Adventisten en muziek

Richtlijnen voor een muziekfilosofie voor de ZDA Herfstvergadering van de General Conference Committee 14-29 oktober 1972, Mexico City
Voorstel: Dat de volgende richtlijnen voor een muziekfilosofie voorde Zevende-dags Adventisten zullen worden aangenomen:

De Kerk der Zevende-dags Adventisten is ontstaan ter vervulling van de profetie dat zij Gods instrument zou zijn bij een wereldwijde verkondiging van het Goede Nieuws van zaligmaking door het geloof in het zoenoffer van Gods Zoon en van gehoorzaming aan zijn geboden. Dit ter voorbereiding op de wederkomst van de Heer. Het leven van degenen die deze verantwoordelijkheid aanvaarden, moet net zo onderscheiden zijn als hun boodschap. Dit vraagt om volledige betrokkenheid van elk kerklid met de idealen en doelstellingen van de kerk. Een dergelijke betrokkenheid zal elke afdeling van het kerkelijke leven beïnvloeden en zal zeker invloed hebben op de muziek die door de kerk gebruikt wordt ter vervulling van de opdracht die God haar gegeven heeft.
Muziek is een van Gods grootste gaven aan de mens en is een van de belangrijkste elementen in een geestelijk programma. Het is een communicatiekanaal met God en “is een van de doeltreffendste middelen om geestelijke waarheden in het hart te planten” (Patriarchen en profeten, blz. 164). Omdat het immers gaat om zaken met eeuwige gevolgen is het wezenlijk dat de geweldige kracht van muziek duidelijk voor ogen wordt gehouden. Ze heeft de macht om te verheffen of te vernederen; ze kan zowel ten dienste van het goede als van de boze worden gebruikt. “Het bezit de kracht om ruwe, ongecultiveerde naturen te overwinnen; kracht om de gedachten te verkwikken en sympathie te verwekken, harmonische samenwerking te bevorderen en duisternis en sombere voorgevoelens die de moed vernietigen en de inspanning verzwakken, te verdrijven” (Ibid., blz. 164).

Degenen die muziek uitkiezen voor de doelstellingen die kenmerkend zijn voor deze kerk, moeten daarom zeer duidelijk onderscheid maken bij de keuze en het gebruik ervan. In hun pogingen aan deze idealen tegemoet te komen is meer dan menselijke wijsheid nodig. Als men zich dan voor leiding op de door God geopenbaarde waarheden richt, worden de volgende algemene beginselen onthuld:

De muziek moet:
1. eer aan God brengen en ons helpen Hem op een aanvaardbare manier te aanbidden
(1 Kor. 10:31).
2. de gedachten van de christen veredelen, verheffen en zuiveren (Fil. 4:8; Patriarchen en profeten, blz. 548).
3. een krachtige invloed hebben op de christen in de ontwikkeling van Christus’ karakter in zijn leven en in dat van anderen (MS 57, 1906).
4. een tekst hebben [woorden, lyriek, boodschap] die in harmonie is met de bijbelse leer van de kerk (Review and Herald, 6 juni 1912).
5. een overeenstemming openbaren tussen de boodschap die door de woorden en de muziek wordt uitgedrukt, waarbij een mengeling van het heilige en het profane wordt vermeden.
6. het theatrale en trots vertoon schuwen (Evangelism, blz. 137; Review and Herald,
30 november 1900).
7. voorrang geven aan de boodschap van de tekst, die niet moet worden overweldigd door begeleidende muzikale elementen (Gospel Workers, blz. 357-358).
8. een verstandige balans tussen de emotionele, intellectuele en geestelijke elementen bewaren (Review and Herald, 14 november 1899).
9. nooit hoge beginselen van waardigheid en uitnemendheid in gevaar brengen, in pogingen mensen te bereiken, gewoon waar ze zich bevinden (Getuigenissen 9:126; Evangelism, blz. 137).
10. gepast zijn voor de gelegenheid, het kader en het gehoor waarvoor ze is bedoeld.
– (Evangelism, blz. 507-508).

