Leertekst:
“In het begin schiep God de hemel en de aarde” (Genesis 1 : 1 NBV)
De boodschap:


We aanbidden/eren God als we hem danken voor het maken van onze wereld.2
Toen was God klaar om licht te maken. Hij zei: “Lichten, hang jezelf in de lucht.”
En er verscheen licht in de lucht. Een groot licht: de zon scheen op de dag. Een
kleinere: de maan scheen in de nacht. Samen met kleinere lichtjes: de sterren zouden
zij de seizoenen en de jaren laten zien. Dit was de vierde dag

Nu was de aarde klaar voor de schepselen die God gepland had. God zei:
“Zeeschepselen, het water is klaar voor jullie. Vogels, de lucht is klaar voor jullie.” En
vissen en vogels verschenen. God zegende de vogels en de vissen door te zeggen: “Vul
de zeeën. Vul de lucht.” Dit was de vijfde dag.

De volgende dag zei God: “Ik ben klaar om dieren te maken.” En dat deed Hij ook.
Maar hij was nog niet klaar. God zei: “Laat ons de mens maken naar Ons evenbeeld.”
Toen deed God iets anders. Hij knielde op de grond. Hij pakte wat aarde bij elkaar als
klei. En Hij begon het te kneden. Hij kneedde het is een schepsel met twee benen,
twee armen, een lichaam en een hoofd. Toen boog Hij zich voorover en blies Zijn
adem in het gezicht van het schepsel. En het schepsel opende zijn ogen en ging
overeind zitten. Het was een man.

God noemde de man Adam. Hij liet Adam alles zien wat hij gemaakt had en zei: “Dit
is voor jou Adam, zorg er goed voor.”

Adam kwam er al snel achter dat alle schepselen met zijn tweeën waren. Elk schepsel
had een partner, behalve hij. Nu was God klaar om het laatste deel van zijn plan af te
maken. Hij legde Adam in slaap en terwijl Adam sliep haalde God een van zijn ribben
uit hem. Toen knielde God opnieuw neer op de grond, pakte Adams rib en maakte
een partner voor hem. Toen Adam zijn partner zag zei hij: “Mijn vrouw!” Hij noemde
haar Eva. Dit was de zesde dag.

De volgende dag keek God naar alles wat hij gemaakt had. En God en Adam en Eva
en alle andere schepselen rustte en genoten van hun nieuwe thuis. Het was de
zevende dag, de prachtige dag die we Sabbat noemen. Gods nieuwe wereld was
compleet.

Sabbat
Maak een wandeling door de natuur.
Speel het spelletje “ik zie iets dat God gemaakt heeft”
Je begint met elke keer met de zin “ik zie iets dat God gemaakt heeft.”
De anderen moeten raden wat jij ziet. Je mag aanwijzingen geven.
Degene die het goed raad mag dan een ding kiezen.
Lees samen je les.
Dank God dan voor de prachtige dingen die Hij gemaakt heeft.

Zondag
Lees en bespreek Genesis 1 : 1 – 3.
Doe je ogen dicht en stel je voor hoe het leven zou zijn als het altijd donker was.
Maak een lijst met dingen die je zou kunnen doen als er geen licht was.
Wij slapen ’s nachts, maar sommige schepselen zijn dan wakker.
Proberen wat meer te weten te komen over een dier dat ’s nachts leeft.
Dank God voor alle dieren die ’s nachts leven.

Maandag
Lees samen met je familie Genesis 1 : 6 – 8.
Dank God voor het water.
Teken een paar vissen op een stuk papier.
Schrijf op elke vis 1 woord uit de tekst van de week.
Knip de vissen uit en gooi de vissen door elkaar.
Oefen de tekst van de week door de vissen in de goede volgorde te leggen.

Dinsdag
Zoek een mooi boomblad.
Leg een stuk papier over je boomblad.
Gebruik een munt om over het boomblad te wrijven.
Kijk naar de vorm van het blad die op je papier te zien is.4
Zoek in de bijbel Prediker 3 : 11 en schrijf dit bovenaan je papier.
Laat het papier aan je familie zien en vertel ze hoeveel God van ze houd.
Dank God voor de bomen en de planten.

Woensdag
Ga samen met je gezin naar buiten als het donker is en kijk naar de sterren.
Hoeveel figuren (sterrengroepen) kan jij ontdekken?
Teken een paar figuren op een stuk papier. Probeer meer over de figuren te weten te
komen.
Lees en bespreek Psalm 8 : 3, 9; Psalm 19 : 1; Psalm 136 : 1, 7, 9.
Dank God voor de zon, maan en sterren.

Donderdag
Lees en bespreek Genesis 1 : 20 – 23 met iemand uit jouw gezin en ontdek wat God
verder schiep op de vijfde dag.
Zoek eens uit hoe vissen ademen. Waarom kunnen ze niet op het land leven?
De Joodse Talmoed noemt
het eerste boek van de Bijbel
‘Scheppingsboek van de
wereld’
Vraag aan één van je ouders een beker en een bak of emmer te leen. Pak de beker en
doe een papieren zakdoekje op de bodem. Vul een bak of emmer met water, houd de
beker ondersteboven, duw het helemaal onder water en haal het er snel weer uit. Is
het doekje nat? Waarom (niet)? Doe het nu nog een keer maar laat het nu heel rustig
zakken en haal hem er weer heel rustig uit. Wat gebeurde er? Waarom gebeurde dit?
Dank God voor de dingen die hij maakte op de vijfde dag.

Vrijdag
Bedenk een quiz voor je familie. Vraag je familie om het plan te beschrijven wat God
gevolgd heeft met de schepping.
Vraag elke persoon om te vertellen wat hij of zij het mooiste vindt van de schepping.
Lees Genesis 1 tot Genesis 2 : 3.
Dank God voor alles wat Hij gemaakt heeft.