35 - Opstanding van doden

Zoals we vastgesteld hebben, leert de Bijbel dat de dood het einde is van het leven. Het Is dus niet zoals veelal geleerd wordt, dat de ziel of de geest van de mens dadelijk na de dood voortleeft, of dadelijk geoordeeld wordt, om naar de hemel of naar de hel te gaan, of om op de ene of andere wijze in de z.g.n. geestenwereld voort te leven. Met het sterven houdt het bewuste leven op te bestaan. De dood wordt in de Bijbel op vele plaatsen met een slaap vergeleken. Johannes 11: 11-12. Zo zesde Jezus van Zijn vriend Lazarus, die gestorven was: „Onze vriend slaapt, maar Ik ga heen om hem uit de slaap op te wekken. Doch Jezus had gesproken van zijn dood...
"Handelingen 7 : 60. En toen hij dat gezegd had, ontsliep hij... 1 These. 4 : 13-14. Paulus handelt hier over de overledenen, als over dezulken die ontslapen zijn.
.1. De opstanding der doden.

De leer, dat er geen direct voortleven na de dood is, betekent niet, dat er geen eeuwig leven voor de mens is weg gelegd. Om dit eeuwig leven deelachtig te worden, is een opwekking en een opstanding uit de dood noodzakelijk volgens de Bijbel.De Bijbel getuigt hiervan op vele plaatsen en ook de apostolische geloofsbelijdenis -van de christelijke kerk.









Nq

In de apostolische geloofsartikelen heet het immers:„. .. Ik geloof in een wederopstanding des vleses en een eeuwig leven ..."
Johannes 5 : 28-29. Jezus geloofde In de opstanding en deze.predikte annes 11: 23. Tot de bedroefde Martha zesde Jezus: „Uw broeder zal weder opstaan", waarop Martha antwoordde: „Ik weet dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage."
Handelingen 24: 15: Datzelfde geloofden ook de apostelen. Het geloof in de wederopstanding der doden is dus een zuiver Bijbelse leerstelling.2. De opstanding der doden is een noodzakelijkheid.Het moet ieder, die nadenkt duidelijk zijn, dat de leer van een onsterfelijke ziel of geest, die voortleeft na de dood, een opstanding des vleses overbodig maakt. Waarom zou het lichaam dat tot stof vergaan is weer opgewekt worden, wanneer de ziel zonder dat' lichaam reeds in heerlijkheid voortleeft? Indien echter de dood een einde maakt aan het bewuste leven dan is het eeuwige leven alleen mogelijk, wanneer er een opstanding komt.Paulus bewees de noodzakelijkheid van de opstanding met de volgende woorden:1 Cor. 15 16-18. „Want indien de doden niet opgewekt worden, zo is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij jiog in 'uw zonden. Zo zijn ook verloren die in Christusonnf~lapeii- zijn."1 Cor,;15 : 22. „Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden." De opstanding der doden is de grote gebeurtenis waarnaar de heilige schrijvers verlangend hebben uitgezien. Zij verwachtten niet het eeuwige leven zonder de opstanding deelachtig te worden.Job 19: 25--26. „Wantik weet dat mijn Verlosser leeft en Hij zal de laatste over het stof opstaan en als zij (de wormen) mijn huid doorknaagd zullen hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen." (De engelse vertaling luidt nl.: „And though after my skins worms destroy this body). En ofschoon de wormen mijn huid doorknagen. Jesaja 26: 19. „Uw doden zullen leven, ook mijn dood lichaam, zij zullen opstaan..."2 Cor. 4 : 14. Paulus sloot zich geheel bij deze hoop aan. Filipp. 3:8-11. Het geloof in de opstanding was zijn enigste hoop.3. Wanneer zal de opstanding plaats vinden ?
Joh. 6 : 40. Jezus zeide: Ik zal hem opwekken ten uiterste
e
DDaaniël 12: 13. Reeds aan Daniël, in het Oude Testament dus, werd de tijd van de opstanding bekend gemaakt. 1 Thess. 4 : 16. 'Paulus leerde dat de opstanding plaats vinden zal met de wederkomst des Heren. In deze laatste tekst wordt de opstanding der gelovigen „de eerste opstanding genoemd".Dit geeft aanleiding te denken aan een tweede opstanding. Openbaring 20: 5 laatste zinsnede en vers 6 spreken van de eerste opstanding, terwijl Openbaring 20:,5 tevens spreekt van de tweede opstanding.Openbaring 20: 5. De overige doden werden niet weder levend totdat de duizend jaren geëindigd waren.Hieruit blijkt dat degenen die niet tot de eerste opstanding behoren eerst duizend jaar later opstaan. Waartoe deze opgewekt zullen worden blijkt uit Openb. 20 : 13-15.4. Hoe zullen de doden opgewekt wordenDe gedachte aan een opstanding des vleses is voor velen onverklaarbaar, hoewel het in de geloofsbelijdenis geleerd wordt. Velen menen dat van een opstanding van 't lichaam geen sprake kan zijn, daar het lichaam tot stof vergaat. Maar de natuurwetten leren ons dat er niets verloren gaat, maar dat de dingen wel een andere vorm kunnen aannemen. Precies zo is het met de mens, wanneer hij sterft gaat er niets verloren, maar neemt een andere vorm aan. De stofdeeltjes blijven bestaan.Genesis 3:19: „want gij zijt stof en zult tot stof wederkeren."
Johannes 6 : 38: „Dit is de wil Mijns Vaders, die Mij gezonden heeft dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar het zelve opwekke ten uiterste dage." Psalm 90: 3. Dat God de mens schiep uit het stof der aarde is een even groot wonder als de opstanding des lichaams. Natuurlijk blijft dit voor ons een onbegrijpelijk wonder. Alle echte wonderen kunnen door het menselijke verstand niet verklaard worden. Een wonder is het bovennatuurlijke ingrijpen van een Hogere Macht In de natuurlijke gang der dingen. Dit kan alleen God. 1 Cor. 15: 35-45. Paulus tracht het opstandingswonder door beelden uit de natuur te verklaren. „Het lichaam wordt gezaaid in verderfelijkheid, het wordt opgewekt in onverderfelijkheid. Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid. Het wordt gezaaid in zwakheid, het wordt opgewekt in kracht."

