You are  home - www.agp-internet.com/react -  ellenwhite.nl.nu - Themasite Ellen G. White - Bijbelcommentaar Exodus  
 

HOOFDSTUK 20.
VERS 1 - 17
Lees Nehemia 9 : 6 - 15. Als de wet uitgesproken werd, stond de Heer de Schepper van Hemel en aarde, aan de zijde van Zijn Zoon, overdekt door het vuur en de rook op de berg. Het was hier niet dat de wet het eerst gegeven werd; maar hij werd uitgesproken opdat de kinderen van Israël, wiens ideeën verward geraakt waren door hun associatie met afgodendienaars in Egypte, de bewoordingen ervan mochten in herinnering brengen, en begrijpen, waaruit de ware aanbidding van Jehova bestaat. ST. Okt. 15, 1896.
Adam en Eva bij hun schepping hadden een begrip van de wet. Hij was in hun hart gedrukt, en zij verstonden de eisen die hij hen oplegde. MS 99, 1902.
De wet van God bestond vóór de mens geschapen werd. Hij was aangepast aan de toestand van de heilige wezens; zelfs de engelen werden erdoor bestuurd. Na de val waren de princiepen van gerechtigheid onveranderd. Niets was weggenomen van de wet; geen enkele van zijn heilige voorschriften kon verbeterd worden. En zoals hij bestond voor liet begin, zo zal hij blijven bestaan doorheen de niet ophoudende tijden van de eeuwigheid. Lees Ps.119:152. ST April 15, 1886.
De Sabbat van het vierde gebod werd ingesteld in Eden. Nadat God de wereld gemaakt had, en de mens geschapen had op de aarde, maakte Hij de Sabbat voor de mens. Na de zonde en de val van Adam, was niets weggenomen van de wet van God. De princiepen van de tien geboden bestonden vóór de val en waren van een karakter, dat aangepast was aan de toestand van een heilige soort van wezens. Na de val, waren de princiepen van deze voorschriften niet veranderd, maar bijkomende voorschriften werden gegeven om de mens tegemoet te komen in zijn gevallen toestand. 3SG, 295.
De wet van God bestond vóór de schepping van de mens of anders zou Adam niet kunnen zondigen hebben. Na de overtreding van Adam waren de princiepen van de wet niet veranderd, maar waren definitief aangepast en uitgedrukt om de mens tegemoet te komen in zijn gevallen toestand. Christus in beraadslaging met Zijn Vader, stelde het systeem in van de offerdienst; opdat de dood, inplaats van onmiddellijk de overtreder te bezoeken, overgedragen zou worden op een slachtoffer, dat het groot en volmaakt offer van de Zoon van God zou voorafbeelden. ST. Maart 14, 1878.
Tengevolge van de bestendige overtreding werd de morele wet herhaald in eerbiedvolle grootsheid vanop de Sinai. Christus gaf aan Mozes religieuze voorschriften, die het leven iedere dag moesten beheersen. Deze statuten werden uitdrukkelijk gegeven om de tien geboden te beveiligen. Zij waren niet de schaduwachtige typen, die moesten weggenomen worden bij de dood van Christus. Zij waren bindend voor de mens in iedere tijdsperiode, zolang als de tijd zal bestaan. Deze geboden werden opgelegd door de macht van de morele wet, en zij legden deze wet klaar en op een definitieve wijze uit. Idem, April 15, 1875. Lees Jes. 58 : 13, 14. De God van de hemel heeft een zegen gelegd op hen, die de wet van God onderhouden. Zullen wij stand houden als een specifiek volk, of zullen wij op de wet trappen en zeggen dat hij niet bindend is ? God kon evengoed Zichzelf afgeschaft hebben, In de wet is iedere nauwkeurige vermelding het karakter van de oneindige God. MS 12, 1894.
God heeft Zijn wet gegeven voor de regeling van het gedrag van de naties, van de families en van de individuen. Er is geen werker van ongerechtigheid, ofschoon zijn handelingen van de lichtste mogen zijn en van de meest geheime, die ontsnapt aan de veroordeling van de wet. MS 58, 1897.
Onze plicht van deze wet te gehoorzamen is het hoofdthema van deze laatste boodschap van barmhartigheid aan de wereld. Gods wet is niet iets nieuws. Het is geen geschapen heiligheid, maar heiligheid, die bekend gemaakt wordt. Het is een code van princiepen, die barmhartigheid, goedheid en liefde uitdrukt. De wet toont aan de gevallen mensheid het karakter van God, en duidt tenvolle de ganse plicht van de mens aan. MS. 88, 1897.
Lees Joh.14 : 15. De tien geboden, Gij zult en Gij zult niet, zijn tien beloften, waarvan wij zeker zijn, als wij gehoorzaam zijn aan de wet, die het universum beheerst. "Indien gij Mij liefhebt, zoo bewaart Mijne geboden". Hier is de kern en het wezen van de wet van God. De voorwaarden van redding voor iedere zoon en dochter van Adam zijn hier uitgestippeld. ( MS 41, 1896).
De tien heilige voorschriften uitgesproken door Christus op de Sinai waren de openbaring van het karakter van God, en maakten aan de wereld het feit bekend dat Hij rechtsbevoegdheid heeft over gans de menselijke erfenis. Deze wet van tien voorschriften van de grootste liefde die aan de mens kan gegeven worden, is de stem van God uit de hemel, die tot de ziel spreekt in belofte: "Als gij dit doet, zult gij niet onder de heerschappij en toezicht komen van Satan". Er is niets negatiefs in deze wet, ofschoon het zo moge schijnen. Het is DOE, en leef. Brief 89, 1899.
Lees Rom.12:1; 2.Petr. 1 : 4. God heeft in de tien geboden de wetten van Zijn koninkrijk neergelegd. Elke overtreding van de wetten van de natuur, is een overtreding van de wet van God.
De Heer heeft Zijn heilige wetten gegeven, opdat zij een muur van bescherming zouden vormen rond Zijn geschapen wezens, en zij, die zich willen afhouden van de bevlekking van eetlust en passie kunnen deelnemers worden van de goddelijke natuur. Hun begripsvermogens zullen klaar zijn. Zij zullen weten hoe zij ieder vermogen van de gezondheid kunnen beschermen, opdat zij aan God mogen opgedragen worden in Zijnen dienst. De Heer kan ze gebruiken: want zij verstaan de woorden van de grote apostel: "Lees Rom. 12 :1. MS 153, 1899.
VERS 3 - 17.
Lees Spreuken 4 : 20-22. De liefde van Jezus in de ziel zal alle haat, zelfzucht en jaloersheid uit de ziel wegjagen; want de wet van de Heer is volmaakt, de ziel tot bekering leidend. Er is gezondheid in gehoorzaamheid aan de wet van God. De genegenheden van de gehoorzame worden getrokken naar God. Opziende naar de Heer Jezus, kunnen wij elkander aanmoedigen en dienen. De liefde van Christus wordt in onze ziel verspreid, en er is geen tweedracht en strijd onder ons, MS 152, 1901.
De oude joodse kerk was het hoog begunstigd volk van God, uit Egypte gevoerd en erkend als Zijn eigen specifieke schat. De vele en uitnemend grote beloften aan hen als volk, waren de hoop en het vertrouwen van de Joodse kerk. Hierin vertrouwden zij en geloofden zij hun redding zeker. Geen ander volk beleed van door de geboden van God bestuurd te zijn. Redemption: or de First Advent of Christ 35.
Afgodendienaars worden veroordeeld door het Woord van God. Hun dwaasheid bestaat erin van op zichzelf te vertrouwen voor redding, door zich te buigen voor de werken van hun eigen handen. God ziet deze als afgodendienaars aan, die vertrouwen in hun eigen wijsheid, hun eigen beraming, afhangend voor succes van hun rijkdommen en macht, pogend van zich te sterken door verbinding met mensen, die de wereld groot noemt, maar, die erin falen van de bindende eisen van de wet van God te onderscheiden. RH Maart 15, 1906.
Zijn wij aanbidders van Jehova of Baal? van de levende God, of van idolen? Er mogen geen uitwendige schrijnen zichtbaar zijn; er mogen geen beelden voor het oog geplaatst zijn; toch kunnen wij afgodendienst beoefenen. Het is even gemakkelijk van idolen te maken van geliefde ideeën of voorwerpen als van goden van hout of steen te maken. Duizenden hebben een vals begrip van God en van Zijn eigenschappen. Zij dienen evenzeer een valse God als de dienaars van Baal. Idem Dec. 1908.
Satan bracht de val van de mens tot stand en sedertdien is het zijn werk geweest van in de mens het beeld van God uit te wissen en de stempel te plaatsen van zijn eigen beeld op de menselijke harten. Oppergezag hebbend in misdaad, eist hij de opperheerschappij op voor zichzelf, en oefent over zijn onderdanen de macht uit van koningschap. Hij kan God van Zijn troon niet jagen, maar door het systeem van afgoderij, plaatst hij zijn eigen troon tussen de hemel en de aarde, tussen God en de menselijke aanbidder. Idem Okt. 22, 1895.
VERS 4 - 6
Sommigen veroordelen beelden, erop wijzend dat zij verboden zijn door het tweede gebod, en dat alles van deze aard moet vernietigd worden. Het tweede gebod verbiedt beeldenaanbidding; maar God zelf gebruikte beelden en symbolen om aan Zijn profeten lessen te geven, die zij aan het volk moesten voorstellen, en die op deze wijze beter kunnen verstaan worden dan op een andere wijze. Hij doet beroep op het begripsvermogen door het zintuig van het gezicht. Profetische geschiedenis werd voorgesteld aan Daniël en Johannes in symbolen, en deze moesten voorgesteld worden tenvolle op tafels, opdat deze die leest moge begrijpen. HS. 211, 212.
VERS 8 - 11
Lees Gen. 2 : 9, 16, 17; Ex. 16 : 29.
Eenieder is op de proef gesteld geweest, zoals Adam en Eva in Eden. Zoals de boom van kennis geplaatst werd in het midden van de hof van Eden, zo wordt het Sabbatgebod in het midden van de decaloog geplaatst. In verband met de vruchten van de boom van kennis was er de beperking opgelegd: "Gij zult daarvan niet eten opdat gij niet sterft". Gen. 3 : 3. Van de Sabbat zegt God: Gij zult hem niet ontwijden, maar hem heilig houden.......
Zoals de boom van kennis een test van Adams gehoorzaamheid uitmaakte, zo is het vierde gebod de test die God gegeven heeft opdat Zijn volk zijn trouw aan Hem zou kunnen bewijzen. De bevinding van Adam moet een waarschuwing zijn voor ons zolang als er tijd overblijft. Zij waarschuwt ons van geen zekerheid aan te nemen uit de mond van de mens of van engelen, die één jota of titel van de gewijde wet van Jehova afbreken. RH. AUG. 30, 1898.
VERS 14.
Alle valse aanbidding is geestelijk overspel. Het tweede gebod, dat valse aanbidding verbiedt, is ook een gebod van aanbidding van God, en van Hem alleen te dienen. De Heer is een jaloerse God. Hij wil niet dat men met Hem spot. Hij heeft gezegd op welke wijze Hij moet aanbeden worden. Hij heeft een haat tegen afgoderij; want de invloed ervan is verderfelijk. Het verlaagt de geest, en leidt tot sensualiteit en alle soort van zonde. MS. 126, 1901.
VERS 16.
Lees Gal. 6:7. Laster is meer in het gebruik dan wij denken. Het gebod: Gij zult geen valsche getuigenis spreken, betekent meer dan wij ons realiseren. Valse getuigenis wordt altijd opnieuw gegeven in lichtzinnige taal, zelfs over de werkers, die God gezonden heeft. De zaden van jaloersheid, van kwaad denken en spreken, ontkiemen en brengen een oogst voort van dezelfde soort, die door deze zal geoogst worden die het zaad gezaaid heeft. "Want zo wat de mensch zaait, dat zal hij ook maaien". Gal. 6 : 7. Brief 9 : 1892.
Ik was diep onder de indruk van de speciale inachtneming van God voor Zijn volk. Niettegenstaande hun dwalingen, hun ongehoorzaamheid, en hun opstandigheid, bleven zij steeds Gods uitgekozen volk. Hij had ze uitzonderlijk vereerd door naar beneden te komen van Zijn heilige woning op de berg Sinai en, in majesteit en heerlijkheid en eerbiedvolle grootsheid de Tien geboden uitsprekend ten aanhoren van gans het volk en ze neerschrijvend op de stenen tafels met Zijn eigen vinger.... 2 Test. 109.
Er is werk voor allen opdat de eenvoudige waarheden van het Woord Gods mogen bekend gemaakt worden. De woorden van de Schrift zouden moeten gedrukt worden en gepubliceerd worden, juist zoals ze er staan. Verzamel deze waarheden in kleine boekjes en pamfletten, en laat het Woord van God spreken tot het volk. Als er een spreekbeurt gegeven wordt nopens de wet die op het doel afgaat, als gij er de middels voor hebt, laat ze drukken in de vorm van een brochure. Dan, als er zijn die pleiten voor de zondagswet en gij ontmoet ze, geef hen deze brochure in hun handen. Zeg hen, dat gij niet te discussiëren hebt nopens de kwestie van de zondag, want gij hebt een vol: "Zo zegt de Heer" om de zevende dag te houden. Evangelisin 232.
Spoedig na de legering aan de Sinai, werd Mozes op de berg geroepen om God te ontmoeten. Alleen beklom hij het steile en ruige pad, en drong dichter bij de wolk, die de plaats van de tegenwoordigheid van Jehova aanduidde. Israël moest nu in een dichter en specifieker verhouding gebracht worden met de Allerhoogste, namelijk van ingelijfd te worden als een kerk en een natie onder het bestuur van God. De boodschap van Mozes voor het volk was: Lees Ex. 19 : 4, 5.
Mozes keerde naar de legerplaats terug en na de ouderlingen van Israël bijeengeroepen te hebben, herhaalde hij hen de goddelijke boodschap. Hun antwoord was: "Lees vers 8". Zo treden zij in een plechtig verbond met God, zich verbindend van Hem als hun bestuurder te aanvaarden, waardoor zij in een speciale zin de onderdanen waren van Zijn gezag. Opnieuw beklom hun leider de berg, en de Heer zegde hem: "Lees vers 9". Als zij moeilijkheden op hun weg ontmoetten, waren zij gereed om te mopperen tegen Mozes en Ahron, en en om hen te beschuldigen dat zij het heir van Israël uit Egypte geleid hadden om hen te vernietigen. De Heer wilde Mozes ten aanzien van het volk eren, opdat zij er zouden kunnen toegebracht worden van in zijn onderrichtingen te vertrouwen.
God nam zich voor om van de gelegenheid van het uitspreken van de wet een tafereel te maken van eerbiedvolle grootsheid, in overeenstemming met het verheven karakter ervan. Het volk moest onder de indruk komen van het feit, dat alles wat met de dienst van God verbonden is met de grootste eerbied moet aanzien worden. De Heer zegde tegen Mozes: "Lees Vers 10 - 11. Gedurende deze dagen tussenin, moesten allen hun tijd doorbrengen in plechtige voorbereiding om voor God te verschijnen. Hun persoon en hun kleding moest vrij zijn van alle onreinheid. En als Mozes hun zonden zou te kennen geven, moesten zij zich toewijden tot nederigheid, vasten, en gebed, opdat hun hart van alle ongerechtigheid moge gereinigd worden. De voorbereidingen werden gemaakt volgens het bevel; en in gehoorzaamheid aan een volgend voorschrift, beval Mozes, dat een afsluiting zou geplaatst worden rond de berg, opdat noch mens noch dier het gewijde gebied zou binnendringen. Als er iemand ze slechts zou aanraken, was de dood de onmiddellijke vergelding. Op de morgen van de derde dag, als de ogen van gans het volk naar de berg gericht waren, was de top bedekt met een dikke wolk, die donkerder en dikker werd, naar beneden zich uitbreidend tot gans de berg gehuld was in donkerheid en eerbiedvol mysterie. Dan werd er een geluid als van een trompet gehoord, het volk oproepend om God te ontmoeten; en Mozes leidde hen tot aan de voet van de berg. Vanuit de diepe duisternis flikkerden heldere bliksems, terwijl dondergeroffel klonk en weerklonk rond de omringende bergen. "Lees vers 18". "De heerlijkheid van de Heer was gelijk verterend vuur op de top van de berg", ten aanschouwen van de verzamelde menigte. En "het geluid der bazuin was gaande en zeer sterk"; zo verschrikkelijk waren de tekens van de tegenwoordigheid van Jehova, dat het heir van Israël met vrees bevangen werd, en dat zij zien op hun aangezicht nederbogen voor de Heer. Zelfs Mozes riep uit: "Ik ben zeer bevreesd en bevende". Hebr. 12 : 21.
En nu hield het gedonder op; de trompet werd niet meer gehoord. Er was een moment van plechtige stilte, en dan werd de stem van God gehoord. De Heer maakte Zijn wet bekend, sprekend vanuit de dikke wolk die Hem omringde, als Hij op de berg stond, omgeven met een stoet van engelen. Mozes beschrijft het tafereel als volgt: "Lees Deuter. 33 : 2, 3. Jehova openbaarde zich niet alleen in de eerbiedwaardige majesteit van de rechter en de wetgever, maar als een medelijdende beschermer van Zijn volk. "Lees Ex. 20 : 2. Hij, die zij steeds gekend hebben als hun Leider en Bevrijder, die hen uit Egypte gevoerd heeft, een weg banende voor hen door de Rode Zee, en de Farao overwinnende met zijn leger, die zich aldus getoond heeft als staande boven al de goden van Egypte, Hij is dezelfde, die nu Zijn wet uitspreekt. De wet werd in die tijd niet uitsluitend uitgesproken voor de Hebreeuwen. God eerde hen door van hen de beschermers en houders te maken van Zijn wet, maar hij moest onderhouden worden als een heilige plicht voor gans de wereld. De voorschriften van de decaloog zijn aangepast aan gans het mensdom, en zij werden gegeven voor het onderricht en het bestuur van allen. Tien geboden, kort, begrijpelijk, en gezaghebbend, bevatten de plicht van de mens tegenover God en tegenover zijn naaste; en alles is gebaseerd op het groot fundamenteel princiep van de liefde. "Lees Lucas 10:27 en ook Deuter.6:4, 5; Lev.19:18. In de tien geboden worden deze princiepen uitgewerkt in detail, en toepasselijk gemaakt op de toestand en de omstandigheden van de mens.
"Gij zult geene andere goden voor mijn aangezicht hebben". Jehova, de eeuwige, uit zichzelf bestaande, ongeschapene, zelf de Bron en de Instandhouder van alles, kan alleen aanspraak maken op de opperste eerbied en aanbidding. De mens is verboden van een enig ander voorwerp de eerste plaats te geven in zijn genegenheden of in zijn dienst. Wat wij ook liefhebben, dat ertoe leidt van onze liefde tot God te verminderen, of van de dienst die Hem toekomt te belemmeren, van dat maken wij een God.
"Gij zult geen gesneden beeld noch eenige gelijkenis maken van hetgeen boven in de hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is . Gij zult u voor die niet buigen nog hen dienen".
Het tweede gebod verbiedt het aanbidden van de ware God bij middel van beelden of gelijkenissen. Vele heidenen beweerden dat hun beelden maar louter figuren waren, waardoor de Godheid aanbeden werd, maar God heeft verklaard dat zulke aanbidding zonde is. Het pogen om de Eeuwige voor te stellen bij middel van materiële voorwerpen zou het begrip van de mens over God op een lager peil plaatsen. Als de geest afgewend wordt van de eeuwige volmaaktheid van Jehova, zal hij aangetrokken worden naar het schepsel eerder dan naar de Schepper. En als zijn opvattingen over God verlaagd worden, dan wordt de mens gedegradeerd. "Ik, de Heere uw God, ben een ijverig God". De dichte en heilige relatie van God met Zijn volk wordt voorgesteld door het beeld van het huwelijk. Afgoderij is geestelijk overspel, de misnoegdheid van God wegens dit feit wordt terecht jaloersheid genoemd.
"Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten". Het is onvermijdelijk, dat de kinders gevolgen moeten ondergaan van de verkeerde handelingen van hun ouders, maar zij worden niet gestraft voor de schuld van de ouders, uitgenomen als zij deelnemen aan hun zonden. Het is niettemin dikwijls het geval, dat de kinderen de voetsporen van hun ouders volgen. Door erfelijkheid en voorbeeld worden de zonen deelnemers van de zonden van de vader. Verkeerde neigingen, verdorven eetlust, en vernederende zeden, zowel als fysische ziekten en degeneratie, worden overgedragen als erfenis van de vader op de zoon, tot de derde en vierde generatie. Deze vreselijke waarheid zou een plechtige macht moeten uitoefenen om de mens te weerhouden van het volgen van een zondige richtingen doe barmhartigheid aan duizenden der genen, die Mij liefhebben en mijne geboden onderhouden". Bij het verbieden van het aanbidden van valse goden, legt het tweede gebod stilzwijgend de aanbidding op van uwe ware God. ion dezen, die getrouw zijn in Zijn dienst wordt barmhartigheid beloofd. Niet alleen tot het derde en het vierde geslacht, zoals de wraak dezen bedreigt, die Hem haten, maar tot duizenden generaties."Gij zult de naam des Heeren, uws Gods, niet ijdellijk gebruiken, want de Heere zal niet onschuldig houden die zijnen naam ijdellijk gebruikt".
Dit gebod verbiedt niet alleen valse eden en gewoon zweren, maar het verbiedt ons van de naam van God op een lichte en zorgeloze manier te gebruiken, zonder acht te slaan op zijn eerbiedwaardige betekenis. Door het gedachteloos vermelden van God in gewone gesprekken, door Hem op te roepen in alledaagse zaken, en door het dikwijl s en gedachteloos herhalen van Zijn naam, onteren wij Hem. "Zijn naam is heilig en vreselijk". Ps.111 : 9. Allen moeten nadenken over Zijn majesteit, Zijn reinheid en heiligheid, opdat het hart moge onder de indruk komen van de zin van Zijn verheven karakter; en Zijn heilige naam moet geuit worden met eerbied en plechtigheid.
"Gedenk den sabbatdag, dat gij dien heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat des Heeren uws Gods. Dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uwe dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uwe poorten is; want in zes dagen heeft de Heere den hemel en de aarde gemaakt, de zee en alles wat daar in is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de Heere den sabbatdag en heiligde denzelven".
De Sabbat is niet ingelast als een nieuwe instelling maar als zijnde opgericht bij de schepping. Hij moet herdacht worden en in acht genomen als een gedenkenis van het werk van de Schepper. Verwijzend naar God als de Maker van de hemelen en van de aarde, onderscheidt hij de ware God van de valse goden. Allen die de zevende dag houden bewijzen hiermede, dat zij aanbidders zijn van Jehova. Aldus is de Sabbat het teken van 's mensen getrouwheidsband met God zolang er mensen zullen zijn op de aarde om Hem te dienen. Het vierde gebod is het enige van alle tien, waarin zowel de naam als de titel van de Wetgever gevonden zijn. Het is het enige, dat aantoont onder wiens gezag de wet gegeven is. Aldus bevat het zegel van God, vastgehecht aan Zijn wet, als bewijs van zijn echtheid en bindende kracht.
God heeft de mens zes dagen gegeven om te werken, en Hij vraagt dat zij hun eigen werk zouden doen gedurende deze periode. Handelingen van noodzaak en barmhartigheid zijn toegelaten op deze dag, er moet altijd voor de zieken en lijdenden gezorgd worden; maar onnodig werk moet strikt vermeden worden. "Keer uwen voet af van den Sabbat, van te doen uwen lust op mijnen heiligen dag; en .... eert dien, dat gij uwe wegen niet doet, en uwen eigen lust niet vindt," Jes. 58 : 13. Het verbod eindigt hier niet. "nog een woord daarvan spreekt", zegt de profeet. Zij, die discussiëren over zakelijke aangelegenheden of plannen maken op de Sabbat, worden aanzien door God als toch geëngageerd in de actuele transactie van zaken. Om de Sabbat heilig te houden zullen wij zelfs onze gedachten niet laten gaan op dingen van een werelds karakter. En het gebod begrijpt allen, die in onze poorten zijn. De bewoners van het huis moeten hun werelds werk opzij 'eggen gedurende de heilige uren. Allen zullen zich verenigen om God te eren door gewillige dienst op Zijn heilige dag.
"Eer uwen vader en uwe moeder: opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de Heere, uw God, geeft". Ouders hebben recht op een graad van liefde en respect, die aan geen andere personen moeten gegeven worden. God zelf, die op hen een verantwoordelijkheid geplaatst heeft voor de zielen, aan hun zorgen toevertrouwd, heeft bevolen dat, gedurende de vroege jaren van het leven, de ouders in de plaats van God zullen staan tegenover hun kinderen. En Hij, die de rechtmatige autoriteit van zijn ouders verwerpt, verwerpt het gezag van God. Het vijfde gebod eist niet alleen van de kinders, dat zij respect, onderwerping en gehoorzaamheid aan hun ouders schenken, maar ook van hen te beminnen en tederheid te schenken, van hun zorgen te verlichten, van hun reputatie hoog te houden, en van hen bij te staan en te ondersteunen in hun oude dag. Het houdt ook respekt in voor de bedienaars en leiders en voor alle anderen, aan wien God gezag gegeven heeft. Dit zegt de apostel "is het eerste gebod met een belofte". Ef. 6 : 2. Voor Israel, die verwachtte spoedig in te gaan in Kanaän, was het een belofte aan de gehoorzamen van een lang leven in dit goede land; maar het had een bredere betekenis, gans het Israël van God inbegrijpend, en eeuwig leven belovend op de aarde, als ze zal bevrijd zijn van de vloek der zonde.
"Gij zult niet doodslaan".
Alle handelingen van ongerechtigheid die er naar leiden van het leven te verkorten; de geest van haat en wraak, of net toegeven aan enige passie , die leidt naar slechte daden tegenover anderen, of die ons veroorzaken van kwaad te wensen ( want "wie zijn broeder haat is een moordenaar" ); een zelf zuchtige verwaarlozing van te zorgen voor de behoeftigen en de lijdenden; alle zelftoegeving of onnuttige beroving of overdreven werk, dat de gezondheid kan schaden - dit alles is in een grotere of mindere mate, overtreding van het zesde gebod.
"Gij zult niet echtbreken".
Dit gebod verbiedt niet alleen handelingen van onzuiverheid, maar sensuele gedachten en begeerten, of enige praktijk, die ertoe leidt van ze op te wekken. Reinheid wordt gevraagd niet alleen in het uitwendig leven maar in de geheime bedoelingen en emoties van het hart. Christus, die de verreikende verplichtingen van de wet onderwees, verklaarde de kwade gedachte of blikken als zijnde waarlijk zonde zowel als de onwettige daad."
Gij zult niet stelen".
Zowel publieke als private zonden zijn ingesloten in dit verbod. Het achtste gebod verbiedt het stelen van mensen en slavenhandel, en verbiedt oorlogen van verovering. Het verbiedt diefstal en roof. Het eist strikte getrouwheid in de kleinste details van de zaken in het leven. Het verbiedt overdrijven in handel en eist de betaling van rechtmatige schulden of lonen. Het verklaart, dat iedere poging van zichzelf te bevoordelen door de onwetendheid, zwakheid, of ongeluk van anderen, opgeschreven staat als een diefstal in de boeken des hemels.
"Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uwen naaste".
Hier wordt onder verstaan vals spreken in ieder opzicht, iedere poging of bedoeling om de naaste te misleiden. Een bedoeling om te misleiden, dat is wat bedoeld wordt met leugen. Door een blik van het oog, een beweging van de hand, een uitdrukking van het gelaat, kan een leugen gezegd worden evengoed als met woorden. Alle opzettelijke overdrijving, elke toespeling of insinuatie die erop berekend is om een verkeerde of overdreven indruk te geven, zelfs het vaststellen van feiten op zulk een wijze als om te misleiden, is leugen. Dit voorschrift verbiedt alle poging om de naastens reputatie te schenden door verkeerde interpretatie of kwaad vermoeden, door laster of aanbrengen. Zelfs het met opzet onderdrukken van de waarheid, waardoor kwaad aan anderen kan berokkend worden, is een overtreding van het negende gebod.
"Gij zult niet begeren uws naasten huis, gij zult niet begeren uws naasten vrouw , noch zijnen maagd, noch zijnen ezel, noch zijnen os, noch iets, dat uws naasten is".
Het tiende gebod raakt de wortel aan van alle zonden, de zelfbegeerte verbiedend waaruit de zondige daad voortvloeit. Hij, die in gehoorzaamheid aan Gods wet ophoudt met toe te geven, zelfs aan de zondige begeerte naar dat wat aan een ander toebehoort, zal niet schuldig zijn aan een handeling van kwaad tegenover zijn medeschepsel.
Dit waren de heilige voorschriften van de decaloog uitgesproken temidden van donder en vuur, en met een wonderbare openbaring van de macht en de majesteit van de grote Wetgever. God liet de proclamatie van Zijn wet gepaard gaan met de veruit wendiging van Zijn macht en glorie, opdat dit volk nooit dit schouwspel moge vergeten en dat zij mogen bëindrukt worden met een diepe eerbied voor de Maker van de wet, de Schepper van hemel en aarde. Hij wilde ook aan alle mensen de heiligheid, het belang en de bestendigheid van Zijn wet tonen.
Het volk van God was overweldigd met schrik. De eerbiedwaardige macht van Gods uitspraken schenen groter dan hun bevend hart kon dragen. Want, als Gods grote regel van gerechtigheid voor hen voorgelegd werd, begrepen ze als nooit tevoren het overtredend karaktervan de zonde, en zij zagen hun eigen schuld in het daglicht van een heilige God. Zij trokken zich terug van de berg in vrees en eerbied. De menigte riep uit naar Mozes: "Lees Vers 19". De leider antwoordde: "Lees vers 20". Het volk echter bleef op een afstand, met schrik naar het schouwspel, terwijl Mozes "naderde tot de donkerheid, waarin God was". ( Vers 21 ). De geest van het volk was verblind en ontaard door slavernij en heidendom, zodat het niet bereid was van tenvolle de verreikende princiepen van Gods tien geboden te schatten. Opdat de verplichtingen van de decaloog tenvolle konden begrepen en opgelegd worden, werden bijkomende voorschriften gegeven, die de princiepen van de tien geboden illustreerden en toepasten. Deze wetten werden oordelen genoemd, omdat zij samengesteld werden door oneindige wijsheid en rechtvaardigheid en omdat de magistraten oordeel moesten geven gebaseerd op deze regels. In tegenstelling met de tien geboden, werden zij onderhands aan Mozes gegeven, die ze aan het volk moest overdragen. De eerste van die wetten verwees naar de dienstknechten. In de oude tijden werden soms criminelen door de rechters veroordeeld tot slavernij; in sommige gevallen, werden schuldenaars verkocht door hun schuldeisers; en armoede leidde sommige personen ertoe van zichzelf te verkopen of hun kinderen. Maar een Hebreeuwse kon niet voor zijn leven verkocht worden als slaaf. Zijn term van slavernij beperkte zich tot zes jaar; het zevende moest hij vrij gelaten worden. Het stelen van mensen, weloverwogen moord, en opstand tegen het ouderlijk gezag, werd met de dood gestraft. Het houden van slaven van niet Israëlitische oorsprong was toegelaten, maar hun leven en persoon waren strikt beschermd. De moordenaar van een slaaf moest gestraft worden; een kwaad op hem berokkend door zijn meester, ware het slechts het verlies van een tand, gaf hem het recht van vrij te zijn. De Israëlieten waren niet lang geleden ook slaaf geweest, en nu, dat zij zelf slaven onder hun beleid moesten hebben, moesten zij oppassen van niet toe te geven aan de geest van wreedheid en afpersing, waar zij zelf onder hadden moeten lijden onder hun Egyptische opzieners. De herinnering aan hun eigen bittere knechtschap moest hen in staat stellen hen in de plaats te stellen van de dienaar, hen ertoe leidend van vriendelijk en medelijdend te zijn, van met anderen om te gaan zoals zij zouden wensen, dat zij zelf zouden behandeld worden. Vreemdelingen, die zich verenigden met Israel, moesten beschermd worden tegen kwaad en onderdrukking. "Lees Ex. 22 : 21". Het nemen van woekerrente van de arme was verboden. De kleding of het deken van een arme, als pand opgenomen, moest bij de avond teruggegeven worden, Hij, die beschuldigd werd van diefstal, moest dubbel teruggeven. Eerbied voor magistraten en leiders was opgelegd, en rechters werden gewaarschuwd tegen verkeerd oordeel, waardoor zij een valse zaak steunden, of waarvoor zij steekpenningen ontvingen. Laster en kwaadsprekerij was verboden, en handelingen van vriendelijkheid waren opgelegd, zelfs tegenover persoonlijke vijanden.
