38 Het belang van ware kennis

"Neig uw oor... en richt uw hart tot Alijn kennis. "

Wij moeten de essentiële punten waarom het in de grote strijd
gaat, beter begrijpen dan wij nu doen. Wij moeten de waarde
van de waarheden in het woord van God meer volledig verstaan
en ook het gevaar inzien dat onze geest daarvan afdwaalt door
verleidingen van de verzoeker.

De oneindige waarde van het offer dat vereist werd voor
onze verlossing openbaart het feit, dat de zonde een verschrik-
kelijk kwaad is. Door de zonde is het gehele menselijke organisme
verstoord, de geest en de verbeelding werden verdorven. Zonde
heeft de vennogens van de ziel verlaagd. Verzoekingen van
buiten vinden weerklank in het hart, en de voeten richten zich
omnerkbaar naar het kwade.

Zoals het offer dat voor ons volbracht werd, volkomen was,
zo moet ook ons herstel van de verontreiniging van zonde
volkomen zijn. Gods wet zal geen enkele verkeerde daad
verontschuldigen; geen ongerechtigheid kan veroordeling ont-
lopen. De ethiek van het evangelie erkent geen andere maatstaf
dan de volmaaktheid van het goddelijke karakter. Het leven
van Chnstus was een volmaakte vervulling van elk voorschrifi
van de wet. zei: "Gelijk Ik de geboden Mijns Vaders bewaard
heb." (1) Zijn leven is ons voorbeeld van gehoorzaamheid en
dienst. God alleen kan het hart vemieuwen. "Want God is het,
die om Zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u
werkt." Maar ons wordt gezegd: "Werkt uw behoudenis met
vreze en beven." (2)

Het Werk dat onze Gedachten vereist

Verkeerdheden kumren niet goedgepraat worden, noch kunnen
hervormingen in het gedrag worden bereikt door zwakke
onderbroken pogingen. Karaktervorming (karakteropbouw) is
het werk, niet van een dag, noch van een jaar, maar van een
heel leven. De worsteling om de overwirming over zichzelf,
voor heiligheid en de hemel, is een levenslange worsteling.
Zonder voortdurende inspanning en constante activiteit kan er
geen vooruitgang zijn in het goddelijk leven en geen overwin-
naarskroon. Het sterkste bewijs dat de mens van een hogere
staat is gevallen, is het feit dat het zoveel kost om terug te
keren. De weg temg kan alleen gewonnen worden door zware
strijd, centimeter voor centimeter, uur bij uur. In één moment,
in een haastige onbewaakte handeling kunnen wij onszelf in de
macht van de boze plaatsen; maar het vraagt meer dan een
moment om de banden te verbreken en een heiliger leven te
verkrijgen. Het voomemen moge er zijn, het werk begonnen,
maar de voltooiing zal tijd vergen, volharding, geduld en
opoffering.

Wij kunnen onszelf niet toestaan om impulsief te handelen.
Wij kimnen geen moment onachtzaam zijn. Omringd door
verzoekingen zonder tal, moeten wij stevig weerstand bieden,
of verslagen worden. Zouden wij aan het eind van ons leven
komen en het werk zou ongedaan zijn, dan zou dat een eeuwig
verlies betekenen.

Het leven van de apostel Paulus was een voortdurend conflict
met zichzelf. Hij zei: "Ik sterf dagelijks." (3) Zijn wil en zijn
verlangens streden elke dag tegen zijn plicht en de wil van
God. In plaats van eigen neigingen te volgen deed hij Gods
wil, hoe zwaar dat kruis ook was voor zijn natuur.
Aan het einde van zijn leven van strijd, terugziend op de
worstelingen en overwimingen, kon hij zeggen: "Ik heb de
goede strijd gestreden, ik heb de loop beëindigd, ik heb het
geloof behouden: voorts is voor mij weggelegd de kroon der
rechtvaardigheid, die de Here, de rechtvaardige Rechter, mij
zal schenken op die dag." (4)

Het christelijke leven is een strijd en een mars. In deze strijd
is er geen adempauze; en er is een voortdurende, volhardende
inspanning. Het is door onophoudelijk streven dat wij de
overwinning over de verzoekingen van de satan kunnen
handhaven. Christelijke trouw moet nagestreefd worden met
onweerstaanbare energie en gehandhaafd blijven met resolute
vasthoudendheid en doelbewustheid.

Niemand zal hogerop komen zonder strenge vasthoudendheid
en doelbewustheid.