In de muziek van de verschillende culturele en etnische groepen is er veel dat geestelijk verheffend en in godsdienstige zin deugdelijk is. Toch moeten de muzikale smaken en praktijken van iedereen zich schikken naar de universele waarde van een karakter dat aan Christus gelijk is en allen zouden eenheid in de Geest en in het doel van het evangelie moeten nastreven. Dit vraagt meer om eenheid dan om uniformiteit. Er moet zorg aan worden besteed dat wereldse waarden in muziek die niet de hoge idealen van het christelijke geloof uitdrukken, worden vermeden.
Bovenstaande beginselen zullen als doeltreffende richtlijnen dienen voor de keuze en het gebruik van muziek voor de verschillende noden van de kerk. Bepaalde muziekvormen, zoals jazz, rock en de hieraan verwante hybride vormen worden door de kerk als onverenigbaar met deze beginselen beschouwd. Verantwoordelijke personen die betrokken zijn bij de muziekactiviteiten van de kerk, die een breed gebied beslaan, hetzij als leiders dan wel als uitvoerders, zullen op sommige gebieden weinig moeite hebben deze beginselen toe te passen. Bepaalde andere gebieden zijn veel ingewikkelder en hier volgt een meer gedetailleerde bespreking van de factoren die deze omvatten.



I. KERKMUZIEK

Muziek in de dienst van aanbidding.
Aanbidding zou de voornaamste en eeuwige activiteit van de mensheid moeten zijn. Het hoogste doel van de mens is om God te verheerlijken. Wanneer de aanbidder naar het huis van God komt om een lofoffer te brengen, laat dit dan met de best mogelijke muziek gebeuren. Een zorgvuldige planning van elk muzikaal element is essentieel, zodat de vergadering ertoe wordt gebracht een deelnemer en geen toeschouwer te zijn.

De gezangen die voor deze dienst gebruikt worden, moeten aan God gericht zijn, waarbij de nadruk op lofzang wordt gelegd en de belangrijke gezangen uit onze erfenis worden gebruikt. Ze moeten sterke melodieën hebben, die geschikt zijn om te zingen en waardevolle dichtkunst bevatten. De predikant zou er een levendige belangstelling in moeten hebben dat de kwaliteit en de vurigheid van de gemeentezang toenemen. “Zang moet zelden door weinigen gedaan worden” (Counsels on Health, blz. 48 1-482). De christelijke ervaring zal immens worden verrijkt, wanneer van nieuwe gezangen worden geleerd en hiervan gebruik wordt gemaakt.

Waar er een koor is zullen betekenisvolle gezangen veel aan de dienst toevoegen en ertoe bijdragen dat de kwaliteit van aanbidding verhoogd wordt. Deze zijn dan gekozen uit voortreffelijke componisten uit heden en verleden, en worden gezongen door toegewijde en goed voorbereide muzikanten.

Instrumentale muziek, orgel of piano inbegrepen, zou in harmonie moeten zijn met de hoogstaande idealen van aanbidding en zorgvuldig worden gekozen uit de beste materialen die in overeenstemming zijn met de mate waarin de speler bekwaam en geoefend is. De instrumentalist die verantwoordelijk is voor het begeleiden van gemeentezang heeft een bijzonder grote verantwoordelijkheid om de juiste maatstaf bij al zijn bijdragen aan te geven. Dit is altijd het geval, of deze nu voor- of naspelen, offergebeden of andere vrije improvisaties, of begeleiding van gezangen zijn. Hij is in een bijzondere positie om het niveau van aanbiddingsmuziek in zijn kerk te verhogen. Als er in de dienst vocale solos of andere speciale muziek zijn, zou de voorkeur moeten worden gegeven aan materiaal met bijbelse teksten en muziek die binnen het vermogen van de zanger ligt en aan de Heer wordt gewijd zonder vertoon van vocale kundigheid. Het overbrengen van de boodschap moet het voornaamste zijn.

Muziek bij evangelisatie.
Muziek die bij evangelisatie gebruikt wordt, kan ook gospelmuziek of muziek waarin getuigd wordt omvatten. Er moet echter geen compromis zijn met de hoge beginselen van waardigheid en uitnemendheid die kenmerkend zijn voor onze boodschap om de mensen op de wederkomst van Christus voor te bereiden.