Opnieuw werd het volk herinnerd aan de heilige verplichting van de Sabbat. Jaarlijkse feesten werden vastgesteld om allen te verzamelen voor de Heer, met hun offers van dankzegging en met de eerste vruchten van Zijn overvloed. Het voorwerp van al deze regelingen werd vastgesteld: zij sproten voort uit het niet beoefenen van louter willekeurige opperheerschappij. Al deze werden gegeven voor het goed van Israël. De Heer zegde: "Gij zult Mij heilige lieden zijn". Ex. 22 : 31 - waardig van erkend te worden door een heilige God. Deze wetten moesten opgeschreven worden door Mozes en zorgvuldig bewaard als de grondslag van de nationale wet, en, met de tien voorschriften, waarvoor zij gegeven waren om ter illustratie te dienen, vormden zij de voorwaarde tot vervulling van Gods beloften aan Israël.
Nu werd de boodschap gegeven aan hen van Jehova: "Lees Ex. 23 : 20-22. "
Gedurende alle trektochten van Israel, was Christus in de kolom van vuur en in de wolkkolom van hun Leider. Ofschoon er typen waren, die verwezen naar de Messias, die komen moest, was er een Heiland tegenwoordig, die bevelen gaf aan Mozes voor het volk, en die hen voorging als het enig kanaal van zegeningen.
Mozes daalde van de berg "en verhaalde het volk al de woorden des Heeren, en al de rechten, toen antwoordde al het volk met ééne stem, en zij zeiden: Al deze woorden, die de Heere gesproken heeft, zullen wij doen". Deze belofte, samen met de woorden van de Heer, die hen verbonden van eraan gehoorzaam te zijn, werd door Mozes in een boek geschreven.
Dan volgde de bekrachtiging van het verbond. Een altaar werd opgericht aan de voet van de berg en ernevens werden twaalf pilaren opgericht, "naar de twaalf stammen Israels", als een bewijs van hun aanvaarden van het verbond. Er werden dan offers opgedragen door de jonge mannen, voor deze dienst uitgekozen. Nadat zij het altaar met bloed van de offeranden besprenkeld hadden, nam Mozes "het boek des verbonds, en hij las het voor de ooren des volks. Aldus werden de voorwaarden van het verbond plechtig herhaald, en allen waren vrij te kiezen of zij ja dan neen er gevolg zouden aan geven. Zij hadden eerst beloofd van aan de stem van God te gehoorzamen; maar zij hadden sindsdien Zijn wet horen afroepen; en de princiepen ervan waren in bijzonderheden opgegeven, opdat zij mochten beseffen, hoeveel het verbond inhield. Opnieuw antwoordde het volk eensgezind: "Al wat de Heere gesproken heeft, zullen wij doen en gehoorzamen". "Want als al de gebodennaar de wet van Mozes tot al het volk uitgesproken waren, nam hij het bloed besprengende beide het boek zelf en al het volk, zeggende: Dit is het bloed des testaments, hetwelk God aan ulieden heeft geboden". Hebr.9:19, 20.
Voorzorgen moesten nu genomen worden voor de volledige installatie van de uitgelezen natie onder Jehova als hun koning. Mozes had het bevel ontvangen: "Klim op tot de Heere, gij en Allron,Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten Israëls; en buigt u neder van verre. En dat Mozes alleen nadere tot de Heere". Terwijl het volk aanbad aan de voet van de berg, waren deze uitgelezen mannen geroepen om op de berg te gaan. De zeventig oudsten moesten Mozes bijstaan in het bestuur van Israël, en God zalfde hen met Zijn Geest en vereerde hen met een begrip van Zijn macht en Zijn grootheid. "En zij zagen den Gods Israèls, en onder zijn voeten als een werk van saffiersteenen, en als de gestaltenis des hemels in zijne klaarheid". Zij zagen de Godheid niet maar zij zagen de heerlijkheid van Zijn tegenwoordigheid. Vooraf zouden zij zulk geen schouwspel kunnen aanschouwd hebben; maar de veruitwendiging van Gods macht had hen geimponeerd tot bekering; zij hadden Zijn glorie, reinheid en barmhartigheid aanschouwd totdat zij nader konden bij Hem komen, die het voorwerp was van hun meditaties.
Mozes en "Jozua, zijn dienaar" werden nu uitgenodigd om God te ontmoeten. En als zij een tijd moesten afwezig zijn stelde de leider, Aliron en Hur aan, bijgestaan door de ouderlingen, om op te treden op zijn plaats. "Toen Mozes op, de berg geklommen was, zoo heeft eenewolk den berg bedekt, en de heerlijkheid des Heeren woonde op de berg Sinai ?" De wolk bedekte de berg gedurende zes dagen als een teken van Gods speciale tegenwoordigheid;toch was er geen openbaring van Hemzelf of mededeling van Zijn wil. Gedurende deze tijd bleef Mozes wachten op de oproep naar de ontvangplaats van de Allerhoogste. Er werd hem gezegd: "Kom op tot Mij op de berg, en wees aldaar". Ex. 24:12. En ofschoon zijn geduld en gehoorzaamheid op de proef gezet werden, werd hij niet moede van wachten, noch liet hij zijn post in de steek. Deze periode van wachten was voor hem een tijd van voorbereiding, van diep zelf onderzoek. Zelfs deze uitgelezen dienaar van God kon niet ineens naderen in de tegenwoordigheid van God en de veruitwendiging van Zijn heerlijkheid doorstaan. Zes dagen moesten gebruikt worden om zich aan God te wijden door onderzoek van het hart, door meditatie, en gebed vooraleer hij kon voorbereid zijn voor de onmiddellijke communicatie met zijn Maker. Op de zevende dag, die de Sabbat was, werd Mozes opgeroepen in de wolk. De dikke wolk opende zich voor gezicht van gans Israël en de glorie van God vertoonde zich gelijk verterend vuur. "En Mozes ging in het midden der wolk, nadat hij op den berg geklommen was; en Mozes was op dien berg veertig dagen en veertig nachten". De veertig dagen van verblijf op de berg omvatten de zes dagen van voorbereiding niet. Gedurende de zes dagen was Jozua met Mozes en samen aten zij van het manna en dronken "van de beek, die van de berg stroomde'.' Maar Jozua ging niet binnen in de wolk met Mozes. Hij bleef buiten en ging verder met dagelijks te eten en te drinken terwijl hij de terugkeer van Mozes afwachtte, maar Mozes vastte gedurende de volle veertig dagen.
Gedurende zijn verblijf op de berg, ontving Mozes richtlijnen over het bouwen van het heiligdom waar de goddelijke tegenwoordigheid speciaal moest geopenbaard worden. "En zij zullen mij een heiligdom maken, dat Ik in het midden van hen wone. Ex.25:8 was het bevel van God. Voor de derde maal werd het houden van de Sabbat opgelegd: "Lees Ex. 31:17, 13, 14.... Patriachen en Profeten 303 - 314.
VERS 1
De verwarring is tot zwijgen gebracht te wordt pijnlijk. Een gevoel van eerbiedige vrees neemt bezit van de menigte. Het is alsof zij gedaagd zijn voor het tribunaal van God om te verantwoorden voor hun daden. Op Christus ziende, aanschouwen zij goddelijkheid, die schittert door het kleed van menselijkheid. De Majesteit van de hemel staat daar zoals de Rechter daar zal staan ten laatsten dage, - nu niet omgeven met de heerlijkheid, die Hem dan zal begeleiden, maar met dezelfde macht, die in de zielen leest. Zijn ogen strijken over de menigte, ieder individu opnemend. Zijn gestalte schijnt boven hen uit te steken in het afdwingen van waardigheid, en een goddelijk licht verlicht Zijn aangezicht. Hij spreekt en Zijn klaar klinkende stem - dezelfde, die op de berg Sinai de wet uitsprak, die priesters en leiders overtreden - wordt gehoord een echo nalatend door de gewelven van de tempel: "Neemt deze dingen van hier weg; maakt niet het huis mijns Vaders tot een huis van koophandel". Joh. 2 : 16. Terwijl Hij traag de trappen afdaalt en de koordenbundel opheffend, die Hij opgeraapt had bij het binnengaan, vraagt Hij aan het onderhandelend gezelschap van het gebied van de tempel te verlaten. Met een ijver en strengheid, die Hij nooit tevoren getoond had, gooit Hij de tafels van de geldwisselaars omver. De geldstukken vallen en rinkelen scherp op de marmeren vloer. Niemand denkt eraan van Zijn gezag in twijfel te trekken. Niemand durft onderbreken om hun verkeerd gewonnen geld op te rapen. Jezus slaat niet met de koordenbundel, maar deze simpele zweep schijnt in Zijn hand verschrikkelijk als een vlammend zwaard. Bedienaars van de tempel, speculerende priesters, makelaars en veehandelaars, met hun schapen en ossen, ijlen weg van de plaats, met de ene gedachte van te ontsnappen aan de veroordeling van Zijn tegenwoordigheid. Desire of Ages 158.
Als een vertolker van de betekenis van de oordelen, die begonnen te vallen over Juda, stond Jeremia edel in verdediging van het recht van God en van Zijn barmhartige bedoelingen, zelfs in de strengste tuchtigingen.
De profeet werkte onvermoeid. Begerig van alle klassen te bereiken, liet hij de sfeer van zijn invloed reiken buiten Jeruzalem in de omliggende districten door herhaalde verzoeken aan de verschillende delen van het koninkrijk.
In zijn getuigenissen aan de kerk, verwees Jeremia bestendig naar de onderrichtingen van het boek van de wet, dat zo grotelijks geëerd en verheven geweest was gedurende de regering van Josia. Hij legde opnieuw de nadruk op het belang van het in stand houden van een verbondsrelatie met het gans barmhartig en medelijdend Wezen, dat op de hoogten van de Sinai de voorschriften van de decaloog uitgesproken had. Jeremia's woord van waarschuwing en smeking bereikte gans het koninkrijk, en allen kregen de gelegenheid de wil van God te kennen in verband met de natie. Pr. Kings 428 - 29.
De tien geboden werden door God zelf uitgesproken en door Zijn eigen hand geschreven. Zij zijn van goddelijke en niet van menselijke samenstelling. 1 Sel. Mess. 25.
VERS 1 - 17.
God hangt niet af van de mens voor de vooruitgang van Zijn zaak. Hij kon de engelen afgezanten maken ,an Zijn waarheid. Hij kon Zijn wil bekend maken, zoals Hij de wet van de Sinai verkondigde met Zijn eigen stem. Maar om een geest van welwillendheid in ons te doe n groeien, heeft Hij gekozen van de mens te gebruiken om dit werk te doen. Counsels to Stewardship 20.
God sprak tot hen de tien geboden uit van de Sinai, opdat zij de heiligheid en het blijvend karakter ven de wet mochten begrijpen, en de grondslag van vele generaties mochten opbouwen, door aan hun kinderen de bindende verplichtingen van Gods heilige voorschriften te onderrichten.
Dit is het werk, dat wij doen moeten......
Zoals de bijbel twee wetten voorstelt, de ene onveranderlijk en eeuwig, de andere voorlopig en tijdelijk, zo zijn er ook twee verbonden. Het verbond van genade werd het eerst gesloten met de mens in Eden, als er na de val, een goddelijke belofte gegeven werd, dat het zaad van de vrouw de kop van de slang zou verpletten. Dit verbond schonk vergiffenis aan alle mensen en ook helpende genade van God voor toekomstige gehoorzaamheid door geloof in Christus. Het beloofde hen ook eeuwig leven op voorwaarde van getrouwheid aan Gods wet. Aldus ontvingen de patriarchen de hoop van redding.
Dit zelfde verbond werd vernieuwd aan Abraham in de belofte "en in uwe zade zullen gezegend worden alle volken der aarde". Gen. 22:18. Deze belofte verwees naar Christus. Abraham begreep het, (zie Gal.3:8,16) en hij vertrouwde in Christus voor de vergiffenis van de zonden. Het was dat geloof dat hem aangerekend werd als gerechtigheid. Het verbond met Abraham behield ook het gezag van Gods wet. De Heer verscheen aan Abraham, en zegde: "Wandel voor mijn aangezicht en wees onberispelijk". Gen. 17:1. De getuigenis van God in verband met Zijn getrouwe dienstknecht was: "Abraham is mijner stem gehoorzaam geweest, en heeft onderhouden mijn bevel, mijne geboden, mijne inzettingen, en mijne wetten". Gen. 26:5. En de Heer verklaarde hem: "En Ik zal mijn verbond oprichten tusschen Mij en tusschen u en tusschen uwen zade na u in hunne geslachten, tot een eeuwig verbond om u te zijn tot eenen God, en uwen zade na u". Gen 17 : 7. Ofschoon dit verbond gemaakt werd met Adam en vernieuwd met Abraham, kon het pas bekrachtigd worden met de dood van Christus. Het heeft bestaan door de belofte van God;gezien de eerste kennisgeving van verlossinggegeven geweest was ;het is aanvaard geweest door het geloof ;doch als het bekrachtigd werd door Christus, wordt het een NIEUW verbond genoemd.De wet van God was de basis van dit verbond, dat eenvoudigweg een regeling was om de mens opnieuw in harmonie te brengen met de goddelijke wil, hem plaatsend daar, waar zij Gods wet konden gehoorzamen. Een andere overeenkomst- in de schrift genoemd het oud verbond- werd gevormd tussen God en Israël op de Sinai, en werd dan bekrachtigd door het bloed van een offerande. Het Abrahamitische verbond werd bekrachtigd door het bloed van Christus, en het wordt genoemd het "tweede" of "nieuw" verbond, omdat het bloed waardoor waardoor het verzegeld werd gestort werd na het bloed van het eerste verbond. Dat het nieuw verbond geldig was in dagen van Abraham is klaarblijkelijk door het feit, dat het dan bevestigd werd zowel door de belofte als door de eed van God de "twee onveranderlijke dingen, inwelke het onmogelijk is, dat God ligge". Hebr. 6 : 18. Maar als het Abrahamitisch verbond de belofte van verlossing bevatte, waarom werd dan een ander verbond gemaakt op de Sinai ?Tijdens hun slavernij had het volk in een grote mate de kennis van God en van de princiepen van het Abrahamistisch verbond verloren. Door hen van Egypte te bevrijden, zocht God van hen Zijn macht en barmhartigheid te openbaren, opdat zij er mochten toe gebracht worden van Hem te beminnen en te vertrouwen.Maar er was een grotere waarheid die in hun geest moest geprent worden. Daar zij temidden van de afgoderij en het verderf leefden, hadden zij geen ware opvatting van de heiligheid van God, van de zondigheid van hun eigen hart, hun volslagen onbekwaamheid, uit zichzelf, om Gods wet te gehoorzamen, en hun behoefte aan een Heiland. Dit alles moesten zij leren.
God bracht hen naar de Sinai; Hij openbaarde er Zijn heerlijkheid; Hij gaf hen Zijn wet, met de belofte van grote zegeningen op voorwaarde van gehoorzaamheid: indien gij naarstigijk mijner stem zult gehoorzamen en mijn verbond houden, dan... gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk en een heilig volk zijn". Ex. 19 : 5, 6. Het volk vergewiste zich niet van de zondigheid van hun eigen hart, en dat zonder Christus het onmogelijk was voor hen van Gods wet te houden; en zij gingen gemakkelijk binnen in verbond met God. Voelend dat zij in staat waren van hun eigen gerechtigheid tot stand te brengen, verklaarden zij: "Al wat de Heere gesproken heeft, zullen wij doen en gehoorzamen". Ex. 24 : 7.
Zij hadden de verkondiging van de wet in plechtige majesteit medegemaakt, en zij hadden gebeefd van schrik voor de berg; en toch een paar weken nadien slechts verbraken zij hun verbond met God, en bogen zij voor een gesneden beeld. Zij konden niet hopen op de gunst van God door een verbond, dat zij verbroken hadden; en nu, hun eigen zondigheid inziende en hun behoefte aan vergeving, werden zij ertoe gebracht van hun nood te voelen aan een Heiland, geopenbaard in het Abrahamitische verbond envoorafgebeeld in de offerdiensten. Nu door geloof en liefde werden zij aan God gebonden als hun bevrijder van de slavernij van de zonde. Nu werden zij voorbereid om de zegeningen van het nieuw testament naar waarde te schatten. De bewoordingen van het "oud testament" waren: gehoorzaam en leef: "welke mensch dezelve doe, die zal door dezelve leven". Ex.20:23, maar "Vervloekt zij, die de woorden dezer wet niet zal bevestigen, doende dezelve". Deut. 27 : 26. Het "nieuw verbond werd ingesteld op "betere beloften" - de beloften van vergiffenis van zonde en van de genade van God omhet hart te vernieuwen en het in harmonie te brengen met de princiepen van Gods wet". "maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis Israels maken zal, spreekt de Heere: Ik zal mijne wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven .... Ik zal hun ongerechtigheden vergeven en hunne zonde niet meer gedenken". Jer. 31 : 33, 34.
Dezelfde wet, die gegrift was op de stenen tafels is geschreven door de Heilige Geest op de tafels van het hart. Inplaats van het verkeerd aan te pakken door eigen gerechtigheid tot stand te brengen, aanvaarden wij de gerechtigheid van Christus. Zijn bloed verzoent voor onze zonden. Zijn gehoorzaamheid wordt aanvaard voor ons. D.n zal het hart, vernieuwd door de Heilige Geest, "de vruchten van de Geest" voortbrengen. Door de genade van Christus zullen wij leven in gehoorzaamheid aan de wet van God geschreven in ons hart. De Geest van Christus bezittend, zullen wij wandelen, zoals Hij wandelde. Door de profeet verklaarde Hij van Zichzelf: "Ik heb lust o mijn God! om U welbehagen te doen, en uwe wet is in het midden mijns ingewands". Ps. 40:8. En als Hij onder de mensen woonde zegde Hij: " de Vader heeft Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd, wat Hem behagelijk is". Joh. 8:29. De apostel Paulus legt klaar de relatie uit tussen geloof en de wet onder het nieuw verbond. Hij zegt: "Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onzen Heer Jezus Christus". Rom. 5 : 1. Doen wij dan de wet teniet door het geloof ? Dat zij verre, maar wij bevestigen de wet". Rom. 3 : 31. "Want hetgeen der wet onmogelijk was, dewijl zij door het vleesch krachteloos was" - hij kon de mens niet rechtvaardigen, omdat hij in zijn zondige natuur de wet niet kon houden - "heeft God, zijnen Zoon zendende, in gelijkheid des zondigen vleesches, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vleesch". Rom.5:1; Rom. 8: 3, 4.
Het werk van God is hetzelfde in alle tijden, ofschoon er verschillende graden van ontwikkeling zijn en verschillende openbaringen van Zijn macht om te beantwoorden aan de behoeften van de mens in de verschillende tijden. Beginnende met de eerste evangelie belofte en doorheen de patriarchische tijd en de joodse tijd en zelfs tot de huidige tijd, is er een graduele ontplooiing geweest van de doeleinden van God in het verlossingsplan. De Heiland voorgesteld in de riten en de ceremoniën van de joodse wet is dezelfde die in het evangelie geopenbaard. wordt, De wolken, die Zijn goddelijke gestalte omringden, zijn weggerold; de mist en de schaduwen zijn verdwenen; en Jezus, de Verlosser van de wereld staat geopenbaard. Hij, die de wet verkondigde van de Sinai, en die aan Mozes de voorschriften van de rituele wet overhandigde, is dezelfde die het Sermoen uitsprak op de berg. De grote princiepen van liefde voor God, die Hij naar voor bracht als de grondslag van de wet en de profeten, zijn slechts een herhaling van hetgeen Hij gesproken heeft door Mozes tot het Hebreeuwse volk: "Hoor Israel, de Heere, onze God is een eenig Heere: zoo zult gij den Heere, uwen God, liefhebben met uw gansche hart en met uwe gansche ziel en met al uw vermogen". Deuter.6:4,5. "Gij zult uwen naaste liefhebben als uzelven". Lev. 19 : 18. De onderwijzer is dezelfde in beide dispensaties. Gods aansprakenzijn dezelfde. Het princiep van Zijn bestuur is hetzelfde. Want alles komt van Hem voort, bij welken geene verandering is, of schaduw van omkeering". Jac. 1 : 17. Patr. Pr. 366 - 73.
Vóór het volk van God bezit nam van hun erfenis (Kanaan ), moesten zij hun verbond van trouw aan God vernieuwen. In de laatste instructie van Mozes, werd tweemaal bevel gegeven om de stammen bijeen te roepen op de berg Ebal en Gerezim, te Sichem, voor de plechtige erkenning van de wet van God. In gehoorzaamheid aan dit uitdrukkelijk bevel verlieten niet alleen mannen, maar "de vrouwen en de kleine kinderen, en de vreemdelingen, die inhet midden van hen wandelen". Jozua 8 : 35, het kamp te Gilgal en gingen door het gebied van hun vijanden, naar de vallei van Sichem, dicht bij het centrum van het land. Ofschoon zij omgeven waren met onoverwonnen vijanden, waren zij veilig onder de bescherming van God, zolang als zij Hem getrouw waren. Nu, zoals in de dagen van Jakob, "was Gods verschrikking over de steden, die rondom hen waren". Gen. 35 : 5. en de Hebreeuwen waren ongestoord.
De plaats aangeduid voor deze plechtige dienst was reeds geheiligd door haar verbinding met de geschiedenis van de vaderen. Het was hier dat Abraham het eerst zijn altaar oprichtte voor Jehova in het land van Kanaan. Hier hadden zowel Abraham als Jakob hun tent opgeslagen. Hier kocht de laatste het veld waarin de stammen het lichaam van Jozef moesten verbranden. Hier ook was de put van Jakob. en de eik, waaronder hij de afgodenbeelden van zijn huishouden verbrand had.
De gekozen plaats was een van de schoonste in gans Palestina, en waardig om het schouwspel te zijn waar dit grote en indrukwekkende tafereel moest afgespeeld worden.
In overeenstemming met de voorschriften van Mozes werd een monument van grote stenen opgericht op de berg Ebal. Op deze stenen, die vooraf bewerkt waren met plaaster, werd de wet opgeschreven - niet alleen de tien voorschriften, uitgesproken op de Sinai en op de steen gegrift, maar de wetten medegedeeld aan Mozes, en door hem in een boek geschreven. Op zij van dit monument werd een altaar opgericht uit ongehouwen steen, waarop offers werden opgedragen aan de Heer. Het feit, dat het altaar opgericht werd op de berg Ebal, waarop de vloek gevallen was, had zijn betekenis, te kennen gevend, dat Israel, wegens zijn overtredingen van de wet van God Zijn wraak terecht op de hals gehaald had, en dat het dadelijk zou bezocht worden, ware het niet van de verzoening van Christus, voorgesteld door het altaar van offerande.
Zes van de stammen - allen geboren uit Lea en Rachel - waren opgesteld op de berg Gerezim; terwijl deze, die stamden uit de dienstmaagden, samen met Ruben en Zebulon, hun positie innamen op Ebal, de priesters met de ark bevonden zich in de vallei tussen hen. Stilte werd bevolen door het teken van de trompet; en dan in de diepe stilte, en in de tegenwoordigheid van deze grote menigte, las Josua, staande nevens de gewijde ark, de zegeningen, die het gevolg worden van gehoorzaamheid aan Gods wet. Al de stammen op de Gerezim antwoordden door een Amen. Hij las dan de vloeken voor en de stammen op Ebal op dezelfde wijze gaven hun goedkeuring, duizenden en duizenden van stemmen verenigden zich met de stem van één man in het plechtig antwoord. Hierna werd de wet van God voorgelezen, samen met de voorschriften en oordelen die aan Mozes overhandigd geweest waren.
Israel had de wet ontvangen rechtstreeks uit de mond van God op de Sinai; en Zijn voorschriften, geschreven door Zijn eigen hand, werden steeds bewaard in de ark. Nu werden ze opnieuw geschreven waar allen ze konden lezen. Allen hadden het voorrecht van voor zichzelf te zien welke de voorwaarden waren van het verbond onder dewelke zij moesten Kanaan innemen.
Allen moesten hun aanvaarding van de voorwaarden van het verbond en hun toestemming voor de zegeningen of vloeken te kennen geven die het gevolg zijn van het onderhouden of de verwaarlozing ervan. De wet was niet alleen geschreven op de gedenkstenen, maar werd gelezen door Jozua zelf ten aanhoren van gans Israël. Het was nog maar enkele weken geleden, dat Mozes gans het boek van Deuteronium aan het volk voorgedragen had, toch las Jozua nu de wet opnieuw.
Niet alleen de mannen van gans Israël maar de "vrouwen en de kleine kinderen" luisterden naar de voorlezing van de wet; want het was belangrijk dat zij zouden weten en hun plicht doen. God had bevolen in verband met Zijn voorschriften: "Lees Deuter. 11:18 - 21."
Iedere zeven jaar moest de ganse wet voorgelezen worden voor gans Israel, zoals Mozes bevolen had: "Lees Deut.31:10-13".
Satan is altijd aan het werk om te verderven wat God gesproken heeft, door de geest te verblinden en het begrip te verduisteren, en de mens aldus tot zonde te leiden. Het is daarom dat de Heer zo uitdrukkelijk is, door Zijn eisen zo duidelijk te maken, opdat niemand zou moeten dwalen. God is bestendig bezig met de mens dicht onder Zijn bescherming te brengen, opdat Satan zijn wrede, bedriegende macht op hen niet zou kunnen uitoefenen. Hij heeft Zich gewaardigd van tot hen te spreken met Zijn stem, van de levende orakels met Zijn eigen hand neer te schrijven. En deze zegenende woorden, alle bezield met leven en verlicht met waarheid, worden aan de mens gegeven als een volmaakte leiding. Omdat Satan zo gereed is van de geest af te wenden en de genegenheden af te trekken van de beloften en eisen van de Heer, is er meer ijver nodig om ze in de geest en in het hart te prenten
Ieder hoofdstuk en ieder vers van de Bijbel is een mededeling van God aan de mens. Wij zouden de voorschriften ervan als tekens op onze handen en als hoofdbanden tussen onze ogen moeten binden. Indien bestudeerd en gehoorzaamd, zal dit Gods volk leiden, zoals de Israëlieten geleid werden door de wolkkolom bij dag en de vuurkolom des nachts. Patr. Pr. 499 - 504.
Het eerste en tweede gebod uitgesproken door Jehova zijn voorschriften tegen afgoderij; want afgoderij, indien het in de praktijk gebracht wordt leidt de mens tot een groter mate van zonde en opstandigheid, en loopt uit op het offeren van menselijke wezens. God wil waken tegen de kleinste benadering van zulk een abominatie. De eerste vier geboden zijn gegeven om de mens zijn verplichting aan te tonen tegenover God. Het vierde is de verbindende schakel tussen de grote God en de mens. De Sabbat, in het bijzonder, werd gegeven voor het heil van de mens en voor de eer van God. De laatste zes geboden tonen de plicht van de mens tegenover zijn naaste. Story of Redemption. 141.
Er werd mij getoond, dat deze, die pogen God te gehoorzamen en hun ziel reinigen door gehoorzaamheid aande waarheid, Gods uitgekozen volk zijn, Zijn modern Israël. Wij moeten inspanningen doen om grote vergaderingen bijeen te roepen om de woorden te laten horen van de evangeliebedienaar. En zij die het Woord van de Heer prediken zullen de waarheid spreken. Zij zullen hun toehoorders als het ware aan de voet van de Sinai brengen, om te luisteren naar de woorden door God gesproken temidden van taferelen van eerbiedwaardige grootsheid. Evangelism 119.
Als Israel naar de Sinai kwam nam God de gelegenheid te baat om hun geest op te frissen in verband met Zijn eisen. Christus en de Vader zijde aan zijde staande op de berg, verkondigden met plechtige majesteit de tien geboden. 8. Test. Ch. 198.
VERS 3
Herodes was bekend met de wet van God, die zegt: "Gij zult geene andere goden voor mijn aangezicht hebben", en hij wist, dat, als hij de aanbidding van het volk aannam, hij de maat van zijn ongerechtigheid gevuld had en hij op zichzelf de rechtvaardige wraak van God getrokken had. AA 151 - 152.
Ieder kind van God zal gezift worden als tarwe, en in het ziftingsproces moet ieder geliefkoosd plezier, dat de geest van God aftrekt opgeofferd worden. In vele families zijn de schoorsteenmantels, rekken en tafels gevuld met ornamenten en voorstellingen. Albums met fotos van de familie en vrienden worden daar geplaatst, waar zij de aandacht van de bezoekers kunnen aantrekken. Aldus worden de gedachten, die zouden moeten op God en op hemelse zaken geplaatst worden, gebracht naar gewone dingen. Is dit niet een soort van afgoderij? Zou het geld, dat daarvoor uitgegeven werd, niet kunnen gebruikt geweest zijn voor de zegening van de mensheid, om de lijdenden te helpen, om de naakten te kleden, en om de hongerigen te spijzigen? Zou het niet kunnen in de schatkist van de Heer geplaatst worden om Zijn zaak te helpen vooruitgaan en om Zijn koninkrijk op deze aarde te helpen opbouwen?
Deze zaak is van groot belang en er wordt u dringend aanbevolen van u van de zonde van afgoderij te bevrijden. Zegeningen zouden op uw zielen komen als gij het woord wildet gehoorzamen, dat gesproken wordt door de Heilige van Israel: "Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben". Velen maken onnodige zorgen en angsten voor zichzelf door tijd en gedachten te besteden aan de onnuttige versieringen, waarmede hun huizen gevuld zijn. De macht van God is nodig om hen weg te halen uit deze devotie; want in alle opzichten is dit afgoderij.
Hij die de harten doorgrondt, wenst Zijn volk af te houden van alle soort van afgoderij. Dat het Woord van God, het gezegende boek van leven, de tafels vullen, die nu vol liggen met nutteloze ornamenten. Gebruik uw geld in het kopen van boeken, die middels kunnen zijn tot het verlichten van de geest, in verband met huidige waarheid. De tijd, die gij gebruikt, in het verplaatsen en afstoffen van al deze ornamenten in uw huis, kan gebruikt worden om een paar regels te schrijven naat uw vrienden, geschriften te verzenden of kleine boekjes naar iemand, die de waarheid nog niet kent. Grijp naar het Woord van de Heer als naar een schat van onbeperkte wijsheid en liefde; dit is de leidraad, die de weg uitstippelt naar de hemel. Hij wijst ons naar de zonde-vergevende Heiland, zeggende: "Zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt!". Joh. 1 : 29. Ooh dat gij de Schriften mocht onderzoeken met biddende harten, en een geest van onderwerping aan God! Ooh dat gij uw harten mocht doorgronden als met een lichtende kandelaar, en de fijnste draad ontdekken die u met wereldse gewoonten bindt, die uw geest van God afleidt! Pleit met God opdat Hij u iedere praktijk tone, die uw gedachten en genegenheden van Hem aftrekken! God heeft Zijn heilige wet aan de mens gegeven waarmede hij zijn karakter kan meten. Door deze wet kunt gij ieder gebrek in uw karakter zien en overwinnen. Gij kunt u afscheiden van ieder idool, en u vasthechten aan de troon van God door de gouden ketting van genade en waarheid. 2 SM. 317 - 18.
