Doe niets, sta daar maar gewoon!

Heb je ooit iemand gezien of zelf meegemaakt dat je “bevroren was van angst”? Vaak moeten we stil staan alsof we bevroren zijn om met God de strijd te strijden en te overwinnen. Lang geleden was er een leger dat op die manier de strijd gewonnen heeft, door gewoon stil te staan en God te prijzen. (2 Kronieken 20:1-30, Prophets and Kings pp. 190-203)





“Koning Josafat, de boodschapper wacht in het buitenhof,” vertelde de assistent. “Breng hem meteen naar” Josafat wist dat de Moabieten en de Ammonieten, twee oorlogvoerende buurlanden, snel richting Jeruzalem kwamen en hij wilde informatie. “Wat is er aan de hand? Welke boodschap heb je vandaag?” vroeg Josafat zodra de boodschapper door de deur kwam. “De legers komen dichterbij,” antwoordde de boodschapper. “En ze zijn gewapend met de nieuwste wapens.”



“Zeg tegen jouw commandant om hun reis op de voet te volgen en breng elke dag verslag aan mij uit.” Beval de koning. Hij draaide zich naar zijn assistent en zei: “Breng dit bericht naar alle mensen. Morgen zullen we allemaal vasten en God vragen wat Hij wil dat wij doen. Vertel iedereen dat ik hen morgenochtend in de tempel verwacht.”





Josafat ging naar de tuin om daar alleen te zijn met God. Hij had genoeg troepen om de strijd aan te gaan, maar wanneer hij in het verleden op zijn eigen kracht had vertrouwd, ging het steeds fout. Deze keer zou hij eerst God om hulp vragen voordat hij iets ging doen.



De morgenzon reflecteerde op de witte zuilen die om de tempel heen stonden. Terwijl Josafat de menigte zag binnenstromen voelde hij God aanwezigheid bij hem. Er viel een stilte over de menigte toen de koning opstond om te gaan praten. Vader tilden hun kinderen op hun schouders, zodat ze het beter konden zien. “Ik weet zeker dat jullie de geruchten gehoord hebben,” begon koning Josafat. “Het is waar de legers uit Edom naar ons toe komen. Ze zullen al snel in Juda zijn.”



Je hoorde gejammer vanuit de menigte. Josafat deed zijn handen omhoog om iedereen weer stil te krijgen. “Mijn volk, jullie hoeven niet bang te zijn. Ja, we staan voor een crisis. Maar jullie weten dat God nog steeds bij ons is. Het is belangrijker dat wij Hem vertrouwen en ons laten leiden door Hem, dan dat we deze strijd winnen,” ging de koning verder. “Laten we met God praten en Hem vragen om ons te leiden.”
“O, God, straf onze vijanden,” smeekte de koning. “Wij hebben geen enkele kracht in de strijd. Wij weten niet wat we moeten doen, maar we luisteren naar uw antwoord. Wij danken u, hoe U onze roep om hulp ook beantwoordt.”



Iedereen vroeg zich af wat er zou gebeuren. Plotseling duwde een man, Jachaziël, zich door de menigte naar voren. Waar was hij mee bezig? “koning!” schreeuwde hij, “ik heb een boodschap van God! Hij zegt dat wij deze strijd niet hoeven strijden! Het is in Zijn handen! Jullie moeten je posities innemen en toekijken hoe God ons zal bevrijden.” Josafat boog zijn knieën en terwijl hij nog op het podium stond voor al die mensen, knielde hij neer om God te prijzen. Iedereen volgde zijn voorbeeld en dankte God voor Zijn belofte van overwinning. Toen ze klaar waren met bidden ging er vrolijkheid door de menigte hen. Ze wisten dat God hun gebeden gehoord had en dat zij een machtig antwoord zouden ontvangen. Morgen zou niet snel genoeg kunnen komen.

* * *
De volgende dag stroomden mannen, vrouwen en kinderen naar de afgesproken plaats. Iedereen wilde weten hoe God voor hen ging strijden in de woestijn van Tekoa. Weer stond Josafat voor het volk. “onthoud goed dat God deze strijd zal strijden. Heb vertrouwen in Hem en Hij zal ons moed geven,” zei de koning. “Hij heeft door Zijn profeten gesproken. Als we hen volgen, zullen we slagen.” Josafat luisterde naar de mensen. Daarna vormde hij groepen met zangers om het leger te leiden terwijl zijn naar het strijdveld zouden vertrekken. Samen zongen zij: “Breng dank aan de Heer, want Zijn liefde eindigt nooit.”

