Bijbelcommetaar: De Zeven gemeenten

4. Johannes aan de zeven gemeenten in Asia : genade zij u en vrede
van Hem, die is en die was en die komt, en van de zeven geesten, 5. die voor zijn troon zijn, en van Jezus Christus, de getrouwe getui
ge, de eerstgeborene der doden en de overste van de koningen der
aarde.
Hem, die ons liefheeft en ons uit onze zonden verlost heeft door 6. zijn bloed - en Hij heeft ons tot een koninkrijk, tot priesters voor
zijn God en Vader gemaakt - Hem zij de heerlijkheid en de kracht
tot in alle eeuwigheden ! Amen.
7. Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij,
die Hem hebben doorstoken; en alle stammen der aarde zullen
over Hem weeklagen. ja, amen.
8. Ik ben de alpha en de omega, zegt de Here God, die is en die was
en die komt, de Almachtige.



"Aan de zeven gemeenten" (1)
Slechts een klein gedeelte van de Openbaring was bestemd voor deze zeven plaatselijke gemeenten in Azië, want de meeste gebeurtenissen erin voorspeld, speelden zich af in een tijd waarin deze gemeenten reeds lang van de aarde verdwenen waren. Ook is het niet aan te nemen dat de Zoon des mensen zich alleen te midden van deze zeven kerken zou bevinden, met slechts de leiders van deze gemeenten in Klein Azië in zijn rechterhand, dat zou de prachtige voorstellingen van dit hoofdstuk en van deze die volgen in onbetekenisvolheid doen vervallen. De Tegenwoordigheid des Heren is niet alleen voor enkele kerken, maar voor Gods volk van alle tijden. "Zie, Ik ben met u, tot de voleinding der eeuwen". (2) "genade en vrede van Hem".
Reeds van bij het begin worden ons kostbaarheden aangeboden die niet van deze wereld zijn : onverdiende kwijtschelding van schuld en ware vrede die niet afhangt van aardse omstandigheden.
"van Hem die is
en die was,
en die komt".
In deze drie uitdrukkingen ligt Gods tijdloze eeuwigheid besloten; zij zijn gepast in de inleiding van een boek dat openbaring is van het heden en de toekomst in het licht van het verleden. De Bron van genade en vrede is de Almachtige, onvatbaar voor ons eindig begrip, die alle tijden in zijn Wezen omvat. Hij alleen "IS", Hij alleen, wiens ontzaglijke Realiteit ons ontsnapt, bezit het tijdloze zelfbestaan. Deze verborgenheid werd reeds aan Mozes meegedeeld in het vurig braambos : "IK BEN" (3). God "werd" niet, Hij "IS", alles bestaat voor Hem.
"en van de zeven geesten".
Zeven is het heilig getal dat weerklinkt doorheen het ganse boek en dat hier volheid en verscheidenheid openbaart van de werkingen des Geestes in de zeven gemeenten. De Heilige Geest wordt ook voorgesteld door de zeven lampen v66r de troon (4) en door de zeven ogen van het Lam (5). Het is de Geest Gods die aan de oprechten genade en vrede brengt in een volmaakte en veelzijdige openbaring.
"en van Jezus Christus" hier geopenbaard in zijn drievoudige functie
- in het verleden toen Hij zijn taak hier vervulde op aarde. Hij alleen heeft de Vader gezien en was de absolute "getrouwe Getuige" die zeggen kon : "wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien". (6)
in het heden, als "de eerstgeborene der doden" (7) in zijn hogepriesterlijk werk in het hemels heiligdom, om ons van onze zonden te reinigen door zijn bloed en ons zijn o~standingsleven deelachtig te maken.
- in de toekomst, als "overste van de koningen der aarde". Door zijn oneindige liefde, geopenbaard in zijn leven en kruisdood, bewees Hij de heerschappij te
(2) Matt. 28:20
(3) Ex. 3:14 (4) Openb. 4:5 (5) Openb. 5:6 (6) Joh. 14:9
(7) Col. 1:18 (die de eerste rang bekleed onder de opgestanen uit de doden joh. 10:18)

oosten naar het westen" (12).
Bij het groot gebeuren op Golgotha deed zich een plaatselijke verrijzenis voor van een aantal gelovigen (13). De profeet Daniël spreekt nog van een andere gedeelteli,~jke opstanding die zou plaats hebben aan het eind des tijds (14) maar ditmaal niet alleen van verlosten maar ook van goddelozen. Onder deze opgewekten zullen zich ook deze bevinden die deel genomen hebben aan de kruisiging van Christus, vermits "ook diegenen die Hem doorstoken hebben" Hem zullen zien. Met ontzetting zullen zij Hem zien komen, die zij als een weerloos slachtoffer zo onmenselijk hebben gemarteld en bespot, maar die nu verschijnt als hun Rechter in volle kracht en heerlijkheid. Bij het vooruitzicht van de wederkomst van de geliefde Meester, was Johannes zo verrukt dat hij zijn hartekreet - de hartekreet van alle kinderen Gods - niet kon bedwingen : "Ja, Amen! " En hij eindigt zijn Openbaring met de vreugdevolle verwachting : "Ja kom, Here Jezus!"(15)

