15 - Tekenen aan zon, maan en sterren

Mattheus 24: 29. „En terstond na de verdrukking dier dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten der hemelen zullen bewogen worden." Lukas 21: 25. „En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren."
Markus 13: 24,25,,Maar in die dagen, na de verdrukking, zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar schijnsel niet geven. En de sterren des hemels zullen daaruit vallen." Driemaal wordt in de evangeliën dit verschijnsel genoemd. Joel 2 : 30-31. „En Ik zal wondertekenen geven In de hemel en op de aarde, bloed, vuur en rookdamp. De zon zal veranderd worden In duisternis en de maan In bloed, eer dat die grote dag des Heren komt."Openbaring 6 : 12-13. De apostel Johannes beschrijft eveneens deze tekenen des tijds als voorboden van het einde van deze wereld. „En Ik zag, toen het het zesde zegel geopend had,

1 5

en zie er geschiedde een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd als bloed. En de sterren des hemels vielen op de aarde gelijk een vijgeboom zijn onrijpe vijgen afwerpt, als hij door een sterke wind geschud wordt." .In de vorige les zagen we dat de grote verdrukking ten einde liep in het jaar 1776.Terstond na die verdrukking zal de zon verduisterd worden, zegt de profetie. De vervulling kwam op 19 mei 1780. Op die dag werd midden op de.dag de zon verduisterd, een verduistering die tot middernacht duurde. Dit was geen gewone zonneeclips daar het juist volle maan was, hetgeen een zonsverduistering onmogelijk. maakt.
Het werd zo donker dat de lichten in de huizen werden aangestoken en de dieren zochten hun stal op terwijl de vogels zich op hun nest begaven.Vele astronomen hebben dit verschijnsel als iets onverklaarbaars beschouwd. De nacht daarop volgende stond de volle maan wel aan de hemel maar als een bloedrode schijf en gaf geen licht. De 19 mei 1780 staat in de annalen van de astronomie bekend als de onverklaarbare donkere dag. „De duistere dag van 19 mei 1780, zo genoemd wegens de merkwaardige duisternis van die dag, die zich over geheel Nieuw Engeland uistrekte ... De verduistering begon, ongeveer 10 uur in de morgen en duurde tot het midden van de volgende nacht, maar was op alle plaatsen niet even dicht en duurde overal niet even lang ... De ware oorzaak van dit verschijnsel is niet bekend." Webster Dictionary Rubriek Noted Names. Een tijdgenoot schreef: „Het is wellicht sedert de uittocht der kinderen Israëls uit Egypte nooit duisterder geweest dan toen. Deze grote duisternis hield aan tot ongeveer één uur 's nachts, hoewel het juist volle maan geweest was."De profetie van Christus had zich vervuld ene de gehele wereld werd opmerkzaam gemaakt op het aanbreken van de tijd van het einde.

2. DE GROTE STERRENREGEN VAN HET JAAR 1833.

Mattheus 24: 29. „... en de sterren zullen van de hemel vallen."Openbaring 6 : 13. „De sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn onrijpe vijgen afwerpt als hij van een grote wind geschud wordt."
Deze profetie vervulde zich, toen het wonderlijke natuurverschijnsel van de grote sterrenregen zich voordeed op 13 november 1833. Er waren in de loop der tijden vele sterrenregens. Maar het schouwspel van 1833 overtrof alle andere. Dit ver

heven schouwspel kwam bovendien op de juiste tijd en in de juiste volgorde zoals de profetie het had gezegd, n1. na de verduistering van zon en maan en het beantwoordde in elk opzicht aan de gegevens van de Bijbel. De gebeurtenis van 1333 werd niet alleen in Amerika een punt van studie en bespreking, maar trok de aandacht van de gehele wereld. Een Engelse geleerde noemde het een verschijnsel dat alles overtrof waarvan de geschiedenis melding maakt. „Flammarion, de bekende Franse astronoom zei, dat de dichtheid van deze sterrenregeri, op het ogenblik dat het maximum der sterren viel, zo ongeveer half -zo talrijk waren als de sneeuwvlokken tijdens een sneeuwstorm." Popular Astronomy, blz. 536.