Lees Ezra 4:1-5 en 8:21,23. De profeet en deze familiehoofden aanzagen het volk van dit land niet als aanbidders van de ware God, en ofschoon deze beweerden hun vrienden te zijn en wensten hen te helpen, durfden zij zich niet met hen verenigen in gelijk wat in verband stond met Zijn aanbidding. Als zij naar Jerusalem gingen om de tempel van God te bouwen en Zijn eredienst te herstellen, wilden zij geen hulp van de koning vragen om hen onderweg bij te staan, maar zij zochten de Heer in vasten en gebed om hulp. Zij geloofden dat God Zijn dienaren zou verdedigen en voorspoed schenken in hun inspanningen om Hem te dienen. De Schepper van alle dingen heeft de hulp niet nodig van Zijn vijanden om Zijn eredienst op te richten. Hij vraagt het offer niet van de goddeloosheid, noch aanvaardt Hij de offeranden van dezen, die andere goden hebben voor de Heer. Wij horen dikwijls de opmerking: "Gij zijt te exclusief". Als een volk zouden wij alle offers maken om zielen te redden, of om hen tot de waarheid te brengen, maar ons met hen verenigen, de dingen lief te hebben die zij lief hebben, en vriendschap te hebben met de wereld, durven wij niet, want dan zouden wij in vijandschap zijn met God.
Bij het lezen van de volgende teksten zullen wij zien hoe God oud Israël aanzag: "Lees Ps.135:4; Deuter.14:2; 7:6,7; Ex. 33:16.
Hoe dikwijls is het oude Israël opstandig geweest, en hoe dikwijls zijn ze bezocht geweest met oordelen, en duizenden werden vernietigd, omdat zij de geboden niet willen houden van hun God, die hen uitgekozen had. Het Israël van God van deze laatste dagen loopt bestendig gevaar van zich te vermengen met de wereld en van alle tekens te verliezen, die hen als het uitgelezen volk van God kenmerken. Lees Titus 2:13, 15. Hier worden wij gebracht tot in de laatste dagen, dan wanneer God een specifiek volk reinigt voor Zichzelf. Zullen wij Hem uitdagen zoals het oude Israël deed? Zullen wij Zijn wraak op ons trekken door van Hem af te wijken en ons te vermengen met de wereld, en door de gruwelen te volgen van de naties die ons omgeven? De Heer heeft deze voor Zich afgezonderd, die godsvruchtig is; deze toewijding aan God en scheiding van de wereld is ten volle en op een positieve wijze opgelegd zowel in het oud als in het nieuw testament. Er is een scheidingsmuur, die de Heer zelf opgericht heeft tussen de dingen van de wereld en hetgeen Hij uit de wereld uitgekozen heeft en voor Zichzelf geheiligd heeft. De roeping en het karakter van Gods volk zijn specifiek, hun vooruitzichten zijn specifiek, en deze bijzonderheden onderscheiden hen van alle andere volkeren. Allen die tot Gods volk behoren over gans de aarde vormen één lichaam, vanaf het begin tot het einde der tijden. Zij hebben één Leider, die het lichaam leidt en bestuurt. Dezelfde geboden, die op het oude Israël rustten, rusten ook nu op Gods volk, namelijk van gescheiden te zijn van de wereld. Het grote Hoofd van de Kerk is niet veranderd. De bevinding van de christenen in deze dagen gelijkt veel op het heen en weer trekken van het oude Israël. Lees a.u.b. 1.Cor.10, speciaal van het ende tot het 15de vers en 1.Joh.3:1; 1.Joh.2:15-17.
2.Petr.2:20; Jak.4:4; 1:27; Titus 2:12; Rom.12:2; Joh.17:14,15,17; Luk.6:22, 23; Joh.15:16-19; 1.Joh.4:4,5; 1.Joh.2:5, 6; 1.Petr. 2 : 9.
Als wij het woord van God lezen, hoe tenvolle blijkt het dat Zijn volk moet specifiek zijn en onderscheiden van de ongelovige wereld die hen omgeeft. Onze positie is belangrijk en te vrezen. Hoe belangrijk is het voor ons, die leven in de laatste dagen, dat wij het voorbeeld van Christus volgen, en dat wij wandelen zoals Hij gewandeld heeft. "Zoo iemand achter mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op en volge Mij". Math.16:24. De meningen en de wijsheid van mensen mogen ons niet besturen. Zij leiden altijd weg van het kruis. De dienaren van Christus hebben noch hun huis noch hun schat hier. Dat allen van hen mogen begrijpen, het is alleen omdat de Heer regeert, dat wij toegelaten worden van in vrede te leven en veilig te zijn temidden van onze vijanden. Het is ons voorrecht niet van beroep te doen op speciale gunsten van de wereld. Wij moeten erin toestemmen van arm en misprezen te worden temidden van de mensen, totdat de strijd teneinde is en de overwinning behaald is. De leden van Christus worden geroepen van om uit te komen en afgezonderd te zijn van de vriendschap en de geest van de wereld; hun kracht en macht bestaat erin van gekozen en aanvaard te zijn door God.
... De wereld is rijp voor haar vernietiging. God kan niet langer geduld oefenen met de zondaars. Zij moeten tot de bodem de beker van Gods gramschap drinken onvermengd met barmhartigheid. Zij die erfgenamen willen zijn van God en medeerfgenamen met Christus voor de onsterfelijke erfenis, moeten specifiek zijn, ja zo specifiek, dat God een merkteken op hen plaatst als Hem toebehorend, gans van Hem. Denkt gij dat God een volk zal ontvangen, eren en erkennen, dat zo vermengd is met de wereld, dat zij slechts van hen verschillen in naam? Lees opnieuw Titus 2:13, 15. Het zal spoedig geweten zijn wie aan Gods zijde is, die niet beschaamd zal zijn voor Christus. Deze, die de morele moed niet hebben om gewetensvol hun positie in te nemen voor het aangezicht van de ongelovigen en om de gewoonten van de wereld achter te laten, en om het zelf-verloochenende leven van Christus na te volgen, zijn beschaamd van Hem, en zij beminnen Zijn voorbeeld niet. 1.Test. Church 282-87.
Er werd mij getoond dat er nauwelijks op het werk van de gezondheidshervorming ingegaan werd. Terwijl er sommigen het sterk aanvoelen en hun geloof erin uitwerken, blijven er anderen onverschillig en hebben nauwelijks een eerste stap gezet in de hervorming. Zij schijnen een ongelovig hart te hebben en als deze hervorming de wellustige eetlust beperkt, deinzen er vele terug. Zij hebben andere goden voor de Heer. Hun smaak,` hun eetlust is hun god; en als de bijl aan de wortel van de boom gelegd wordt, en als deze, die toegegeven hebben aan hun verdorven eetlust tenkoste van hun gezondheid, getroffen zijn, en hun zonde te kennen gegeven is, als hen hun afgoden getoond worden, willen zij niet overtuigd worden; en moest Gods stem rechtstreeks tot hen spreken, dat zij deze gebruiken, die hun gezondheid vernietigen, moeten nalaten, zouden sommigen toch blijven vasthouden aan de nadelige dingen, die zij liefhebben. Zij schijnen vastgehecht te zijn aan hun idolen en God zal aan Zijn engelen spoedig het bevel geven: "Laat hen over aan hun lot". 1 Test. 486.
Christus is onze patroon; Zijn leven was een voorbeeld van goede werken. Hij was een man van smarten en vertrouwd met leed. Hij weende over Jeruzalem omdat zij niet wilden gered worden door de verlossing aan te nemen, die Hij hen aanbood. Zij wilden tot Hem niet komen om leven te hebben. Vergelijk uw levenshouding met deze van Uw Meester, die zulk een groot offer bracht opdat gij gered zoudt worden. Hij bracht dikwijls de ganse nacht door op de vochtige grond in hartverscheurend gebed. Gij zoekt uw eigen genot. Luister eens naar de ijdele lichtzinnige gesprekken; hoor het lachen, het schertsen, het grappen maken. Is dit de patroon navolgen? Luister verder - wordt er van Jezus gesproken? Is de waarheid het onderwerp van hun gesprekken? Verheerlijken zij het kruis van Christus in hun gesprekken? Het gaat over deze mode, deze muts, dat kledingstuk over hetgeen deze jongen of meisje zegde, of over het vermaak dat zij plannen. Hoe plezant! Worden engelen aangetrokken en dichter gebracht rond hen om de duisternis af te weren, die Satan rond hen opdringt ? o, neen. Zie, zij wenden zich treurig af. Ik zie tranen op hun aangezicht. Is het mogelijk dat engelen van God tot wenen gebracht worden? Jawel.
Eeuwige dingen zijn van weinig belang voor de jeugd. Engelen wenen, als zij op de boekrol de woorden en handelingen van belijdenden christenen neerschrijven. Engelen zweven rond deze woning: daar is de jeugd verzameld, waar wij de klank van vocale en instrumentale muziek horen. Het zijn christenen, die daar verzameld zijn. Maar wat hoort men? Het is een liedje, een frivole slager, geschikt voor de dansvloer. Zie de reine engelen brengen hun licht dichter rondom hen, en duisternis omgeeft deze, die in deze woning verblijven. De engelen verlaten het tafereel. Droefheid staat op hun aangezicht. Zie zij wenen. Ik zag dat dit verschillende malen plaats greep onder Sabbathouders en speciaal in Muziek heeft de tijd ingenomen, die had moeten toegewijd zijn aan het gebed. Muziek is het idool, waarvoor vele belijdende Sabbathoudende christenen in aanbidding staan. Satan heelt niets tegen muziek, als hij er een middel van kan maken om toegang te verkrijgen in de geest van de jeugd. Alles komt hem van pas, dat de geest van God aftrekt en de tijd in beslag neemt, die aan Zijn dienst had moeten gewijd worden. Hij werkt door deze middelen, die de sterkste invloed zullen uitoefenen om het grootst mogelijke aantal te houden in een aangename verdwazing, terwijl zij verlamd worden door zijn macht. Als muziek op een goede manier aangewend wordt, strekt zij tot zegen; maar zij wordt dikwijls een van de meest aantrekkelijke middels van Satan om zielen te verleiden. Als zij misbruikt wordt, leidt zij de niet toegewijden tot hovaardij, ijdelheid en dwaasheid. Als het haar toegelaten wordt van de plaats in te nemen van godsvrucht en gebed, is zij een verschrikkelijke vloek. Jonge mensen verzamelen om te zingen en, ofschoon zij belijdende christenen zijn, onteren zij dikwijls God en hun geloof door hun lichtzinnige gesprekken en hun keuze van muziek. Gewijde muziek stemt niet overeen met hun smaak. Ik werd verwezen naar de volle onderrichtingen van Gods woord, die veronachtzaamd geworden zijn. Al deze geïnspireerde woorden zullen deze veroordelen in het oordeel, die er geen acht op geslagen hebben. 1.Test. 505 - 6.
In onze generatie heeft God Zijn wil geopenbaard aan Zijn volk en Hij verlangt van hen gehoorzaamheid. In de laatste dagen van de wereldgeschiedenis zegt de stem, die vanop de Sinai sprak steeds tot de mensen: "Gij zult geene andere goden voor mijn aangezicht hebben". De mens heeft Zijn wil geplaatst in de plaats van de wil van God, maar hij kan dit gebod van God niet tot zwijgen brengen. De mens kan nooit tenvolle zijn verplichtingen tegenover een hogere macht begrijpen, maar kan de verplichtingen niet ontwijken. Diepzinnige theorieën en bespiegelingen mogen in overvloed aanwezig zijn, de mens kan pogen van de wetenschap in tegenstelling te plaatsen met de openbaring, en aldus de wet van God verdringen, toch zal de Heilige Geest krachtiger en krachtiger het bevel naar voor brengen: "Den Heere uwen God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen". Matth. 4 " 10. 6 Test. 10.
Ik vind geen rust in de geest. Tafereel na tafereel is mij in symbolen voorgesteld geweest, en ik vind geen rust totdat ik deze zaak neergeschreven heb.
In het centrum van het werk worden de dingen zo gevormd, dat iedere andere instelling dezelfde richting volgt. En de generale conferentie zelf is verdorven geworden door verkeerde gevoelens en princiepen. In het uitwerken van plannen werden dezelfde princiepen naar voor gebracht, die sedert een geruime tijd de zaken beheerst hebben in Battle Creek.
Er werd mij getoond dat de joodse natie niet plotseling in hun toestand van denkwijze en praktijken gebracht werden. Van generatie tot generatie werkten zij met valse theorieën, princiepen uitwerkend, in tegenstelling met de waarheid, en in hun godsdienst gedachten en plannen invoerend, die het product waren van de menselijke geest. Menselijke uitvindingen hadden de bovenhand.
Heilige princiepen, die God gegeven heeft, worden voorgesteld als het heilige vuur, maar gewoon vuur werd gebruikt inplaats van het heilige. Plannen in tegenstelling met de waarheid en de gerechtigheid worden op een subtiele wijze ingevoerd onder het voorwendsel van: "dit moet gedaan worden of dat moet gedaan worden, want het is voor de vooruitgang van de zaak van God". Maar het zijn de bedenkingen van mensen, die leiden tot verdrukking, ongerechtigheid en verdorvenheid. De zaak van God is vrij van elke vlek van ongerechtigheid. Er kan geen voordeel bekomen worden door het ontnemen van de persoonlijkheid of de rechten van de leden' van Gods familie. Al zulke praktijken zijn een afschuw voor God. Hij inspireert deze praktijken niet, die gij door uw beraadslagingen ingevoerd hebt in verband met het publiceren van boeken.
De Heer aanvaardt zulk geen onderhandelingen. Zij kunnen niet met voorspoed gepaard gaan. Mannen, die verbonden zijn met Zijn werk, hebben onrechtvaardigd gehandeld en het wordt tijd dat zij ophouden. Dat mensen met elkander onderhandelen gesteund op de princiepen van de tien geboden, en deze princiepen niet ontkennen in het behandelen van zaken. Valse voorstellen worden aangewend als waarheid en gerechtigheid, en dan wordt alles zo uitgewerkt om deze voorstellen uit te voeren, die niet in overeenstemming zijn met de wil van God, maar een verkeerd beeld geven van Zijn karakter. De Grote Heilige en barmhartige God zal nooit akkoord' gaan met oneerlijke praktijken; Geen zweempje van ongerechtigheid zal Hij verrechtvaardigen. Sommigen hebben oneerlijk misbruik gemaakt van dezen, waarvan zij veronderstellen dat zij onder hun rechtsbevoegdheid staan. Zij waren beslist van deze personen te dwingen zekere voorwaarden aan te nemen, zij wilden heersen of ten gronde richten. Er zal geen wezenlijke verandering komen, tenzij er een besliste inspanning gedaan wordt om een andere gang van zaken tot stand te brengen.
Dat geen plannen of methoden aangenomen worden in gelijk welk van onze instellingen, die de geest of het talent zullen binden onder het toezicht van het menselijk oordeel; dit ligt niet in Gods beschikking. God heeft aan de mens talenten van invloed gegeven, die Hem alleen toebehoren, en er kan aan God geen groter oneergedaan worden dan wanneer eindige bemiddelaars andermans talenten onder hun absoluut toezicht brengen, zelfs als de voordelen ervan gebruikt worden voor de vooruitgang van de zaak. In zulke schikkingen wordt de geest van de ene mens beheerst door die van de andere, en de menselijke vertegenwoordiging wordt van God gescheiden en aan bekoring blootgesteld. Satans methoden hebben één doel: een slaaf te maken van de mens. En als dit gedaan is, is het resultaat verwarring en wantrouwen, jaloersheid en kwaad vermoeden. Zulk een handelwijze vernietigt het geloof in God en in de princiepen, die de bovenhand moeten hebben, die moeten reinigen van schuld en van iedere soort van zelfzucht en huichelarij.
De autoritaire macht, die ontwikkeld werd alsof rang, van de mens goden gemaakt had, maakt mij bevreesd en is schrik aanjagend. Het is een vloek waar en bij wie ook het beoefend wordt. Dit heersen over Gods erfenis zal zulk een afkeer doen ontstaan van de menselijke rechtsbevoegdheid, dat een toestand van ononderworpenheid het resultaat zal zijn. Het volk leert, dat mensen in hoge verantwoordelijkheidspositie niet kunnen vertrouwd worden om andermans geest en karakter te vormen en te kneden. Het resultaat zal het verlies van vertrouwen zijn zelfs in het bestuur van getrouwe mensen. Maar de Heer zal arbeiders oproepen, die van hun eigen nietigheid zonder speciale hulp van God bewust zijn. Eeuw na eeuw heeft Jezus Zijn gaven aan Zijn kerk toegekend. Ten tijde van de eerste komst van Christus naar onze wereld, hebben mensen van het Sanhedrin hun autoriteit uitgeoefend in het beheersen van mensen naar hun goeddunken. Aldus werden de zielen, waarvoor Christus Zijn leven gegeven had om ze te bevrijden van de slavernij van Satan, gebracht onder zijn slavernij in een andere vorm.
Vergewissen we ons persoonlijk van onze ware positie, dat wij als Gods in dienst genomen dienaren ons rentmeesterschap niet mogen verkwanselen?
Wij moeten individueel rekenschap geven voor het hemelse universum, hoe wij het door God toevertrouwde pand beheren. Ons eigen hart moet aangewakkerd worden. Onze handen moeten iets hebben om te geven van het inkomen, dat God ons toevertrouwt. De nederigste onder ons kunnen agenten zijn voor God, onze giften gebruikend voor de heerlijkheid van Zijn naam. Hij, die zijn talenten ten nutte brengt volgens zijn best vermogen, kan zijn offer aan God opdragen als een toegewijde gave, die als een welriekende wierook zal zijn voor Hem. Het is de plicht van eenieder van te zien dat zijn talenten tot nut gebracht worden als een gave die moet teruggegeven worden, nadat hij zijn best gedaan heeft om ze te verbeteren.
De geest van overheersing bereikt ook de presidenten van onze conferenties. Als een man steunt op zijn eigen krachten en poogt heerschappij te voeren over zijn broeders, denkend dat hij bekleed is met gezag om van zijn wil een heersende macht te maken, is de beste en enige veilige weg van hem te verwijderen, opdat er geen groter schade berokkend zou worden en hij zijn eigen ziel zou verliezen en de zielen van anderen in gevaar zou brengen. "Gij zijt allen broeders". Deze neiging tot overheersen van Gods erfenis zal een reactie teweeg brengen, tenzij deze mensen hun handelwijze veranderen. Deze die gezag uitoefenen moeten de Geest van Christus openbaren. Zij moeten omgaan zoals Hij met ieder geval zou omgaan, dat de aandacht vergt. Zij zouden moeten gaan onder de invloed van de Heilige Geest. De rang van een mens maakt hem geen titel of jota groter in de ogen van God; het is alleen het karakter, dat God naar waarde schat. De goedheid, barmhartigheid en liefde van God werden door Christus aan Mozes verkondigd. Dit was het karakter van God. Als mensen, die belijden God te dienen, Zijn vaderlijk karakter ontkennen en afwijken van eer' en gerechtigheid in het omgaan met hun medemensen, dan jubelt Satan, want hij heeft hen bezield met zijn eigenschappen. Zij volgende voetsporen van Rome. Deze die gelast worden van de eigenschappen van Gods karakter voor te stellen, stappen af van de bijbelse standplaats en in eigen menselijk oordeel vinden zij regels en besluiten uit om de wil van anderen te dwingen. De beramingen om mensen te dwingen van de voorschriften van andere mensen te volgen, brengen een gang van zaken tot stand, die medevoelen en teder medelijden opzij zetten, die de ogen verblindt voor barmhartigheid en gerechtigheid en de liefde van God. Morele invloed en persoonlijke verantwoordelijkheid worden onder de voeten getreden. De gerechtigheid van Christus door het geloof is door sommigen miskend geworden: want ze is in tegenstelling met hun geest en hun levenservaring. Heersen, heersen is hun handelwijze geweest. Satan is in de gelegenheid geweest van zichzelf te vertegenwoordigen. Als iemand, die belijdt Christus te vertegenwoordigen zich inlaat met een scherpe manier van omgaan en mensen in moeilijke situaties brengt, dan zullen deze die op die wijze verdrukt worden, ofwel ieder boei van beperking breken of zullen zij ertoe gebracht worden van God als een harde meester te beschouwen. Zij koesteren harde gevoelens jegens God, en de ziel is vervreemd van Hem, juist zoals Satan voorgenomen had.
Deze hardvochtigheid van de kant van de mens, die beweert de waarheid te geloven gebruikt Satan ten nadele van de waarheid zelf, en aldus wordt de mens afkerig en afgetrokken van de waarheid. Om deze reden kan niemand een verantwoordelijke relatie hebben met onze instituten die het als onbelangrijk aanziet of hij nu een hart van vlees of van staal heeft. Mensen denken, dat zij de gerechtigheid van God vertegenwoordigen, maar zij vertegenwoordigen Zijn tederheid en de grote liefde niet, waarmede Hij ons bemind heeft. Hun menselijke uitvindsels, die hun oorsprong hebben bij de schoonschijnende listen van Satan, schijnen billijk genoeg voor de verblinde ogen van de mensen, omdat het eigen is aan hun natuur. Een leugen, die geloofd wordt, en in de praktijk omgezet wordt, wordt een waarheid voor hen. Aldus wordt het doel van de satanische bemiddeling verwezenlijkt, dat de mens deze conclusie zou trekken door de werking van zijn eigen vindingrijke geest. Maar hoe valt de mens in zulk een dwaling? Door aan te vangen met valse veronderstellingen, en dan door aan alles toe te laten te bewijzen dat dwaling waar is. In sommige gevallen hebben de eerste princiepen een deel van de waarheid doorweven met dwaling, maar het leidt niet tot enige juiste handeling, en daarom is het dat de mens misleid wordt. Om te kunnen heersen en een macht te worden, gebruiken zij de methode eigen aan Satan om hun eigen princiepen te rechtvaardigen. Zij verheffen zichzelf als mensen met een superieur oordeel, en zij zijn doorgegaan als vertegenwoordigers van God. Dit zijn valse goden. Test. Min. 359 - 64.
De mensen van de wereld aanbidden valse goden. Zij moeten afgewend worden van hun aanbidding van valse goden, niet door het horen naar de afkeuring van hun idolen, maar door het zien van betere dingen. De goedheid van God moet bekend gemaakt worden. "Gij zijt mijne getuigen, spreekt de Heere, dat Ik God ben". Jes. 43 : 12. Christ Obj. Lessons 299.
De leerars gebruikt in onze scholen zouden moeten God kennen door een experimentele kennis. Zij zouden Hem moete kennen omdat zij aan al de geboden gehoorzaam zijn die Hij gegeven heeft. Jehova grifte Zijn Tien Geboden op tafels van steen, opdat al de inwoners van de aarde Zijn eeuwig onveranderlijk karakter zouden kunnen begrijpen. Deze leeraars, die begeren vooruitgang te maken in leren en bekwaamheid moeten beslag leggen op deze wonderbare openbaringen van God. Maar het is alleen als hart en geest in harmonie gebracht worden met God, dat zij de goddelijke vereisten zullen begrijpen.
Niemand moet zich bekommeren nopens deze dingen die de Heer niet geopenbaard heeft aan ons. In onze tijd zal er bespiegeling in overvloed zijn, maar God verklaart: "De verborgene dingen zijn voor den Heere, onzen God". De stem, die tot Israël sprak vanop de Sinai spreekt in deze laatste dagen tot man en vrouw, zeggende: "Gij zult geene andere goden voor mijn aangezicht hebben" .... De mens heeft zijn wil tegen de wil van God geplaatst, maar dit kan Zijn woord van wijsheid en bevel niet tot zwijgen brengen, ofschoon zij hun bespiegelende theorieën in tegenstelling plaatsen met het onderwijs van de openbaring en zij menselijk wijsheid verheffen boven een vol: "Zo zegt de Heer". Counsels Par. T. 248.
Als ik de huizen van ons volk bezoek en onze scholen, zie ik dat op tafels en meubels foto’s tentoongesteld zijn.. Overal zien wij aangezichten van mensen. God wenst dat dit verandert. Moest Christus op de aarde zijn zou Hij zeggen: "Neem deze dingen weg". Er werd mij onderricht, dat deze afbeeldingen als vele idolen zijn, die de tijd en de gedachten in beslag nemen, die zouden moeten heilig aan God toegewijd zijn. Deze foto’s kosten geld. Is het aanneembaar voor ons, het werk kennend dat in deze tijd moet gedaan worden, dat wij Gods geld gebruiken in het maken van foto’s van ons eigen aangezicht en van dat van onze vrienden? Zou iedere dollar die wij kunnen sparen, niet moeten gebruikt worden voor de vooruitgang van Gods zaak? Deze afbeeldingen kosten geld, dat in heiligheid zou moeten gebruikt worden in de dienst van God; en zij wenden de geest af van de waarheid van Gods woord. Dit maken en uitwisselen van foto’s is een soort van afgoderij. Satan doet al wat hij kan om de hemel voor ons te verduisteren. Laten wij hem niet medehelpen door het maken van beeld-idolen. Wij moeten een hogere standaard bereiken dan deze menselijke gezichten suggereren. De Heer zegt: "Gij zult geene andere goden voor mijn aangezicht hebben". Deze die beweren in Christus te geloven moeten zich vergewissen, dat zij Christus'beeld moeten weerspiegelen. Het is Zijn gelijkenis die voor de geest moet gehouden worden. De woorden, die gesproken worden moeten geladen zijn met hemelse inspiratie Mess. Young people 316.
Door de waarheid te verwerpen, verwerpt de mens de maker ervan. Door op de wet te trappen, ontkennen zij het gezag van de Wetgever. Het is even gemakkelijk van een idool te maken van valse leerstellingen en theorieën als van hout of steen. Door de eigenschappen van God verkeerd te interpreteren, leidde Satan de mens van Hem een verkeerd karakter toe te eigenen. Bij velen is een filosofisch idool op de troon gezet in de plaats van Jehova, terwijl de levende God zoals Hij in Zijn Woord, in Christus en in de werken van de schepping geopenbaard is, door weinigen aanbeden wordt. Duizenden verafgoden de natuur, terwijl zij de God van de natuur ontkennen. Ofschoon in een verschillende vorm, heerst afgoderij in de Christelijke wereld van vandaag zoals ze bestond in de dagen van Elia bij het oude Israël. De god van velen, waarvan beweerd wordt dat ze wijze mannen zijn, de god van filosofen, dichters, politici, journalisten, - de god van welopgevoede kringen, van vele colleges en universiteiten, zelfs van sommige theologische instituten - is niet minder dan Baal, de zonnegod van Fenicie. Gr. Contr. 583.
Het volk van vóór de zondvloed gebruikte zilver en goud, edelstenen en uitgelezen hout om huizen te bouwen voor zichzelf, eenieder ernaar strevend om uit te steken boven de andere. Zij maakten hun huizen en landerijen mooi en versierden ze met de meest vindingrijke werken, en zij daagden God uit wegens hun boze werken. Zij vormden beelden om te aanbidden, en leerden hun kinderen van deze kunststukken, gemaakt door hun eigen handen, te aanzien als goden, en ze te aanbidden. Zij verkozen niet van op God te denken, de Schepper van de hemel en de aarde, en brachten Hem geen dankbetuigingen, Die hen alles gegeven had wat zij bezaten. Zij ontkenden zelfs het bestaan van de God van de hemel, en verheerlijkten en aanbaden de werken van hun eigen handen. Zij verdorven zich met dat wat God op de aarde geplaatst had voor het welzijn van de mens. Zij maakten voor zichzelf mooie wandelpaden, overhangen met fruitbomen van alle soort. Onder deze majestueuze en mooie bomen met hun weituitgespreide takken, die groen waren van het begin van het jaar, tot het einde, plaatsten zij hun idolen van aanbidding. Ganse bossen wegens beschutting van hun gebladerte, werden aan hun afgoden gewijd en werden aantrekkelijk gemaakt voor het volk om hun toevlucht te nemen tot hun afgoden aanbidding. Zij verdorven zichzelf met deze dingen, die God op de aarde geplaatst had tot welzijnvan de mens. 3 Spir. Gifts 63.
De kinderen van Israël, die het eerste en het tweede gebod overtraden, mochten nergens gezien worden rond de berg Sinai, waar God in heerlijkheid zou op neder komen om voor de tweede maal de wet op stenen-tafels neder te schrijven, opdat zij niet zouden verbrand worden door de glorie van zijn tegenwoordigheid. En als zij zelfs op het aangezicht van Mozes niet konden zien, omdat hij in gemeenschap geweest was met God, hoeveel te minder kunnen de overtreders van Gods wet zien op de Zoon van God, als Hij zal verschijnen in de wolken des hemels in de heerlijkheid van Zijn Vader, omgeven door gans het engelenheir, om oordeel uit te voeren op allen, die de geboden van God niet in acht genomen hebben en getrapt hebben met hun voet op Zijn bloed 3 Spir. Gifts 294.
God vraagt reinheid van hart, en persoonlijke reinheid, nu, zoals Hij de speciale richtlijnen gaf aan de kinderen van Israel. Als God nauwkeurig was om reinheid op te leggen op hen die in de woestijn verbleven, die in de open lucht waren gans de tijd, vraagt Hij het niet minder van ons, die in overdekte huizen wonen, waar onreinheden meer waarneembaar zijn, en een grotere ongezonde invloed hebben. Tabak is een vergif van de bedrieglijkste en kwaadaardigste soort, door dat hij een ophitsende en dan een verlammende invloed heeft op de zenuwen van het lichaam. Hij is des te gevaarlijker omdat zijn effecten, die hij heeft op het menselijk systeem zo traag werkend zijn, en bij het begin schaars opgemerkt worden. Menigten zijn gevallen als slachtoffers van zijn vergiftigende invloed. Zij hebben zichzelf beslist gedood door dit traag vergif. En wij vragen ons af hoe ze zullen opstaan op de morgen van de opstanding?
Thee en koffie zijn opwekkend. De gevolgen ervan zijn dezelfde als deze van de tabak; maar zij tasten in een mindere graad aan. Deze, die deze trage vergiften gebruikt, gelijk de tabak-gebruiker denken dat zij niet kunnen leven zonder dit, want zij voelen zich zo slecht zonder hun idolen. Dat zij lijden als zij ophouden met het gebruik van deze opwekkende middelen komt door het feit, dot zij de natuur afgebroken hebben in haar werk van het behouden van het ganse menselijke systeem in harmonie en in goede gezondheid. Zij zullen gestoord zijn door duizeligheid, hoofdpijn, verdoving, zenuwachtigheid en prikkelbaarheid. Zij voelen zich alsof zij gans kapot zijn, en sommigen hebben de moed niet van vol te houden in het nalaten van deze dingen tot de misbruikte gezondheid hersteld is, maar hervallen terug in het gebruik van dezelfde schadelijke bevredigingen. De natuur wordt weker en weker, en minder en minder in staat om te herstellen. Maar als zij beslist inspanningen doen om vol te houden en te overwinnen, zal de misbruikte natuur spoedig terug hersteld zijn, en haar werk wijs en goed volbrengen. Het ganse menselijke systeem komt dikwijls gans geintoxikeerd door deze opwekmiddelen. En juist in dezelfde mate als het zenuwstelsel opgewekt geweest is door deze valse middels, zal de uitputting zijn nadat de invloed van de opwekking zal afgenomen zijn. Deze uitputting kan bijtijds overwonnen worden door het nalaten van deze dingen, die zulk een toestand teweeg gebracht hebben in het menselijke systeem. Zij die toegeven aan verdorven eetlust, doen dit ten nadele van hun gezondheid en hun intellect. Zij kunnen de waarde van geestelijke dingen niet onderscheiden. Hun gevoeligheid is verstompt en zonde schijnt voor hen niet zo zondig, en waarheid is van geen groter waarde aanzien als aardse bezittingen. 4 Spir, Gifts a 128 - 29.
Deze, die ware aanbidders van de ware God willen zijn moeten ieder idool opofferen. Jezus zegde tot de wetgeleerden: "Gij zult liefhebben den Heere, uwen God, met geheel uw hart en met geheel uwe ziel en met geheel uw verstand. dit is het eerste en het grootste gebod". Matth. 22 : 37, 38. De eerste vier voorschriften van de decaloog laten niet toe dat wij onze genegenheden van God afscheiden. Ook mag niets ons opperste behagen in Hem delen. Wij kunnen niet vooruitgaan in christelijke bevinding tenzij wij alles wegdoen, dat ons van God scheidt.
