David en Goliath

David en Goliath
november 5, 2012 Door bijbelenzo



De verhalen van Koning David zijn bijna allemaal profetisch maar ook typologisch. Er komen in de Bijbel veel Christus types voor, maar de grootste Christus type is wel David de Koning. Het moet dan ook niet zo verrassend zijn dat de verhalen van koning David ons veel informatie geven over de overwinning die Jezus Christus uiteindelijk zou halen, en die hij nog gaat halen.

De verhalen van Koning David staan voornamelijk opgeschreven in de twee boeken van Samuel de profeet. Het volk van Israel werd in het begin geleid door dienaren van God. Zoals Mozes en Jozua dienaren van God waren, en ook de latere rechters die Israel leidde dienaren van God waren. Ook Samuel gaf leiding aan Israel maar nadat hij te oud was geworden stelde hij zijn twee zonen, Joel en Abia aan als rechters over het volk.
Deze twee zonen gingen niet in de wegen van hun vader. Ze namen geschenken aan, bogen het recht, en waren uit op winstbejag. Het Israelische volk verlangde dan ook een koning zoals alle volkeren rondom hen heen.

“Zij zeiden tegen hem: Zie, u bent oud geworden en uw zonen gaan niet in uw wegen. Stel daarom een koning over ons aan om ons leiding te geven, zoals alle volken”. (1 Sam 8:5)

Dit woord was slecht in de oren van Samuel en hij bad tot God. Het gegeven dat het volk een koning verlangde kan je tevens opvatten als de grootste fout die het volk ooit heeft gemaakt. Ze hadden voorheen een Koning en dat was God zelf. God streed voor het volk en leidde het volk door zijn dienaren. Door deze eis veranderde dat. Ze wezen God af en tevens kwam er een verandering in het systeem van regeren.

“Maar de HEERE zei tegen Samuel: Geef gehoor aan de stem van het volk in alles wat zij tegen u zeggen; want zij hebben ú niet verworpen, maar Míj hebben zij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zou zijn”. (1 Sam 8:7)

Hier kan je al typologie in vinden. Ook nu wordt God afgewezen door veel mensen. Ondanks God graag onze Koning wil zijn, Zijn mensen nog net zo als in de tijd van de vroegere Israelieten. Ook wij denken dat we God niet nodig hebben, en dat we het zelf wel weten op te lossen. Maar God gaf gehoor aan het volk en Saul werd de eerste koning van Israel. Saul die ook typologie op de antichrist is luisterde niet naar de stem van God en ging zijn eigen weg. Uiteindelijk werd hij verstoten door God en Samuel moest David zalven als Koning over Israel.

David was de zoon van Isai de Bethlehemiet, en was de herder over de kudde van zijn vader. Ook Jezus was een herder over de kudde van zijn vader en een gezalfde, die Koning over zijn volk is geworden. We zien hier een duidelijk patroon van typologie. nadat Koning David gezalfd was door Samuel was hij Koning over Israel. Saul was nog wel Koning maar hij was afgewezen door God. Koning David kwam vervolgens in dienst bij Saul en werd niet alleen zijn harpspeler maar ook zijn wapendrager.

In Samuel 17 lezen we vervolgens het verhaal van Goliath de reus. Goliath was een Filistijn, De aartsvijanden van de Israelieten. De Filistijnen zijn voortgekomen uit Mitsraim, en hoogstwaarschijnlijk waren ze nauw verwant aan de Egyptenaren. (Gen 10:13,14). Zo als gebruikelijk hadden de Israelieten oorlog met de Filistijnen en ze hadden Socho bezet wat Juda toebehoorde. Koning Saul had zijn leger verzameld in het eikendal en stelde zich tegenover de Filistijnen op.

Maar de Filistijnen hadden een reus in hun leger en toen hij tevoorschijn kwam was iedereen zeer bevreesd. Hij vroeg om een strijder waar hij mee kon vechten en de verliezers zouden de slaven worden van de overwinnaar.