Toen Juda begon te zingen zorgde God voor hinderlagen voor hun vijanden. Dit verwarde de Moabieten en de Ammonieten. Zij dachten dat de mannen uit Edom hun aanvielen en zij begonnen elkaar aan te vallen. Toen Josafat en zijn zingende leger over de heuvel kwamen en uitkeken over de woestijn, was er niet één soldaat die nog leefde. Hun vijanden hadden elkaar gedood!
De mensen uit Juda verzamelden kleding, uitrusting en andere dingen van waarden uit de tenten van de vijand. Daarna leidde koning Josafat zijn volk terug naar Jeruzalem. Toen zij terugwaren in de stad verzamelde iedereen zich bij de tempel om God te danken voor de overwinning die Hij hen gegeven had. Vergezeld met harpen, fluiten en trompetten zong iedereen lofliederen aan God, wel een paar uur! Al gauw hoorden andere landen om Juda heen over de overwinning waar God voor had gezorgd. Juda werd veel jaren niet meer lastig gevallen door deze landen. Omdat de mensen God hadden gevraagd om de strijd te strijden, leefden ze voor lange tijd in vrede.





Kerntekst: God heeft de overwinning al voor ons behaald.
2 kronieken 20:17 – Jullie hoeven in deze strijd geen slag te leveren. Wacht rustig af, dan zullen jullie zien hoe de Heer voor jullie de overwinning behaalt.
Sabbat Doe de activiteit op pagina 24

Zondag lees: Doe niks, sta daar maar gewoon!
Stel je eens voor hoe moeilijk het geweest zal zijn voor Josafat en zijn leger om op God te vertrouwen voor deze overwinning. Probeer jezelf eens voor te stellen in die wachtende menigte.
Bid God of Hij jou dingen in jouw leven wil laten zien die Hij zou moeten overnemen.



Maandag Teken een rots waar jij op staat terwijl je God aanbidt, teken een “vijand” aan de andere kant waar jij tegen vecht.
Schrijf de kerntekst op deze tekening en hang het ergens in jouw kamer waar je het elke dag kan zien en lezen.
Begin met het leren van de kerntekst.



Dinsdag Lees 2 Kronieken 20:6-12, de toespraak die Josafat gemaakt had voor God en alle mensen in de tempel
Schrijf de verzen achter elk gedeelte van Josafats gebed.
1. Aanbidding naar God voor wie Hij is (verzen……)
2. Aanbidding naar God voor wat Hij heeft gedaan voor Israël (verzen….)
3. Hoe God zijn volk in het verleden geleid heeft (verzen….)
4. Het probleem waar ze nu mee zitten (verzen……)
5. Vragen naar Gods hulp (verzen……)
6. Hun hulpeloosheid toegeven en hun probleem totaal in Gods handen leggen (verzen…….)
Gebruik bovenstaande regels om God te bidden om een probleem waar jij vandaag mee zit.





Woensdag lees 2 Kronieken 20:13-19
Denk erover na hoe deze mensen God aanbaden? Wat kan jij doen om God te prijzen voor de dingen die Hij heeft gedaan en nog steeds doet voor jou?
Schrijf een dankgebed voor God in jouw bijbelstudieschrift*, richt je op alles wat Hij voor jou heeft gedaan. Geef Hem jouw zorgen. Geef Hem jouw leven. Geef Hem jouw dagelijkse plannen.
* Als je geen bijbelstudieschrift hebt, pak dan een blocnote, een paar vellen papier om in je lesboek erbij te doen, of open een map in de computer. Schrijf elke keer dat je de bijbel bestudeerd, jouw gedachten en ideeën op.





Donderdag Lees 2 Kronieken 20:20, 21
Stel jezelf eens voor in het verhaal. Hoe zou jij je gevoeld hebben als je in die grote groep op reis was naar het strijdveld? Zou je bang zijn? Zou je de taak hebben aangenomen om het leger te leiden en in het koor te zingen?
Bid om moed om te gaan waar God je heen brengt en om te doen wat Hij wil dat je doet vandaag.



Vrijdag Lees 2 Kronieken 20: 24-27
Stel je eens voor hoe de mensen zich gevoeld hebben toen ze over de heuvel kwamen en over de woestijn keken.
Schrijf of teken iets in je bijbelstudieschrift alsof je daarbij was. Beschrijf jouw reactie op dit gebeuren. Bereid een stukje voor om morgen in de sabbatschool te zeggen of te laten zien.
Vraag God om je altijd te helpen om te onthouden dat het God is die de strijd wint. Wij kunnen op hem vertrouwen, want…. Hij heeft de overwinning al voor ons behaald.