Hoe werd Jezus verwelkomd bij zijn menswording? - Een stal als triomfzaal voor zijn geboortefeest, - een kribbe tot koninklijke wieg,
- nachtelijke eenzaamheid omving Hem en zuchtte Hem het donker welkom toe,
enkele herders door engelen op de hoogte gebracht, kwamen Hem aanbidden. Waar was zijn volk? - waar waren hun leiders? Zij wisten nochtans van zijn komst? (16) De profetische boodschap, die sprak van "dingen die haastgeschieden moeten" hadden zij veracht.
* *
Twintigste eeuw.
Waar zijn de gelovigen die zich bereiden voor de overheerlijke gebeurtenis ? De geschiedenis herhaalt zich. Ook van zijn wederkomst spreekt de profetie de duidelijkste taal, maar ieder gaat zijns weegs. Voor de opgestane Zoon des Allerhoogsten die de mens uitnodigt Hem te volgen naar zijn eeuwige bestemming geen plaats ! De laatste bazuinen weerklinken over een slapende christenheid, de noodklok luidt... geen tijd !

Het glansrijk hoogtepunt wordt bereikt.
De ziener trilde van heilige vreugde bij de zekerheid, dat diezelfde Jezus die hij
(12) Matt. 24:27 (13) Matt. 27:50-53 (14) Dan. 12:1-2 (15) Openb. 22:20 (16) Matt. 2:4-5

Ie. Hoofdstuk, verzen 4 tot 8 25
persoonlijk kende en zo liefhad, zou terugkeren als Koning der koningen. Het afscheid van zijn Verlosser was nog helder in zijn geheugen, hij zag nog de twee engelen staan die hem verzekerden dat zijn Meester op dezelfde wijze zou weerkomen als Hij heengevaren was. (17) Een wolk had Hem weggenomen uit hun gezichtsveld, met de wolken zou Hij weerkomen (18). Deze gebeurtenis zal een nog nooit gekende jubel teweegbrengen in het Universum, dat smacht naar het einde van de macht der ongerechtigheid en des doods. De aankondiging van deze grootste dag aller dagen verwekt dan ook in geheiligde harten het innig "ja, Amen! ", een dubbele bekrachtiging. Het punt des tijds nadert, dat onze donkere wereldnacht een einde zal nemen bij de bliksemende verschijning van de Vorst des levens.
Het is "de alpha en de omega" die hier aan het woord is, de eerste en de laatste, de oorsprong en het doel van alles, de Allesomvattende, de Almachtige; niets kan de uitvoering van het goddelijk heilsplan verhinderen, Hij breekt allen weerstand. Van een voleinding aller dingen door geleidelijke ontwikkeling is in de Schrift nergens sprake. Deze toont integendeel op tal van plaatsen dat de gang der historie zal worden afgebroken door een bovennatuurlijk ingrijpen, dat zowel de onzienlijke als de zienlijke wereld zal omvatten. Alle volkeren zullen ervaren dat niet hun atoomwapenen en vlammenwerpers de beslissing in handen hebben, maar God. De volkeren hebben over eeuwen beschikt om te tonen wat zij kunnen, zij hebben gefaald, alleen Christus bewees de heerschappij over de mensheid op zich te kunnen nemen en een Rijk te kunnen stichten van liefde en blijvende vrede.