“Hij stond daar en riep de gelederen van Israël toe; hij zei tegen hen: Waarom zou u uittrekken om u op te stellen voor de strijd? Ben ik niet een Filistijn en bent u geen dienaren van Saul? Kiest u een man uit die naar mij toe komt. Als hij met mij vecht en mij kan verslaan, zullen wij u tot slaven zijn, maar als ik hem overwin en hem versla, zult u ons tot slaven zijn en ons dienen”. (1 Sam 16:8,9)

Goliath was 6 El lang en had een bronzen helm, een bronzen scheenplaat, een bronzen werpspies en de punt van zijn speer was van 600 sikkel ijzer. Hier zijn de materialen brons en ijzer nadrukkelijk aanwezig zoals ook het ijzer en het brons uit de droom van Nebukadnezar. En ook in de cijfers 6 en 600 zou je eventueel typologie kunnen vinden. Het gouden beeld van Nebukadnezar was 60 El bij 6 El. Maar dat is nog niet alles. Toen David op het front terecht kwam omdat zijn vader hem de opdracht had gegeven om naar het welzijn van zijn zonen te informeren, en David in de tent van Saul terecht kwam vroeg hij hem of hij kon strijden tegen deze reus. Saul weigerde in eerste instantie omdat David nog een jongeman was en hij niet in staat zou zijn geweest om deze strijder te verslaan. David geeft vervolgens het volgende antwoord.

“Toen zei David tegen Saul: Uw dienaar weidde de schapen van zijn vader, en kwam er een leeuw of een beer die een schaap van de kudde wegnam, dan ging ik hem achterna, sloeg hem neer en redde het uit zijn bek. En als hij mij dan aanviel, greep ik hem bij zijn baard, sloeg hem neer en doodde hem. Uw dienaar heeft zowel leeuw als beer verslagen. Zó zal deze onbesneden Filistijn zijn als een van hen, omdat hij de gelederen van de levende God gehoond heeft”. (1 Sam 17:34,36)





David had met Gods hulp zowel een leeuw als een beer verslagen. Nu komen de leeuw en de beer ook terug in het visioen van Daniel 7. En dus heb je de leeuw, De beer, Het brons en het ijzer. Alle vier de rijken uit de droom van Nebukadnezar en het visioen van Daniel kunnen we hier in terug vinden. De leeuw is Babel, De beer waren de Meden-Perzen. Het brons was Griekenland en het ijzer waren de Romeinen. Een duidelijke parallel tussen deze gebeurtenis en Daniel. Maar er is nog meer. We weten uit de Bijbel dat David op een ezel reed.

“Toen nam Isaï een ezel met brood, een leren zak met wijn en een geitenbokje en stuurde ze door de hand van zijn zoon David naar Saul”. (1 Sam 16:20)

Nu kan je je natuurlijk voorstellen dat David ook met een ezel naar het strijdveld ging om naar het welzijn van zijn broers te informeren. De link naar Christus is dus zo gelegd. Zoals Christus Jeruzalem inreed op een ezel als Koning en als overwinnaar, zo komt David ook als Koning en overwinnaar binnen gereden op een ezel.

Voordat Goliath verslagen werd door David ging er nog eerst iets aan vooraf. De beide legers hadden hun kampen opgeslagen, En Goliath vroeg om een Israeliet waar hij mee kon vechten. Maar niemand van de Israelieten was bereid om tegen deze reus te vechten. De Filistijn kwam elke dag van ‘s morgens tot ‘s avonds naar voren om de Israelieten uit te dagen en de God van de hemel te honen. En dat deed deze reus veertig dagen lang.

“Verder zei de Filistijn: Heden hoon ik de gelederen van Israël: Geef mij een man om samen te vechten” (1 Sam 17:10)

“De Filistijn kwam ‘s morgens vroeg en ‘s avonds naar voren. Zo stelde hij zich daar veertig dagen lang op”. (1 Sam 17:16)

“Toen zei David tegen de mannen die bij hem stonden: Wat zal men de man doen die deze Filistijn verslaat en de smaad van Israël afwendt? Want wie is deze onbesneden Filistijn wel, dat hij de gelederen van de levende God durft te honen?” (1 Sam 17:26)

“Maar David zei tegen de Filistijn: U komt naar mij toe met een zwaard, met een speer en met een werpspies, maar ik kom naar u toe in de Naam van de HEERE van de legermachten, de God van de gelederen van Israël, Die u gehoond hebt”. (1 Sam 17:45)

Ook hier zien we duidelijk typologie. Zoals Goliath de God van israel gehoond heeft zo zou ook de antichrist de God van Israel honen. Honen is zoiets als lasteren, beledigen, grootspraak,verachten, bespotten en noem maar op. Wat Goliath hier deed in het klein doet de antichrist in het groot. Hij deed dat 40 dagen lang. 40 dagen deed hij het volk op de proef stellen. Jezus werd ook 40 dagen op de proef gesteld in de woestijn. En na de Exodus werd het volk 40 jaar op de proef gesteld. Ook was niemand bereid om te vechten tegen deze reus omdat ze zeer bevreesd waren.