De gekozen muziek moet:
1. de toehoorder richten tot Jezus als de Weg, de Waarheid en het Leven.
2. de weg voorbereiden voor het moment waarop de boodschap uit Gods woord gebracht wordt, of haar oproep voortzetten, waarbij ze een reactie van de toehoorders oproept.
3. worden gespeeld en gezongen door degenen wiens leven in overeenstemming is met de boodschap die zij uitdragen.
4. een middel zijn voor de diepe indruk die de bijbelse waarheid maakt, wat de inspiratie voor een positieve verandering in het leven zal zijn.
5. worden gebracht op een zorgvuldig geplande, orderlijke manier.
6. eenvoudig en melodieus zijn en zonder nadruk op persoonlijk vertoon worden gebracht
7. voorrang geven aan de prediking van het Woord, zowel wat de nadruk betreft als de tijd die eraan gegeven wordt.
8. aan een uitgebalanceerde oproep aan de emotie en het intellect vasthouden en niet alleen maar de zintuigen bekoren.
9. begrijpelijk en betekenisvol zijn in inhoud en stijl voor het zo groot mogelijke doorsnee publiek.

Muziek, gebruikt bij jeugdevangelisatie.
Op het gebied van het getuigen onder de jeugd zijn de meeste bovengenoemde ideeën van toepassing. Er moet ook aandacht worden besteed aan bepaalde aspecten die dit gebied eigen zijn. Jonge mensen hebben de neiging zich nauw te identificeren met de muziek van de eigentijdse jeugdcultuur. Het verlangen om deze jeugd met het evangelie van Christus te bereiken, waar ze zich ook bevinden, leidt soms tot het gebruik van bepaalde twijfelachtige muzikale idiomen. In al deze idiomen is het element dat de meeste problemen geeft het ritme of “the beat”.Van alle muzikale elementen wekt het ritme de sterkste lichamelijke reactie op. Satans grootste successen zijn vaak behaald door zijn oproep aan de lichamelijke natuur. Terwijl ze laat zien dat ze zich scherp bewust is van de gevaren die verbonden zijn met deze benadering van de jeugd, heeft Ellen G. White gezegd: “Ze hebben een scherp oor voor muziek en satan weet welke organen hij moet inroepen om de geest op te wekken, te overheersen en te betoveren, zodat er niet naar Christus wordt verlangd. De geestelijke verlangens van de ziel naar goddelijke kennis, naar een groei in genade zijn onvoldoende [i.e. ontbreken]” (Testimonies for the Church, 1:497). Dit is een strenge aanklacht tegen de manier waarop van muziek gebruik gemaakt kan worden, dat in directe tegenspraak met Gods plan is. De hiervoor genoemde jazz, rock en verwante hybride vormen staan er maar al te goed om bekend dat ze deze tot de zinnen sprekende reactie bij massa’s mensen uitlokken.

Aan de andere kant hebben we veel traditionele volksmuziekidiomen die gerespecteerd zijn als legitieme uitlopers van de muzikale rivier. Sommige hiervan zijn aanvaardbaar als middelen om aan het christelijke getuigenis uiting te geven. Andere die misschien in een christelijke, maar seculiere atmosfeer aanvaard worden, zijn misschien ongeschikt om de naam van de Heiland te dragen. Weer andere vallen misschien volledig buiten de ervaring van de christen. Het moet daarom duidelijk zijn dat welke vorm van muzikale uiting op “folk”gebied dan ook, op basis van dezelfde algemene beginselen moet worden beoordeeld als alle andere soorten die in dit document worden besproken.

“Hoger dan de hoogste menselijke gedachte kan reiken is Gods ideaal voor Zijn kinderen” (Karaktervorming, blz. 16). Degenen die dit hoge ideaal nastreven en de leiding hebben bij het getuigen voor de jeugd, zullen leiding krijgen door studie van muziek die onder gebed met behulp van de Heilige Geest gedaan wordt.
Behalve het probleem van het ritme hebben ook andere factoren invloed op de geestelijke eigenschappen van muziek.

De manier waaop de stem behandeld wordt.
De rauwe stijl die bij rock gewoon is, de suggestieve, sentimentele, fluisterende, croonende stijl van de nachtclubartiest en andere verdraaiingen van de menselijke stem zouden moeten worden vermeden.

Harmonische behandeling.
Muziek moet worden vermeden die doortrokken is van de 7e, 9e, 11e en 13e akkoorden, net zo goed als andere weelderige klankrijkheden. Deze akkoorden brengen schoonheid voort, wanneer ze in beperkte mate gebruikt worden, maar wanneer ze overdadig gebruikt worden, leiden ze af van de werkelijke geestelijke kwaliteit van de tekst.