00
9. Ik, Johannes, uw broeder en deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk en de volharding in Jezus, was op het eiland, ge
10. naamd Patmos, om het woord Gods en het getuigenis van Jezus.
Ik kwam in vervoering des geestes o~ de dag des Heren, en ik
11. hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin, zeggende Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten : naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamum, en naar Tyatira, en naar Sardes, en naar Filadelfia en naar Laodicea.
De grijze banneling bevindt zich op het eenzame eiland Patmos. (19) "uw broeder" zo noemt hij zich.
De kerk kende toen die ware eenvoud, ontdaan van alle ijdelheid; alle gelovigen waren broeders naar Jezus' woord : "één is uw Meester, en gij zijt allen broe
ders... noem niemand op aarde uw vader, één is uw vader die in de hemelen
is" (20). Maar langzamerhand zullen wij die geest zien verdwijnen, naarmate de toekomsttaferelen verder zichtbaar worden.
Hoe sober spreekt Johannes van zijn harde beproevingen : "Ik Johannes... uw
deelgenoot in de verdrukking, was op het eiland. . .
".
Aan de voeten van de grootste aller leraren, had hij de hoogste opleiding genoten die een sterfelijk mens ontvangen kan. Hij plaatste dan ook Gods woord boven 's mensen woord, maar dat was staatsgevaarlijk, dat was de misdaad om dewelke ontelbaren in de loop der tijden de marteldood gestorven zijn. De ijzeren macht van Rome legde hem dan ook het zwijgen op; Johannes werd verbannen naar het eiland Patmos.
Maar alles moet de ondoorgrondelijke raad des Allerhoogsten dienen. De machtige Romein was zich niet bewust dat de afzondering de best geschikte plaats is voor God om zijn dienstknecht een diepere blik te geven in de hemelse dingen. Daar is geen gevangenis waar Gods kind niet verlicht wordt door de Tegenwoordigheid Gods.
Het woeste ballingsoord met zijn witte rotsen te midden van de groen-blauwe zee, met zijn rode aarde en donkergroene pijnbomen, werd de poort des he
(19) Op het eiland Patmos, een klein eiland van de Archipel der Sporaden, toont men aan de bezoekers een grot die in een Orthodokse kapel is omgebouwd. Men beweert dat Johannes daar zijn visioenen ontving. Boven de deur is een plaat aangebracht, waarop men leest : "Hoe vreselijk is deze plaats", (Gen. 28:17) dit is het huis van God, de poort des hemels.
(20) Matt. 23:8-10



mels. Zij die Johannes aan de maatschappij hadden ontrukt, werden onbewust de instrumenten Gods om het plan des hemels uit te voeren. Verre van in vergetelheid te verzinken, zou Gods waarheid met nieuwe rijkdom bevracht, verkondigd worden tot de einden der aarde, tot het einde der tijden. "Ik kwam in vervoering des geestes op den dag des Heren". (21) In de stilte der verlatenheid naderde Johannes de grote drempel... De omgang met de stoffelijke wereld werd afgebroken, het gordijn werd opgerold. . . een gezant uit het verre onbekende naderde de apostel...
Aan alle menselijk bewustzijn onttrokken, gingen profetische gezichten in levende en dramatische symbolen aan zijn oog voorbij. Toekomsttaferelen volgden elkander op, van 's werelds grootste misdaad op Golgotha tot aan het einde van de wegen der mensen - de ontzaglijke eindontknoping - de zelfmoord ener wereld in de rode gloed van Gods ingrijpen, wanneer Hij de met de voeten vertrapte rechten van zijn Zoon doet gelden, de intocht der verlosten in de eeuwige stad. En tussen deze geweldige symboliek werd het hemels koorgezang gehoord van talloze lichtwezens.
"Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten". Deze visioenen waren niet alleen bestemd voor de eenzame banneling, ook niet alleen voor de zeven plaatselijke kerken in Azië, het was Gods overrijke boodschap voor de ganse christenheid om hun geloof te sterken en hen op te wekken tot heldenmoed in hun strijd doorheen de eeuwen (22). Het is hoofdzakelijk de uitvoering van het verlossingsplan die in onvergetelijke beelden naar voren wordt gebracht, - de strijd van Gods kinderen gedurende hun ganse geschiedenis tegen de demonische machten en hun overwinning door het bloed des Lams.
De Openbaring werpt haar stralen over de ganse weg der nieuw-testamentische kerk tot het einde der eeuwen, en geeft het volle licht aan de verlosten die leven tijdens het middernachtelijke uur der geschiedenis; zij beschrijft ook hun laatste strijd en eindtriomf.
"een stem als van een bazuin"
Door bazuingeschal werd Israël voorbereid om Gods stem te horen op de berg
(21) In de Schrift is slechts één dag aangeduid als de dag des Heren : de zevende dag, de SABBAT DES HEREN UWS GODS (Ex. 20:10), MIJN HEILIGE DAG (Jes. 58:13) Jezus is DE HERE VAN DE SABBAT (Marc. 2:28) niet van de zondag. Indien de zondag de dag des Heren moet genoemd worden ter oorzake van Jezus' opstanding, dan had Gods woord dat wel bekend gemaakt. Met evenveel recht kan men de vrijdag de dag des Heren noemen, de dag dat Jezus voor ons stierf. Johannes schreef zijn evangelie na de Openbaring, daarin noemt hij de zondag "de eerste dag der week" niet de dag des Heren. Nergens in de Schrift vinden wij dat God de zondag gezegend en geheiligd heeft, zoals Hij gedaan heeft met de sabbatdag. (Gen. 2:3). (Wij onderlijnen)
(22) zie verdere uitleg op vers 4

CHRISTUS TUSSEN DE KANDELAREN.
Sinaaï; alle belangrijke gebeurtenissen werden in het Oude Testament aangekondigd door bazuingeschal. Ook bij de opstanding der doden worden hemelse bazuinen gehoord. (23)
De Openbaring is de bazuin des Heren die moet weerklinken te midden van Gods volk van alle eeuwen om hen voor te bereiden voor de grote daden Gods.