“Terwijl hij met hen sprak, zie, de kampvechter kwam eraan. Zijn naam was Goliath, een Filistijn uit Gath, uit de gelederen van de Filistijnen. Hij sprak dezelfde woorden, en David hoorde ze. Maar toen de mannen van Israël die man zagen, vluchtten zij allen voor hem weg en waren zeer bevreesd”. (1 Sam 17:23,24)

zoiets gebeurd ook in de eindtijd. Zoals niemand het tegen Goliath durfde op te nemen zo neemt ook niemand het op tegen het beest in openbaringen. Wie is aan het beest gelijk? wie durft oorlog te voeren tegen het beest?

“En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest macht gegeven had. En zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan dit beest gelijk? En wie kan er oorlog tegen voeren”? (Op 13:14)

Nadat David koning Saul overtuigd had dat de Geest van God in hem was maakte David zich op voor de strijd. Hij kwam zonder wapens, en droeg alleen maar zijn staf, zijn slinger en pakte 5 stenen van de grond. Ook was dit het moment van Saul dat hij wist dat God hem had verstoten als Koning en David als koning was gezalfd. Na deze gebeurtenis stelde hij zich vijandig op tegen David en wilde hem zelfs doden. David moest dan ook vluchten voor Koning Saul. Ook daar vind je typologie in. Jezus moest ook vluchten omdat Herodes het kind wou ombrengen. Jezus vluchtte uiteindelijk naar Egypte.

David stelde zichzelf op voor Goliath en sprak de volgende woorden:”Op deze dag zal de HEERE u in mijn hand overleveren. Ik zal u verslaan en uw hoofd van u wegnemen. Ik zal deze dag de dode lichamen van het leger van de Filistijnen aan de vogels in de lucht geven en aan de dieren van de aarde, en heel de aarde zal weten dat Israël een God heeft. En deze hele gemeente zal weten dat de HEERE niet door zwaard of door speer verlost, want de strijd is van de HEERE. Hij zal u in onze hand geven”. (1 Sam 17:46,47)

De Filistijn kwam op David af en David greep uit zijn herderszak een steen en slingerde hem in het voorhoofd. En David overwon Goliath met een steen.

“Vervolgens stak David zijn hand in de tas, nam daar een steen uit, slingerde die weg, en raakte de Filistijn daarmee tegen zijn voorhoofd, zodat de steen in zijn voorhoofd drong en hij met zijn gezicht ter aarde viel. Zo overwon David de Filistijn met een slinger en met een steen, hij versloeg de Filistijn en doodde hem. Maar een zwaard had David niet in zijn hand.” (1 Sam 17:49,50)

De steen is Christus. Christus is de rots uit Daniel 2 die uit de hemel komt vallen en het beeld in een klap vernietigd. Zoals Babel verwoest word door de rots, zo is Goliath de reus verslagen met een steen. David grijpt vervolgens zijn zwaard en hakt zijn hoofd af.

“Daarom snelde David naar voren en ging bij de Filistijn staan. Hij nam diens zwaard, trok het uit zijn schede en doodde hem en hij hakte zijn hoofd ermee af. Toen de Filistijnen zagen dat hun held dood was, vluchtten zij”. (1 Sam 17:51)

God heeft ook een zwaard waarmee hij zijn vijand overwint. Namelijk het zwaard wat uit zijn mond komt wat het woord van God is. (Op 19:15)

David hakte het hoofd van Goliath af en nam het mee naar Jeruzalem. Hij heeft zijn hoofd begaven op de schedelplaats die de naam Golgotha heeft. En daar is Christus gekruisigd. Daar heeft Christus zijn overwinning behaald. Koning David heeft niet alleen deze gebeurtenis profetisch voorspeld door Goliath te doden en een grote zege te halen op hun aartsvijanden. Maar ook loopt deze overwinning parallel met de laatste overwinning die Christus zal behalen op zijn aartsvijanden als hij terug keert naar aarde.