Visuele presentatie.
Voor alles wat ook maar onverdeelde aandacht voor de uitvoerder(s) vraagt, zoals buitensporige, gemaakte bewegingen met het lichaam of ongepaste kleding, zou bij het getuigen geen plaats moeten zijn.

Versterking.
Er moet grote zorg aan worden besteed om buitensporige instrumentele en vocale versterking te vermijden. Wanneer muziek versterkt wordt, moet er een gevoeligheid zijn voor de geestelijke noden van degenen die getuigen en degenen die het getuigenis zullen ontvangen. Er moet zorgvuldige aandacht worden besteed aan de keuze van instrumenten die voor versterking gebruikt zullen worden.

Uitvoeringen.
De voornaamste doelstelling in de uitvoering van alle gewijde muziek zou moeten zijn dat Christus verheerlijkt wordt, veeleer dan dat de muzikant verhoogd wordt of dat er vermaak geboden wordt.



Muziek in het gezin
1. Opvoeding in en waardering voor muziek zou vroeg in het leven van het kind moeten
beginnen door:
(a) de kennismaking met belangrijke gezangen en gospelsongs in de informele gelukkige ervaring van gezinsaanbidding;
(b) het aanleren van juiste luistergewoonten door middel van audio-apparatuur voor in huis, die zorgvuldig geselecteerde muziek omvat;
(c) het bijwonen met het gezin van muziekconcerten met maatstaven die in overeenstemming zijn met degene die in dit document geschetst zijn;
(d) het juiste voorbeeld en de juiste invloed van ouders.
2. Het zingen in het gezin en het muziek maken in familieverband zouden moeten worden aangemoedigd.
3. Het ervaring opdoen in het schrijven van dichtkunst en liedcomposities kan worden aangemoedigd.
4. Een muziekbibliotheek van op een wijze manier uitgezochte materialen zou thuis kunnen aangelegd.
5. Erkend moet worden dat satan bezig is met een strijd om de geest en dat er ongemerkt veranderingen op de geest kunnen worden uitgeoefend om waarnemingen en waarden ten goede en ten kwade te veranderen. Er moet daarom uiterste zorg worden besteed aan het soort programma’s en muziek waarnaar op de radio en televisie geluisterd wordt, waarbij vooral datgene wordt vermeden wat vulgair, aanlokkelijk, goedkoop, immoreel, theatraal en identificeerbaar met trends in de tegencultuur is.

Muziek in de school

1. Bij het voorbereiden van muziek bij godsdienstige gelegenheden en het voordragen
hiervan, zouden schoolleiders en leraren op zo’n manier met de studenten moeten werken
dat de muzikale maatstaven van de kerk hoog gehouden zullen worden.
2. Getuigende groepen en volksmuziekgroepen die uitgaan van campussen, zouden
gesponsord moeten worden en leiding moeten krijgen van degenen die door het bestuur zijn aangewezen, of zij nu leden van de muziekfaculteit zijn of anderen.

3. Leiders van radiostations op campussen van Zevende-dags Adventisten en degenen die
verantwoordelijk zijn voor de keuze van muziek die met behulp van luidsprekerinstallaties van de instituten gespeeld wordt, zouden muziek moeten uitkiezen die in overeenstemming is met de filosofie van muziek zoals die in dit document wordt uitgedrukt.

4. Muziekleraren in schoolgroepen en in privé-leersituaties zouden positieve inspanningen
moeten leveren om muziekliteratuur te onderwijzen die in de kerk en bij zielenwinnende
activiteiten kan worden gebruikt.

5. Een van de voornaamste doelstellingen van de lessen die op school gegeven worden om
waardering voor muziek bij te brengen, is dat men geleerd wordt onderscheid te maken in het licht van goddelijke openbaring. Daarom wordt leraren in deze klassen dringend aanbevolen op alle opleidingsniveaus informatie te betrekken in de kunst om een kwalitatief waardeoordeel op het gebied van godsdienstige muziek te geven.

6. Er zouden door de plaatselijke kerk en conferentie pogingen moeten worden gedaan om de
cultuurkloof te dichten. Met dit doel moet bij muzikale oefening en activiteiten het
geoefende muziekpersoneel van de scholen ingezet worden, zodat de hoogstaande idealen van aanbidding op doeltreffende wijze gepropageerd kunnen worden.

7. Muzikale voordrachten in opleidingsinstituten van Zevende-dags Adventisten zouden in
overeenstemming moeten zijn met de maatstaven van de kerk. Dit is zowel op talent ter
plaatse van toepassing als op artiesten en ensembles die op bezoek zijn, en op muziek in
amusementsfilms.



