De grote ontsnapping

Heb je ooit geprobeerd een deur te openen die gesloten bleek te zijn? Petrus was in de gevangenis
achter gesloten deuren. Zou hij ooit die koude en donkere plaats verlaten?
In het begin kon Petrus niet slapen. Hij lag op de koude, harde vloer in het donker. Zijn handen
waren vastgeketend aan twee soldaten. Hij had overal pijn.

Zijn enige troost was dat hij wist dat er voor hem gebeden werd door andere gelovigen. Veertien
andere soldaten stonden voor de gevangenis deur om hem te bewaken. Het was, menselijk gezien,
onmogelijk om te ontsnappen. Door alle opwinding tijdens de aanhouding was hij heel erg moe
geworden. Hij viel heel snel in diepe slaap.

Petrus voelde dat iets of iemand hem aanraakte. Hij werd wakker door een fel licht. Een engel strekte
zijn hand uit naar hem. ‘Snel, sta op,’ zei de engel. Petrus dacht dat hij droomde totdat de kettingen
van zijn handen afvielen. ‘Trek je kleren en je sandalen aan,’ zei de engel. ‘Doe je mantel om en volg
mij.’ Petrus gehoorzaamde. Het voelde nog steeds aan alsof hij droomde. Stilletjes leidde de engel
Petrus voorbij de 14 andere bewakers. Toen ze bij de poort van de gevangenis aankwamen, ging deze
vanzelf open. Terwijl ze aan het lopen waren in de straat, verdween de engel. Petrus wist toen heel
zeker dat hij niet aan het dromen was; hij was wakker. ‘Ik weet dat Heer Zijn engel heeft gestuurd
om mij van Herodes te verlossen,’ zei hij tot zichzelf.

De boodschap
God hoort en verhoort onze gebeden voor elkaar.

Leertekst:
Terwijl Petrus onder zware bewaking zat opgesloten, bleef de gemeente vol vuur voor
hem bidden tot God. (Handelingen 12:5, NBV)
Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-1162

Petrus liep naar het huis van de moeder van Johannes Marcus. Hij wist dat de gelovigen zich daar
hadden verzameld om te bidden. Petrus klopte zachtjes op de buitendeur. Rhode, een dienstmeisje,
gaf antwoord.

‘Wie is het?,’ vroeg zij vanachter de gesloten deur. ‘Rhode, Rhode,’ fluisterde Petrus. ‘Ik ben het,
Petrus.’

‘Petrus!’ schreeuwde ze blij. ‘Hij is aan de deur!’ En zonder de deur te openen, rende ze weg om het
de anderen te vertellen. Petrus stond daar, verbaasd dat ze hem niet binnen had gelaten.
Hij hield zijn oor tegen de deur aan. Hij kon een stem horen die binnen was en zei: ‘Rhode, je bent
niet goed wijs.’

‘Neen, het is waar,’ zei Rhode. Petrus klopte nog eens. ‘Petrus is in de gevangenis’ , zei een andere
stem.

‘Maar ik hoorde hem,’ zei Rhode. Petrus klopte nog een keer. ‘Hij wordt door 16 soldaten bewaakt,’ zei
een andere stem. ‘Ik ken zijn stem,’ hield Rhode vol. Petrus klopte harder. ‘Het is Petrus,’ zei Rhode
huilend.

Petrus wilde niet de hele buurt wakker maken, maar hij klopte nog één keer hard op de deur.
‘Wat is dat?’ vroeg iemand. Ze keken allemaal elkaar aan en toen weer Rhode aan. ‘Het klinkt als
geklop,’ antwoordde iemand.

Ze snelden allen naar de deur. Ze rukten de deur open en schreeuwden nog net niet toen ze Petrus
zagen. Hij gebaarde hen dat ze stil moesten zijn. Hun stemgeluid veranderde in gefluister, terwijl ze
Petrus naar binnen trokken. Iedereen begon tegelijkertijd praten. ‘Prijs God, Petrus, je bent veilig’;
‘We hebben de hele nacht gebeden voor je’.