Het grote Hoofd van de kerk, dat Zijn volk. uitgekozen heeft uit de wereld, vraagt van hen dat zij afgescheiden zijn van de wereld. Hij bepaalt, dat de geest van Zijn geboden, doordat Hij Zijn volgelingen tot Hem trekt, hen zal scheiden van de wereldse elementen. God beminnen en Zijn geboden onderhouden is ver van de wereldse plezieren en vriendschappen te beminnen. Er is geen overeenkomst tussen Christus en Belial. Counsels to Parents Teach. Students 329.
Mijn christelijke zusters, ziet in de spiegel de wet van God, en test uw handelwijze aan de eerste vier geboden. Deze bepalen tenvolle onze plicht tegenover God. Hij eist onze onverdeelde genegenheid op; en alles wat ertoe neigt van de geest op de slorpen en af te wenden van God wordt een vorm van een idool. De ware en levende God wordt uit de gedachten en het hart geweerd, en de tempel van de ziel is bevuild door de aanbidding van andere goden voor de Heer "Gij zult geene andere goden voor mijn aangezicht hebben", zegt het gebod. Laat ons het hart doorzoeken, het leven en karakter vergelijken met de voorschriften van Jehova, en dan ijverig zoeken om onze dwalingen te verbeteren. 4 Test. 632.
Waar de Geest van de Heer is, is er zachtmoedigheid, geduld, zachtzinnigheid en lankmoedigheid. Een ware volgeling van Christus zal trachten Zijn Patroon na te volgen. Hij zal leren de wil van God te doen op de aarde zoals in de hemel. Deze. wiens harten steeds bevlekt zijn met zonde, kunnen niet ijverig zijn tot goede werken. Zij falen erin van de eerste vier voorschriften van de decaloog te houden, die de plicht van de mens tegenover God bepalen; ook houden zij de laatste zes geboden niet, die de plicht van de mens tot zijn naaste voorschrijft. Hun harten zijn vervuld met zelfzucht, en zij vinden altijd fout bij anderen, die beter zijn dan zijzelf. Zij leggen hand aan werk, dat God hen niet gegeven heeft en laten ongedaan wat God hen gelaten heeft om te doen, namelijk van op zichzelf te letten, opdat geen wortel van bitterheid zou ontspruiten, die de kerk zou verstoren en bevlekken. Zij wenden hun ogen buitenwaarts om te zien of de karakters van anderen niet juist zijn, als zij innerwaarts zouden moeten gekeerd zijn om hun eigen handelingen te onderzoeken en te bekritiseren. Als zij hun hart ontledigen van zelfzucht, jaloersheid en kwaadvermoeden en kwaadaardigheid, zullen ze niet klimmen op de zetel van het oordeel en veroordeling uitspreken over anderen, die in het oog van God beter zijn dan zijzelf.
5 Test. Church 613 - 14.
VERS 3 - 17.
De zending van Christus in de wereld is van de heilige eisen van deze wet te verdedigen, waarvan zij Hem beschuldigen, dat Hij ze breekt. Was de wet van God mogen veranderd of afgeschaft zijn, dan moest Christus de gevolgen van onze overtredingen niet gedragen hebben. Hij kwam om de relatie van de wet met de mens uit te leggen, en om de voorschriften ervan te illustreren door Zijn eigen leven van gehoorzaamheid.
God heeft ons Zijn heilige voorschriften gegeven, omdat Hij de mensheid liefheeft. Hij openbaart de princiepen van gerechtigheid om ons te vrijwaren tegen de gevolgen van de overtreding. De wet is een uitdrukking van Gods gedachten; als hij ontvangen wordt in Christus, wordt hij onze gedachten. Hij verheft ons boven de macht van natuurlijke begeerten en neigingen, boven bekoringen die tot zonde leiden. God wenst dat wij zouden gelukkig zijn, en Hij gaf ons de voorschriften van de wet, opdat wij, als wij er gehoorzaam aan zijn, mochten gelukkig zijn. Als bij de geboorte van Jezus de engelen zongen: "Eer zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de menschen een welbehagen" Luk.2:14, legden zij de princiepen van de wet uit, die Hij kwam verheerlijken en eerbaar maken.
Als de wet van de Sinai afgeroepen werd, maakte God aan de mens de heiligheid van Zijn karakter bekend, opdat zij door tegenstelling, de zondigheid van hun eigen zelf mochten zien. De wet was gegeven om hen van zonde te overtuigen, en om hun nood te openbaren aan een Heiland. Hij zou dit doen, als zijn princiepen toegepast werden op het hart door de Heilige Geest. Dit werk moet nog steeds gedaan worden. In het leven van Christus worden de princiepen van de wet duidelijk gemaakt; en als de Heilige Geest van God het hart raakt, als het licht van Christus hun nood openbaart aan het reinigende bloed van Christus en aan Zijn rechtvaardigmakende gerechtigheid, dan is de wet steeds een middel om ons tot Christus te brengen, opdat wij zouden mogen rechtvaardig gemaakt worden door het geloof. "De wet van God is volmaakt, bekerende de ziel". Ps.19:7. Lees Luk. 16 / 17. De zon, die in de hemel schijnt, de vaste aarde waarop gij woont, zijn Gods getuigen, dat Zijn wet onveranderbaar is en eeuwig. Ofschoon deze kunnen voorbijgaan, de goddelijke voorschriften zullen in stand blijven. Het systeem van typen, die naar Jezus wijzen, als het Lam van God, moest afgeschaft worden bij Zijn dood; maar de voorschriften van de decaloog zijn onveranderbaar als de troon van God. Aangezien de wet van God ' volmaakt is", moet afwijking ervan kwaad zijn. Zij, die de geboden van God ongehoorzaam zijn, en anderen onderrichten het te doen, worden door Christus veroordeeld. Het leven in gehoorzaamheid van de Heiland, houden de eisen van de wet in stand; het bewijst, dat de wet in menselijkheid kan gehouden worden, en toont de uitnemendheid aan die de gehoorzaamheid zou ontwikkelen. Allen, die gehoorzamen, zoals Hij het deed, tonen op dezelfde wijze aan, dat de wet "heilig en rechtvaardig is, en goed". Rom. 7 : 12.
Langs de andere kant houden zij, die de geboden van God breken, de beweringen van Satan vol, dat de wet onrechtvaardig is, en niet kan gehoorzaamd worden. Aldus steunen zij de bedriegerijen van de grote tegenstander, en werpen oneer op God. Zij zijn kinderen van den boze, die het eerst opstandig was tegen Gods wet. Hen toelaten in de hemel, zou opnieuw elementen binnenbrengen van onenigheid en opstandigheid, en het welzijn van het universum in gevaar brengen. Niemand, die vrijwillig een van de princiepen van de wet veronachtzaamt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan. Desire of Ages 307 - 9.
In de ark waren de gouden pot met het manna, de staf van Aaron, die gebloeid had en de tafels van steen, die samenvouwden gelijk een boek. Jezus opende ze, en ik zag de tien geboden met de vinger van God geschreven. Op de ene tafel waren er vier en op de andere zes. De vier op de eerste tafel schenen lichtender dan de andere zes. Maar het vierde gebod, het gebod van de Sabbat, scheen boven alle andere; want de Sabbat was afgezonderd om gehouden te worden in eer van Gods heilige naam. De heilige Sabbat scheen heerlijk - een krans van heerlijkheid was errond. Ik zag dat het Sabbatsgebod niet aan het kruis genageld was. Moest dit zo geweest zijn dan zouden de negen andere er ook aan genageld zijn; en dan zouden wij vrijelijk al deze geboden mogen breken, evenals het vierde. Ik zag dat God de Sabbat niet veranderd had, want Hij verandert nooit. Maar de paus heeft hem veranderd van de zevende dag naar de eerste dag van de week, want hij zou tijden en wetten veranderen. Dan. 7 : 25. En ik zag, dat, als God de Sabbat van de zevende naar de eerste dag veranderd had, Hij de tekst van het Sabbatsgebod zou veranderd hebben, geschreven op de tafels van steen, die nu in de ark in het heilige der heiligen zijn van de tempel in de hemel. En er zou zo te lezen zijn: "De eerste dag is de Sabbat van de Heer uwen God". Maar ik zag dat hetzelfde geschreven stond, als geschreven op de stenen tafels door de vinger van God en afgeleverd aan Mozes op de Sinia: "Maar de zevende dag is de sabbat des Heeren, uws Gods". Ik zag dat de heilige Sabbat is en zal zijn, de scheidingsmuur tussen het ware Israel van God en de ongelovigen; en dat de Sabbat de grote kwestie is om de harten van Gods dierbare wachtende heiligen te verenigen. In een gezicht gegeven in juni 1850, zegde mijn begeleidende engel: "De tijd is bijna ten einde. Weerspiegelt gij het mooie beeld van Jezus zoals het zou moeten?". Dan werd mijn aandacht naar de aarde gebracht en ik zag dat daar een gereed zijn moet plaats hebben bij dezen, die laat de derde engelenboodschap aangenomen hebben. De engel zegde: "Wees gereed, wees gereed, wees gereed. Gij zult een groter dood aan de wereld moeten sterven dan gij reeds nu gestorven zijt". Ik zag dat er voor hen een groot werk moest gedaan worden en dat er maar weinig tijd was om dit te doen.
Dan zag ik dat de laatste zeven plagen spoedig zouden uitgestort worden op dezen, die geen beschutting hebben; toch aanzag de wereld hen niet meer dan zij zouden zien naar vele druppelen water, die op het punt waren van te vallen. Ik werd dan in staat gesteld van het vreselijk gezicht van de zeven plagen te ondergaan, de wraak van God. Ik zag, dat Zijn toorn verschrikkelijk en vreselijk was, en als Hij Zijn hand zou uitstrekken, of hem opheffen in toorn, de inwoners van de wereld zouden zijn alsof zij nimmer zouden bestaan hebben, of zouden lijden onder ongeneselijke zweren en vernietigende plagen, die op hen zouden komen, dat zij geen bevrijding zouden vinden, maar erdoor vernietigd worden. Schrik beving mij, en ik viel op mijn aangezicht voor de engel en smeekte hem het gezicht weg te nemen, en het voor mijn oog te verbergen, want het was te verschrikkelijk. Dan vergewiste ik mij, als nooit tevoren, hoe belangrijk het is van het woord van God zorgvuldig te doorgronden, om te weten hoe er kan ontkomen worden aan deze plagen, die dit verklaren, dat zij zullen komen op alle goddelozen, die het beest en zijn beeld zullen aanbidden en die zijn teken op hun voorhoofd en op hun handen zullen ontvangen. Het was een groot wonder voor mij, dat iemand de wet van God kon overtreden en Zijn heilige Sabbat kon met de voeten treden, als zulke te vrezen dreigingen en veroordelingen tegen hen waren. De paus heeft de rustdag van de zevende naar de eerste dag overgebracht. Hij heeft gedacht van het grootste gebod in de decaloog te veranderen en aldus zichzelf gelijk te maken met God, of zelfs zichzelf boven God te verheffen. De Heer is onveranderbaar, daarom is Zijn wet onveranderlijk; maar de paus heeft zich verheven boven God, door te zoeken om Zijn onveranderlijke voorschriften van heiligheid, gerechtigheid en goedheid te veranderen. Hij heeft Gods geheiligde dag onder de voeten getrapt, en, steunend op zijn eigen gezag, in de plaats ervan een van de zes werkdagen gezet.De ganse natie is het beest achternagegaan, en iedere week beroven zij God Zijn heilige tijd. De paus heeft een bres in de wet gemaakt, maar ik zag dat de tijd tenvolle daar is dat deze bres moet gedicht worden door het volk van God en dat de woeste plaatsen moeten herbouwd worden. Ik pleitte voor de engel van God om Zijn volk te redden, dat afgeweken had, om hen te redden om Zijn zaak van barmhartigheid. Als de plagen zuil en beginnen te vallen zullen zij, die de heilige Sabbat breken hun mond niet openen om zich te verdedigen met deze verontschuldigingen, die zij nu aanbrengen om zich te ontdoen van hem te houden. Hun mond zal gesloten blijven, als de plagen vallen, en de grote Wetgever vraagt gerechtigheid van dezen, die Zijn heilige wet bespot hebben en hem genoemd hebben "een vloek voor de mens", "ellendig" en "zwak". Als deze de ijzeren greep van deze wet op hen zullen voelen, zullen deze uitdrukkingen voor hen verschijnen in sprekende letters en zij zullen zich dan vergewissen van de zonde door deze wet te bespotten, die het Woord van God noemt: "heilig, juist en goed". Early Writings 64 - 66.
De Grote en Heilige is een jaloerse God, en Hij wil heilige mensen hebben om Zijn waarheid te verkondigen. De Heilige wet uitgesproken vanop de Sinai, is een deel van Zichzelf, en heilige mensen, die hem strikt onderhouden, zullen alleen Hem eren door hem te onderwijzen aan anderen. Idem 102.
Mij werd getoond dat de valse herders dronken waren, maar niet van wijn; zij waggelen maar niet van sterke dranken, Gods waarheid is voor hen verzegeld; zij kunnen ze niet doorzien. Als zij ondervraagd worden nopens de zevende dags Sabbat, of hij ja dan neen de ware Sabbat van de Bijbel is, leiden zij de opinie naar fabels. Ik zag dat deze profeten gelijk de vossen waren van de woestijn. Zij zijn niet gegaan naar de kloven, zij hebben de beschutting niet geplaatst opdat het volk van God zou kunnen stand houden in de strijd op de dag des Heeren. Als de geesten van sommigen in beroering gebracht zijn, en ze deze valse herders ondervragen nopens de waarheid, nemen zij de beste en gemakkelijkste manier om hun doel te bereiken en de onderzoekers tot bedaren te brengen, zelfs veranderen zij hun eigen stelling om dit te bereiken.
Op vele van deze herders heeft het licht geschenen, maar zij wilden het niet erkennen, en hebben hun standpunt verschillende malen veranderd om de waarheid te ontwijken en zich af te wenden van de besluiten, die zij hadden moeten nemen, indien zij hun vorig standpunt behouden hadden. De macht van de waarheid brak hun fundament af, maar inplaats van deze macht toe te geven gingen zij op een andere platform staan, zodat zij niet tevreden waren over zichzelf.
Ik zag dat vele van deze herders de onderwijzingen van God uit het verleden ontkend hadden. Zij hadden de heerlijke waarheden, die zij eens met zoveel ijver verkondigd hadden verloochend en verworpen en zichzelf bedekt met mesmerisme en allerlei dwalingen. Ik zag dat zij dronken waren van dwaling en hun kudde naar de dood leidden. Vele van de tegenstanders van de waarheid van God smeden onheilsplannen in hun hoofd terwijl ze op hun legerstede verblijven en gedurende de dag werken ze hun boze plannen uit om de waarheid neer te halen en om iets nieuws te beramen om de interesse van het volk op te wekken en hun geest af te trekken van de kostbare en gans belangrijke waarheid.
Ik zag dat de priesters die hun kudde naar de dood leiden, spoedig in hun verschrikkelijke vaart zullen tegengehouden worden. De plagen van God zijn op komst, maar voor de valse herders zal het niet voldoende zijn van gefolterd te worden met een of twee van deze plagen. In deze tijd zal Gods hand steeds in wraak en gerechtigheid uitgestrekt worden en zal tot Hem niet terugkeren vooraleer Zijn doeleinden volledig volbracht zijn en de huurlingen, priesters gebracht worden om te aanbidden aan de voeten van de heiligen, en om te erkennen dat God hen lief heeft gehad, omdat zij de waarheid vasthielden en Gods geboden onderhielden, en totdat al de ongerechtigen van de aarde weggevaagd zijn.
De verschillende partijen van adventgelovigen hebben elk een weinige waarheid, maar God heeft al deze waarheden gegeven aan Zijn kinderen, die voorbereid worden voor de dag des Heren. Hij heeft hen ook waarheden gegeven, die geen van deze partijen kennen, en ook niet zullen verstaan. Dingen die voor hen verzegeld zijn heeft de Heer geopenbaard aan dezen, die willen zien en die gereed zijn om te begrijpen. Als God een nieuw licht mede te delen heeft, zal Hij Zijn uitverkorenen en geliefden toelaten het te begrijpen, zonder dat hun geest moet opgehelderd worden door te luisteren naar dezen, die in duisternis en dwaling verkeren.
Ik zag de noodzakelijkheid in dat deze, die geloven dat wij de laatste boodschap van barmhartigheid hebben gescheiden zijn van degenen, die dagelijks nieuwe dwalingen indrinken. Ik zag dat noch oud noch jong hun vergaderingen moeten bijwonen. Want het is verkeerd om hen aldus aan te moedigen, terwijl zij dwalingen onderwijzen, die een dodelijk vergif zijn voor de ziel, en de geboden van mensen onderwijzen als leerstellingen. De invloeden in zulke vergaderingen zijn niet goed. Als God ons bevrijd heeft van zulke duisternis en dwaling, zouden wij moeten in de vrijheid staan, waarmede Hij ons vrij gemaakt heeft en ons verheugen in de waarheid. God is misnoegd over ons, als wij naar dwaling gaan luisteren, zonder ertoe verplicht te zijn, want tenzij Hij ons zendt naar deze bijeenkomsten, waar dwaling door de macht van de wil aan het volk opgedrongen wordt, zal Hij ons er niet voor bewaren. De engelen nemen hun waakzame zorg weg van ons, en wij worden overgelaten aan de klappen van de vijand om verduisterd en verzwakt te worden door hem en door de macht van zijn boze engelen; en het licht rondom ons wordt besmet met de duisternis.
Ik zag dat wij geen tijd te verspillen hebben in het luisteren naar de fabels. Onze geest mag op deze wijze niet afgeleid worden, maar moet zich bezig houden met de huidige waarheid en het zoeken naar wijsheid, opdat wij een volkomener kennis mochten bekomen van onze stelling, opdat wij met zachtmoedigheid in staat zijn een reden te geven voor onze hoop gesteund op de Schriften. Als valse leerstellingen en gevaarlijke dwalingen aan de geest opgedrongen worden, kan hij zich niet bezig houden met de waarheid, die het huis van Israël moet voor bereiden en geschikt maken om stand te houden op de dag van de Heer. Early Writings 123 - 125.
Satan kon het verlossingsplan niet belemmeren. Jezus werd gekruisigd en stond de derde dag op. Maar hij maakte zijn engelen wijs, dat hij zijn voordeel zou halen uit de kruisiging en de verrijzenis. Hij nam aan, dat deze, die geloof in Jezus beleden zouden geloven dat de wetten, nopens de Joodse offeranden en offerdiensten ophielden bij de dood van Christus, als hij hen er verder kon toe drijven van hen te doen geloven, dat de wet van de tien geboden ook met Christus stierf.
Ik zag dat velen gereed waren zich over te geven aan deze list van de Satan. Gans de hemel was met verontwaardiging bewogen, als zij zagen dat de heilige wet van God met de voeten vertrapt werd. Jezus en het ganse hemelse heir waren bekend met de natuur van Gods wet; zij wisten dat Hij die niet zou veranderen of afschaffen. De hopeloze toestand van de mens na de zondeval, veroorzaakte de diepste droefheid in de hemel, en bracht er Jezus toe zich te offeren om te sterven voor de overtreders van Gods heilige wet. Maar als deze wet kon afgeschaft worden, zou de mens kunnen gered zijn geweest zonder de dood van Jezus. Bijgevolg vernietigde Zijn dood de wet van Zijn Vader niet, maar verheerlijkte en vereerde hem en legde gehoorzaamheid op aan al zijn heilige voorschriften.
Was de kerk rein en standvastig gebleven, zou Satan hem niet kunnen misleid hebben en ertoe gebracht hebben de wet van God te vertrappen. In dit stoutmoedig plan, treft Satan rechtstreeks de grondslag van Gods bestuur in de hemel en op aarde, Zijn opstand veroorzaakte zijn uitsluiting uit de hemel. Na zijn opstandigheid wenst hij dat God Zijn wet zou veranderen om zelf gered te worden. Maar er werd hem gezegd voor gans het hemelse heir, dat Gods wet onveranderlijk was. Satan weet dat als Hij anderen ertoe kan brengen van Gods wet te overtreden, hij hen voor zijn zaak gewonnen heeft; want iedere overtreder van de wet moet sterven. Satan besloot nog verder te gaan. Hij zegde aan zijn engelen, dat sommigen zoveel ijver aan de dag zouden leggen voor Gods wet dat zij in zijn netten niet zouden kunnen gevangen worden; de tien geboden waren zo duidelijk, dat velen zouden geloven dat zij steeds bindend waren, en daarom moest hij zoeken één van de geboden te vervalsen. Hij leidde dan zijn vertegenwoordigers ertoe van te pogen het vierde of het Sabbatsgebod te veranderen, aldus het enige gebod van de tien geboden veranderend, die de ware God in het licht stelt, de Schepper van de hemel en de aarde. Satan stelde hen de heerlijke verrijzenis voor van Christus, en zegde hen dat Hij door Zijn opstanding op de eerste dag van de week, de Sabbat veranderde van de zevende naar de eerste dag van de week. Aldus gebruikte Satan de verrijzenis om zijn doel te bereiken. Hij en zijn engelen verheugden zich dat de dwalingen, die zij voorbereid hadden, zo goed vat hadden op deze, die belijden de vrienden-van Christus te zijn. Waar de ene naar opzag als naar een godsdienstige afschuw, zou de andere aannemen. Aldus werden verschillende dwalingen aanvaard en met ijver verdedigd. De wil van God, die zo duidelijk geopenbaard werd in Zijn Woord, werd overladen met dwalingen en tradities, die als de geboden van God onderwezen werden. Ofschoon dit hemeltergend bedrog toegelaten zal worden om voortgezet te worden tot de wederkomst van Jezus, toch is God gedurende al deze tijd van bedrog en dwaling, niet zonder getuigen gebleven. Temidden van de duisternis en vervolging van de kerk zijn er altijd ware en getrouwe gelovigen geweest, die al de geboden van God onderhouden hebben.
Ik zag dat het engelenheir vervuld was met verbazing als zij het lijden en de dood van de koning van heerlijkheid aanschouwden. Maar ik zag dat het voor hen niet wonderbaar was, dat de Heer van leven en glorie, Hij die gans de hemel met vreugde en glans vervulde, de banden des doods brak, en uit Zijn gevang stapte als een zegevierende overwinnaar. Daarom, als er een van deze gebeurtenissen zou moeten herdacht worden door een dag van rust, zou het de kruisiging moeten zijn. Maar ik zag dat geen van deze gebeurtenissen bestemd was om Gods wet te veranderen of af te schaffen; integendeel, zij geven het sterkste bewijs van de onveranderlijkheid van de wet. Beide belangrijke gebeurtenissen hebben hun gedenkteken. Door deel te nemen aan het avondmaal van de Heer, het gebroken brood en de vrucht van de wijnstok, verkondigen wij de dood van de Heer totdat Hij komt. De tonelen van Zijn lijden en dood worden aldus fris voor onze geest gebracht. De opstanding van Christus wordt herdacht door onze begrafenis met Hem in het doopsel, en om opgestaan zijnde uit het watergraf, in gelijkenis met Zijn opstanding, een nieuw leven te leiden.
Er werd mij getoond dat de wet van God voor altijd zou blijven bestaan, en zou bestaan op de nieuwe aarde voor alle eeuwigheid. Bij de schepping als de grondslag van de aarde gelegd werd, zagen de zonen van God met bewondering neer op het werk van de Schepper, en gans het hemelheir juichte van vreugde. Het was dan dat de grondslag van de Sabbat gelegd werd. Op het einde van de zes scheppingsdagen rustte God op de zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had; en Hij zegende de zevende dag en heiligde hem, opdat Hij erop rustte van al Zijn werk. De Sabbat werd ingesteld in Eden vóór de zondeval en werd gehouden door Adam en Eva en gans het hemelse heir. God rustte op de zevende dag en zegende en heiligde hem. Ik zag dat de Sabbat nooit zou afgeschaft worden maar dat de verloste heiligen en gans het engelenheir hem zouden onderhouden ter ere van de grote Schepper in alle eeuwigheid. Early Writings 215 - 17.
Er werd mij voorgesteld dat het overblijfsel Jezus volgde in het heilige der heiligen en de ark en het verzoendeksel aanschouwden en ingenomen waren met de heerlijkheid ervan. Jezus lichtte dan het deksel van de ark op en zie! de stenen tafels met de tien geboden erop geschreven. Zij volgen trapsgewijze de levende orakels, maar deinzen bevend terug, wanneer zij zien dat het vierde gebod temidden van de tien heilige voorschriften met een helderder licht beschenen is dan de andere negen, en dat een stralenkrans er rond is. Zij vinden daar niets dat hen inlicht nopens de afschaffing van de Sabbat, noch nopens de verandering ervan in de eerste dag van de week. Het gebod staat daar, zoals het uitgesproken werd in plechtige en eerbiedwaardige grootsheid vanop de berg, ter wijl bliksems flikkerden en de donder rolde; het is hetzelfde als wanneer het neergeschreven werd met Zijn eigen vinger op de stenen tafels: "Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de Sabbat des Heeren, uws Gods". Zij staan verbaasd als zij de zorg zien, die voor de tien geboden genomen wordt. Zij zien ze dicht bij Jehova geplaatst, overschaduwd en beschermd met Zijn heiligheid. Zij zien dat zij getrapt hebben op het vierde gebod van de decaloog, dat zij een dag gehouden hebben, die overgeleverd werd door de heidenen en de Pausgezinden, in de plaats van de dag door Jehova geheiligd. Zij verootmoedigen zich voor God en wenen over hun voorafgaande overtredingen.
Ik zag dat het reukwerk in het wierookvat rookte, als Jezus hun belijdenissen en gebeden opdroeg aan Zijn Vader. En als het opsteeg scheen een schitterend licht op Jezus en op het verzoendeksel; en de ernstig biddenden, die verontrust waren omdat zij gezien hadden dat zij overtreders waren van Gods wet, werden gezegend en hun aangezicht klaarde op met hoop en vreugde. Zij sloten zich aan bij het werk van de derde engelenboodschap en lieten hun stem horen om de plechtige waarschuwing te laten horen. Maar weinigen namen die bij het begin aan; toch gingen de getrouwen verder met kracht de boodschap te verkondigen. Dan zag ik er velen de boodschap aannemen van de derde engel en hunnen stemmen voegen bij dezen, die het eerst de waarschuwing gegeven hadden, en zij eerden God door het houden van Zijn heilige rustdag. Idem 255 - 56.
Ik werd verwezen naar de tijd, als de derde engelenboodschap afgesloten werd. De macht van God rustte op Zijn volk; zij hadden hun werk volbracht en waren voorbereid voor het moeilijke uur, dat voor hen lag.. Zij hadden de spade regen of de verkoeling van de tegenwoordigheid van de Heer ontvangen, de levende getuigenis is weer aangewakkerd geworden. De laatste grote waarschuwing heeft overal geklonken, en ze heeft de inwoners van de aarde in beroering gebracht en vertoornd, die de boodschap niet wilden aanvaarden. Ik zag de engelen heen en weer snellen in de hemel. Een engel met een schrijvers inktkoker aan zijn zijde kwam van de aarde terug en meldde Jezus dat zijn werk volbracht was, en de heiligen geteld waren en verzegeld. Dan zag ik Jezus, die bediend had voor de ark die de tien geboden bevatte, het wierookvat wegwerpen. Hij hief Zijn hand op en zegde met een luide stem: " Het is volbracht". En het ganse engelenheir legde de kronen neder, als Jezus de plechtige verklaring mededeelde: "Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die rechtvaardig is, dat hij nog rechtvaardig worde, en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde". Idem 279 - 80.
Zeg aan Uw kinderen juist wat gij van hen eist. Laat hen dan begrijpen dat uw woord wet is en moet gehoorzaamd worden. Aldus oefent gij hen de geboden van God te respecteren, die duidelijk verklaren: "Gij zult',' en "gij zult niet". Het is veel beter voor uw kind van princiep uit te gehoorzamen dan uit dwang. Child Guidance 225.
In antwoord op de bewering, dat bij de dood van Christus de voorschriften van de Decaloog afgeschaft zijn met de ceremoniële wet, zegde Wesley: "De morele wet, bevat in de tien geboden en kracht bijgezet door de profeten, heeft Hij niet weggenomen. Het was de bedoeling niet van Zijn komst een deel ervan in te trekken. Dit is een wet, die nooit kan gebroken worden, die vaststaat, als de getuige in de hemel. Deze wet was er van het begin van de wereld, niet "geschreven op de stenen tafels", maar in de harten van alle mensenkinderen, als zij uit de hand van hun Schepper kwamen. En evenwel zijn de letters eens geschreven door de vinger van God nu in een grote mate uitgeveegd door zonde, toch kunnen zij niet gans uitgewist worden, gezien wij enig besef hebben van goed en kwaad. Elk onderdeel van de wet moet van kracht blijven op gans de mensheid, en in alle tijden; als niet afhangend noch van tijd of plaats of van sommige andere omstandigheden, onderhevig aan verandering, maar van de natuur van God en de natuur van de mens en hun onveranderlijke relatie tot elkander. "Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen" Zonder twijfel is Zijn mening in deze tekst ( overeenkomstig met alles wat voorafgaat en volgt), : Ik kom om hem te vestigen in zijn volheid, in weerwil van alle menselijk commentaar. Ik ben gekomen om in een voller en klaarder daglicht te stellen, wat ook erin donker of duister was. Ik ben gekomen om het ware en volledige belang van elk onderdeel ervan, om de lengte en de breedte, de ganse uitgestrektheid, van ieder gebod erin begrepen, en de hoogte en de diepte, de onbegrijpelijke reinheid en geestelijkheid ervan in al zijn onderdelen aan te tonen. Wesley Sermon 25. Wesley verklaart de volmaakte harmonie van de wet en het evangelie. "Er is daarom de dichtste band, die men zich kan voorstellen, tussen de wet en het evangelie. Langs de ene kant maakt de wet voortdurend baan voor en wijst ons naar het evangelie; aan de andere kant leidt het evangelie ons bestendig naar een meer exacte vervulling van de wet. De wet vraagt ons bijvoorbeeld van God te beminnen en van onze naaste te beminnen, van zachtmoedig te zijn, nederig of heilig. Wij voelen dat wij daar niet toe in staat zijn; ja, dat dit "voor mensen onmogelijk is", maar wij zien een belofte van God die ons die liefde geeft, en ons nederig, zachtmoedig en heilig maakt: wij leggen hand op dit evangelie op deze goede tijding; het wordt ons volbracht overeenkomstig ons geloof; en "de gerechtigheid van de wet is in ons vervuld" door het geloof, dat in Christus Jezus is......
In de hoogste rangen van de vijanden van het evangelie van Christus zetelen zij, zegt Wesley, "die openlijk en uitdrukkelijk de wet zelf oordelen" en "die kwaad spreken van de wet"; die aan de mens onderwijzen van hem te breken ( te verwateren, ruim te maken, de verplichting eraan te ontkomen ) niet een enkel, hetzij het kleinste of het grootste, maar alle geboden met één slag. Het meest verbazende van al de omstandigheden, die met deze sterke verleiding samengaan, is dat zij die eraan overgegeven zijn, werkelijk geloven, dat zij Christus eren door Zijn wet omver te werpen en dat zij Zijn dienst verheerlijken, terwijl zij Zijn leer vernietigen! Ja, zij eren Hem juist zoals Judas het deed als hij zegde: "Wees gegroet Rabbi, en Hem kuste". En Hij kan evengoed aan ieder van hen zeggen: "Verraadt gij de Zoon des mensen met een kus?" Het is niets anders dan Hem te verraden met een kus, van Zijn bloed te spreken en Zijn kroon weg te nemen, het vuur te leggen aan ieder onderdeel van Zijn wet, onder voorwendsel van Zijn evangelie te bevorderen. Ook kan niemand deze beschuldiging ontgaan, die geloof predikt op zulk een wijze, zodat of rechtstreeks of onrechtstreeks ertoe neigt om een of ander onderdeel van gehoorzaamheid opzij te zetten: die Christus zo predikt zodat het minste van Gods geboden op een of andere wijze teniet gedaan wordt of verzwakt. Aan dezen, die opwerpen dat "de prediking van het evangelie aan alle doeleinden van de wet beantwoordt", werpt Wesley op: Dit ontkennen wij ten stelligste. Het beantwoordt niet aan het allereerste doeleinde van de wet, namelijk van de mens te overtuigen van zonde, van deze wakker te schudden, die steeds in slaap zijn aan de rand van de hel. De apostel Paulus zegt dat "door de wet is de kennis van de zonde"; en "en niet tot dat de mens van zonde is overtuigd, zal hij waarlijk zijn behoefte aan het verzoenend bloed van Christus gevoelen "Die gezond zijn", gelijk onze Heer zelf opmerkt, hebben geen geneesheer nodig, maar die ziek zijn. Het is onzinnig van een geneesheer te geven aan hen die gezond zijn, of die zich tenminste inbeelden dat zij gezond zijn. Gij moet hen eerst overtuigen dat zij ziek zijn; anders zullen zij u niet danken voor uw werk. Het is ook onzinnig van Christus aan te bieden aan dezen, wiens hart nog heel is, dat nog nooit gebroken werd" Idem Sermon 35.