Niemand zal hogerop komen zonder strenge vasthoudende
pogingen ten eigen behoeve. Iedereen moet in de strijd zelf
strijden; niemand kan onze strijd strijden. Wij zijn persoonlijk
verantwoordelijk voor het verloop van de strijd; al waren Noach,
Job en Daniël in het land, zij konden zoon noch dochter door
hun gerechtigheid redden.

De Kennis die Wij ons moeten Eigen maken

Er is een christelijke kennis die wij ons moeten eigen maken,
- een kemris, even dieper, breder en hoger dan iedere menselijke
wetenschap als de hemelen hoger zijn dan de aarde. Geest en
verstand moeten onder beheersing gebracht, opgevoed en
getraind worden; want wij moeten God dienen op een wijze,
die niet in harmonie is met de aangeboren neigingen. Geërfde
en verworven aanleg tot het kwade moet overwonnen worden.
Dikwijls moet van een levenslange opleiding en training afgezien
worden, opdat men een leerling kan worden in de school van
Christus. Onze harten moeten opgevoed worden tot standvast-
igheid in God. Wij moeten gedachtengewoonten vonnen die
ons in staat stellen verzoekingen te weerstaan. Wij moeten leren
opwaarts te zien. De beginselen van het woord van God, -
beginselen, die zo hoog zijn als de hemel, en die de eeuwigheid
omvatten, - moeten wij in verband met ons dagelijks leven,
begrijpen. Elke daad, elk woord, elke gedachte, moet in
overeenstemming zijn met deze beginselen. Alles moet in
harmonie gebracht met en ondergeschikt gemaakt worden aan
Christus. De kostbare genadegaven van de Heilige Geest worden
niet in een oogwenk ontwikkeld. Moed, standvastigheid, geloof,
onwankelbaar vertrouwen in Gods macht om te redden, worden
verkregen door jarenlange ervaring. Door een leven van heilig
streven en zich vastklampen aan het goede, moeten de kinderen
Gods hun bestemming bezegelen.

Geen Tijd te Verliezen

Wij hebben geen tijd te verliezen. Wij weten niet hoe spoedig
onze genadetijd eindigt. In het gunstigste geval hebben wij hier
maar een korte tijd te leven, en wij weten niet hoe spoedig de
pijl van de dood ons hart zal treffen. Wij weten niet hoe spoedig
wij geroepen kunnen worden om de wereld en haar belangen
op te geven. De eeuwigheid strekt zich voor ons uit. Het gordijn
zal spoedig opgelicht worden, nog maar enkele korte jaren en
voor ieder die nu onder de levenden geteld wordt, gaat het
bevelschrift uit:

"Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht;... wie recht-
vaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig
is, hij worde nog meer geheiligd." (5)

Zijn wij voorbereid? Zijn wij bekend geworden met God, de
Heerser van de Hemel, de Wetgever, en met Jezus Christus,
die Hij in de wereld gezonden heelt als Zijn vertegenwoordiger?
Als ons levenswerk geëindigd is, zullen wij dan met Christus
kunnen zeggen:

"Ik heb u op de aarde verheerlijkt; Ik heb het werk voleindigd
dat Gij Mij gegeven hebt om te doen... Ik heb Uw naam
geopenbaard." (6)

De engelen van God proberen ons van onszelf en van aardse
dingen af te trekken. Laat hen niet tevergeefs werken.
Zij die hun denken de vrije loop hebben gelaten, moeten
veranderen." Omgord dus de lendenen van uw verstand, weest
nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u
gebracht wordt door de openbaring van Jezus Chiistus. Voegt
u als gehoorzame kinderen, niet naar de begeerte uit de tijd
uwer onwetendheid, maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig
is, wordt ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers
geschreven: "Weest heilig, want lk ben heilig." (7)
De gedachten moeten op God geconcentreerd worden. Wij
moeten emstige pogingen doen om de kwade neigingen van
het natuurlijke hart te overwinnen. Onze pogingen, onze
zelfverloochening en onze Volharding moeten in verhouding
staan tot de oneindige waarde van het doel dat wij najagen.
Alleen door te overwinnen, zoals Christus overwon, zullen wij
de kroon des levens ontvangen.