12. En ik keerde mij om, ten einde de stem te zien, die met mij
sprak.
13. En toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren, en
te midden van de kandelaren iemand als eens mensen zoon, be
kleed met een tot de voeten reikend gewaad, en aan de borsten 14. omgord met een gouden gordel; en zijn hoofd en zijn haren wa15. ren wit als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam;
en zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven gloeiend 16. gemaakt, en zijn stem was als een geluid van vele wateren. En
Hij had zeven sterren in zijn rechterhand en uit zijn mond kwam
een tweesnijdend scherp zwaard; en zijn aanzien was gelijk de
zon schijnt in haar kracht.
17. En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij leg
de zijn rechterhand op mij en zeide : Wees niet bevreesd, Ik ben 18. de eerste en de laatste, en de levende, en Ik ben dood geweest,
en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleu19. tels van de dood en het dodenrijk. Schrijfdan hetgeen gij ge20. zien hebt en hetgeen is en hetgeen na dezen geschieden zal. Het
geheimenis der zeven sterren, die gij gezien hebt in mijn rechter
hand, en de zeven gouden kandelaren : de zeven sterren zijn de
engelen der zeven gemeenten, en de kandelaren zijn de zeven
gemeenten.
Vóór dat God aan Johannes zal openbaren "de dingen die haast geschieden zullen" en waarvan sommige hem met ontzetting zouden slaan, openbaart Christus "die alle macht gegeven is in de hemel en op aarde" zichzelf als tegenwoordig zijnde in het midden van zijn volk. Hij verschijnt in volle lichtglans.
In dit eerste visioen aanschouwt Johannes de kerk van het Nieuwe Testament in haar zeven ontwikkelingsperioden - haar voltooide kring - voorgesteld als zeven gouden kandelaren, met de uit de dood opgestane Meester in hoge-priesterlijk gewaad, in het midden (1).
Jezus had de aandacht van zijn discipelen getrokken op het feit dat zij "het licht der wereld" waren. (2) De roeping der kerk is : "lichtende kandelaar te zijn op onze donkere opstandige planeet".
Van oudsher heeft men begrepen dat deze "zeven kandelaren" de kerk der eeuwen voorstelden, de voortgejaagde, die steeds van haar geestelijke adelaarsvlucht neerdaalde en terechtkwam in de laaglanden waar zij door de wereld
(1) Matt. 18:20 (2) Matt. 5:14