Terwijl hij het evangelie van genade Gods predikte, zocht Wesley, gelijk zijn Meester gedaan had, van "de wet te verhogen, en hem te verheerlijken". In getrouwheid volbracht hij het werk, dat God hem gegeven had, en heerlijk waren de resultaten die hij mocht aanschouwen. Great Contr. 262 - 64.
Ik ben gevraagd in verband met de wet in de brief aan de Galaten: Welke wet is onze "tuchtmeester geweest tot Christus ?" Gal. 3:24. Ik antwoord: Beide,de ceremoniele en de morele kode van de tien geboden. Christus was de grondslag van gans de joodse bedeling. De dood van Abel was het gevolg van de weigering van Kain om Gods plan te aanvaarden in de school van gehoorzaamheid om gered te worden door het bloed van Jezus Christus, voorafgebeeld door de offerdiensten, die verwezen naar Christus. Kain weigerde bloed te vergieten, dat het bloed van Christus voorstelde, dat moest vergoten worden voor de wereld. Deze ganse ceremonie werd voorbereid door God, en Christus werd de grondslag van het ganse systeem. Dit is het begin van Zijn werk als de tuchtmeester om zondige menselijke wezens tot een in achtneming te brengen van Christus, de Grondlegger van de ganse Joodse bedeling.
Allen, die dienst deden in verbinding met het heiligdom werden bestendig opgevoed in verband met de tussenkomst van Christus ten behoeve van het mensenras. Deze dienst was bestemd om in ieder hart een liefde voorde wet van God te scheppen, die de wet is van Zijn Rijk. De offerdienst moest een praktische les zijn van de liefde van God geopenbaard in Christus - in het lijdend, stervend slachtoffer, die op Zich de zonde nam van deze mens, die schuldig was, de onschuldige, die zonde gemaakt werd voor ons.
Als wij dit groot thema van redding beschouwen, zien wij het werk van Christus. Niet alleen de beloofde gave van de Geest, maar ook de natuur en het karakter van dit offer en tussenkomst zijn onderwerpen, die in onze harten verheven, heilige en hoge zienswijzen over de wet van God moeten scheppen, die zijn eisen op ieder mens handhaaft. De overtreding van deze wet in de kleine daad van te eten van de verboden vrucht, bracht op de mens en op de aarde de gevolgen van ongehoorzaamheid aan de wet van God. De natuur van de tussenkomst zou eenieder bevreesd moeten maken van de kleinste handeling te doen, in ongehoorzaamheid aan Gods eisen. Men moet goed begrijpen, waaruit zonde bestaat, en wij zouden de kleinste nadering moeten vermijden,`om over de grenzen te gaan van gehoorzaamheid naar ongehoorzaamheid.
God wil dat ieder lid van Zijn schepping het grote werk van de oneindige Zoon van God begrijpe in het geven van Zijn leven voor de redding van de wereld. "Lees 1.Joh.3:1". Als wij in Christus de belichaming zien van oneindige en belangloze liefde en welwillendheid, ontstaat er in het hart van de zondaar een gesteldheid van dankbaarheid om te volgen waar Christus hem trekt. 1 Sel. Mess. 234.
Als de opperste regeerder over het universum, heeft God wetten ingesteld, niet alleen voor het bestuur van levende wezens, maar voor alle operaties van de natuur. Alles klein of groot, bezield of onbezield, is ingesteld onder wetten die niet kunnen veronachtzaamd worden. Er zijn geen uitzonderingen aan deze regel. Want niets dat de goddelijke hand geschapen heeft werd door Hem vergeten. Maar terwijl ieder ding in de natuur bestuurd wordt door natuurlijke wetten, is alleen de mens, als een intelligent wezen, in staat tot begrijpen van Zijn eisen, vatbaar voor een morele wet. Aan de mens alleen, de kroon van Zijn schepping gaf Hij een geweten om de heilige eisen van de goddelijke wet te realiseren, en een hart, in staat om Hem te beminnen, als een heilige juiste en goede wet. En van de mens wordt ook onmiddellijke gehoorzaamheid gevraagd. Toch verplicht God hem niet te gehoorzamen. Hij is een vrij moreel element. Het onderwerp van de persoonlijke verantwoordelijkheid is door maar weinigen begrepen. En toch is het een zaak van groot belang. Wij mogen elk van ons gehoorzamen en leven, of wij kunnen Gods wet overtreden, Zijn gezag ontkennen, en de straf ontvangen, die ons toekomt. Dan komt de vraag op iedere ziel met kracht: Zal ik de stem van de hemel gehoorzamen, de tien woorden gesproken van de Sinai, of zal ik met de menigte trappen op deze wet? Voor dezen, die God liefhebben, zal de hoogste vreugde zijn, Zijn geboden te onderhouden, en ook van te doen wat aangenaam is in Zijn oog. Maar het natuurlijke hart haat de wet, en voert strijd tegen zijn heilige eisen. De mens verwijdert zijn ziel van het goddelijk licht, weigerend van te wandelen in het licht, als het op hem schijnt. Zij offeren reinheid van hart op, de gunst van God, en hun hoop op de hemel, voor zelftoegeving en werelds gewin. De Psalmist zegt: de wet is volmaakt. Hoe wonderbaar in zijn eenvoud, zijn verstaanbaarheid en volmaaktheid, is de wet van Jehova. Hij is zo kort,dat wij gemakkelijk ieder voorschrift in ons geheugen kunnen oproepen, en toch zo verreikend, dat hij de ganse wil van God uitdrukt, om kennis te nemen, niet alleen van de uiterlijke handelingen, maar van de gedachten en intenties, de begeerten en de gevoelens, van het hart. Menselijke wetten kunnen dit niet doen. Zij kunnen alleen rekening houden met de uitwendige handelingen. Een mens kan een overtreder zijn en toch zijn misdaden dekken voor het menselijk oog. Hij kan een crimineel zijn een dief, een moordenaar, of een echtbreker maar zo lang hij niet ontdekt wordt, kan de wet hem niet als schuldig veroordelen. De wet van God neemt nota van de jaloersheid, afgunst, haat, boosaardigheid, wraaklust en ambitie, die in de ziel opkomen, maar heeft geen uitdrukking gevonden in uiterlijke actie, omdat de gelegenheid, niet de wil ontbrak. Deze zondige emoties zullen in rekenschap gebracht worden op de dag als God ieder werk in oordeel zal brengen, met ieder geheim iets, of het goed zij of kwaad.
De wet van God is eenvoudig, en gemakkelijk te begrijpen. Er zijn mensen die trots beweren, dat zij alleen geloven wat zij kunnen begrijpen, vergetend, dat er mysteries zijn in het menselijk leven en in de manifestaties van Gods macht in de werken van de natuurgeheimen, die de diepste filosofie, de meest uitgebreide opzoekingen machteloos zijn uit te leggen. Maar er is geen geheim in de wet van God. Allen kunnen de grote waarheden begrijpen die hij omvat. Het zwakste intellect kan deze regels begrijpen. De meest ontwetende kan zijn leven regelen en een karakter vormen naar de goddelijke standaard. Als de mensenkinderen zich naar hun beste kunnen zouden inzetten om deze wet te gehoorzamen, zouden zij een krachtig verstand verkrijgen en een machtig onderscheidingsvermogen om steeds beter de plannen van God te kunnen begrijpen. Deze vooruitgang zou bestendig zijn, niet alleen gedurende dit leven maar ook gedurende de eeuwige tijden. Toch blijft er altijd een oneindigheid na de hoogte die bereikt is, hoever wij ook komen in de kennis van de wijsheid en macht van God. De goddelijke wet vraagt ons God te beminnen bovenal, en onze naaste als onszelf. Zonder het beoefenen van deze liefde is de hoogste belijdenis van geloof maar een hypocrisie (schijnheiligheid). Zie Matth 22:40.
De wet vraagt volmaakte gehoorzaamheid. "Want wie de gehele wet zal houden en struikelen in één, die is schuldig geworden aan alle". Jac 2:10. Niet één van deze tien voorschriften kan verbroken worden zonder ontrouw te zijn aan God. Het geringste afwijken van Zijn eisen, door verwaarlozing of gewilde overtreding, is zonde, en iedere zonde stelt de zondaar bloot aan de wraak van God. Gehoorzaamheid was de enige voorwaarde waarop het oude Israël de vervulling van de beloften, die hen in zo een hoge gunst plaatsen als volk van God, konden verkrijgen. Gehoorzaamheid aan de wet zal even grote zegeningen medebrengen aan de individuen nu, als zij zouden medegebracht hebben voor de Hebreeën. Gehoorzaamheid aan de wet is essentieel, niet alleen voor onze redding, maar voor ons eigen geluk, en dat van allen met wie wij in verbinding zijn. "Die Uwe wet beminnen hebben grooten vrede, en zii hebben geenen aanstoot." Ps 119 : 165 zegt het geinspireerde woord. Toch zal de eindige mens, deze heilige, juiste en goede wet, deze wet van vrijheid, die de Schepper zelf aangepast heeft aan de behoeften van de mens, als een juk van slavernij. aanzien een juk, dat geen mens kan dragen; ii:aar het is de zondaar, die de wet aanziet als een pijnlijk juk; het is de overtreder, die geen schoonheid kan zien in zijn voorschriften. Want het vleselijke hart"onderwerpt zich der wet Gods niet, want het kan ook niet" Rom. 8:7. "Door de wet is de kennis der zonde" Rom. 3:20. want "de zonde is de ongerechtigheid'? Joh 3:4. (in het Engels: zonde is overtreding der wet"). Het is door de wet dat de mens overtuigd wordt van zonde; en zij moeten zichzelf zondaars voelen, blootgesteld aan de wraak van God, vóór zij hun nood aan een Heiland zullen realiseren. Satan is bestendig aan het werk om het naar waarde schatten van het erge van de zonde te verminderen. En deze die de wet met de voeten treden doen het werk van de grote bedrieger; want zij verwerpen de enige regel, waardoor zij de zonden kunnen bepalen, en ze terecht brengen in het geweten van de overtreder. De wet van God reikt tot deze geheime doeleinden, die ofschoon zij zondig zijn, toch lichtzinnig voorbijgegaan worden, maar die in werkelijkheid de basis en de test zijn van het karakter. Hij is de spiegel, waarin de zondaar moet kijken als hij de juiste kennis wil hebben van zijn moreel karakter. En als hij zich zelf ziet, veroordeeld door deze grote standaard van gerechtigheid, moet zijn eerste werk nadien zijn van zich te bekeren van zijn zonden, en vergiffenis zoeken door Christus. Door dit niet te doen pogen velen de spiegel te breken, die hun fouten openbaart, om de wet zonder kracht te maken, die de vlekken in hun leven en karakter blootlegt. Wij leven in een tijd van grote boosheid. Menigten zijn verslaafd aan zondige gewoonten, en slechte gebruiken, en de koorden die hun binden zijn moeilijk te verbreken. Ongerechtigheid overspoelt de aarde gelijk een vloed. Misdaden te verschrikkelijk om op te noemen, zijn dagelijkse kost. En toch willen mensen, die beweren wachters te zijn op de muren van Sion, onderwijzen, dat de wet bestemd was alleen voor de Joden, en gaan de heerlijke voorrechten voorbij, die de evangelietijd inleiden. Bestaat er geen relatie tussen de overheersende wetteloosheid en misdadigheid en het feit dat de bedienaars en het volk vasthouden aan en onderwijzen dat de wet niet langer zijn bindende kracht bezit?
De veroordelende macht van de wet van God strekt zich niet alleen uit over de dingen die wij doen, maar ook over hetgeen wij niet doen. Wij moeten onszelf niet verrechtvaardigen door de dingen niet te doen, die God vereist. Wij moeten niet alleen ophouden van kwaad te doen maar wij moeten leren goed te doen. God heeft ons mogelijkheden gegeven om te beoefenen in goede werken en als deze mogelijkheden niet ten nutte gebracht worden, zullen wij heel zeker opgeschreven worden als luie en boze dienaars. Wij mogen geen grove zonde bedreven hebben, zulke overtredingen mogen niet in het boek geschreven staan, maar het feit, dat onze daden als niet rein, goed, verheven en edel staan opgeschreven, aantonend, dat wij onze toegekende talenten niet hebben gebruikt, plaatst ons onder veroordeling. De wet van God bestond vóór de mens geschapen werd. Hij was aangepast aan de toestand van heilige wezens; zelfs de engelen werden er door bestuurd. Na de val waren de princiepen van gerechtheid niet veranderd. Niets was van de wet afgenomen; geen van zijn heilige voorschriften kon verbeterd worden; En als hij bestond vanaf het begin zo zal hij stand houden gedurende de eeuwigheid. Vanouds heb ik geweten van uwe getuigenissen, dat gij ze in eeuwigheid gegrond hebt. Ps.119:151.
Door deze wet, die engelen bestuurt, die reinheid in de meest geheime gedachten begeerten en disposities vereist, en die ondersteund zijn voor altoos en in eeuwigheid " Ps.111:8 zal gans de wereld geoordeeld worden op de snel naderende dag van God. Overtreders kunnen zichzelf vleien, dat de Allerhoogste niet weet en dat de Almachtige niet in acht neemt; Hij zal niet altijd geduld hebben met hen. Spoedig zullen zij de beloning ontvangen van hun daden, de dood, die het loon is van de zonde; terwijl de rechtvaardige natie, die de wet gehouden heeft, zal binnengaan door de parelen poorten van de eeuwige stad, en gekroond zal worden met onsterfelijk leven, en met de vreugde van de tegenwoordigheid van God en van het Lam. 1Sel. Mess. 216-20.
Wij moeten duidelijk de Goddelijke eisen die God stelt aan Zijn volk begrijpen. De wet, die het afschrift is van Zijn karakter, moet eenieder begrijpen. De woorden, die geschreven werden met Zijn vinger op stenen tafelen openbaren perfect Zijn wil in verband met Zijn volk, zodat niemand een fout moet begaan. De wetten van Zijn koninkrijk werden definitief bekend gemaakt, om nadien geopenbaard te worden aan het volk van alle naties, en tongen als het princiep van Zijn bestuur. Wij doen wel van deze wetten opgenomen in Ex.20 en het 31 ste Hfdst. vers 12 tot 18 te studeren. Als het oordeel zal zetelen, en de boeken zullen opengedaan worden, en ieder mens zal geoordeeld worden volgens de dingen opgeschreven in het boek, dan zullen de stenen tafelen, weggeborgen tot op deze dag, voorgesteld worden aan gans de wereld als de standaard van gerechtigheid. Dan zullen man en vrouw zien, dat de eerste vereiste van hun redding, gehoorzaamheid is aan de volmaakte wet van God. Niemand zal verontschuldiging vinden voor de zonde. Door de rechtvaardige princiepen van deze wet, zal de mens zijn uitspraak tot leven of dood ontvangen. Idem 225. Zoo dan, de wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden. Gal.13:24. In dit vers, spreekt de Heilige Geest door de apostel speciaal van de morele wet. De wet openbaart onze zonde, en veroorzaakt ons, nood te voelen aan Christus en naar Hem te vlieden voor vergiffenis en vrede door het beoefenen van bekering tot God en geloof in onze Heer Jezus Christus. Een niet willen vooropgestelde opinies opgeven en deze waarheid aanvaarden, ligt aan de grondslag van een groot deel van de oppositie geopenbaard te Minneapolis tegen de boodschap van de Heer door de broeders Waggoner en Jones. Door deze oppositie aan te vuren slaagde Satan erin van in grote mate van ons volk de speciale macht van de Heilige Geest weg te werken, die God begeerde hen te geven. De vijand belette hen van deze doelmatigheid te verkrijgen die de hunne had kunnen zijn door de waarheid te verkondigen aan de wereld, als de apostels ze verkondigden na de dag van Pinksteren. Het licht dat de gehele wereld met zijn heerlijkheid moest verlichten werd tegengestaan, en door deze daad van onze eigen broeders is dit licht grotendeels weggenomen van de wereld. De wet van de Tien Geboden, moet niet gezien worden zozeer van de verbindende kant als van de kant van barmhartigheid. Zijn verbieden is de zekere garantie van geluk in gehoorzaamheid. Als hij aanvaard wordt in Christus, werkt Hij in ons reinheid van karakter. Als in Christus aangenomen, werkt hij in ons reinheid van karakter uit, die vreugde aan ons brengt voor alle eeuwigheid. Voor dezen die gehoorzamen is hij een muur van bescherming. Wij beschouwen in hem de goedheid van God, die door het openbaren van de onveranderlijke princiepen van gerechtigheid, zoekt dezen te beschermen van het kwaad, dat het resultaat is van de overtreding.
Wij moeten God niet aanzien als wachtende om de zondaar te straffen voor zijn zonde. De zondaars brengen zelf de straf op hen. Hun eigen handelingen slepen met zich een sliert van omstandigheden, die een zeker resultaat bewerken. Iedere handeling van overtreding heeft haar weerslag op de zondaar, werkt in hem een verandering van karakter, en maakt het hem gemakkelijker om terug te zondigen. Door het kiezen van de zonde, scheidt de mens zich af van God, en van het kanaal van zegeningen en het onfeilbaar resultaat is verval en dood. De wet is een uitdrukking van Gods idee. Hij verheft ons boven de macht van de natuurlijke begeerten en neigingen, boven de bekoringen die leiden tot zonde. "Die uwen wet beminnen hebben grooten vrede, en zij hebben geenen aanstoot. " Ps.119:165. Er is geen vrede in ongerechtigheid; de bozen zijn en oorlog met God. Maar hij die gerechtigheid van de wet in Christus ontvangt, is in harmonie met de hemel. "De goedertierendheid en waarheid zullen elkander ontmoeten, de gerechtigheid en vrede zullen elkander kussen". Ps 85:10. De grootste moeilijkheid die Paulus ontmoette ontstond uit de invloed van de judaiserende onderwijzers. Dit veroorzaakte hem veel moeilijkheden in de kerk van Corinthe. Zij stelden bestendig de kracht voor van de ceremoniën van de wet, deze ceremoniën verheffend boven het evangelie van Christus, en Paulus veroordelend omdat hij deze niet oplegde aan nieuw gedoopten.
Paulus ontmoette hen op hun eigen grond. "En indien de bediening des doods, in letters bestaande en in steenen ingedrukt, in heerlijkheid is geweest, alzoo dat de kinderen Israels het aangezicht van Mozes niet konden sterk aanzien om de heerlijkheid zijns aangezichts, die te niet gedaan zou worden, hoe zal niet veel meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn! Want indien de bediening der verdoemenis heerlijkheid geweest is, veel meer is de bediening der rechtvaardigheid overvloedig in heerlijkheid. 2.Cor 3:7-9.
De wet van God, uitgesproken in eerbiedvolle grootsheid van de berg Sinai, is de uiting van de wet tot veroordeling maar er is in hem geen macht om te vergeven of te verlossen. Hij is bestemd ten leven; dezen, die in harmonie leven met zijn voorschriften zullen de beloning van gehoorzaamheid ontvangen. Maar hij brengt slavernij en dood voor dezen, die onder zijn veroordeling blijven.
Zo heilig en zo heerlijk is de wet, dat, als Mozes van de heilige berg wederkeerde, waar hij met God geweest was, de stenen tafels ontvangend vanuit Zijn hand, zijn aangezicht de heerlijkheid weerspiegelde waarop het volk niet kon neerzien zonder pijn, en Mozes verplicht was zijn aangezicht te dekken met een doek. De heerlijkheid die scheen op het aangezicht van Mozes was de weerschijn van de gerechtigheid van van Christus in de wet. De wet op zichzelf kon geen glorie bezitten, alleen dat in hem Christus bevat is. Hij heeft geen macht tot redding. Hij is zonder glorie tenzij in hem Christus vertegenwoordigd is als vol van gerechtigheid en waarheid.
De typen en de schaduwen van de offerdienst, met de profetiën, gaven aan de Israelieten een bedekt, onduidelijk zichtvan de barmhartigheid en de genade die moest gebracht worden aan de wereld door de openbaring van Christus. Aan Mozes werd de betekenis van de typen en de schaduwen die op Christus wezen uitgelegd. Hij zag tot het einde van dat wat moest weggedaan worden als, bij de dood van Christus, type het antitype ontmoette. Hij zag dat alleen door Christus de mens de morele wet kan onderhouden. Door de wet te overtreden bracht de mens zonde in de wereld en met de zonde kwam de dood. Christus bekwam de verzoening voor de zonde van de mens. Hij plaatste zijn perfectheid van karakter in de plaats van de zondigheid van de mens. Hij nam de vloek van de ongehoorzaamheid op Zich. De offeranden en de offers wezen naar het offer dat Hij zou brengen. Het geslachte lam stelde het Lam voor dat de zonden der wereld zou wegnemen. Het was door te zien het object van hetgeen moest weggedaan worden, Christus ziende in de wet, dat het aangezicht van Mozes belichtte. De bediening van de wet, geschreven en gegrift in steen, was een bediening van de dood. Zonder Christus was de overtreder onder de vloek gelaten, zonder hoop van vergeving. De bediening had uit zichzelf geen heerlijkheid, maar de beloofde Redder, geopenbaard in de typen en schaduwen van de ceremoniële wet, maakte de morele wet heerlijk.
Paulus wilde aan zijn broeders laten zien, dat de grote glorie van een zonde vergevende Heiland betekenis gaf aan het ganse joodse stelsel. Hij begeerde hen ook te laten zien, dat als Christus naar de wereld kwam, en stierf als offer voor de mens, type het antitype ontmoet had.
Nadat Christus stierf op het kruis als een zondeoffer, kon de ceremoniële wet geen kracht meer hebben. Toch was hij met de morele wet verbonden, en was hij heerlijk. Het geheel droeg de stempel van de Godheid, en drukte de heiligheid, de rechtvaardigheid van Christus uit. En, als de bediening van de dispensatie die moest weggedaan worden, heerlijk was, hoe veel te meer moet de realiteit heerlijk zijn, als Christus en Zijn leven gevende heiligmakende Geest geopenbaard worden aan allen, die geloven?
De afkondiging van de wet van de Tien Geboden was een wonderbare veropenbaring van de glorie en majesteit van God. Hoe beïnvloedde deze openbaring van macht het volk? Zij waren bevreesd, als zij "donderen en de bliksemen,en het geluid der bazuin en den rokenden berg" zagen. Zij weken af en stonden van verre zij wensten dat Mozes hun middelaar zou wezen. zij begrepen niet dat Christus hun middelaar was en dat zij beroofd hiervan, zekerlijk zouden verteerd worden. Mozes zegde tegen het volk: "Vreest niet want God is gekomen, opdat Hij u verzocht heeft, en opdat zijne vreeze voor uw aangezicht zou zijn, dat gij niet zondiget. En het volk stond verre; maar Mozes naderde tot de donkerheid, alwaar God was". De vergiffenis van zonde, rechtvaardigmaking door het geloof in Christus, toegang tot God alleen door een middelaar, wegens hun verloren toestand, hun zonden en schulden, van al deze waarheden had het volk weinig begrip. Zij hadden in grote mate de kennis van God en van de enige weg om Hem te benaderen verloren. Zij hadden bijna alle zin van waaruit zonde bestaat en wat gerechtigheid inhoudt vergeten. De vergiffenis van zonde door Christus, de beloofde Messias, die een zinnebeeld was van hun offers, werd slechts weinig begrepen.
Paulus verklaart: "Dewijl wij dan zoodanige hoop hebben, zoo gebruiken wij vele vrijmoedigheid in het spreken, en doen niet gelijkerwijs Mozes, die een deksel op zijn aangezicht legde, opdat de kinderen Israels niet zouden sterk zien op het einde van hetgeen dat te niet gedaan wordt. Maar hunne zinnen zijn verhard geworden. Want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, welk door Christus te niet gedaan wordt. Maar tot den huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen wordt, ligt een deksel op hun hart; doch zoo, wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn, zoo wordt het deksel weggenomen". 2.Cor.3:12-16.
De Joden weigerden van Christus als Messias te aanvaarden, en zij kunnen niet zien dat hun ceremoniën zonder betekenis zijn, dat de offers en offeranden hun betekenis verloren hebben. De bedekking, door henzelf gelegd in koppig ongeloof is nog steeds voor hun geest. Zij zou weggenomen worden als zij Christus zouden willen aanvaarden, de gerechtigheid van de wet.
Velen in de christelijke wereld hebben een bedekking voor hun ogen en hart. Zij zien niet tot het einde van wat moet weggedaan worden. Zij zien niet dat het alleen de ceremoniële wet was, die afgeschaft was bij de dood van Christus. Zij beweren, dat de morele wet aan het kruis genageld werd. Zwaar is de bedekking die hun verstand verduistert. De harten van velen zijn in strijd met God. Zij zijn niet onderworpen aan de wet. Alleen als zij in harmonie zullen komen met de regel van Zijn bestuur, kan Christus van enige waarde zijn voor hen. Zij mogen spreken van Christus als hun Verlosser; maar Hij zal ten laatste zeggen aan hen: Ik ken u niet. Gij hebt geen ware bekering beoefend tot God wegens de overtreding van de heilige wet, en gij kunt geen waar geloof hebben in Mij, want het was Mijn taak van de wet te verheffen. Paulus wees noch op de morele noch op de ceremoniële wet zoals bedienaars in onze dagen wagen te doen. Sommigen hebben zulk een antipathie voor de wet, dat zij van de weg af gaan om hem aan te klagen en te brandmerken. Aldus misprijzen ze hem en leggen minachting op de majesteit en de glorie van God.
De morele wet was nooit een type of een schaduw. Hij bestond vóór de schepping van de mens, en zal blijven bestaan zolang de troon van God in stand blijft. God kon geen enkel voorschrift van Zijn wet veranderen om de mens te redden; want de wet is de grondslag van Zijn bestuur. Hij is onveranderbaar, onaantastbaar, oneindig en eeuwig. Opdat de mens zou kunnen verlost worden, en voor de eer van de wet van God om in stand gehouden te worden, was het nodig voor de Zoon van God om Zichzelf te offeren als een offer voor de zonde. Hij die geen zonde kende werd tot zonde gemaakt voor ons. Hij stierf voor ons op Cavalerie. Zijn dood toont de wonderbare liefde van God aan voor de mens, 'en de onveranderlijkheid van de wet. In het sermoen op de berg, verklaarde Christus: "Meent niet dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden Ik ben niet gekomen om die te ontbinden maar de vervullen, want voor waar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan zal er niet ééne jota noch één titel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied". Math. 5:17-18.
Christus droeg de vloek van de wet, zijn straf dragend om het plan te vervullen, waardoor de mens moest geplaatst worden daar, waar hij Gods wet kon onderhouden, en kon aanvaard worden door de verdiensten van de Verlosser. En door Zijn offer werd heerlijkheid gebracht op de wet. Dan de glorie van dat wat niet moest weggedaan worden-Gods wet van de tien geboden, Zijn standaard van gerechtigheid - werd tenvolle gezien door allen die het eind zagen van wat weggedaan was. "En wij allen met ongedekten aangezichte de heerlijkheid des Heeren als in eenen spiegel aanschouwende, worden naar hetzelfde beeld in gedaante veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid als van des Heeren Geest". 2Cor. 3:17,18. Christus is de voorspreker van de zondaar. Deze die Zijn evangelie aanvaarden zien Hem met open aangezicht. Zij zien de relatie van Zijn zending tot de wet die een afschrift is van Zijn karakter, en Zijn transformerenden invloed wordt gevoeld op de ziel totdat de mens veranderd is tot Zijn gelijkenis. Zij worden deel nemers gemaakt van de Goddelijke natuur, en groeien meer en meer gelijkend op hun Redder, vooruitgaande stap voor stap in gelijkvormigheid aan de wil van God tot zij de perfectie bereikt hebben. De wet en het evangelie zijn in perfecte harmonie, De ene houdt de andere op. In al zijn majesteit confronteert de wet het geweten, veroorzakende dat de zondaar zijn nood voelt aan Christus als de verzoening voor de zonde. Het evangelie erkent de macht en de onveranderlijkheid van de wet. "Ik kende de zonde niet dan door de wet." Rom. 7:7.
Het gevoel van zondigheid,teweeggebracht door de wet, drijft de zondaar naar de Redder. In zijn nood kan de mens het machtige argument aanhalen, verzekerd door het kruis van Cavalerie. Hij mag beslag leggen op de gerechtigheid van Christus; want deze wordt toebedeeld aan iedere zich bekerende zondaar. God verklaart: "Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen". Joh. 6:37. "Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonde vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid". 1.Joh.1:9.- 1.Sel. Mess. 234-41.
Laten wij ons hart doorzoeken, het leven en het karakter vergelijken met de voorschriften van Jehova, en dan ijverig zoeken om onze dwalingen te verbeteren. Ieder "gij „ult niet", hetzij in fysische wetten of in morele, houdt een belofte in zich. Als er gehoorzaamd wordt, dan zullen zegeningen onze stappen volgen; als er niet gehoorzaamd wordt, dan is het resultaat gevaar en ongeluk. De wetten van God zijn bedoeld om Zijn volk dichter bij Hem te brengen. Hij wil hen redden van het kwaad en hen leiden naar het goed als zij geleid willen worden, maar Hij dwingt nooit. Wij kunnen Gods plan niet onderscheiden maar wij moeten geloof tonen door onze werken. Test. 5:445.
VERS 4-6
Om het heiligschennend werk te volbrengen, besloot Rome om vanuit de wet van God het tweede gebod uit te sluiten en het tiende gebod te delen om het aantal te behouden. Gr. Contr. 52.
Het tweede gebod verbiedt beeldaanbidding. Maar God zelf gebruikt beelden en symbolen om aan zijn profeten lessen voor te stellen, die zij aan het volk moeten mededelen, en die aldus beter kunnen verstaan worden dan gegeven op een andere wijze. Hij doet een oproep tot het begrip door het zintuig van het gezicht. Profetische geschiedenis wordt door Daniël en Johannes voorgesteld in symbolen, en deze moeten voorgesteld worden op tafels, opdat deze die leest beter zou kunnen begrijpen. 2.Sel. Mess, 319-20.
"Zweert ganschelijk niet".
De reden voor dit gebod is gegeven: "noch bij den hemel, omdat hij is de troon van God"; Noch bij de aarde, omdat zij is de voetbank zijner voeten; noch bij Jeruzalem, omdat zij is de stad des grooten Konings. Noch bij uw hoofd zult gij zweren, omdat gij niet één haar kunt wit of zwart maken. Math.5:34-37. Alle dingen komen van God. Wij hebben niets dat wij niet ontvangen hebben; en, meer dan dat, wij hebben niets dat niet vrijgekocht is door het bloed van Christus. Alles wat wij bezitten, komt tot ons bestempeld met het kruis, gekocht met het bloed dat kostbaar is boven alle schatting, omdat dit het leven van God is. Dus is er niets waarop wij recht hebben om te verpanden, alsof het van ons was, tot de vervulling van ons woord.