II. SECULIERE MUZIEK

Muziek is, “op de juiste wijze gebruikt,… een kostbare gave Gods met de bedoeling de gedachten op te voeren naar verheven, nobele onderwerpen en de ziel te inspireren en te verheffen” (Karaktervorming, blz. 167).De levensstijl van de Zevende-dags Adventisten vraagt erom dat de individuele christen bij de keuze van seculiere muziek voor persoonlijk gebruik een hoge mate van onderscheidingsvermogen en individuele verantwoordelijkeheid beoefent, of dit nu solo- of groepsoptredens betreft. Al deze muziek moet worden geëvalueerd in het licht van de opdracht die in Filippenzen 4:8 gegeven wordt: “Voorts, broeders! al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt, zoo er eenige deugd is, en zoo er eenige lof is, bedenkt dat” (SV). Hij zal ook de waarschuwing in gedachten houden die door Ellen G. White in Testimonies for the Church, vol. 1, blz. 497 gegeven wordt:

“Mij werd getoond dat de jeugd sterker stelling moest nemen en van Gods woord hun raadsman en gids moesten maken. Er rusten ernstige verantwoordelijkheden op de jongeren die zij lichtvaardig opvatten. De invoering van muziek in hun huis, is het middel geweest dat hun geest van de waarheid afleidde, in plaats van tot heiligheid en godsvrucht op te wekken. Lichtzinnige liedjes en de populaire bladmuziek van vandaag lijkt goed op hun smaak afgestemd. De muziekinstrumenten hebben tijd in beslag genomen die aan het gebed gewijd had moeten zijn. Muziek is, als zij niet verkeerd gebruikt wordt, een grote zegen; maar als er verkeerd gebruik van wordt gemaakt is zij een vreselijke vloek”.

De christen zal geen liederen zingen die onverenigbaar zijn met de idealen van waarheid, eerlijkheid en reinheid. Hij zal elementen uit de weg gaan die de schijn geven dat het slechte gewenst of dat goedheid onbeduidend is. Hij zal proberen composities te vermijden die afgezaagde uitdrukkingen, slechte dichtkunst, onzin, sentimentaliteit of lichtzinnigheid bevatten en die hem laten afdwalen van de raadgevingen en de leer die in de Bijbel en de Geest der Profetie gevonden worden.

Hij zal muziek, zoals blues, jazz, het rockidioom en vergelijkbare vormen als schadelijk voor de ontwikkeling van het christelijke karakter beschouwen. Zij opent namelijk de geest voor onzuivere gedachten en leidt tot onheilig gedrag. Zulke muziek heeft een duidelijke relatie met de vrijblijvendheid van de hedendaagse maatschappij. De verdraaiing van ritme, melodie en harmonie waar deze stijlen gebruik van maken en de overdreven versterking ervan, stompt de gevoelens af en vernietigt uiteindelijk de waardering voor datgene wat goed en heilig is.

Er zou zorg moeten worden betracht wanneer er gebruikt gemaakt wordt van een seculiere melodie die met heilige tekst gepaard gaat, zodat de profane bijbetekenis van de muziek niet zwaarder zal wegen dan de boodschap van de tekst. Bovendien zal de onderscheidende christen dergelijke muziek onderwerpen aan de test van de principes die in de tekst van de algemene beginselen voorkomen, zoals deze in de “Philosophy of Music” zijn samengevat. Dit doet hij wanneer hij een keuze maakt uit welke seculiere muziek dan ook om te luisteren of uit te voeren en die niet onder de bovengoemde categorieën [blues, jazz, rock, etc.] valt.
De ware christen is in staat voor anderen te getuigen in zijn keuze van seculiere muziek voor sociale gelegenheden. Hij zal, door ijverig onderzoek en zorgvuldige keuze, naar dat type muziek zoeken dat verenigbaar zal zijn met zijn sociale noden en zijn christelijke principes.
“Er moet door gebed een levende relatie met God zijn, een levende relatie met God door middel van lof- en dankliederen” (Evangelism, blz. 498).

Officiële actie van de herfstvergadering van de General Conference Committee, 14-19 oktober 1972, Mexico City, Mexico.

NOOT: Interpunctie enigszins gewijzigd. Tussen haakjes geplaatste tekst toegevoeg