5.

Ons geloof zegt dat het voor God die alles uit het niets schiep niet onmogelijk moet zijn, de stofdeeltjes van de lichamen der gestorvenen weer samen te voegen.
Het geloof in de opstanding een troostrijke gedachte.
1- Thees. 4 : 16-17. Het geloof in de opstanding is de grond van. vele vertroostingen voor Gods kinderen. Vers 18. Daarom besluit Paulus zijn betoog met de woorden: „Zo dan vertroost eikander met deze woorden". De apostel Paulus kende geen andere troost als die hij hier neerschreef. Hij troostte de. gelovigen niet met de gedachte aan het voortleven van de ziel of de geest, maar met de bijbelse leer van ;de opstanding uit de doden. Johannes 14: t^4,` Jezus troostte eveneens Zijn volgelingen bij Zijn afs 1i 1i l-iíièt de gedachte, aan Zijn wederkomst waar.HjJ hen tot'Z èI hemen zou. Hij verklaarde hun niet dat ze na hun sterweit Hem zouden hakomen, maar dat HIJ komen zou om hen `te 'halen. f „ Ik kom weder en zal u tot Mij nemen."De wederkomst van Jezus is niet het sterven van de mens, maar is een ' gebeurtenis der toekomst. Dus is ook de opstanding .der doden toekomstig. De eerste christenen hebben blijkbaar veel meer de belangrijkheid'van de leer der opstaiding ingezien, dan men dit that s''ddét. En waarom? De apostelen wezen. telkens daar. weer op' en spoorden de gelovigéri hierdoor aan tot gehorzaamheid, volharding en blijdschap. Maar in onze tijd wordt dit onderwerp bijna nooit meer genoemd.

Gode zij dank, de christen heeft-een levende hoop. Hij gelooft in dit leven in Jezus Christus, de grote Levensvorst, de Gever van het leven_. Hijsweet dat Hij stierf voor zon- . daren en opgewekt werd;:.tot onze rechtvaardigmaking. Daarom is de christen ook volkomen verzekerd dat Jezus hem uit de dood opwekken zal om hem het eeuwige leven te geven.
Romeinen . 6 23: „De bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven door Jezus Christus onze Here."