12 Het Reinigingsoffer

Het Reinigingsoffer
1. Welk bevel gaf God aan Mozes en Aaron? Num. 19 : 1, 2.

2. Wie wordt er voorgesteld door deze rode koe? Antwoord-Christus. Waarom moest de koe rood zijn? Jes. 63:1-3; Openb. 19 : 13.

3. Wat wordt er voorgesteld door een juk? Klaagl. 1 : 14; Nahum 1 : 11, 13; Gal. 5 : 1. Nota 1.

4. Kwam Christus ooit onder dit juk? 2 Cor. 5 : 21; 1 Petr. 2 : 21, 22.

5. Wie moest er de rode koe tot de priester brengen? Wie moest die slachten? Waar moest zij dit ondergaan?
Num. 19 : 2, 3.

6. Wie bracht Christus tot de priester? Wie slachtte Hem? Matt. 26 : 47, 57; 27 : 2, 26. Waar leed Hij? Heb.13:12.

7. Wat werd er dan met het offer gedaan? Wat werd ermede verbrand? Num. 19 : 4-6.

8. Wat werd er met de as gedaan? Waarom werd die bewaard? Num. 19 : 9.

9. In wiens voordeel werden die gebruikt? Num. 19 : 10.

10. Wie moest er bevoordeligd worden door de dood van Christus ? Heb. 2 : 9; Hand. 2 : 39.

11. Waarom werd dit offer gebracht? Wat was het resultaat op het tabernakel als de persoon niet gereinigd was?
Num. 19 : 11, 13, 16.

12. Wat was het resultaat op alles wat de onreine persoon aanraakte ? Num. 19 : 22; Hag. 2 : 13, 14.

13. Wat zou er gebeuren met iemand die weigerdezich te laten reinigen? Num. 19 : 20.

14. Wie alleen zal uitgesloten worden? Ps. 37 : 9.

15. Wat wordt er dan voorgesteld door het aanraken van een dood lichaam?

16. Hoe voelde Paulus zich als hij ermede in kontakt kwam? Rom. 7 : 23, 24.

17. Beschrijf de manier van reiniging. Num. 19 : 17-19.

18. Wat stelt het water voor? Eph. 5 : 26. Nota 2.

19. Hoe verwees David naar deze wijze van reiniging? Ps. 51 : 7.

20. Als het aanraken van het dode lichaam zonde en dood voorstelde, wat stelde dan de reiniging voor? Eph. 2 : 1,4, 5. Herhaal Heb. 9 : 13, 14.

NOTAS
1. Het juk stelt het juk van de slavernij en de zonde voor. Christus kwam nooit onder dit juk. 1 Petr. 2 : 22. Hij, die boven de wet stond, de Auteur van de wet, werd vrijwillig tot zonde voor ons, de straf van de gebroken wet ondergaande in onze plaats. Toch kwam Hij nooit onder het juk van de slavernij daar Hij nooit zonde bedreven had. Zijn onderwerping was totaal vrijwillig.

2. Dit werd het water van de afscheiding genoemd, omdat, als het gesprenkeld werd op een onreine persoon, het hem afscheidde van zijn onreinheid en hem toegang gaf tot al de voorrechten die hij tijdelijk verloren had. Num. 5:2. De as verwijst naar het lijden en de dood van Christus; de Heilige Geest gebruikt het woord ( gesymboliseerd door het vloeiend water) om ons te herinneren aan dat lijden.