matt. 18:20
x. 30:8. Lev. 24:1-4 [hebr. 10:19-20. 4:14-16 [hebr. 2:9
icht zien wij Hem als onze Middelaar in de hemelen en terzelfdertijd, naar -lofte (5) in het midden van zijn volk.
as de hogepriester die in het aardse heiligdom de kandelaar moest verzorJ, ook daarin was hij een schaduwbeeld van Jezus. Als de trouwe Wachter . Heren huis ziet Jezus nauwlettend toe of het licht van zijn gemeente niet
of dreigt uit te doven. Onmerkbaar voor aardse stervelingen, leidt Hij _p haar gevaarlijke tocht doorheen de eeuwen.
:ers der priesters, die hun dienst deden op de grens van tijd en eeuwigheid, kten reeds in het Oude Testament de ontzagwekkende werkelijkheid van im Gods. Het vuur van het brandofferaltaar - vuur van Gods heiligheid - rde het offer dat in rook opsteeg als een aan God gewijde gave en dat aldus are opvaart werd. De bloedige kruisofferande was voor Christus het ware a, de meest radikale uittocht uit de zondige wereld, en de meest radikale moeer tot de heilige realiteit der eeuwigheid. Door dit offer van Christus, die fdertijd God en de zondige mensheid vertegenwoordigde, heeft Hij "een 'e levende weg ingewijd ... door zijn vlees" een vrije toegang uit de diepar de hoogte, naar het eeuwig Heden. (7)
ieerlijk is de waarheid dat Hij zich niet schaamt ons broeders te noemen.
_e afgedaald is in de duistere diepten van vlees en bloed, zien wij "met eer erlijkheid bekroond" (8) in soevereine macht. Als zoon des mensen in lle glans van zijn verheerlijkte gestalte doorheen dewelke zijn eeuwigheids[te straalt, brengt Hij het oorspronkelijk scheppingsplan tot zijn laatste vol-ig. In zijn bij uitstek hogepriesterlijke funktie van de hogere orde van Meldec die met geen ras of stam in verbinding staat, maar die zich stelt tussen ensheid in haar geheel en de Allerhoogste, in het brandpunt van de verstoorde tussen God en mens, maar in een dimensie die bij deze wereld niet meer t, volbrengt Hij het goddelijk verlossingswerk, zijn heilige herscheppings:eit treedt hier lichtend naar voren.
Lrmonie met de heilige struktuur van de Apocalypsis, wordt Christus in zeoudige heerlijkheid afgebeeld, om ons een volle visie te geven op zijn Perilijkheid en werk
i hoofd en haren waren wit...
i ogen als een vuurvlam...
1 voeten waren gelijk koperbrons...
i stem als een geluid van vele wateren...
'had zeven sterren in zijn rechterhand
zijn mond kwam een tweesnijdend scherp _zwaard.. .
a aanzien was gelijk de zon schijnt in haar kracht.. .
"zijn haren waren wit... "
In het boek Daniël wordt ons de Vader voorgesteld met "haar, blank als wol" (9). Ook Jezus, als het uitgedrukte beeld des Vaders, wordt in zijn verheerlijkte gestalte afgebeeld met haren wit als wol en sneeuw : symbool van zijn geheimnisvolle eeuwigheid en goddelijke wijsheid. "In Hem zijn alle schatten van wijsheid en kennis verborgen". (10)
"zijn ogen als een vuurvlam"
Hij waakt over zijn volk. Zijn alles doordringend oog, dat vlamt vol heilig vuur tegenover de zonde, verjaagt alle duisternis en brengt al onze gedachten en plannen in het volle licht. Zijn alwetendheid, die doordringt tot in elke vezel van ons wezen, wordt geen ogenblik afgeleid. Hij is de Alziende voor wie alle verborgenheden en geheimnissen open en naakt liggen (11), ook de donkerste diepten der mensenziel. Hij ziet doorheen alle muren en maskers.
"zijn voeten waren gelijk koperbrons" (12)
Onwankelbaar, vonkend als gloeiend brons, worden de voeten van Christus afgebeeld, waarmede Hij de macht der duisternis waar deze ook heerst, vertreden en vernietigen zal. Niemand kan de onweerstaanbare tred van Gods Zoon tegen
houden.
"zijn stem als een geluid van vele wateren"
Ongehoorde macht en donderende harmonie spreken uit dat beeld. Op zijn machtwoord, zo rijk in zijn volheid, met boodschappen diep als de zee, traden talloze werelden in het daarzijn. (13)
"Hij had zeven sterren in zijn rechterhand" (14)
De boden des Allerhoogsten zijn als lichtende sterren aan de donkere hemel om de verdoolde mensheid de weg te wijzen op de onafzienbare levenszee. Het zijn ambtsdragers van Christus met rechtstreekse verantwoordelijkheid tegenover Hem. Zij worden gedragen en geleid door diezelfde machtige hand die aan het schandhout werd genageld voor onze verlossing, en die de talloze sterren aan de
(9) Dan. 7:9
(10) Col. 2:3 (11) Hebr. 4:13
(12) Het koperbrons doelt waarschijnlijk op het geel koper van Corinthe, dat een mengeling
schijnt te zijn geweest van goud, zilver en koper. (13) Joh. 1:1-3
(14) Gods dienaars worden in de Schrift voorgesteld als sterren. Christus wordt "de Morgenster" genoemd. In de droom van Jozef worden de twaalf patriarchen voorgesteld als twaalf sterren. In Openbaring 12:1 wordt Gods gemeente afgebeeld gekroond met twaalf sterren : de twaalf apostelen, de leidende lichten der gemeente. In Dan. 12:3 lezen wij dat de getrouwe leraars zullen blinken als sterren.