De Joden verstonden het derde gebod, als verbiedend het gebruiken van de naam van God op een profane wijze; maar zij voelden zich vrij om andere eden te gebruiken. Een eed doen was een gewone zaak voor hen. Door Mozes waren zij verboden van valselijk te zweren, maar zij hadden vele listen om zich vrij te maken van de plicht opgelegd door een eed. Zij vreesden niet van toe te geven in wat werkelijk vloeken was, noch schrikten ze terug voor meineed zolang als het gedekt was door een technische ontduiking van de wet.
Jezus veroordeelde hun praktijken, verklarend dat hun gewoonten, in het zweren een overtreding was van het gebod van God. Onze Heiland verbood het gebruik van de gerechtelijke eed niet, waarin God plechtig opgeroepen wordt te getuigen dat wat gezegd is de waarheid is en niets dan de waarheid. Jezus zelf, bij Zijn proces voor de Sanhedrin weigerde niet te getuigen onder eed. De hogepriester zegde tot Hem: "Ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zone Gods? Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. Had Jezus in het sermoen op de berg de gerechtelijke eed moeten veroordelen, dan zou Hij in Zijn proces de hogepriester berispt hebben en dus, voor het welzijn van Zijn volgelingen, Zijn eigen zienswijze opgelegd hebben.
Er zijn er velen, die niet vrezen van hun naaste te bedriegen, maar ze zijn geleerd geweest, en zijn beïnvloed geweest door de Heilige Geest van God, dat het een te vrezen iets is van te liegen voor hun Maker. Als zij onder eed geplaatst worden moeten zij voelen, dat zij niet alleen voor mensen getuigen, maar voor God; als zij valse getuigenis afleggen, dat het voor Hem is, die de harten leest en de werkelijke waarheid kent. Het beseffen van het te vrezen oordeel dat deze zonde tot gevolg heeft, heeft een terughoudende invloed op hen. Maar als er iemand is die consequent kan getuigen onder eed, dan is het de Christen, Hij leeft bestendig als in de tegenwoordigheid van God, wetende dat iedere gedachte open ligt voor de ogen van Hem, met Wie wij te doen hebben; en wanneer wij gevraagd worden om zoiets te doen op een wettelijke manier, dan heeft hij het recht om God als getuige te roepen dat wat hij zegt waar is, en niets dan de waarheid. Jezus legt een princiep naar voor, dat de eed nutteloos maakt. Hij leert dat de exacte waarheid de wet van het spreken zou zijn. "Maar laat zijn uw woord ja, ja, neen, neen; wat boven deze is, dat is uit den booze". Deze woorden veroordelen al deze zinloze zinnen en stopwoorden, die aan de rand staan van heiligschennis. Zij veroordelen het verleidelijk compliment maken, de ontduiking van de waarheid, de vleiende zinnen, de overdrijvingen, de verkeerde voorstellingen, in het handel drijven, die een gewoonte zijn in de omgang en in de zakenwereld. Zij onderwijzen, dat niemand, die poogt te zijn wat hij niet is, of wiens woorden niet de ware gevoelens van zijn hart uitdrukken, waarachtig genoemd kan worden. Als deze woorden van Christus onderhouden worden, dan zullen zij de uitingen van kwaad vermoeden en onvriendelijke kritiek tegenhouden; want in het commentariëren van de handelingen en motieven van anderen, hoe kunnen wij zeker zijn dat hetgeen wij zeggen waar is ? Hoe dikwijls kleuren hoovaardij, passie, persoonlijke wrok, de impressie die gegeven wordt ! Een oogopslag, een woord, zelfs een intonatie van de stem, kan vervuld zijn met leugen .... Feiten kunnen zo naar voor gebracht worden, dat zij een valse indruk geven. En "wat boven deze is, "de waarheid", is uit den booze".
Alles wat een christen doet zou moeten doorzichtig zijn als het zonlicht. De waarheid is van God; bedrog, in zijn duizendvoudige vormen is van de Satan; en wie ook in gelijk welk opzicht van de rechtelijn van de waarheid afwijkt verraadt zichzelf aan den bozen. Toch is het geen gemakkelijk iets van de exacte waarheid te spreken. Wij kunnen de waarheid niet spreken tenzij wij haar kennen. Hoe dikwijls beletten vooropgezette meningen, mentale vooroordelen, onvolmaakte kennis, dwalingen in het oordeel, een juist begrijpen van de zaken, waarmede wij te maken hebben! Wij kunnen de waarheid niet spreken, tenzij onze geest bestendig geleid wordt door Hem, die waarheid is. Door de Apostel Paulus bidt Christus ons: "Uw woord zij altijd in aangenaamheid". Col.4:6. "Geen vuile rede gaat uit uwe mond, maar zoo er eenige goede rede is tot nuttige stichting, opdat zij genade geve dien, die ze hooren". Ef. 4 : 29. In het zicht van deze schrifttekst worden de woorden van Christus op de berg aanzien dat zij veroordelen spotternij, gelach en alle onkuise woorden. Zij vereisen dat onze woorden niet alleen waar zijn maar ook rein.
Deze, die van Christus geleerd hebben zullen "geen gemeens hebben met de onvruchtbare woorden van de duisternis". Ef. 5 : 11. In het spreken, zoals in het leven, zullenzij eenvoudig zijn, ronduit en getrouw; want zij bereiden zich voor om in het gezelschap te zijn van de heilige wezens, in wiens mond geen bedrog is gevonden. The Mount of Blessing 66 - 69.
Eerbied moet ook getoond worden voor de naam van God. Nooit zal deze naam lichtzinnig of gedachteloos uitgesproken worden. Zelfs in het gebed zal het herhaaldelijk en nutteloos herhalen geweerd worden. Deze, die in verbondsrelatie gebracht worden met God, worden ertoe verbonden van Hem te spreken op de eerbiedwaardigste manier ....
Zweren en alle woorden gesproken in de vorm van een eed, onteren God. De Heer ziet, hoort en Hij zal de overtreder giet als onschuldig aanzien. Hij wil niet bespot worden. Deze, die de naam van God ijdel gebruiken, zullen het als een vreselijk iets ondervinden van in de handen van God te vallen. Door het gedachteloos noemen van de naam van God in gesprekken, door Hem op te roepen in gewone zaken, en door het gedachteloos herhalen van Zijn naam, onteren wij Hem. Welke zwakke mening hebben sommigen van de heiligheid van God, en hoe dikwijls gebruiken zij Zijn Heilige naam ijdel zonder zich te realiseren, dat het God is, de grote en verschrikkelijke God, van wie zij aan het spreken zijn. Terwijl zij aan het bidden zijn gebruiken velen zorgeloze en oneerbiedige uitdrukkingen, die de tedere geest van de Heer kwetsen, en de oorzaak zijn dat hun gebed uit de hemel gesloten wordt.
Heilig en eerbiedwaardig is Zijn naam. Wij mogen nooit in geen enkel opzicht de titels en benoemingen van de Godheid lichtelijk gebruiken. Als wij bidden gaan wij binnen in de audiëntiekamer van de Allerhoogste, en wij moeten voor Hem komen met heilige vreze. De engelen bedekken hun aangezicht in Zijn tegenwoordigheid. De cherubijnen en de glanzende heilige serafijnen naderen Zijnen troon met eerbiedwaardige vrees. Hoeveel te meer zouden wij eindige, zondige wezens moeten komen op een eerbiedige manier voor de Heer, onze Maker! My Life to Day 282.
VERS 8
De dag des Heren vermeld door Johannes was de Sabbat, de dag waarop Jehova rustte na het groot scheppings werk, en die Hij zegende en heiligde omdat Hij daarop gerust had. De Sabbat werd heilig gehouden door Johannes als hij op het eiland Patmos was evenzo als hij onder het volk was, predikend over deze dag. Als Johannes bij de barre rotsen was, werd hij in gedachten gebracht naar het rotsachtige Horeb en hoe, als God daar Zijn wet uitsprak tot Zijn volk. Hij zegde: "Gedenk den Sabbatdag, dat gij dien heiligt". Ex. 20:8. Bij het begin van het vierde gebod zegt de Heer "Gedenk". Hij weet dat temidden van de vele zorgen de mens bekoord zal worden om zichzelf te verontschuldigen om tenvolle te beantwoorden aan het gebod, of dat hij Zijn heilig belang zou kunnen vergeten. Daarom zegt Hij "Gedenk de Sabbatdag dat gij dien heiligt". Gedurende de week moeten wij de Sabbat in de geest hebben en voorbereidingen maken om hem te kunnen houden volgens het gebod. Wij moeten de Sabbat niet alleen houden als een wettelijke zaak. Wij moeten de spirituele draagwijdte ervan begrijpen op al de transacties van het leven. Allen, die de Sabbat houden als een teken tussen hen en God, tonend, dat Hij de God is die hen heiligt, zullen de princiepen voorstellen van Zijn bestuur. Zij zullen in dagelijkse praktijk brengen al de wetten van Zijn rijk. Zij zullen dagelijks bidden, dat de heiligmaking van de Sabbat op hen zou rusten. Iedere dag zullen zij het gezelschap van Christus hebben en zullen een voorbeeld geven van Zijn karakter. Iedere dag zal hun licht schijnen in goede werken voor anderen. 6 Test. 353 - 54. 95.
VERS 8 - 11.
Ik ben getoond geweest dat vele ouders die belijden, dat zij in plechtige boodschap geloven voor deze tijd, dat zij hun kinderen niet geleid hebben. Vele van deze jonge mensen zijn toegelaten geweest van het vierde gebod te overtreden, door het zoeken van hun eigen plezier op deze dag. Zij hebben geen gewetenswroeging, als zij voor het amusement op de straten lopen op de Sabbat. Velen gaan waar het hun belieft en doen wat hun behaaglijk is; en hun ouders vrezen van te misdoen, dat, het voorbeeld navolgend van Eli, zij geen gebod leggen op hen.
Deze jonge mensen verliezen tenlaatste alle respect voor de Sabbat en hebben geen goesting om naar religieuze vergaderingen te gaan en houden niet van heilige en eeuwige dingen. "Gedenk" is het eerste woord van het vierde gebod. Ouders, ge moet de Sabbat gedenken om hem heilig te houden. En als gij dat doet geeft gij de juiste onderrichting aan uw kinders; zij zullen ook eerbied hebben voor de heilige dag....
Christelijke opvoeding is nodig in uw huisgezinnen. Houdt Gods heilige dag in het zicht, want deze dag moet gewijd worden aan de dienst van God. Het is de dag waarop de handen moeten rusten van wereldse bezigheden, waarop de ziel nood heeft aan het ontvangen van speciale aandacht. Als de Sabbat aldus in gedachtenis gebracht wordt zal het tijdelijke het spirituele niet overwoekeren. Geen bezigheid die behoort tot de bezigheden van de week, zal op de Sabbat volbracht worden. Gedurende de week zullen onze energieën niet zo belast worden, dat wij op de dag, als de Heer rustte en verfrist was, wij te moede zullen zijn om ons te wijden aan Zijn dienst.
Dat de Vrijdag de voorbereiding voor de Sabbat volbracht worde. Zorg ervoor dat alle kleding gereed is, en dat alles gekookt is. Dat de schoenen gepoetst zijn en het bad genomen zijn. Het is mogelijk dit te doen. Als gij er een regel van maakt is het mogelijk. De Sabbat is er niet om de klederen te vermaken, om voedsel te koken, om plezier te zoeken, of voor enig andere wereldse bezigheid, voor de zon valt, laat alle andere bezigheden op zij gelegd worden, en dat alle gewone geschriften opzij gelegd worden. Ouders leg uw werk uit aan uw kinderen, en het doel ervan, en laat hen medewerken in het bereiden van het houden van de Sabbat volgens het gebod.
Er is nog een ander werk, dat de aandacht moet krijgen op de voorbereidingsdag. Op deze dag moeten alle onverschillen tussen broeders, hetzij in de familie of in de kerk, weggedaan worden.
Voor de zonsondergang laat de familieleden zich verzamelen voor het lezen van Gods woord, om te zingen en te bidden. Er is hier een hervorming van doen, want velen zijn nalatig geweest. Wij moeten belijden voor elkander en voor God. God heeft zes volle dagen gegeven om ons werk te volbrengen en heeft maar één dag voor zich voorbehouden. Dat moet voor ons een dag van zegening zijn - een dag waarop wij al onze gewone werkzaamheden moeten opzij leggen en onze gedachten moeten concentreren op God en op de hemel. Als de Sabbat begint moeten wij een wacht zetten voor onszelf, op onze handelingen, op onze woorden, opdat wij God niet zouden beroven door ons zelf toe te eigenen het gebruik van de tijd, die strikt van de Heer is. Wij zullen zelfs ook niet toelaten dat onze kinderen enig soort van werk doen voor het levensonderhoud. De Vrijdag is de dag van voorbereiding. De tijd kan gewijd worden om de nodige voorbereiding te maken voor de Sabbat en erover te denken en over te spreken. Niets, dat in het zicht van de hemel kan aanzien worden als een overtreding van de heilige Sabbat zal ongezegd of ongedaan blijven, om gezegd of gedaan te worden op de Sabbat. God vergt niet alleen dat wij ophouden van fysisch werk op de Sabbat, maar dat de geest gedisciplineerd wordt om bezig te zijn met heilige onderwerpen. Het vierde gebod wordt overtreden door over wereldse dingen te spreken of door over te gaan naar lichte en spottende conversaties. Alles uitspreken wat in de geest komt, is zijn eigen woorden spreken. Niemand zal het toelaten van gedurende de week zo met tijdelijke dingen bezig te zijn en zo vermoeid te zijn door inspanning voor werelds gewin, dat zij op de Sabbat geen kracht meer hebben voor de dienst van God. Wij beroven de Heer als wij onszelf ongeschikt maken om God te aanbidden op deze dag. En wij beroven ook onszelf, want wij hebben behoefte aan warmte van het gezelschap, zowel als kracht die wij moeten halen uit de wijsheid en bevindingen van andere christenen. Dat de kostbare uren van de Sabbat niet doorgebracht worden in het bed.
Op de Sabbat moet de familie vroeg uit de veren zijn. Als zij laat opstaan, dan ontstaat er verwarring in het bereiden van het morgenmaal en van de Sabbatschool. Er is ongeduld en dergelijke meer. Aldus komen onheilige gevoelens tevoorschijn. De ouders moeten er regel van maken, dat hun kinderen de eredienst meemaken op de Sabbat, en zouden deze regel moeten opleggen aan hun kinderen door eigen voorbeeld. Het is onze plicht ons huisgezin en de generatie na ons, te bevelen, zoals Abraham deed. Door voorbeeld zowel als voorschrift zouden wij voor hen het belang moeten laten blijken van religieus onderricht. Allen, die de doopsbeloften aanvaard hebben, hebben zichzelf plechtig gewijd aan de dienst van God; zij zijn onder verbondsverplichting zichzelf en hun kinderen daar te plaatsen, waar zij alle mogelijke aansporingen en aanmoedigingen in het christelijk leven kunnen verkrijgen. Als wij God aanbidden, mogen wij dit niet saai vinden. De Sabbat van de Heer moet tot een zegen gemaakt worden voor ons en voor onze kinderen. Zij moeten de Sabbat zien als een dag van verlustiging, die God geheiligd heeft; en zij zullen het zo zien als zij juist onderwezen worden.
Draag bescheiden kleding in God huis
Velen moeten geleerd worden hoe zij moeten verschijnen in de vergadering voor aanbidding op de Sabbat.
Zij moeten in de tegenwoordigheid van God niet komen met de zelfde klederen waarmede zij werken in de week. Allen moeten een speciale Sabbat uitzet hebben, om te dragen gedurende de dienst van God. Ofschoon wij niet moeten mededoen met wereldse mode, moeten wij toch niet onverschillig zijn in verband met onze uitwendige verschijning. Wij moeten net zijn en gekleed met goed passende klederen, doch zonder versiering. De kinderen van God moeten rein zijn binnen en buiten. Bedienaars worden ingeschakeld in een heilig en plechtig werk, maar op dezen, die luisteren rust een even heilige verantwoordelijkheid. Zij moeten luisteren met een beslistheid van de instructies te volgen, die allen moeten in praktijk brengen, die eeuwig leven willen hebben. Iedere hoorder moet er naar streven om elke voorspelling van de bijbelwaarheid als Gods boodschap voor hem bestemd, die moet aanvaard worden door het geloof en in praktijk gebracht worden in het dagelijks leven. De ouders moeten uitleggen aan hun kinderen de woorden gesproken van op de predikstoel, opdat zij ook mogen begrijpen en de ze kennis hebben die indien in praktijk gebracht, vele genade en vrede kan verschaffen. Wij moeten op de Sabbat niet zorgen voor een groter overvloed of variëteit in de voeding dan op andere dagen. In plaats daarvan moet de voeding eenvoudiger zijn, en er moet minder gegeten worden, opdat de geest klaar en krachtig moge wezen om de spirituele dingen te verstaan. Overeten bezwaart de geest.
De kostbaarste dingen kunnen gehoord worden maar niet begrepen, omdat de geest verward is door ongeschikte voeding. Door te veel te eten op de Sabbat hebben veel meer gedaan dan zij denken om God te onteren. Terwijl het koken op de Sabbat vermeden moet worden, moet men niet noodzakelijk koud eten nemen. Bij koud weer kan het voedsel de dag vooraf bereid worden en op de Sabbat warm gemaakt worden. En dat de maaltijden, ofschoon eenvoudig, toch smakelijk en aantrekkelijk zijn. Bereidt iets dat zal als een traktatie kunnen aanzien worden, iets dat de familie niet iedere dag heeft.
De Sabbatschool en de vergadering nemen maar een deel van de dag in. Het deel dat overblijft voor de familie moet het heiligst en kostbaarst gemaakt worden van alle Sabbaturen. Veel van deze tijd zullen de ouders doorbrengen met hun kinderen.
De Sabbat - 0oh ! - maakt hem het aangenaamst, de meest gezegende dag van de week. Ouders moeten aandacht schenken aan hun kinderen, voor hen de meest aantrekkelijke gedeelten voorlezend uit de bijbelgeschiedenis, hen opvoedend dat zij de Sabbat als een verlustiging aanzien en hem met eerbied beschouwend, hem onderhoudend volgens het gebod. Dit kan niet gebeuren als de ouders geen bekommernis voelen om hun kinderen eraan te interesseren. Maar ze kunnen de Sabbat tot een verlustiging maken, als zij op de goede manier te werk gaan. De kinderen kunnen geïnteresseerd worden in goede lectuur of conversatie over de redding van hun ziel. Het natuurlijke hart zal er niet van houden van te spreken of te denken op God of op de hemel of op de dingen van de hemel. Er moet voortdurend een naar achter duwen zijn van de stroom van wereldsgezindheid en neiging tot kwaad en een naar binnen komen van het hemelse licht. Ik heb ondervonden dat op de Sabbat velen onverschillig zijn en niet weten waar hun kinders zijn, of wat zij aan het doen zijn.
Ouders boven alles neemt zorg voor uw kinders op de Sabbat. Laat niet toe, dat zij Gods heilige dag onteren door te spelen in huis of buitenshuis. Gij breekt zelf de Sabbatdag als gij dit toelaat. En als gij uw kinderen toestaat van buiten te gaan en te gaan spelen op de Sabbat, dan aanziet God u als een Sabbatbreker.
De ouders moeten hun kinderen met zich mede nemen buiten om God in de natuur te aanschouwen. Zij kunnen wijzen op de bloemen die bloeien en de ontluikende bottende mooie bomen en grassprieten en leren, dat God al dit gemaakt heeft in zes dagen en dat Hij rustte op de zevende dag en hem heiligde. Zo kunnen de ouders hun les binden in het verstand van hun kinders, zo dat als deze kinderen op de dingen zien van de natuur, zij in hun geest de grote Schepper van dit alles kunnen oproepen. Hun gedachten zullen gevoerd worden naar de God - van de natuur - naar de schepping van de wereld, als de grondslag gelegd werd van de Sabbat, en als de zonen van God van vreugde jubelden. Dit zijn de lessen, die moeten in de geest van de kinderen geprent worden.
Wij moeten onze kinders niet leren, dat zij niet moeten gelukkig zijn op de Sabbat dat het verkeerd is van te wandelen buiten. 0o neen. Christus leidde Zijn leerlingen naar de kant van het meer op de Sabbatdag en leerde hen. Zijn sermoenen op de Sabbat werden niet altijd uitgesproken tussen de muren.
Leert de kinderen Christus te zien in de natuur. Neemt hen in open lucht, onder de edele bomen, in de tuin en in al de wonderbare werken van de schepping leert hen hierin een uitdrukking te zien van Zijn liefde. Leert hen dat Hij de wetten maakte, die alle levende dingen besturen, dat Hij voor ons wetten gemaakt heeft, en dat deze wetten voor ons geluk zijn en voor onze vreugde. Vermoeit hen niet met lange gebeden en droge vermaningen, maar door de lessen van de natuur leert hen te gehoorzamen aan de wet van God. Hoe kunnen kinderen een juister begrip krijgen van de kennis van God, en hun geest beter beindrukt worden, dan in een deel van hun tijd door te brengen buiten, niet in het spel maar in het gezelschap van hun ouders ? Laat hun jonge geest in relatie worden gebracht met God in de schone natuurzichten;laathun aandacht opgeroepen worden naar de tekens van Zijn liefde voor de mens in Zijn scheppingswerken, en zij zullen aangetrokken en geïnteresseerd worden. Zij zullen niet in gevaar zijn van het karakter van God te vereenzelvigen met alles wat streng en droog is; maar als zij de schone dingen zullen zien, die Hij geschapen heeft voor het geluk van de mens, zullen zij Hem beginnen te aanzien als een tedere en een liefderijke Vader. Zij zullen zien, dat Zijn verbodsbepalingen en inzettingen niet alleen gemaakt zijn om Zijn macht en gezag te tonen, maar dat Hij het geluk van Zijn kinderen in het oog heeft. Als het karakter van God het aspekt van liefde, welwillendheid schoonheid en aantrekkelijkheid naar voor brengt, dan worden zij naar Zijn liefde getrokken. Gij kunt hun aandacht trekken naar de lieflijke vogels, die de lucht vervullen met hun liefelijk gezang, naar de grassprietjes en de heerlijk getinte bloemen en hun geurigheid. Al deze dingen verkondigen de liefde en handigheid van de hemelse Artiest en tonen de heerlijkheid van God.
Ouders, waarom geen nut trekken uit de kostbare lessen, die God ons gegeven heeft in het boek van de natuur? Zo kunnen wij onze kinderen een juist beeld ophangen van Zijn karakter. Deze, die eenvoud omwisselen voor vormelijkheid, die hen aftrekken van de schoonheden van de natuur kunnen niet geestelijk gericht zijn. Zij kunnen de handigheid en de macht van God niet begrijpen zoals ze geopenbaard worden in Zijn geschapen werken. Daarom wordt hun hart niet versterkt en opgewekt met nieuwe liefde en interesse en zij zijn niet vervuld met de eerbied en vrees, als zij God zien in de natuur. De waarde van de Sabbat als opvoedingssysteem is niet naar waarde geschat. Wat ook van ons is en God vraagt erom, hij geeft het ons terug, verrijkt, omgevormd met Zijn eigen glorie.... De Sabbat en de familie waren op hetzelfde ogenblik ingesteld in Eden. En in Gods doel zijn ze onscheidbaar verbonden. Op deze dag meer dan op andere, is het mogelijk voor ons van het leven van Eden te leven. Het was in het plan van God voor de leden van de familie van zich te verenigen in werk en studie in aanbiddingen in ontspanning, de vader als priester en de ouders als onderrichters en gezellen van hun kinderen; Maar de gevolgen van de zonden, die de voorwaarden van het leven veranderd hebben, verhinderen in grote mate deze vereniging. Dikwijls ziet de vader nauwelijks de kinderen gedurende de week. Hij is dikwijls tenvolle weerhouden van de gelegenheid tot gemeenschap met de kinders. Maar de wet van God heeft een grens gezet aan de inspanning. Over de Sabbat plaatst Hij Zijn barmhartige hand. Op Zijn eigen dag geeft Hij aan de families de gelegenheid voor vereniging met Hem, met de natuur en met elkander. Allen, die God liefhebben, zullen doen wat zij kunnen om van de Sabbat een verlustiging te maken, heilig en eerbaar. Zij kunnen dit niet doen door hun eigen plezier te zoeken in zondige en verboden amusementen. Toch kunnen zij veel doen om de Sabbat te verheffen in hun families en er de interessantste dag van te maken van de week. Wij moeten tijd besteden om de kinderen hun interesse op te wekken. Een verandering kan een gelukkige invloed op hen hebben. Wij kunnen wandelen buiten met hen; wij kunnen met hen in de bosjes zitten en in het schitterende zonlicht, en aan hun rusteloze zielen voedsel geven door met hen te praten over de werken van God, en wij kunnen hen inspireren met de liefde en eer door hun aandacht te trekken op de schone voorwerpen in de natuur.
De Sabbat zou zo interessant gemaakt moeten worden door de ouders dat er verlangd wordt naar zijn wekelijks terugkeren. De ouders kunnen de Sabbat op geen betere manier eren en verheffen dan door middels te bedenken om de geschikte instrukties te geven aan hun familie en hen te interesseren in de geestelijke dingen, hen juist inzicht gevend in het karakter van God en van wat Hij vraagt van ons om perfecte christenen te worden en om het eeuwig leven te beërven. Ouders maakt van de Sabbat een verlustiging, dat uw kinders ernaar mogen verlangen en er een welkomstgroet mogen voor hebben in hun hart. Als de zon ondergaat, laat de stem van gebed en de hymne van prijzen het einde kenmerken van de gewijde uren, en nodig de tegenwoordigheid van God uit voor de zorgen van de week van arbeid. Aldus kunnen de ouders van de Sabbat maken wat hij moet zijn, de vreugdevolste dag van de week. Zij kunnen er hun kinderen toe brengen van hem te aanzien als een verlustiging, de dag boven alle dagen, de heilige van de Heer, in eerbaarheid. Child Guidance 527 - 537.
Het is goed van de waarheid kenbaar te maken aan ongelovigen, eerst kunnen wij het onderwerp voorstellen waarmede zij het eens zullen zijn met ons. Het princiep van gezondheid en matigheid zal hun oordeelsvermogen op roepen en wij kunnen van dit onderwerp overgaan naar het begrijpen van het bindende gebod van de Sabbat. Onze geneesheren kunnen dit werk doen. Als het volk de waarde ziet van de inlichtingen gegeven in verband met gezondheid, dan geeft het hun vertrouwen te geloven dat dezen, die zulke waarheden onderrichte ook de waarheid bezitten op ander gebied. Counsels on Health 545.
Op de Sabbat dezelfde hoeveelheid voedsel te nemen dan op de andere dagen is tenvolle niet op zijn plaats.
De Sabbat is de dag die afzonderlijk gezet is voor de aanbidding van God, en op deze dag moeten wij vooral zorgvuldig zijn in wat en hoe wij eten. Een verstopte maag betekent een verstopt brein. Te dikwijls wordt op de Sabbat een zo uitgebreid menu gegeten dat de geest dom en dwaas wordt, niet in staat om de geestelijke dingen naar waarde te schatten. De eetgewoonten hebben veel te doen met de menige dwaze religieuze oefeningen op de Sabbat. De voeding op de Sabbat moet gekozen worden in verband met de plichten van de dag, waarop de reinste en heiligste dienst aan God moet geofferd worden.
Eten heeft veel te maken met godsdienst, de spirituele bevindingen zijn grotelijks beïnvloed door de manier waarop de maag behandeld wordt. Eten en drinken in overeenstemming met de wetten van gezondheid brengt krachtige handelingen teweeg, Maar als de maag misbruikt wordt door gewoonten, die hun grondslag niet hebben in de natuur, neemt Satan voordeel van het kwaad dat gedaan geworden is en gebruikt de maag als een vijand van gerechtigheid, een stoornis verwekkend die het gehele zijn beïnvloedt. Heilige dingen worden niet naar waarde geschat. Geestelijke ijver vermindert. De vrede van de geest gaat verloren. Er is twist, strijd en onenigheid. Ongeduldige woorden en onvriendelijke daden worden volbracht. Oneerlijke praktijken worden gevolgd en angst wordt naar voor gebracht. En dit alles omdat de zenuwen van het brein verstoord zijn door het misbruik gelegd op de maag. Hoe jammer dat dikwijls, als de grootste zelfbeheersing zou moeten beoefend worden, de maag overladen wordt met een massa van voedsel van ongezonde aard, dat daar ligt te ontbinden. De aantasting van de maag beïnvloedt het brein. De onvoorzichtige eter stelt zich niet voor dat hij niet in staat is van wijze raad te geven doordat hij zichzelf ongeschikt maakt om plannen voor te leggen voor de beste vooruitgang van het werk van God. Maar het is werkelijk zo, Hij kan geen geestelijke dingen onderscheiden. En in raadsvergaderingen als hij ja moet zeggen, zegt hij neen. Hij maakt voorstellen, die ver van het doel zijn omdat het voedsel zijn geest benevelt. Counsels on Health 577 - 78.
David bad: Het is de tijd voor U Heer om te werken, want zij hebben de wet zonder uitwerking gemaakt. Dit gebed is niet minder toepasselijk heden ten dage. De wereld is afgeweken van God, en zijn wetteloosheid zou het hart met schrik bevangen en allen leiden, die getrouw zijn aan God, om een hervorming te bewerkstelligen. De pauselijke macht heeft gedacht van de wet van God te veranderen door een valse Sabbat in te stellen inplaats van de ware, deze van Jehova; en allen in de religieuze wereld hebben de valse Sabbat vereerd, terwijl de ware met onheilige voeten betreden werd.... De grote laatste strijd tussen Satan en God en Christus met Zijn heilige engelen zal lopen over de wet en hij zal beslissend zijn voor gans de wereld....
Mensen, die in verantwoordelijke posities staan. zullen niet alleen de Sabbat niet kennen maar hem miskennen en van de gewijde preekstoel aan het volk opleggen van de valse Sabbat de eerste dag van de week te onderhouden, steunend op traditie en gewoonte ten behoeve van deze door mensen ingestelde wet. Zij willen wijzen naar de rampen te land en te zee, naar de stormen en de wind, de overstromingen, de aardbevingen de vernietigingen door vuur, als het oordeel van God, dat Zijn misnoegen weergeeft omdat de zondag niet heilig gehouden werd. Deze rampen zullen stijgen meer en meer, het ene onheil zal het andere opvolgen, de hielen opvolgend van het voorafgaande; en deze, die de wet zonder uitwerking maken zullen wijzen naar de weinigen die de Sabbat van het vierde gebod houden alsof zij de wraak van God op de wereld brengen. Dit bedrog is de list van Satan opdat hij de niet waakzamen zou kunnen vangen. Christian service 155.
Christus' doel in het onderwijzen aan de hand van gelijkenissen was in onmiddellijke overeenstemming met het doel van de Sabbat. God gaf aan de mens de herinnering van Zijn scheppingsmacht, opdat zij Hem mochten onderscheiden in de werken van Zijn hand. De Sabbat vraagt dat wij Hem zouden beschouwen in Zijn scheppingswerken, de glorie van de Schepper. En het is omdat Hij begeerde dat wij dit zouden doen, dat Jezus Zijn kostbare lessen verbond aan de schoonheid van de dingen in de natuur. Op de Sabbatdag zullen wij meer als op een andere dag de lessen leren, en de boodschappen studeren, die God voor ons geschreven heeft in de natuur. Wij moeten de gelijkenissen van de Heiland studeren, waar Hij ze uitsprak, in de velden en bossen, onder de open hemel, temidden van het gras en de bloemen. Als wij het hart van de natuur benaderen, is Christus tegenwoordig met ons en spreekt Hij tot onze harten van Zijn vrede en liefde.