3. „GELIJK EEN VIJGEBOOM ZIJN ONRIJPE VRUCHTEN AFWERPT".
Ook dit vervulde zich letterlijk.
Een journalist uit die dagen, een ooggetuige, schreef: Geen philosoof of geleerde heeft een gebeurtenis gelijk die van gister (13 nov. 1833) verhaald of beschreven. Een profeet, die achttienhonderd jaar geleden leefde, heeft ze met alle juistheid voorspeld." Nw. York Journal of Commerce, 14 nov. 1833. Verder heet het: „Hier bewijst zich de nauwkeurigheid van de profeet. De sterren vielen niet alsof ze van meer bomen geschud werden, maar als slechts van één. Alle vielen in dezelfde richting als vanuit één punt. Ze vielen ook niet als rijpe vruchten, ze werden letterlijk afgeschud." Professor Olmstead schreef in The American Journal of Science: „Er was nauwelijks een open plekje aan het hemelgewelf, dat niet elk ogenblik werd ingenomen door deze vallende sterren. Ook kon men in het algemeen nergens verschil bespeuren, alleen dat ze soms in groepen vielen, die iemand bepaalde bij een vijgeboom, die zijn onrijpe vruchten afwerpt wanneer hij geschud wordt."Geleerde astronomen meenden te kunnen berekenen dat zulke sterrenregens zich periodiek eenmaal in de 33 jaar voordoen. Zo verwachtte men een herhaling van 1833 in het jaar 1899. Deze bleef echter uit. De sterrenregens die voor en na 1833 zich hebben voorgedaan hebben het schouwspel van 1833 nooitovertroffen.

4. Lukas 21 : 28. „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, zo ziet omhoog, en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is."De profetie vervulde zich op het nauwkeurigst. Het profetische woord bleek opnieuw betrouwbaar te zijn. De bedoeling van





4.J

f

God was, om allen, die met verlangen naar Zijn komst uitzien, door het aanschouwen van de vervullingen der profetie met hoop te vervulléngen tot ijver aan te sporen om de wereld met de boodschap fijner genade bekend te' maken.5. „En op aarde benauwdheid der volken met twijfelmoedigheid, als de watergolven en de zee groot geluid zullen geven en het hart bezwijken zal van vrees en verwachting der dingen, die het aardrijk overkomen zullen." Lukas 21: 25-27.

Vrees! Dit woord staat in de harten van de moderne mens geschreven. Nooit tevoren was de wereld zo in banden van vrees gekluisterd als nu het geval is. De hoogste staatslieden en regeerders zowel als de mannen der wetenschap bekennen vrijmoedig dat ze met vrees vervuld zijn, wanneer ze aan de toekomst denken.
Dr. Harold C. Urey, atoomgeleerde, zei: „Ik ben een apostel des oordeels. Ik ben een zeer bevreesd man en ik wens dat ook u vrezen zult."Een andere geleerde, Robert Hittehins, aan de universiteit te Chicago, verklaarde: „Het is erg laat! Niets kan ons wellicht nog redden. Het handschrift aan de muur is duidelijk genoeg. Ik roep de volken der aarde toe: verenig u of sterf!" Oud-president Truman verklaarde in de New York Times, dat, wanneer een derde wereldoorlog zou uitbreken, er niets overblijven zou als een wereld van één grote puinhoop. Bij vele geleerden en staatslieden van onze tijd treffen we in hun toespraken of geschriften woorden aan die aantonen hoezeer de vrees van hen bezit genomen heeft. Woorden als „Armageddin", „einde der wereld", „einde van alle leven", „einde van de tijd', „oordeel" en „vernietiging", zijn geen zeldzaamheden uit kringen van mannen die weten hoe de wereld erin werkelijkheid voorstaat.Ook dit is een verdere vervulling van de profetie van Christus en levert tevens het bewijs dat we in een tijdperk aangeland zijn, waarin we de .wederkomst van Christus moeten verwachten. Want de Heiland voegde aan dit alles toe: „Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan tot al deze dingen zullen geschied zijn". Christus bedoelde dat het geslacht dat de vervulling van al deze profetieën aanschouwen zal, niet ten einde zal komen voordat het einde er zal zijn. Matth. 24: 34. God roept daarom de mensheid op te komen tot de ware vrees, de vreze Gods. Openbaring 14: 6-7.