Ie. Hoofdstuk, verzen 12 tot 20 32
ste gezicht zien wij Hem als onze Middelaar in de hemelen en terzelfdertijd, naar zijn belofte (5) in het midden van zijn volk. Het was de hogepriester die in het aardse heiligdom de kandelaar moest verzorgen (6), ook daarin was hij een schaduwbeeld van Jezus. Als de trouwe Wachter over 's Heren huis ziet Jezus nauwlettend toe of het licht van zijn gemeente niet kwijnt of dreigt uit te doven. Onmerkbaar voor aardse stervelingen, leidt Hij haar op haar gevaarlijke tocht doorheen de eeuwen. De offers der priesters, die hun dienst deden op de grens van tijd en eeuwigheid, vertolkten reeds in het Oude Testament de ontzagwekkende werkelijkheid van het Lam Gods. Het vuur van het brandofferaltaar - vuur van Gods heiligheid - verteerde het offer dat in rook opsteeg als een aan God gewijde _gave en dat aldus een ware opvaart werd. De bloedige kruisofferande was voor Christus het ware Pascha, de meest radikale uittocht uit de zondige wereld, en de meest radikale terugkeer tot de heilige realiteit der eeuwigheid. Door dit offer van Christus, die terzelfdertijd God en de zondige mensheid vertegenwoordigde, heeft Hij "een nieuwe levende weg ingewijd ... door zijn vlees" een vrije toegang uit de diepte naar de hoogte, naar het eeuwig Heden. (7) Hoe heerlijk is de waarheid dat Hij zich niet schaamt ons broeders te noemen. Hij die afgedaald is in de duistere diepten van vlees en bloed, zien wij "met eer en heerlijkheid bekroond" (8) in soevereine macht. Als zoon des mensen in de volle glans van zijn verheerlijkte gestalte doorheen dewelke zijn eeuwigheidsgestalte straalt, brengt Hij het oorspronkelijk scheppingsplan tot zijn laatste voltooiing. In zijn bij uitstek hogepriesterlijke funktie van de hogere orde van Melchisedec die met geen ras of stam in verbinding staat, maar die zich stelt tussen de mensheid in haar geheel en de Allerhoogste, in het brandpunt van de verstoorde orde tussen God en mens, maar in een dimensie die bij deze wereld niet meer hoort, volbrengt Hij het goddelijk verlossingswerk, zijn heilige herscheppingsrealiteit treedt hier lichtend naar voren.
In harmonie met de heilige struktuur van de Apocalypsis, wordt Christus in zevenvoudige heerlijkheid afgebeeld, om ons een volle visie te geven op zijn Persoonlijkheid en werk
- zijn hoofd en haren waren wit... - zijn ogen als een vuurvlam...
- zijn voeten waren gelijk koperbrons...
- zijn stem als een geluid van vele wateren... - Hij had zeven sterren in zijn rechterhand
- uit zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard... - zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in haar kracht.. .
(5) Matt. 18:20
(6) Ex. 30:8. Lev. 24:1-4
(7) Hebr. 10:19-20. 4:14-16 (8) Hebr. 2:9

"zijn haren waren wit... "
in het boek Daniël wordt ons de Vader voorgesteld met "haar, blank als wol" (9). Ook Jezus, als het uitgedrukte beeld des Vaders, wordt in zijn verheerlijkte gestalte afgebeeld met haren wit als wol en sneeuw : symbool van zijn geheimnisvolle eeuwigheid en goddelijke wijsheid. "In Hem zijn alle schatten van wijsheiden kennis verborgen". (10)
"zijn ogen als een vuurvlam"
Hij waakt over zijn volk. Zijn alles doordringend oog, dat vlamt vol heilig vuur tegenover de zonde, verjaagt alle duisternis en brengt al onze gedachten en plannen in het volle licht. Zijn alwetendheid, die doordringt tot in elke vezel van ons wezen, wordt geen ogenblik afgeleid. Hij is de Alziende voor wie alle verborgenheden en geheimnissen open en naakt liggen (11), ook de donkerste diepten der mensenziel. Hij ziet doorheen alle muren en maskers.
"zijn voeten waren gelijk koperbrons" (12)
Onwankelbaar, vonkend als gloeiend brons, worden de voeten van Christus afgebeeld, waarmede Hij de macht der duisternis waar deze ook heerst, vertreden en vernietigen zal. Niemand kan de onweerstaanbare tred van Gods Zoon tegen
houden.
"zijn stem als een geluid van vele wateren"
Ongehoorde macht en donderende harmonie spreken uit dat beeld. Op zijn machtwoord, zo rijk in zijn volheid, met boodschappen diep als de zee, traden talloze werelden in het daarzijn. (13)
"Hij had zeven sterren in zijn rechterhand" (14)
De boden des Allerhoogsten zijn als lichtende sterren aan de donkere hemel om de verdoolde mensheid de weg te wijzen op de onafzienbare levenszee. Het zijn ambtsdragers van Christus met rechtstreekse verantwoordelijkheid tegenover Hem. Zij worden gedragen en geleid door diezelfde machtige hand die aan het schandhout werd genageld voor onze verlossing, en die de talloze sterren aan de
(9) Dan. 7:9 (10) Col. 2:3
(11) Hebr. 4:13
(12) Het koperbrons doelt waarschijnlijk op het geel koper van Corinthe, dat een mengeling schijnt te zijn geweest van goud, zilver en koper. (13) Joh. 1:1-3
(14) Gods dienaars worden in de Schrift voorgesteld als sterren. Christus wordt "de Morgenster" genoemd. In de droom van Jozef worden de twaalf patriarchen voorgesteld als twaalf sterren. In Openbaring 12:1 wordt Gods gemeente afgebeeld gekroond met twaalf
sterren : de twaalf apostelen, de leidende lichten der gemeente. In Dan. 12:3 lezen wij dat de getrouwe leraars zullen blinken als sterren.