En Christus heeft Zijn onderrichtingen verbonden, niet alleen met de dag van rust, maar met de week van inspanning. Hij had wijsheid voor degenen die de ploeg leiden en het zaad zaaien. In het ploegen en zaaien, en bebouwen en rijpen leert Hij ons een illustratie te zien van Zijn werk van genade in het hart. In iedere lijn van nuttig werk en in iedere gelegenheid van het leven wil Hij dat wij er een goddelijke waarheid in ontdekken. Dan zal ons dagelijks werk ons niet zo opslorpen, dat wij God vergeten; het zal ons bestendig doen denken aan onze Schepper en Verlosser. De gedachte van God zal gelijk een gouddraad gaan door al onze huiselijke zorgen en bezigheden. Voor ons zal de glorie van Zijn gelaat opnieuw schijnen op het gelaat van de natuur. Wij zullen altijd nieuwe lessen leren van hemelse waarheid, en groeien tot het beeld van Zijn zuiverheid. Zo zullen wij onderricht worden door de Heer; en in het lot waarin wij geroepen zijn, zullen wij met God blijven. Jes.54:13; 1.Cor.7:24. Christ Objekt Lessons ( Lessen uit het leven van alledag) 25 : 27.
De taal die gebruikt is bij het gebod omtrent de tienden, is hier gebruikt in verband met het sabbatsgebod: "De zevende dag is de Sabbat van de Heere uw God." De mens heeft geen recht noch macht om de zevende dag te vervangen door de eerste. Hij mag beweren dit toch te doen; desalniettemin staat "het vaste fundament Gods staat". 2 Tim. 2 : 19. De gewoonten en de onderrichtingen van de mens zullen de eisen van de goddelijke wet niet verminderen. God heeft de zevende dag geheiligd. Dat wel bepaald deel van de tijd door God zelf afzonderlijk gezet voor religieuze aanbidding, blijft heden ten dage heilig als wanneer het voor het eerst geheiligd werd door onze Schepper. Op dezelfde wijze is een tiende van ons inkomen heilig voor de Heer. Het nieuwe testament hergeeft de wet niet van de tienden evenmin als deze van de Sabbat. De echtheid van beiden is verzekerd en hun diep spiritueel belang is uitgelegd......
Als wij als volk getrouw aan God, de tijd geven die Hij voorbehouden heeft als de Zijne, zullen wij dan ook niet het deel van onze middelen geven die Hij vraagt. Counsels on Stewardship 66.
De landpalen definitief.
In Minneapolis gaf God precieuze edelstenen van waarheid aan Zijn volk in een nieuwe inkleding. Dit licht van de hemel werd door sommigen verworpen met de koppigheid van de Joden waarmede zij Christus verworpen hebben, en er werd veel gesproken van het blijven staan bij de oude grenspalen. Maar klaarblijklijk weten ze niet welke de oude grenspalen zijn. Er was klaarblijklijkheid en er was redenering vanuit het woord dat zichzelf oplegt aan het geweten. Maar de geest van de mens werd gericht, verzegeld tegen het binnenkomen van het licht, omdat zij beslist hadden dat het een gevaarlijke dwaling was die de "oude grenspalen" verschoof, terwijl het niet een pink de oude grenspalen verzette, maar zij hadden de ideeën van waaruit de oude grenspalen bestonden, verdorven.
Na het verloop van de tijd van 1844 was er een tijd met grote gebeurtenissen, voor onze ogen openend de reiniging van het heiligdom in de hemel en wat beslist relaties had met Gods volk op de aarde, alsook de eerste, tweede en derde engelenboodschappen, ontvouwend de banier waarop geschreven staat: "Het gebod van God en het geloof van Jezus". Een van de landpalen onder deze boodschap was het openen van de ark des verbonds in de hemel, die de wet van God bevatte. Het licht van de Sabbat van het vierde gebod vestigde zijn sterke stralen op het pad van de overtreders van de wet. De niet onsterfelijkheid van de bozen is een oude grenspaal. Ik kan niets meer in de geest roepen in verband met oude landpalen. Al dit geroep in verband met het verplaatsen van de oude landpalen is ingebeeld. Nu in deze tijd wenst God dat een nieuwe en frisse vlucht zou gegeven worden aan Zijn werk. Satan ziet dit en hij heeft beslist dit te zullen verhinderen. Hij weet, dat als Hij het volk, dat de waarheid gelooft kan misleiden, (en hen kan doen geloven), dat het werk van de Heer dat hij wil doen voor Zijn volk, een wegnemen is van de grenspalen, iets waaraan zij met besliste zekerheid moeten weerstaan, dan jubelt hij over het bedrog dat hij hen heeft doen aannemen. Het werk voor deze tijd is zeker een verrassend werk geweest met verschillende hindernissen, wat te wijten is aan het verkeerd plaatsen van de dingen voor de geest van velen van ons volk. Dat wat voedsel is voor de kerk wordt aanzien als gevaarlijk en zou hen niet mogen gegeven worden. En dit onbeduidend verschil van ideeën is toegelaten om het geloof te doen wankelen, om ketterij te veroorzaken, omde eenheid te breken, om verschil te zaaien, allemaal omdat zij niet weten waarover zij redetwisten. Broeders, is het niet goed van gevoelig te zijn? De hemel ziet op ons neer en wat kan hij denken over de laatste ontwikkeling van de dingen? In deze toestand, hinderpalen plaatsend, beroven wij niet alleen onszelf van groot licht en kostbare voordelen, maar juist nu, als wij het zo nodig hebben plaatsen wij ons daar waar het licht vanuit de hemel niet kan medegedeeld worden dat wij zouden aan anderen moeten mededelen. Counsels to Writers and editors 30.
Wij moeten onze uiterste best niet doen om de zondagswet te verwerpen. De beste manier om dit te verwezenlijken is van de wet van God te verheffen en hem voortgang te laten maken in al zijn gewijdheid. Dit moet gedaan worden als de waarheid triumfeert. Idem 98.
Nadat de Satan gefaald had van Jezus te overwinnen in de woestijn, verenigde hij zijn krachten om Hem tegen te staan in Zijn dienstwerk, en als het mogelijk was van Zijn werk te dwarsbomen. Wat hij niet kon verwezenlijken door onmiddellijk persoonlijk werk, besloot hij te verwezenlijken door strategie. Onmiddellijk nadat hij teruggetrokken was uit de strijd in de woestijn kwam hij in beraad met zijn engelen om zijn plannen te laten rijpen om steeds meer de geest van het joodse volk te verblinden, opdat zij hun Verlosser niet zouden herkennen. Hij maakte plannen om door zijn menselijke agenten te werken in de religieuze wereld, door hen zijn eigen vijandschap in te prenten tegen de Kampioen van de waarheid. Hij zou hen er toe brengen van Christus te verwerpen en Zijn leven zo bitter mogelijk te maken, hopende Hem te ontmoedigen in Zijn zending. En de leiders van Israël werden instrumenten van Satan in het oorlog voeren tegen de Heiland. Jezus was gekomen om de wet groot te maken en heerlijk. Hij wilde Zijn waardigheid niet verminderen maar hem verheffen. De Schrift zegt: "Hij zal niet verdonkerd wordenen hij zal niet verbroken worden,totdat hij het zicht op de aarde zal hebben beslist". Jes.42:21; 4.
Hij was gekomen om de Sabbat vrij te maken van deze lastige eisen, die er een vloek van gemaakt hadden inplaats van een zegen.
Om deze reden koos Hij een Sabbat uit om te Betseda een genezing te doen. Hij kon deze zieke man zowel een andere dag genezen hebben, of Hij kon hem eenvoudig weg genezen hebben zonder hem te vragen van zijn bed op te nemen. Maar dat zou Hem de gewenste gelegenheid niet gegeven hebben. Een wijs doel lag aan de grondslag van iedere daad van Christus op deze wereld. Alles wat Hij deed was belangrijk op zichzelf en in verband met zijn onderrichtingen. Uit deze die aangetast waren in de waterpoel koos Hij de slechtste om erop Zijn genezende kracht toe te passen , en vroeg de man zijn bed op te nemen en door de stad te gaan om het grote werk openbaar te maken, dat met hem gebeurd was. Dit zou de vraag doen oprijzen of het wettig was van dit te doen op de Sabbat, en zou de weg voor Hem openleggen om de beperkingen van de Joden in verband met de dag des Heren aap de kaak te stellen, en om hun tradities zonder uitwerking te verklaren. Jezus bevestigde hen dat het genezen van een zieke in harmonie was met de Sabbatswet. Het was in harmonie met het werk van Gods engelen, die altijd maar op en neer gingen tussen de hemel en de aarde om de lijdende van de mensheid te bedienen. Jezus verklaarde: "Mijn Vader werkt tot nu toe, en Ik werk ook. "Alle dagen behoren aan God om Zijn plan uit te voeren voor het menselijk ras. Als de interpretatie van de Joden juist was , dan was Jehova mis, wiens werk ieder levend ding leven gegeven heeft en in stand gehouden heeft sedert Hij het eerst de grondslag legde van de aarde. Dan zou Hij die Zijn werk als goed verklaarde, en de Sabbat instelde om de voltooiing ervan te gedenken, moeten een tijd aanduiden waarop Hij werkt en dan ophouden met de nooit eindigende loop van het universum; Zou God aan de zon verbieden om haar omloop te doen op de Sabbat? Zou Hij haar weldoende stralen afsnijden van de aarde die deze verwarmen en die de, planten doen groeien? Moest het systeem van de werelden ophouden op deze heilige dag? Zou Hij de wateren beletten van de velden en de wouden te bevloeien, en de baren van de zee van op te houden met ebbe en vloed? Moet het koren ophouden met groeien?, en de rijpende bot nalaten van zich te openen tot een purpere bloem? Moeten de bomen en de bloemen nalaten van uit te botten op de Sabbat? In dit geval zou de mens de vruchten van de aarde, en de zegeningen ervan missen die het leven begeerlijk maken. De natuur moet haar onveranderlijke gang voortzetten. God kan voor geen ogenblik zijn hand weg trekken of de mens zou vergaan en sterven. Zo heeft de mens ook een werk te volbrengen op deze dag. Er moet voorzien worden in de noodwendigheden van het leven, de zieken moeten verzorgd worden, de behoeftigen moeten voldaan worden. Hij zal deze, die de lijdenden op de Sabbat geen verlichting schenken niet schuldeloos aanzien. De dag van Gods heilige rust was gemaakt voor de mens, en liefdedaden zijn in volmaakte harmonie met zijn opzet. God wenst niet dat zijn schepselen een uur langer lijden ondergaan, op een Sabbat of op een andere dag, die kan verlicht worden. De eisen die op God gelegd worden zijn groter op de Sabbat dan op andere dagen. Zijn volk laat het gewoon werk liggen en brengt de tijd door in meditatie en aanbidding. Zij vragen meer gunsten op de Sabbat dan op andere dagen. Zij vragen om Zijn speciale aandacht. Zij smeken om Zijn uitgelezen zegeningen. God wacht niet tot de Sabbat voorbij is om deze uit te delen. Het werk van de Hemel houdt nooit op en de mens zal ook nooit. rusten van goed te doen op de Sabbat. De Sabbat is niet bestemd om een periode van nutteloze inactiviteit te zijn. De wet verbiedt het gewone werk op de rustdag van de Heer; Het werk waarmede wij ons brood verdienen moet ophouden; geen werk voor plezier of profijt wordt toegelaten op deze dag.. Maar zo als God Zijn scheppingswerk ophield, en rustte op de Sabbat en Hem zegende, zo moet de mens zijn bezigheden van zijn dagelijks leven achterlaten en deze gewijde uren wijden aan gezonde rust, tot aanbidding en het volbrengen van heilige daden. Het werk van Christus van zieken te genezen was in volmaakte harmonie met de wet. Het was een eer voor de Sabbat. Jezus eist dezelfde rechten als God in het doen van een werk dat even heilig is en het zelfde karakter heeft als dat hetwelk, de Vader in de hemel bezig houdt. Maar de Farizeeërs waren steeds meer vertoornd. Hij had niet alleen de wet verbroken volgens hun begrip, maar door God Zijn eigen Vader te noemen, verklaarde Hij zich gelijk met God. Joh 5:18
De gehele natie van de Joden noemde God hun Vader, daarom moesten zij zo kwaad niet zijn als Christus zich in dezelfde relatie met God beschouwde, maar zij beschuldigde hem van godslastering, omdat zij hiermede begrepen hadden dat Hij deze bewering in de hoogste zin opnam. Deze tegenstanders hadden geen argumenten waarmede zij de waarheid konden tegen gaan, die Hij aan hun geweten voorlegde. Zij konden alleen gewag maken van hun gewoonten en gebruiken, en deze schenen zwak in vergelijking met de argumenten van Jezus die Hij getrokken had uit het woord van God en de onophoudende loop van de natuur. Hadden de Rabbi’s enige begeerte gehad om licht te ontvangen dan zouden zij overtuigd geweest zijn dat Jezus de waarheid sprak. Maar zij ontweken de betekenis die Hij gaf van de Sabbat, en zochten om haat op te wekken tegen Hem omdat Hij zich gelijk wilde stellen met God. De razernij van de leiders kende geen grenzen. Hadden zij het volk niet gevreesd, dan zouden de Rabbi’s en de priesters Jezus gedood hebben ter plaatse. Maar de algemene sympathie voor Hem was te sterk. Velen herkende in Jezus de vriend, die hun ziekten genezen had en medeleefde met hun lijden, en zij verrechtvaardigden Zijn genezing te Betseba. Zo moesten de leiders hun haat nog tijdelijk bedwingen. Jezus weerlegde de beschuldiging van godslastering. Mijn gezag, zegde Hij, om het werk te doen waarvoor gij Mij beschuldigt, is dat Ik de Zoon van God ben, één met Hem in natuur, in wil, en doel. In al Zijn werken van schepping, werk Ik met Hem mede. "De Zoon kan niets van Zichzelven doen, tenzij Hij den Vader dat ziet doen; want zoo wat Die doet, dat doet ook de Zoon desgelijks. Joh.5:19. De priesters aanzagen de Zoon van God dat Hij het werk zou opgeven, waarvoor Hij in de wereld gezonden werd. Door hun zonden hadden ze zich gescheiden van God, en in hun hovaardij gingen zij onafhankelijk van Hem verder. Zij vonden zichzelf toereikend voor alles en hadden geen behoefte aan hogere wijsheid om hun daden te richten. Maar de Zoon van God was onderworpen aan de wil van de Vader, dat Hij geen plannen maaktevoor zichzelf. Hij aanvaarde het plan van God voor Hem, en dag na dag ontvouwde de Vader Zijn plannen. Zo moeten wij afhangen van God, opdat ons leven de eenvoudige uitwerking moge wezen van Zijn wil. Als Mozes het heiligdom zou bouwen als een woonplaats voor de Heer, moest hij alle dingen maken naar-het patroon hem getoond op de berg. Mozes was volijver om Gods werk te doen; De meest handige mannen werden aan het werk gezet om zijn suggesties uit te voeren. Toch mocht hij geen belletje, geen granaatappel, een kwast, een franje, een gordijn of enig ander vat voor het heiligdom maken zonder dat het beantwoorde aan het patroon dat hem getoond werd. God riep hem op de berg, en openbaarde hem de hemelse dingen. De Heer overdekte hem met Zijn eigen heerlijkheid, opdat hij het patroon moge zien, en volgens dit werden alle voorwerpen gemaakt. Zo gaat het ook met Israel, in wien Hij, Zijn woonplaats wil maken. Aan hen openbaarde Hij Zijn heerlijk ideaal van karakter.
Het patroon werd getoond op de berg als de wet werd gegeven op de Sinai, en als de Heer voorbij Mozes voorbij kwam en zegde: "Heer, Heere God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid, die de weldadigheid en waarheid, die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft. "Ex.34:6,7. Israel had zijn eigen weg gekozen. Zij hadden niet gebouwd volgens het patroon. Maar Christus de ware tempel voor Gods inwoning, formeerde ieder onderdeel van Zijn aardse leven in harmonie met Gods ideaal. Hij zegde :"Ik heb lust, o mijn God! om uw welbehagen te doen, en uwe wet is het midden mijns ingewands. "Ps.40:8,9. Zo moeten onze karakters opgebouwd worden "tot een woonstede Gods in den geest" Zf.2:22. "en wij moeten alles maken naar de afbeelding "Hebr 8:5. "dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij fijne voetstappen zoudt navolgen. "1.Petr. 2:21. De woorden van Christus leren ons dat wij ons onafscheidelijk verbonden moeten houden met de Vader in de hemel. Wat ook onze positie weze, wij hangen van God af, die aller lot in handen houdt. Hij heeft ons het werk uitgestippeld , en heeft ons begiftigd met faculteiten en middels om dit werk te volbrengen. Zolang als wij ons onderwerpen aan de wil van God, en vertrouwen in Zijn kracht en wijsheid, zullen wij geleid worden op veilige paden, om ons deel te volbrengen in Zijn groot plan.
Maar deze die afhangt van eigen wijsheid en macht scheidt zich af van God. In plaats van te werken in eenheid met Christus, volvoert hij de doeleinden van de vijand van God en de mens.
De Heiland gaat verder : "Want zoo wat Die doet, dat doet ook de Zoon desgelijks... Want gelijk de Vader de dooden opwekt en levend maakt, alzoo maakt ook de Zoon levend, die Hij wil. "Joh.5:19, 21. De Sadduceeën geloofden, dat er geen verrijzenis van het lichaam was; maar Jezus zegde hen dat een van de grootste werken van Zijn Vader was van de doden te doen opstaan, en dat Hij zelf macht had van hetzelfde te doen. "De ure komt en is nu, wanneer de dooden zullen hooren de stem van Zoon Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven; Joh.5:25. De Farizeeën geloofden in de verrijzenis van de dood. Christus verklaarde dat zelfs nu de Macht die leven geeft aan de doden temidden van hen is, en zij kunnen zijn openbaring aanschouwen. Dezelfde macht tot verrijzenis is deze, die leven geeft aan de ziel!' dood door de misdaden en de zonden, " Ef. 2:1. Deze geest van leven in Christus Jezus, "de macht van Zijn verrijzenis, " maakt de mens vrij van de wet der zonde en des doods" Fil.3:10 ; Rom 8 : 2. De heerschappij van het kwaad is gebroken, en door het geloof is de ziel bevrijd van de zonde. Hij die het hart opent voor de Geest van Christus wordt deelnemer van deze machtige kracht, die zijn lichaam uit het graf zal oproepen.
De nederige Nazarener laat Zijn ware edelheid gelden. Hij verheft zich boven alles wat menselijk is, werpt het masker van de zonde en de schaamte af, en staat geopenbaard, de geëerde van de engelen, de Zoon van God, Eèn met de Schepper van het universum. Zijn toehoorders zijn aan de grond genageld. Geen mens heeft ooit woorden gesproken gelijk Hij, zichzulk een koninklijkeeer toebedeeld. Zijn uitingen zijn klaar en volledig, tenvolle Zijn zending en de plicht van de wereld openbarend. "Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel den Zoon gegeven, opdat zij allen den Zoon eeren, gelijk zij den Vader eeren. Die den Zoon niet eert, eert den Vader niet, die hem gezonden heeft."..... Want zoals de Vader het leven heeft in Zichzelven, alzoo heeft Hij ook den Zoon gegeven het leven te hebben in Zichzelf en heeft Hem macht gegeven ook gericht te houden, opdat Hij des menschen Zoon is." Joh.5:33; 26, 27. De priesters en de leiders hebben zich gesteld als rechters om Christus' werk te veroordelen, maar Hij verklaart Zich hun rechter, en de rechter van gans de aarde. De wereld werd aan Christus toevertrouwd, en door Hem komt elke zegening van God naar het gevallen ras. Hij was de Ver losser zowel vóór als na Zijn menswording. Van zohaast er zonde was was er een redder. Hij geeft licht en leven gegeven aan allen, in overeenstemming met de maat van het licht dat gegeven is, zal eenieder geoordeeld worden. En Hij die het licht gegeven heeft, Hij die de ziel gevolgd is met de tederste uitnodiging, zoekend om ze te winnen van uit de zonde naar de heiligheid, is tezelfdertijd zijn voorspreker en rechter. Vanaf het begin van de grote strijd in de hemel, heeft Satan zijn zaak in stand gehouden door bedrogen Christus heeft gewerkt om Zijn plannen en bedoelingen open te leggen en zijn macht te breken. Het is Hij die het hoofd geboden heeft aan de verleider, en die gedurende alle eeuwen getracht heeft om de gevangenen uit zijn greep te halen, die oordeel zal uitoefenen op iedere ziel. En God "heeft Hem macht gegeven ook gericht te houden, opdat Hij de menschen Zoon is." Omdat hij de diepten van de menselijke rampspoed en bekoring gekend heeft, en de zwakheden en de zonden van de mens begrijpt; omdat Hij ten hunner behoeve als overwinnaar uitgekomen is uit de bekoringen van Satan. en teder en juist wil omgaan met de zielen, voor wien Zijn bloed gestort was tot redding, hierom, is de Zoon des mensen de geschikte om het oordeel uit te voeren. Maar de zending van Christus was niet van te oordelen, maar om te redden. "Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden. "Joh. 3:17. En voor het Sanhedrin verklaarde Jezus : "Voorwaar zeg Ik u : Die mijn woord hoort en gelooft Hem, die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, enkomt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven. "Vragend aan zijn toehoorders van zich niet te verwonderen, opent Hij voor hen in steeds breder zicht, het mysterie van de toekomst. " Want de ure komt, in welke allen, die in de graven zijn, zijne stem zullen hooren, en zij zullen uitgaan; die het goede gedaan hebben, tot de opstanding dei verdoemenis. "Joh.5:28,29. Deze zekerheid van het toekomstige leven was hetgeen waarnaar Israël zolang gewacht had, en wat zij verhoopt hedden te ontvangen bij de komst van de Messias. Het enige licht, dat kan licht geven in de duistenis van het graf, was schijnende op hen. Maar eigen-wil is blind. Jezus had de tradities van de rabbis overtreden, en hun gezag miskend, en zij wilden niet geloven. De tijd, de plaats, de gelegenheid, de intensiteit van de gevoelens. die de vergadering bezielde, alles werkte mede om de woorden van Jezus voor het Sanhedrin meer indruk te geven. De hoogste gezaghebbers van de natie zochten het leven van Hem, die verklaarde dat Hij de hersteller was van Israël. De Heer van de Sabbat werd gebracht voor een aards tribunaal om de beschuldiging van het breken van de Sabbat te verantwoorden. Als Hij zonder vrees Zijnzending mededeelde, keken Zijn rechters op Hem met verwondering en woede. Maarer was geen antwoord op Zijn woord. Zij konden Hem niet veroordelen. Hij ontkende het recht van de priesters en rabbis om Hem te ondervragen of tussen te komen in Zijn werk. Zij waren niet begiftigd met zulk een gezag. Hun rechten steunden op hun eigen hovaardij en verwaandheid. Hij weigerde van zich als schuldig te verklaren op hun beschuldigingen, of door hen ondervraagd te worden. Inplaats van zich te verontschuldigen voor de daad, waarvoor zij Hem aanklaagden, of inplaats van het doel uit te leggen waarom Hij dit deed, liet Jezus alles op de leiders terecht komen en de beschuldiger werd de schuldige. Hij berispte hen wegens de hardheid van hun hart en hun onkunde van de Schriften. "Onderzoekt de Schriften, want hij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben,en die zijn het, die van Mij getuigen. "Joh. 5:39. Op ieder bladzijde, hetzij geschiedenis, of voorschrift of profetie, is het Oud Testament verlicht met de glorie van de Zoon van God. Voor zover het ganse systeem van de Joden van Goddelijke oorsprong was, was het een samengebudelde profetie van het evangelie. Van Christus, "geven allen de profeten getuigenis "Hand.10:43. Vanaf de belofte aan Adam gegeven doorheen de lijn van de patriarchen en Het wettelijke stelsel, maakte het hemelse licht de voetstappen zichtbaar van de Verlosser. De zieners zagen de Ster van Bethlehem, de Silohe die moest komen, als toekomstige dingen voor hen voorbij kwamen als in een mysterieuze processie. In ieder offerande was de dood van Christus aangetoond. In ieder wierookwolk steeg Zijn gerechtigheid op. Bij ieder juichend trompetgeschal werd Zijn Naam gehoord. In het eerbiedwaardige mysterie van het Heilige der Heiligen was Zijn heerlijkheid aanwezig De Joden hadden de Schriften in hun bezit en veronderstelden dat zij met hun loutere uitwendige kennis eeuwig leven hadden. Maar Jezus zegde: "en Zijn woord hebt gij niet in u blijvende", Vóór zij Christus in zijn woord verworpen hadden, verworpen ze Hem in Zijn persoon. "En gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het leven moogt hebben. "Joh.5:37, 40.
De Joodse leiders hadden de onderrichtingen bestudeerd van de profeten, in verband met het Koningdom van de Messias; maar zij hadden dit gedaan, niet met een recht zinnige begeerte om de waarheid te kennen, maar met het doel van de bewijzen te vinden voor hun ambitieuze hoop. Als Christus kwam op een manier , in tegenstelling met hun verwachtingen, wilden zij Hem niet aanvaarden en om zichzelf te verrechtvaardigen, poogden ze te bewijzen dat Hij een bedrieger was. Als zij eenmaal hun voeten op dit pad gezet hadden, was het gemakkelijk voor Satan om hun tegenkanting tegen Christus te verstevigen. De woorden, die zouden moeten aangenomen geweest zijn als bewijs van Zijn goddelijkheid, werden tegen Hem uitgespeeld. Aldus verdraaiden zij de waarheid van God in een leugen, en hoe meer rechtstreeks de Heiland sprak tot hen in Zijn werken van barmhartigheid hoe meer zij beslist waren van het licht te weerstaan. Jezus zegde:"Ik neem geen eer van menschen; "Joh 5:41. Het was niet de invloed van het Sanhedrin dat Hij begeerde, het was ook hun goedkeuring niet, Hij kon geen eer krijgen uit hun goedkeuring. Hij was begiftigd met de eer en het gezag van 'de hemel. Had Hij moeten willen, dan zouden engelen hem komen eer betuigen. De Vader zou opnieuw getuigd hebben voor Zijn God zijn. Maar ten hunnen voordelen, voor het goed van de natie wiens leiders zij waren, wilde Hij dat de Joodse leiders Zijn karakter zouden kunnen onderscheiden, en de zegeningen ontvangen die Hij kwam brengen
"Ik ben gekomen in de naam Mijns Vaders, en gij neemt Mij niet aan; zoo een ander komt in Zijnen eigenen naam, dien zult gij aannemen. "Joh. 5 : 43. Jezus kwam door het gezag van God, Zijn beeld dragend, volbrengend Zijn woord, en Zijn eer zoekend; toch werd Hij niet aanvaard door de leiders van Israël; maar als anderen moesten komen, schijn gevend van het karakter van Christus, maar aangedreven door hun eigen wil en hun eigen eer zoekend, deze zouden zij aanvaarden. En waarom? Omdat hij, die zijn eigen eer zoekt beroep doet op de begeerte bij anderen om zichzelf te verheffen. Op deze oproepen konden de Joden antwoorden. Zij zullen de valse leeraren aanvaarden, omdat zij hun hoovaardij vleien door hun begeerte, opinies en tradities goed te keuren. Maar de onderrichtingen van Christus stemmen niet overeen met hun ideeën. Ze waren geestelijk en eisten het offer van zichzelf; daarom wilden zij deze niet aanvaarden. Zij waren niet bekend met God, en voor hen was Zijn stem als deze van een vreemde. Wordt hetzelfde niet herhaald in onze dagen? Zijn er niet veel religeiuse leiders, die hun hart verharden, tegen de Heilige Geest, het onmogelijk makend voor hen om de stem van God te herkennen? Verwerpen zij niet het het Woord van God, opdat zij hun eigen tradities zouden kunnen behouden? Want indien gij Mozes geloofdet , zoo zoudt gij Mij gelooven; want hij heeft van Mij geschreven. Maar zoo gij zijne schriften niet gelooft, hoe zult gij mijne woorden gelooven? "Joh 5 : 46,47. liet was Christus, die sprak tot Israël door Mozes. Als zij geluisterd hadden naar de goddelijke stem die tot hen sprak door hun grote leider dan zouden zij deze in de onderrichtingen van Christus herkend hebben. Hadden zij Mozes moeten geloven, dan zouden zij Hem geloven over wien Mozes schreef. Jezus wist dat de priesters en leiders beslist waren van Zijn leven te nemen; toch legde Hij duidelijk aan hen de eenheid tussen de Vader en tussen Hem uit, en Zijn relatie met de wereld. Zij zagen dat hun oppositie tegen Hem zonder excuus was, toch was hun haat tot moorden niet gedoofd. Vrees overviel hen, als zij de de overtuigende macht zagen die Zijn dienstwerk begeleidde. Maar zij weerstonden Zijn oproep, en sloten zichzelf op in de duisternis.
Zij hadden het glansrijk moeten afleggen om het gezag van Jezus omver te werpen, of om het respekt van het volk te vervreemden, want velen waren overtuigd door Zijn Woord. De leiders zelf hadden diepe veroordeling gevoeld als Ilij hun schuld voor hun geweten gebracht had. Maar dit alleen maakte hen nog haatdragender tegen Jezus. Zij waren beslist Zijn leven te nemen. Zij zonden boodschappers over gans de streek om het volk te waarschuwen tegen Jezus als zijnde een oplichter. Bespieders werden gezonden om Hem te bewaken en om verslag te geven
van wat Hij gezegd had. De kostbare Heiland stond nu zekerlijk in de schaduw van het kruis. Desire of Ages 201-213.
De Sabbat werd geheiligd bij de Schepping. Ingesteld voor de mens had hij zijn oorsprong als " toen de morgensterren te zamen vroolijk zongen, en al de kinderen Gods juichten?"Job 38:7. Vrede broedde over de wereld; want de aarde was in harmonie met de hemel. "En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, de zesde dag. "Gen 1 : 31. En Hij rustte in de vreugde van Zijn volbracht werk. Omdat God gerust had op de Sabbat, "heeft Hij hem gezegend en dien geheiligd. Afzonderlijk geplaatst om er een heilig gebruik van te maken. Hij gaf deze dag aan Adam als een dag van rust. Hij was een gedenkenis van het scheppingswerk, en aldus een teken van Gods macht in Zijn liefde. De Schrift zegt:"Hij heeft zijnen wonderen ene gedachtenis gemaakt. " Ps.111:4; Want zijne onzienlijke dingen worden van de schepping der wereld aan uit de schepselen verstaan en doorzien, beide zijne eeuwige kracht en goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn. Rom.1 20.
Alle dingen werden door de Zoon van God gemaakt. "In den beginne was het Woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. Joh 1:1-3. En daar de Sabbat een gedenkenis is van het werk van schepping is hij een teken van liefde en macht van Christus.
