16 Israèls 144.000



Een van wonderbaarlijke ontdekkingen tussen wat gebeurde in het oude Israël op zowel een werkelijke en locale schaal en wat er gaat gebeuren met de Christelijke kerk – spiritueel Israël – op een wereldwijde schaal op een geestelijke wijze in de laatste dagen

Let op de volgende overeenkomsten

Oud Israël Spiritueel Israël

Jeremia 50:33,34 Vervolgd door Babylon Opb. 17:6

Daniel 3:13 Gedwongen tot aanbidden van beelden Opb 13:15

Daniel 4:30 Genoemd Babylon de grote Opb 17:5

Jer 51:13,14 Babylon bevind zich boven vele wateren Opb 17:1

Jesaja 44:27,28 Gered door het laten opdrogen van de Eufraat Opb 16:12

Jeremia 51:6-8 Geroepen uit Babylon Opb 18:4

Jesaja 45:1 De reder wordt ook de “gezalfde” genoemd Dan 9:25

Jesaja 41:2,25 Beide redders komen uit het oosten Mat 24:27

2 Cor 5:20 Wij dien onze levens te leven als ambassadeurs voor Jezus Christus

1 Johannes 3:22 Als Christenen houden wij Gods geboden en doen wij de dingen die goedgunstig zijn in zijn ogen

Hebreeuwen 12:1 Als wij de Christelijke race rennen, dan leggen wij het gewicht af, wat ons tegenhoudt.

1 Johannes 5:4 Ons Christelijk geloof veroverd de wereld

1 Johannes 2:15 Hou niet van de wereld, noch de dingen die van de wereld zijn”

Christelijke levensstijl

Dingen waar wij naar luisteren:

Marcus 4:24 Jezus zei, “Neem acht waar je naar luister.”

Spreuken 18:15 De oren van wijzen zoeken naar kennis

Spreuken 23:12 We worden opgeroepen om te luisteren wat bijdraagt aan onze wijsheid en kennis

Dingen die wij zien:

Jesaja 33:15,16 Diegene die naar de hemel gaan zijn diegenen die niet luisteren naar en kijken naar het bloedvergieten en het kwade

Spreuken 23:26 Onze eigen moeten kijken naar de wegen van de Heer (in andere woorden, die zaken die goed zijn voor het lichaam en de ziel)

Ezechiel 20:7 Wij moeten alles wat ongezond is, afzijdig houden voor onze ogen

Psalm 101:2,3 Wij dienen in ons huis te wandelen met een perfect hart, door niet kwade invloeden voor onze dingen te zetten.

Psalm 119:37,38 Wij dingen weg te keren van nutteloze dingen en in plaats daarvan Gods Woord in onze harte inwoning laten maken.

2 Corinthiers 3:18 We veranderen in de dingen die wij aanschouwen.

Filipenzen 4:8 We moeten denken aan die dingen die goed, eerlijk, juist, puur, liefelijk en deugd

Dingen die wij horen

Genesis 35:1-3 Wanneer Gods volk aan Hem is toegewijd, dan zetten ze alle vreemde goden opzij

Genesis 35:4 De gevolgd was dat Jacobs familie hun juwelen e.d. weg zette

Exodus 33:4-6 Na het aanbidden van het gouden kalf, riep God op tot een opwekking en vroeg Hij zijn volk om hun juwelen e.d. af te doen.

Hosea 2:13 Een andere afvallige vraag die oorringen en juwelen droeg, vergat ze God

Jesaja 3:18-23 Een bijzonder profetie die een Oudtestamentische vervulling kende, maar heeft een nog grotere betekenis wanneer Jezus komt. Alle versierselen en juwelen zoals kettingen, oorringen en ringen die op het lichaam bevind van diegene die zeggen tot het volk van God te behoren. (Jesaja 4:4 ZION – Gods volk, Jesaja 51:16) zullen hun vernietiging meemaken. Jesaja 4:2 laat zien dat Gods ware volk in tegenstelling – de vrucht van de aarde (Gods volk in dezelfde tijd) een excellent en gewoon zijn (in vergelijking met Jeremia 6:22, de dochter van ZION is een gewone vrouw).

1 Timoteus 2:9 Ons kledij dien nederig te zijn zonder geweven goud, parelen en andere voorwerpen in ons haar.

1 Petrus 3:3,4 Onze kleding dient gepast te zijn, niet met goud, parels en dergelijke, maar dient nederig te zijn. Het innerlijke karakter wat belangrijks is voor God