Ie. Hoofdstuk, verzen 12 tot 20
hemel leidt langs hun eeuwige banen. Van Hem ontvangen Gods dienstknechten hun licht en kracht en leiding. Verwijderen zij zich van Hem, dan worden zij vallende sterren die verdwijnen in de nacht. De rechterhand is het symbool van macht, autoriteit en eer. Dit toont de hoge waardering die Christus heeft voor zijn boden.
"uit zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard"
Dit symbool is een gepaste voorstelling van het diep-doordringend woord Gods, "dat geest en ziel verdeelt"(15), scherper dan de hoogste gerechtelijke autoriteit. Indien het hart zijn reden heeft die het koude verstand niet vatten kan, het woord van Christus als een goddelijk zwaard, dringt door in de diepten des harten om, indien wij erin toestemmen, het beest in ons onverbiddelijk neer te bliksemen.
"zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in hare kracht".
In de hof van Gethsémané had Johannes zijn Meester aanschouwd met bloeddruppels op de bleke wangen, hij had Hem ook gezien in een haveloos purperen kleed gehuld, bespuwd, bespot, met doornen gekroond, en ten slotte in zijn verwrongen gestalte aan het kruis. Nu ziet hij Hem in de verblindende glans van zijn eeuwige realiteit. Het is een geweldige verschijning, stralend van licht golft het hogepriesterlijk gewaad om zijn gestalte, de gouden gordel siert zijn borst. Zijn stem is als de donderende muziek van vele wateren, zijn gelaat straalt als de zon. Welk een tafereel !
Christus wordt voorgesteld door de heerlijkheid der zon in haar volle glans, de gemeente Gods door zeven lichtende kandelaars, de dienstknechten Gods door stralende sterren. Het is alles licht, met Christus in het midden als licht - en levensbron voor onze in duisternis gehulde planeet.
"En toen ik Hem zag viel ik als dood voor zijn voeten".
Waar de glans van de overzijde voor een ogenblik onze aardse sfeer doorbreekt, voelen Gods dienstknechten hun nietigheid. In Californië, dicht bij de Knott's Berry Farm, bevindt zich een kapel waar regelmatig de vertoning gegeven wordt : "de afglans van Christus' heerlijkheid". Terwijl het volk de kapel vervult, gaan langzamerhand de lichten uit tot er volledige duisternis heerst. Dan wordt geruisloos een grote dubbele deur opengeschoven waarachter in een zwakke lichtglans een gestalte met uitgestrekte armen wordt onderscheiden. Zacht muziek ruist door de zaal terwijl een kalme stem een beschrijving geeft van Christus. De gestalte gaat aan het gloeien in een fosfoorachtig licht dat steeds helderder wordt tot het beeld van Gods Zoon stralend in zijn volle heerlijkheid voor het volk staat. Een diepgaande stem laat zich horen : "En zijn gedaante veranderde voor hun ogen en zijn gelaat straalde als de zon, en zijn klederen werden wit als het licht" (15 bis).

En dan... langzamerhand verdwijnt het licht, in alle stilte schuift de deur weer dicht, het volk tot tranen toe bewogen, spreekt geen woord.
Indien een menselijke voorstelling van de verheerlijkte Christus zulk een indruk maakt op het volk, wat moet het effekt geweest zijn op Johannes wanneer hij zijn Meester die hij zo lief had, in zijn volle onuitsprekelijke heerlijkheid aanschouwde ! Deze verschijning was voor hem te geweldig, hij voelde zich bezwijken onder het gewicht der hemelse dingen, zó had hij zich zijn Meester nooit kunnen voorstellen.
Het visioen wordt levende Tegenwoordigheid. Jezus raakt Johannes aan, met de woorden die blijven trillen doorheen de ganse Bijbel "Wees niet bevreesd". Mochten deze woorden ook in ons hart blijvend aan het trillen gaan. Een stroom van kracht voer door Johannes.
"Ik ben de eerste en de laatste . . . "
De eeuwigheid van Jezus wordt hier naar voren gebracht. Als de eerste en de laatste, als de eeuwige Bron van alles, heeft Hij de grondslagen gelegd van deze wereld, en houdt Hij alle dingen op, van uit een verleden zonder begin tot een toekomst zonder einde. In Hem is het volle leven, Hij is de Levende die het leven heeft in zichzelf.
"Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden".
De opstanding van Christus - gouden morgen die eindeloos voortduurt - is niet alleen het overweldigend bewijs van zijn Godheid, maar ook de goddelijke waarborg van onze opstanding en van een nieuwe schepping. Zijn overwinning over de dood stelt Hem in staat zijn heilsplan dat Hij met zijn bloed ondertekend heeft, te voltooien in het hemels heiligdom.
"Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk".
Dat enkel versje is meer versterkend dan de meest aandoenlijke lijkrede. De dood is overwonnen, hij kan ons wèl onze dierbaren ontnemen, maar Christus leeft. De dood kan ook ons aangrijpen, maar onzichtbaar voor sterfelijke ogen bevindt zich de Opgestane onder zijn volk. Het onverzadiglijk graf staat onder zijn macht, de sleutels bevinden zich in zijn handen. Welk een zekerheid in een wereld waar alles wankelt. Christus is de alpha en de omega, Hij stond aan het begin van de ontzaglijke eeuwenstrijd, Hij staat ook aan het einde ervan, Hij heeft het laatste woord !
"Schrijfdan hetgeen gij gezien hebt. .. "
De ganse Schrift is geschreven door Gods wil, maar geen bijbelboek is op zulk uitdrukkelijk bevel geschreven als de Openbaring. Schrijf Johannes... schrijf... vertolk in onze taal de onuitsprekelijke dingen die aan uw oog voorbijgingen, wij buigen onze knieën voor de soevereine wil van Hem die staat "boven alle overheid en macht en heerschappij".