De Noodzaak van Zelfverloochening

Het grote gevaar voor de mens ligt in zelíbedrog, overgave
aan zelfgenoegzaamheid en dus verwijdering van God, de bron
van kracht. Onze natuurlijke neigingen, tenzij zij door de Heilige
Geest van God geconigeerd worden, dragen in zich de zaden
van de morele dood. Tenzij wij een levendige verbinding met
God hebben, kunnen wij de onheilige effecten van zelfgenoeg-
zaamheid, eigenliefde en verzoekingen tot zonde niet weerstaan.
Teneinde hulp van Christus te ontvangen, moeten wij onze
nood beseffen. Wij moeten een juiste kemiis van onszelf hebben.
Slechts hij die erkent een zondaar te zijn, kan gered worden
door Christus. Alleen als we onze totale hulpeloosheid inzien
en alle zelfvertrouwen opzij zetten, zullen wij beslag leggen op
goddelijke macht. Deze veiwerping van onszelf moet niet alleen
aan het begin van het christelijke leven plaats vinden. Bij iedere
stap hemelwaarts moet zij vemieuwd worden. Al onze goede
werken zijn afliankelijk van een macht buiten onszelf; daarom
is het zo nodig dat ons hart voortdurend uitgaat naar God en
er een voortdurend emstig belijden van zonde en vemedering
van de ziel voor Hem plaats vindt. Gevaren omringen ons en
wij zijn alleen veilig als we onze zwakheid voelen en onsnmet
de greep van geloof vasthouden aan onze almachtige Bevnjder.

Christus de Bron van alle ware Kennis

Wij moeten ons afwenden van duizenden _ondeiwe_1pen die
zich aan ons opdringen. Er zijn zaken die tijd verslinden en
vragen opwerpen, maar in niets eindigen. _\

Het aanvaarden van nieuwe theorieën betekent op zichzelf
genomen nog geen nieuw leven voor de ziel. Zelfs een _beke_nd
zijn met de feiten en theorieën, die in zichzelf belangnjk zijn,
is van weinig waarde, tenzij ze in praktijk worden gebracht.
Wij moeten onze verantwoordelijkheid voelen om onze ziel
voedsel te geven, dat voeden zal en geestelijk leven stmiuleren.

"Zodat uw oor wijsheid opmerkt...
en gij uw hait neigt tot verstandigheid...
Indien gij haar zoekt als zilver...
En naar haar speurt als naar verborgen schatten:
dan zult gij de vreze des Heren verstaan
en de kemiis Gods vinden...

Dan zult gij gerechtigheid en recht verstaan,
ook rechtschapenheid, elke goede weg.
Want wijsheid zal in uw hart komen, __
en de kennis zal voor uw ziel liefelijk zijn;
bedachtzaamheid zal over u waken,
verstandigheid zal u behoeden." (8)

"Wijsheid is een boom des levens voor wie haar aangrijpen,
wie haar vastgrijpen zijn gelukkig te prijzen-" (9)

De vraag die wij moeten bestuderen is: "Wat is waarheid -
de waarheid die gekoesterd moet worden, bemmd, geeerd en
gehoorzaamd?" De aanhangers van wetenschapzijn verslagen
en ontmoedigd in hun pogingen om God te vinden. Wat zij
moeten naspeuren is: "Wat is de waarheid die ons in staat zal
stellen de redding voor onze ziel te winnen?"

"Wat denkt u van Christus'.7" - Dit is een boven alles belangrijke
vraag. Erkent u Hem als een persoonlijke Verlosser? Allen die
Hem aannemen, geefi Hij macht kinderen Gods te worden.
Christus heeft God aan Zijn discipelen geopenbaard op een
wijze die in hun harten een speciaal werk tot stand bracht, zoals
Hij dat ook in onze harten wenst te doen. Er zijn velen die,
lange tijd bij de theorie verblijvend, het oog op de levende
macht van Christus, voorbeeld verloren. Zij verloren Hem als
de nederige, zelfverloochende werker uit het oog. Wat zij nodig
hebben, is Christus te aanschouwen. Wij hebben dagelijks
nieuwe openbaringen van Zijn aanwezigheid nodig, wij moeten
Zijn voorbeeld van zelfverloochening en zelfopoffering nauw-
keurig volgen.

Wij hebben de ervaring nodig die Paulus had toen hij schreef:
"Met Christus ben Ik gekruisigd; en toch leef ik, dat is niet
meer mijn ik, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu
nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van
God, die mij heefi liefgehad en Zich voor Mij heefi overgegeven."
(10)

De kemiis van God en van Jezus Christus, in het karakter
uitgedrukt, is een verheerlijking boven al het andere dat op de
aarde of in de hemel geacht wordt. Dat is de sleutel die de
poorten van de hemelse stad opent. Het is deze kennis die God
wil dat allen die Christus aanhangen, zullen bezitten.

Verwijzingen:
1. Joh 15;10 5. Openb. 22:11. 9. Spr.3:18.
2. Filip. 2:13,12 6. Joh.17:4-6. 10. Gal.2:20.
3. 1 Cor 15;31 7. lPetr. 1:13-16.
4. 2 Tim.4;7,8. 8. Spr.2:2-11.