21 Moedig de leerlingen aan
Het is voor elk Christelijk meisje en voor iedere Christelijkevrouw een godsdienstige plicht om dadelijk te leren, hoe je goed, zoet enlicht brood maakt van ongezeefde tarwebloem. Moeders moeten hundochters erg jong mee de keuken in nemen en hen de kookkunstbijbrengen. Moeders kunnen niet van hun dochters verwachten dat zijzonder onderricht inzicht krijgen in alle geheimen van het huishouden.Zij moet hen met geduld en liefde leren, en het werk zo aangenaammogelijk maken door haar vrolijke gelaat en bemoedigende,goedkeurende woorden. Als zij het één, twee of drie keer verkeerd doen,berisp hen dan niet. De ontmoediging werkt al op hen in en brengt hen inde verleiding te zeggen: “Het heeft geen zin; ik kan het niet.” Dat is geentijd om hen te berispen. Hun wil raakt erdoor verzwakt. Die heeft deaansporing nodig door bemoedigende, vrolijke en hoopgevende woorden,zoals: “Het geeft niet, dat het niet goed ging. J e bent nog aan het leren enkunt verwachten dat je blunders begaat. Probeer het nog eens. Geef alleaandacht aan waar je mee bezig bent. Doe alles heel zorgvuldig, dan zulje zeker slagen.”Veel moeders beseffen niet hoe belangrijk deze tak van kennis is.Liever dan de moeite en de zorg te nemen om hun kinderen te leren enhun fouten en vergissingen tijdens het leren te verdragen, geven zij er devoorkeur aan alles zelf te doen. En als hun dochters in hun pogingen eenvergissing maken, dan sturen zij hen weg met de woorden: “Het heeftgeen zin, jij kunt dit of dat niet. Je kost me meer verwarring en moeitedan dat je me helpt.”
Zo worden de eerste pogingen van de leerlingen afgewezen. Dieeerste vergissing koelt hun belangstelling en ijver om te leren zodanig af,dat zij bang zijn het opnieuw te proberen. Zij zullen zeggen dat zij willennaaien, breien of het huis schoonmaken, alles behalve koken. Hier ligt defout voor een groot deel bij de moeder. Zij had hen met geduld moetenleren, dat zij door oefening zoveel ervaring zouden kunnen verkrijgen,waardoor hun houterigheid en de onhandige bewegingen van eenonervaren kracht zouden verdwijnen.