DE ZEVEN BRIEVEN.
Is het niet vreemd dat de Openbaring het meest verwaarloosde bijbelboek is, waar het minst aandacht aan geschonken wordt?
Zeer zelden wordt in de kerk gepredikt uit de brieven van Jezus ! Wat Hij van de hemel aan Johannes meedeelde door tussenkomst van een engel, is dat niet van even grote waarde als wat Hij aan zijn discipelen meedeelde toen Hij nog op aarde was?

Het visioen der zeven gemeenten openbaart ons de geestelijke ontwikkeling
van de zichtbare Christuskerk gedurende zeven opeenvolgende perioden, van af Jezus' hemelvaart tot de voleinding der wereld. In de zeven brieven zien wij duidelijk dat de boodschappen erin vervat, reiken tot de tijd van het einde. God koos zeven Aziatische gemeenten wier namen en overheersende kenmerken een profetisch beeld konden vormen van de geestelijke toestand der universele kerke Gods in de loop der tijden, op weg naar haar bestemming. Deze gemeenten waren gelegen langs de keizerlijke postweg die omstreeks het jaar 133 v. Chr. was aangelegd. De Romeinse heirbaan werd tot een treffend

1
beeld van de grote weg der eeuwen langs dewelke wij Gods kerk vinden in haar zeven perioden waarin de profetie haar tekent. Daar de heilsgeschiedenis een eigen karakter heeft en door eigen motieven wordt beheerst, heeft zij ook haar eigen verdeling en tijdsorde.
Evenals de zeven geesten voor de troon, Gods Geest voorstellen in de volheid van zijn werk en macht, zo stellen de zeven gemeenten de volledige historische christelijke kerk voor in haar zeven aspecten der Nieuw Testamentische bedeling. Het zijn geen zeven verschillende kerken, het is één kerk waarvan de geschiedenis zich voltrekt in de eeuwen, omgeven door de goddelijke liefde, verlicht door Gods Geest en ondersteund door de machtige opgestane in haar midden.
Dit profetisch-historisch overzicht is geen loutere keten van prachtige parels, haar adeldom wordt niet verzwegen, maar haar ellende ook niet bedekt. "Het is de geschiedenis van de geestelijke evolutie, van de bloei en het verval van de kerk doorheen de eeuwen der tegenwoordige bediening". (16) Het is de strijdende kerk, onvolmaakt, maar die steeds in een vijandelijke wereld vertoeft, bedreigd zowel van binnen als van buiten, die vermaningen, beproevingen en goddelijke beloften van node heeft en het voorwerp uitmaakt van de hoogste oplettendheid van Christus.
Feitelijk is de ganse Openbaring gewijd aan de zeven gemeenten. Het is dus vanzelfsprekend dat hiermede niet alleen de plaatselijke gemeenten van Klein Azië zijn bedoeld.

"Zonder de Openbaring", schrijft Godet, "zou de kerk waarschijnlijk nooit zichzelf hebben gekend. Het is vooral in de Openbaring dat men haar kan onderscheiden als een groot historisch organisme dat zich ontwikkelt, strijdt en moet overwinnen". (17)

In het begin van elke brief treedt Jezus naar voren met kenmerken uit de zevenvoudige beschrijving van zijn Persoon die wij vinden in het inleidend visioen, kenmerken die het meest geschikt zijn voor zijn boodschap aan de gemeente tot dewelke Hij zich richt.
Elke brief bevat zeven delen, hetgeen de volheid aantoont van de boodschap die Hij brengt
- de naam der gemeente,
- de vereenzelviging van de Schrijver,
- de beschrijving van de lofwaardige toestand, - de vermaning of veroordeling, - de oproep tot bekering,
- de oproep om de stem des Geestes te beluisteren, - de belofte voor de overwinnaar.