Toen vertelde Petrus hen hoe de engel van de Here hem had geholpen om te ontsnappen. Nadat hij
zijn verhaal had verteld, zei hij: ‘Ik moet ergens gaan waar het veiliger is. Vertel Jakobus en de
anderen wat er gebeurde. Dankjewel voor jullie gebeden. Nu weet ik dat de engel mij daarom kwam
bevrijden.’


Sabbat
DOEN Ga wandelen met je gezin, terwijl jullie, losjes, aan elkaar vastgebonden zijn. Hoe voelt het aan? Denk
er dan aan hoe Petrus zich gevoeld moet hebben.
BID Bid voor een ieder die in de gevangenis is, omdat hij of zij in Jezus geloofd.

Zondag
LEES Lees en bespreek Handelingen 12:1-19 met je gezin.3
BID Bid voor je kerkfamilie.
DOEN Knip 17 strookjes papier. Schrijf op elk strookje een woord van je leertekst. Lijm de uiteinden van de
strookjes aan elkaar zodat ze ringen/schakels van een ketting worden. Kijk elke dag weer naar je
leertekst.

DOEN Hoeveel kettingen vind je in de buurt van je huis? Welke is het zwaarst? Aan wat voor soort ketting
zou Petrus vastgeketend zijn geweest?

Maandag
DOEN Maak een gezinsgebedslijst tijdens de wijding.
VRAAG Vraag aan elk van de gezinsleden om je te vertellen over een gebed dat door God beantwoord werd.
ZING ‘Whisper a prayer’
DENKEN Lig 5 minuten op de grond. Probeer je dan voor te stellen hoe het voor Petrus was om op de vloer te
liggen in de gevangenis.
BID Bid voor de mensen op jouw gebedslijst.

Dinsdag
LEES Pak eens een encyclopedie en kijk wat je kan vinden over de Romeinse gevangenissen. Je kunt, als
het mag van je ouders, ook het internet bijvoorbeeld hiervoor gebruiken.
DOEN Maak een model van een gevangenis om tijdens de wijding te delen.
DOEN Tijdens de wijding/het danken, kijk hoeveel namen je nog kan vinden van gevangenen in de bijbel.
BID Dank God voor jouw vrijheid.

Woensdag
DOEN
Zoek de 3 belangrijkste dingen over gebed op. Lees Mattheus 7:7, Mattheus 21:22 en 1 Johannes 1:9.
1)………………………………………………………………………………………………………………………………………….
2)………………………………………………………………………………………………………………………………………….
3)………………………………………………………………………………………………………………………………….………
MAAK Maak een poster om in je kamer op te hangen, om jou aan deze 3 punten over gebed te herinneren.
DELEN Deel deze 3 punten over gebed met je familie tijdens de wijding/het danken en pas ze toe terwijl je
samen bidt.

Donderdag
DOEN Maak een ansichtkaart voor een oudere broeder of zuster van de kerk. Schrijf er de tekst uit Psalm
116:1 op en ‘Ik bid voor u.’ Stuur deze kaart op of geef het zelf aan de broeder of zuster in de kerk. Blijf thuis ook voor deze
persoon bidden.
DOEN Markeer een gevangenisgebied van 2m lang en 1m breed. Blijf 10 minuten in het midden staan.
Bedank, terwijl je daar blijft staan, God voor de mensen die elke dag voor jou bidden.
Vrijdag
DOEN Speel het verhaal van Petrus na tijdens de wijding met je familie.
DOEN God beantwoordt gebeden op drie verschillende manieren:
Ja, nee, en wacht. Lees de gezinsgebedslijst en kijk hoe God elk van jullie gebeden heeft verhoord.
ZING Zeg je leertekst op zodat de rest van het gezin het hoort. Zing ook een lied over gebed.
BID Blijf bidden voor de personen die op jullie gezinsgebedslijst staan.