De Sabbat roept alle gedachten op naar de natuur, en brengt ons in verbinding met de Schepper. In het gezang van de vogel, het gesuis van de bomen en de muziek van de zee, kunnen wij steeds Zijn stem horen, die met Adam in Eden sprak in de koelte van de dag. En als wij Zijn macht aanschouwen in de natuur vinden wij troost, want het Woord dat alles tot stand bracht, is hetzelfde woord dat leven spreekt in de ziel. "Want God die gezegd heeft, dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is degene, die in onze harten geschenen heeft om te geven verlichting van de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus. " 2.Cor.4:6. Het was deze gedachte die dit gezang wakker riep : "Want Gij hebt mij verblijd, Heere, met uwe daden; ik zal juichen over de werken uwer handen. O Heere ! hoe groot zijn uwe werken, zeer diep zijn uwe gedachten. "Ps.92 : 6, 7. En de Heilige Geest verklaart door de profeet Jesaja : "Bij wien dan zult gij God vergelijken, of wat gelijkenis zult gij op Hem toepassen?... Weet gijlieden niet, hoort gij niet, is het u van den beginne aan bekend gemaakt, hebt gij op de grondvesten der aarde niet gelet? Hij is het die daar zit boven den kloot der aarde, en hare inwoners zijn als sprinkhanen; Hij is het, die de hemelen uitspant als eenen dunnen doek, en breidt ze uit als eene tent om te bewonen.... Bij wien dan zult gij lieden Mij vergelijken, dien Ik gelijk zij? zegt de Heilige. Heft uwe oogen op omhoog, en ziet, wie deze dingen geschapen heeft; die in getal hun heir voortbrengt, die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid zijner krachten en omdat Hij sterk van vermogen is : daar wordt er niet een gemist. Waarom zegt gij dan o Jakobien, spreekt, o Israël : Mijn weg is voor den Heer verborgen, en mijn recht gaat van mijnen God voorbij? Weet gij het niet, hebt gij niet gehoord, dat de eeuwige God, de Heere, de Schepper van de einden der aarde, noch moede noch mat wordt? ... gij welken Ik gegrepen heb van de einden der aarde, en uit hare bijzondersten geroepen heb, en zeide tot u : Gij zijt Mijn knecht, u heb Ik uitverkoren en heb u niet verworpen; vrees niet, want Ik ben met u; Wees niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand mijner gerechtigheid. "Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, al gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer; "Dit is de boodschap die in de natuur geschreven staat waartoe de Sabbat bestemd is om in gedachtenis te brengen. Als God Israël vroeg :Heilig Mijn Sabbat, dan zegde Hij "en heiligt Mijne Sabbatten, en zij zullen tot een teken zijn tusschen Mij en tusschen ulieden, opdat gij weet, dat Ik, de Heere, uw God ben. "Jes : 40 :18-29 :41 :10 :45 :22. Ez. 20 :20. De Sabbat was begrepen in de wet gegeven van op de Sinai; Maar hij was dan niet voor het eerst gemaakt als een rustdag. Het volk van Israël had er een begrip van vóór zij naar de Sinai kwamen . Op weg tot daar werd de Sabbat gehouden. Als er waren, die hem profeteerde dan berispte de Heer hen zeggende : "Hoelang weigert gijlieden te houden mijne geboden en mijne wetten? Ex; 16:28. De Sabbat was niet alleen voor Israël maar ook voor de wereld. Hij was bekend gemaakt aan de mens in Eden. En gelijk de ander voorschriften van de decaloog blijft hij een onvergankelijke verplichting. Van deze wet waarvan het vierde gebod een onderdeel vormt zegt Jezus :"Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan zal er niet ééne jota noch één titel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. "Matth. 5 : 18. Zolang als de hemelen en de aarde bestaan, zal de Sabbat in stand blijven, als een teken van de macht van de Schepper. Wanneer Eden opnieuw op de aarde zal bloeien, zal Gods heilige rustdag door allen geëerd worden onder de zon, "Van den eene Sabbat tot den anderen zullen de inwoners van de verheerlijkte nieuwe aarde opgaan" om aan te bidden voor mijn aangezicht, zegt de Heere. " Jes. 66 :23. Geen ander instelling, die aan de Joden was toevertrouwd, poogde zo sterk hen te onderscheiden van de omgevende naties als het was met de Sabbat, God wilde dat het onderhouden ervan hen zou kenmerken als Zijn aanbidders. Het was een teken van hun afscheiding van de afgoderij. en hun verbinding met de ware God. Maar om de Sabbat heilig te houden moest de mens zelf heilig zijn. Door het geloof moeten zij deelnemers zijn van de gerechtigheid van Christus. Als het gebod aan Israël gegeven werd : Gedenk den Sabbatdag dat gij dien heiligt"Ex. 20 : 8. zegde de Heer ook tot hen : "Gij zult Mij heilige lieden zijn". Ex.22 :31. Alleen aldus kon de Sabbat Israël onderscheiden als de aanbidders van God.
Als de Joden van God afweken, en faalden, van de gerechtigheid van Christus als hun gerechtigheid te maken door het geloof, dan verloor de Sabbat zijn betekenis voor hen. Satan zocht om zich te verheerlijken en de mens van Christus af te trekken, en hij werkte om de Sabbat te verderven, omdat hij een teken is van de macht van Christus. De Joodse leiders vervulden de wil van Satan door Gods rustdag te overladen met lastige eisen. In de dagen van Christus was de Sabbat zo verdorven, dat het onderhouden ervan eerder het karakter van zelfzuchtige en eigenmachtige mensen weergaf dan het karakter van de liefhebbende hemelse Vader. De rabbis stelden God voor als wetten gevend, die onmogelijk door de mens konden gehoorzaamd worden. Zij lieten het volk naar God opzien als naar een tyran, en deden hen denken dat het houden van de Sabbat, zoals Hij het eiste, de mens hard van hart maakte en wreed. Het was het werk van Christus om deze misopvatting weg te werken. Ofschoon de Rabbi’s Hem met en-. barmhartige vijandschap najaagden, liet Hij zelfs niet blijken dat Hij hen zou volgen in hun eisen, maar ging eerlijk vooruit, de Sabbat houdend volgens de wet van God.
Op een Sabbat, als de Heiland met Zijn discipelen terugkeerde van de plaats van aanbidding, kwamen zij door een veld van rijpend graan; Jezus had Zijn werk voortgezet tot laat op de dag, en als de discipelen door het veld gingen, begonnen zij de halmen te verzamelen en de korrels op te eten na ze in hun handen open gewreven te hebben. Op een andere dag zou deze handeling geen commentaar opgewekt hebben, want iemand die door de velden ging kon vrij verzamelen wat hij wenste te eten. Maar dit te doen op een Sabbat werd aanzien als een handeling van overtreding. Niet alleen was het verzamelen van graan een soort van oogsten, maar het wrijven in de hand was een soort van dorsen. Dus in het gedacht van de rabbis, was er een dubbele overtreding. Deut.23:24,25. De bespieders beklaagden zich seffens bij Jezus, zeggende :"Zie de discipelen, doen wat niet wettig is op de Sabbat. "Als Hij beschuldigd werd van het breken van de Sabbat te Betsede, verdedigde Jezus Zich door te beweren, dat Hij de Zoon is van God, en door te verklaren dat Hij in harmonie werkte met de Vader. Nu dat de discipelen aangevallen worden, haalt Hij aan Zijn toehoorders voorbeelden aan uit het oud testament Handelingen, die volbracht werden op de Sabbat door hen, die in dienst waren van God.
De priesters gingen er prat op de Schriften te kennen, en de Heiland antwoordde, zodat zij berispt werden voor hun onkunde van de Schrift. " Hebt gij ook dat niet gelezen, wat David deed, wanneer hem hongerde, en degene, die met hem waren? hoe hij ingegaan is in het Huis Gods, en de toonbroden genomen en gegeten heeft... welke niet zijn geoorloofd te eten dan alleen den priesteren? En Hij zegde hen :" De Sabbat is gemaakt om de mens niet de mensom de Sabbat. " "Hebt gij niet gelezen in de wet, dat de priesters de Sabbat ontheiligen en den tempel op de Sabbatdagen en nochtans onschuldig zijn ?En ik zeg u, dat een meerder dan de tempel, hier is. "Want de Zoon des menschen is een Heere ook van den Sabbat. " Matth.12:5-6 Marcus 2:27 - 28. Als het juist was voor David van zijn honger te voldoen door het eten van de broden die appart gezet waren voor heilig gebruik, dan was het juist voor de discipelen om aan hun behoeften te voldoen door granen te plukken op de heilige uren van de Sabbat. En de priesters deden ook groter werk op de Sabbat in de tempel dan op andere dagen. Hetzelfde werk voor zakelijke dingen zou zonde zijn. Maar het werk van de priesters was in de dienst van God. Zij volbrachten deze ritus die verwees naar de verlossende nacht van de Christus, en hun werk was in harmonie met het doel van de Sabbat. Maar nu was Christus zelf gekomen. De discipelen deden het werk van Christus en waren ingeschakeld in de dienst van God, en dat wat noodzakelijk was voor het volbrengen van dit werk was juist en mocht gedaan worden op de Sabbat.
Christus wilde leren aan Zijn discipelen en aan Zijn vijanden dat de dienst van God boven alles gaat. Het doel van het werk van God in deze wereld is de verlossing van de mens; daarom dat wat noodzakelijk is gedaan te worden op de Sabbat om dit werk te vervullen is in overeenkomst met de wet van de Sabbat. Jezus bekroonde dan Zijn argument door zichzelf de "Heer van de Sabbat te verklaren. Iemand die boven alle twijfel en boven alle wet staat. Deze oneindige Rechter spreekt de apostelen vrij van schuld, beroep doende op dezelfde inzettingen waarvan zij beschuldigd worden, dat zij deze overtreden hebben. Jezus liet de zaak niet voorbijgaan met een berisping voor de vijanden. Hij verklaarde dat in hun blindheid zij zelf het doel van de Sabbat verkeerd ingezien hadden. Hij zegde : Zo doch, zoo gij geweten had, wat het zij : Ik wil barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt de onschuldigen niet veroordeeld hebben.” Matth.12:7 . Hun vele harteloze riten konden het gemis niet goed maken van deze waarachtige getrouwheid en tedere liefde die altijd ieder karakter van de ware aanbidder van God zal kenmerken. Opnieuw herhaalde Christus de waarheid dat de offers in zichzelf geen waarde hadden. Zij waren een middel niet een doel. Hun doel was de mens naar de Heiland te achten, en aldus hem in harmonie te brengen met God. Het is de dienst van de liefde, die God naar waarde schat. Als deze ontbreekt, dan is het louter een kring van ceremonie wat een belediging is voor Hem. Zo gaat het ook met de Sabbat.
Hij was bestemd om de mens in vereniging met God te brengen; maar als de geest was ingenomen met moeizame riten, dan was het doel van de Sabbat gedwarsboomd. Het louter uiterlijk houden van de Sabbat was een spot
Op een andere Sabbat, als Jezus een synagoge binnenging, zag Hij daar een man met een dorre hand. De Farizeeërs bewaakten Hem met ongeduld om te zien wat Hij doen zou. De Heiland wist als Hij op de Sabbat genas, Hij aanzien zou worden als een overtreder, maar Hij aarzelde niet om de muur van traditionele eisen neer te halen die de Sabbat belemmert. Jezus vroeg aan de man van op te staan en dan vroeg Hij : " Is het geoorloofd goed te doen op de Sabbat dagen of kwaadte doen: eene mens te behouden of te doden? Het was een spreekwoord onder de Joden dat een gelegenheid om goed te doen, laten voorbijgaan, kwaad was, Een verwaarlozing om het leven te redden was doden. Aldus kwam Jezus op de eigen grond van de rabbis. "En zij zwegen stil. En als Hij hen met toorn rondom aangezien had, meteen bedroefd zijnde over de verharding van hun hart, zeide Hij tot den mensch : Steek uwe hand uit en hij strekte ze uit en zijn hand werd hersteld, gezond gelijk de andere" Mark. 3 : 4, 5. Als aan Hem gevraagd werd " Is het ook geoorloofd op de Sabbatdagen te genezen? antwoordde Jezus: Wat mensch zal er onder U zijn die een schaap heeft, en zoo dat op een en sabbatdag in een gracht valt, die hetzelve niet zal aangrijpen en uitheffen? Hoeveel gaat nu een mens een schaap te boven! Zoo is het dan op de sabbatdagen geoorloofd wel te doen. Matth.12:10-12. De bespieders durfden Jezus niet te antwoorden in het openbaar uit vrees van zichzelf in moeilijkheden te brengen. Zij wisten dat Hij de waarheid gesproken had. Liever dan hun tradities te overtreden, lieten zij een mens lijden, terwijl zij een redeloos dier zouden helpen, wegens het verlies dat de bezitter zou ondergaan. Dus werd groter zorg besteed aan een redeloos dier dan aan de mens, die gemaakt is naar het beeld van God. Dit illustreert de werking van alle valse religies. Zij hebben hun oorsprong in de begeerte van zichzelf te verheffen boven God, maar het resultaat is, dat de mens beneden het redeloos dier gesteld wordt. Ieder religie, die in opstand komt tegen de heerschappij van God, berooft de mens van de eer, die hij bezat bij de schepping, en die hersteld wordt voor hem door Christus. Iedere valse religie leert aan haar aanhangers van geen acht te slaan op de noden van de mens, zijn lijden en zijn rechten. Het evangelie plaatst een hoge waarde op de mens als de kostprijs van het bloed van Christus, en onderwijst een tedere in acht neming voor de behoeften en de weeën van de mens. De Heer zegt: "Ik zal maken dat een man dierbaarder zal zijn dan dicht goud en een mensch dan fijn goud van ofir. " Jes.13:12.
Als Jezus de Farizeeën opmerkzaam maakte op de vraag of het wettig was van goed te doen of kwaad op de Sabbat, om het leven te redden of te doden, confronteerde Hij hen met hun eigen boze opzetten. Zij stonden Hem naar het leven met een bittere haat, terwijl Hij het leven redde en geluk verschafte aan de menigte. Was het beter van te doden op de Sabbat, zoals zij van plan waren te doen? dan deze te genezen, die ziek waren, zoals Hij deed? Was het rechtmatiger van moord in het hart te hebben op Gods heilige dag dan liefde voor alle mensen, die uitdrukking vindt in daden van barmhartigheid?
In het genezen van de dorre hand, veroordeelde Jezus het gebruik van de Joden en liet het vierde gebod uitkomen zoals God het ingesteld had. "Het is wettig, van goed te doen op de Sabbat. " verklaarde Hij. Door de zinloze beperkingen van de Joden buiten te gooien, eerde Christus de Sabbat, terwijl deze, die Hem aanklaagden, Gods Heilige dag onteerden. Deze, die beweren dat Christus de wet afschafte, onderwijzen, dat Hij de Sabbat brak en da:, Hij Zijn discipelen verrechtvaardigde door hetzelfde te doen. Dus in feite nemen zij dezelfde grond als twistende Joden; Hierin spreken zij de getuigenis van Christus zelf tegen, die verklaarde: Ik heb Mijn Vaders geboden onderhouden, en blijf in Zijn liefde. "Joh. 15 : 10. Noch de Heiland noch Zijn volgelingen braken de wet van de Sabbat. Christus was een levendige vertegenwoordiger van de wet. Geen overtreding van Zijn heilige voorschriften werde gevonden in Zijn leven. Ziende op een natie, van getuigen die zochten om een gelegenheid te vinden om Hem te veroordelen, kon Hij ronduit zeggen: "Wie van u overtuigt mij van zonde?" Joh. 8 : 46.
De Heiland kwam niet om op zij te zetten wat Patriarchen en profeten gesproken hadden; want Hij zelf had gesproken doorheen deze vertegenwoordigers: Gans de waarheid van Gods woord kwam uit Hem voort. Maar deze onschatbare paarlen zijn gezet geweest in valse monturen. Hun kostbaar licht is gebruikt geweest om de dwaling te onderrichten. God wenste van ze te ontdoen van hun monturen van dwaling en van deze te vervangen door een weefwerk van waarheid. Dit werk kon alleen door een goddelijk hand volbracht worden. Door haar verbinding met de dwaling heeft de waarheid gediend in de zaak van de vijand van God en de mens. Christus was gekomen om haar te plaatsen, waar zij God zou eren, en redding zou uit werken voor het mensdom. De Sabbat is gemaakt om den mensch, niet de mensch voor de Sabbat" Marcus 2:27. zegde Jezus "De wetten, die God ingesteld heeft zijn voor het welzijn van het mensdom. "Want al deze dingen zijn om uwentwil" 2Cor. 4 : 15. " Hetzij Paulus hetzij Apollos hetzij Cefai, hetzij de wereld, hetzij leven, hetzij toekomende dingen, zij zijn alle uwe ; doch zij zijt van Christus, en Christus is Gods. "1.Cor.3:22, 23. De wet van de tien geboden, waarvan het vierde, deel uitmaakt, gaf God aan Zijn volk als een zegening. " En de Heere gebood ons te doen al deze inzettingen, om te vreezen den Heere, onzen God,' ons voor altoos ten goede, om ons in het leven te behouden, gelijk het te dezen dage is. "Deuter. 6 :24. En door de psalmist werd aan Israël de boodschap gegeven : "Dient den Heere met blijdschap, komt voor Zijn aangezicht met vrolijk gezang. Weet, dat de Heere God is; Hij heeft ons gemaakt en niet wij, zijn volk en de schapen zijner weide. "Ps.100:2, 3. " Gaat in Zijn poorten met lof, in zijne voorhoven met lof zang. 4. 4. leder die de Sabbat houdt
dat hij dien niet ontheiligt". verklaart de Heer : "die zal Ik ook brengen tot mijnen heiligen berg En ik zal hen verheugen in mijn bedehuis "Jes.56:6,7. "Daarom is de Zoon des mensen Heer over de Sabbat".
Deze woorden zijn vol onderrichten opbeuring. Omdat de Sabbat voor de mens gemaakt werd, is het de dag van de Heer. Hij behoort aan Christus toe. "Want alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt. dat gemaakt is. "Joh.1:2,3. Aangezien Hij alle dingen maakte, maakte Hij ook de Sabbat. Door Hem werd Hij afgezonderd als een gedenkenis van het scheppingswerk. Hij verwijst naar Hem als Schepper en als Heiligmaker. Hij verklaart, dat Hij die alle dingen maakte in de hemel en op de aarde, en door Wien alle dingen samen houden, het hoofd van de Kerk is, en dat door Zijn macht wij verzoend worden met God. Want sprekend van Israël, zegt Hij " Daartoe gaf Ik hun mijne sabbatten om een teken te zijn tusschen Mij en tusschen hen, opdat zij zouden weten, dat Ik de Heere ben, die hen heilig maak. Ez.20:12. Dan is de Sabbat een teken van Christus' macht om ons heilig te maken. En hij is gegeven aan allen die Christus heilig maakt. Als een teken van Zijn heilig makende macht, Is de Sabbat gegeven aan allen, die door Christus een deel worden van Het Israël van God. En de Heer zegt : "Indien gij uw voet van den Sabbat afkeert, van te doen uwen lust op mijnen heilige dag; en indien gij den Sabbat noemt een verlustiging, opdat de Heere geheiligd worde.... dan zult gij u verlustigen in den Heere. "Jes.58:13,14. Voor allen die de Sabbat als een teken van Christus' scheppings- en herscheppingskracht ontvangen, zal hij een verlustiging zijn. Christus erin ziende, verlustigen ze zich In Hem. De Sabbat richt hen naar de werken van schepping, als een bewijs van Zijn machtige macht in het verlossen. Als het in de geest de verloren vrede oproept van Eden, spreekt hij van de herstelde vrede door de Heiland. En ieder voorwerp in de natuur herhaalt Zijn uitnodiging : "Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en ik zal u rust geven. " Matth.11:28. Desire of Ages 281-89.
De waarde van de Sabbat als een middel van opvoeding is niet te schatten. Wat God ook vraagt van ons dat van ons is, Hij geeft het ons weder, verrijkt, herschapen, met Zijn heerlijkheid. De Tienden, die God vroeg aan Israël waren besteed om onder de mensen het patroom van Zijn tempel in de hemel in stand te houden, welke een teken was van Zijn tegenwoordigheid op de aarde. Zo ook wordt de tijd die God vraagt ons teruggegeven, met Zijn naam en Zijn zegel. "Het is een teeken tusschen mij en tusschen u lieden... opdat men wete, dat Ik de Heer ben; "Want in zes dagen heeft de Heer den hemel en aarde gemaakt, de zee en alles wat daarin is. en hij rustte den zevende dage : daarom zegende de Heere den Sabbatdag, en heiligde denzelven ". Ex.31:13; 20:11. De Sabbat is een teken van scheppende en herscheppende macht; Hij verwijst naar God als de bron van leven en kennis; hij roept in de geest de oorspronkelijke heerlijkheid van de mens en verwijst aldus naar de bedoeling van God om ons te herscheppen in Zijn eigen beeld.
De Sabbat en de familie werden op het zelfde ogenblik ingesteld in Eden, en in Gods doel zijn zij onafscheidelijk met elkander verbonden op deze dag meer dan op andere is het voor ons mogelijk om het leven te leven van Eden. Op deze dag meer dan op een andere, is het mogelijk voor ons om het leven van Eden te beleven. Het was het doel van God dat de leden van de familie verenigd waren in werk en studie in aanbidding en ontspanning de vader als priester van zijn huisgezin, en de vader en de moeder beiden als onderrichters en gezellen van hun kinders. Maar de gevolgen van de zonde, de conditie van leven veranderd hebbende, beletten voor een groot gedeelte deze vereniging. De vader ziet nauwelijks zijn kinderen gedurende de week. Hij wordt belet van in gezelschap te zijn van zijn kinderen en van hen te onderrichten. Maar Gods liefde heeft een beperking gesteld aan de eisen van het werk. Hij plaatst Zijn barmhartige hand over de Sabbat. Op Zijn eigen dag behoudt Hij voor de familie een gelegenheid tot vereniging met Hem, met de natuur, en met elkander. Aangezien de Sabbat een gedenkenis is van de scheppende macht, is hij de dag boven alle andere, waarop wij ons met God zullen bekend maken door Zijn werken. In de geest van de kinderen zal de gedachte van de Sabbat gebonden worden aan de schoonheid van de dingen in de natuur. Deze familie is gelukkig die op de Sabbat naar de plaats van aanbidding kan gaan zoals Jezus en Zijn discipelen naar de Synagoge gingen doorheen de velden, langs de boorden van het meer, of door de bossen. Gelukkig de vader en moeder, die hun kinderen kunnen onderrichten in Gods geschreven woord toegelicht in het boek van de natuur; die kunnen vergaderen onder de groene bomen, in de frisse open lucht, om het woord te bestuderen en om Gods lof te zingen.
In zulke bijeenkomsten kunnen de ouders hun kinders aan hun hart binden, en aldus ook aan God, door banden die nooit kunnen verbroken worden. Om het intellect te oefenen is de Sabbat een onschatbaar middel. Dat de Sabbatschoolles geleerd worde, niet door vlug een oog te slaan op Sabbatmorgen op de schriftteksten, maar door zorgzame studie voor de week die volgt, op die Sabbatnamiddag, gepaard met dagelijkse herziening of toelichting gedurende de week. Aldus zal de les in het geheugen geprent worden, als een schat die nooit verloren gaat. Bij het luisteren naar het sermoen, laat de ouders en de kinderen de teksten en de schrift uittreksels opschrijven en zoveel mogelijk de gedachtengang opnemen om aan elkander thuis te herhalen. Dit zal ertoe bijdragen om de vermoeidheid weg te nemen van de kinderen als zij naar een sermoen luisteren, en het zal aan allen een gewoonte aankweken van aandachtig te zijn en te volgen met de gedachten. liet overwegen van de thema’s aldus naar voor gebracht, zal aan de student schatten openen, waarvan hij niet had kunnen dromen. Hij zal in zijn eigen leven de realiteit beleven van de bevinding, waarvan staat in de schrift : " Als uwe woorden gevonden zijn, zoo heb ik ze opgegeten, en uw woord is mij geweest tot vreugde en tot blijdschap mijns harten; want ik ben naar uwen naam genoemd o Heere, God der heirscharen. "Jer. 15 : 16. "En ik zal mij vermaken in uwe geboden, die ik liefheb. Ps.119:47. "Zij zijn begeerlijker dan fijngoud…. ja, dan veel fijn goud... Ook wordt uw knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het houden van die is grote loon' Ps.19:11,12. Education 250-52.
De derde engelenboodschap laat de Sabbat van het vierde gebod, naar voorbrengen en deze waarheid moet aan de wereld verkondigd worden; maar het grote centrum van aantrekking moet Jezus Christus zijn, en mag niet weggelaten worden uit de derde engelen boodschap... De zondaar moet altijd kunnen opzien naar Kalvarie: en met eenvoudig geloof van een klein kind, moet hij rusten in de verdiensten van Christus, Zijn gerechtigheid aanvaardend en in Zijn barmhartigheid geloven De arbeiders in de zaak van de waarheid, moeten de gerechtigheid van Christus verkondigen. Evangelisme 184-85.
De Heer heeft een speciale boodschap voor Zijn gezanten om te verkondigen. Zij moeten het volk waarschuwen, hen oproepend om de breuk, die gemaakt geweest is door het pausdom in de wet van God te herstellen. Men heeft iets onbeduidends gemaakt van de Sabbat, een onbelangrijke vereiste, die een menselijk gezag kan opzij zetten. De heilige dag van de Heer is veranderd geweest in een gewone werkdag. De mens heeft Gods gedenkenis naar beneden gehaald, door een valse rustdag in de plaats te stellen.
De laatste boodschap, die gegeven wordt aan de wereld is de mens te laten zien, welk een belang God hecht aan Zijn wet. De waarheid moet zo tenvolle verkondigd worden, dat geen enkele overtreder, er naar luisterend, te verontschuldigen zal zijn als hij het belang niet onderscheidt van de gehoorzaamheid aan Gods wet.
Ik ben ingelicht te zeggen, verzamel uit de schriften de bewijzen dat God de zevende dag geheiligd heeft, en laat deze bewijzen gelezen worden voor de vergadering. Laat deze, die de waarheid nog niet gehoord hebben, getoond worden, dat allen, die afzijdig staan tegenover " zo zegt de Heer", het resultaat moeten ondergaan van hun houding. In alle tijden is de Sabbat een test geweest van trouw aan God. "Het is een teken tussen Mij en de kinderen van Israël voor altijd. "verklaart de Heer. Het licht in verband met de bindende eisen van de wet moet overal verkondigd worden. Het moet een beslissende kwestie zijn. Het zal de wereld op de proef zetten en testen. Evangelisme 225-226.
De engel voerde mij spoedig van de aarde naar de Heilige stad. In de stad zag ik een tempel, waarin ik binnenging. Ik ging door een deur, vóór ik aan de eerste voorhang kwam. Deze was opgeheven, en ik trad binnen in het heilige. Hier zag ik het altaar van het reukwerk, de kandelaar met de zeven lampen, en de tafel, waarop de toonbroden lagen. Nadat ik de heerlijkheid van het heilige aanschouwd had hief Jezus het tweede gordijn op en ging binnen In het Heilige der Heiligen. Daar zag ik een ark; de bovenkant en de zijkanten waren van zuiver goud. Aan ieder uiteinde van de ark was een liefelijke cherubijn die zijn vleugels eroverheen spreidde. Hun aangezichten waren naar elkander gericht. Zij keken naar beneden. Tussen de engelen was een gouden wierookvat. Boven de ark waar de engelen stonden was een uitnemend groot schitterend licht van glorie, dat de indruk gaf de troon van God te zijn, waar Hij verbleef. Jezus stond bij de ark, en als de gebeden van de heiligen naar Hem opstegen, begon de wierook in het vat te roken en Hij offerde hun gebeden op met de rook van de wierook aan de Vader. In de ark was de gouden pot met manna, en de staf van Aëron, die gebloeid had, en de tafels van steen, die samenvouwden gelijk een boek. Jezus opende hen, en ik zag de tien geboden, geschreven met de vinger van God. Op een tafel waren vier en op de andere zes geboden geschreven. De vier op de eerste tafel schenen glanzender dan de andere zes. Maar het vierde, het Sabbat-gebod, scheen glanzender dan de andere. Want de Sabbat was afgezonderd geplaatst om gehouden te worden tot eer van Gods heilige naam, De heilige Sabbat scheen heerlijk een cirkel van heerlijkheid omringde hem. Ik zag dat de Sabbat niet aan het kruis genageld was. Indien dit het geval was, dan zouden ook de andere geboden aan het kruis genageld zijn. En dan zouden wij ze vrij mogen verbreken, zowel als het vierde gebod. Ik zag dat God de Sabbat niet veranderd had, want Hij verandert nooit.. Maar de paus heeft de zevende dag overgebracht naar de eerste, want hij zou tijden en wetten veranderen. Dan.7:25.
En ik zag, dat indien God de zevende dag zou veranderd hebben in de eerste, Hij ook de tekst op de tafelen zou veranderd hebben, die nu in de ark zijn in het heilige der heiligen van de tempel in de hemel; en dan zou er te lezen staan: "De eerste dag is de Sabbat van de Heer uw God. " Maar ik zag dat hetzelfde geschreven was dan op de tafels van steen door de vinger van God geschreven en aan Mozes overgedragen op de Sinai. "Maar de zevende dag is de Sabbat van de Heer uw God. " Ik zag dat de heilige Sabbat is en blijven zal, de scheidingsmuur tussen het ware Israël van God en de ongelovigen; en dat Hij de grote kwestie is om de harten van Gods dierbare wachtende heiligen te verenigen. Early Writings 32-33.
Ik werd opgenomen naar de stad van de levende God. Dan werd mij getoond dat de geboden van God en het getuigenis van Jezus Christus in verband met de gesloten deur niet konden van elkander gescheiden worden en dat de tijd waarop de geboden van God zullen schijnen met al hun belang en voor Gods volk om beproefd te worden in verband met Sabbat waarheid, was als de deur geopend werd in het heilige der heiligen in het hemels heiligdom, waar de ark verblijft, waar de tien geboden ingesloten zijn. Die deur werd niet geopend totdat het middelaarschap van Jezus geëindigd was, in het heilige van de tempel in 1844. Dan stond Jezus op en sloot de deur van het heilige en opende de de deur in het heilige der Heiligen, en ging binnen in door het tweede voorhang waar Hij nu staat bij de ark, en waar het geloof van Israël nu henen reikt.
Ik zag dat Jezus de deur gesloten had van het heilige, en dat geen mens die kon openen; en dat Hij deze van het Heilige der Heiligen geopend had, "en niemand kan die sluiten "Op.3:7-8. En dat, sinds Jezus de deur geopend heeft naar het heilige der Heiligen, waarin de ark staat, de geboden geschenen hebben op het volk van God, en dat zij getest worden op de kwestie van de Sabbat.
Ik zag dat de huidige test nopens de Sabbat niet kon komen tot dat het middelaarschap van Jezus in de Heilige plaats geëindigd was en Hij overgegaan was doorheen het tweede voorhangsel; daarom christenen die in de slaap overgegaan zijn vóór de deur geopend was in het heilige der Heiligen, als de middernachtelijke roep beëindigd was, op de zevende maand 1844, en die de ware Sabbat niet gehouden hebben, dat zij nu rusten in hoop; want zij hadden het licht in de test nopens de Sabbat niet, die wij nu hebben sinds dat de deur geopend is. Ik zag dat Satan sommige uit Gods volk bekoorde op dit punt. Omdat zovele goede Christenen in slaap zijn bij de triomf van het geloof en die de ware Sabbat niet gehouden hebben, twijfelen ze eraan of dit nu een test is voor ons. De vijanden van de huidige waarheid hebben gepoogd om de deur van het heilige te openen, die Jezus gesloten had, en van de deur van het heilige der Heilige te sluiten, die Jezus geopend had in 1844, waar de ark is, die de twee stenen tafelen bevat, waarop de tien geboden geschreven staan met de vinger van Jehova. en van hen te doen twijfelen. IK zag een bedekking d2 God over Zijn volk trok om hen te beschermen in de tijd van benauwdheid; en iedere ziel, die beslist was nopens de waarheid en rein van hart was, dat hij bedekt werd met de bescherming van de Almachtige.
Satan wist dit en hij werkte met een machtige kracht om de geest van zoveel mogelijk mensen te doen twijfelen en de waarheid te ontbinden. Ik zag dat het mysterieus geklop in New York en op andere plaatsen uit de macht van Satan voortkwam, en dat zulke dingen meer en meer zouden voorkomen, gehuld in een kleed van godsdienst om de bedrogenen in een groter schijn van veiligheid te hullen en de geest van Gods volk, indien mogelijk, naar deze dingen te trekken en hen te doen twijfelen nopens de lering en de macht van de heilige Geest.
Ik zag dat Satan werkzaam was op verschillende manieren. Hij werkte door predikanten die de waarheid verworpen hadden en die aan sterk bedrog overgeleverd waren zodat zij een leugen zouden geloven om veroordeeld te worden. Als zij aan het bidden waren of predikten zouden sommigen neervallen in hulpeloosheid niet door de macht van de Heilige Geest, maar door de macht van Satan, geblazen op deze agent en door hem op het volk. Terwijl zij aan het prediken bidden of spreken waren, gebruikten sommige belijdende adventisten, die de huidige waarheid verworpen hadden, mesmerisme om hun aanhangers te winnen, en het volk zou zich verheugen in deze invloed, want zij dachten dat het de Heilige Geest was. Sommigen,, die dit gebruikten waren zo in de duisternis en in het bedrog van de duivel, dat zij dachten dat het de macht van God was, hen gegeven om uit te oefenen. Zij hadden van God iemand gemaakt als dat zij zelf zijn en hadden Zijn macht aanzien als iets van niets.
Sommigen van deze agenten van Satan maakten de lichamen van de heiligen ziek, deze die hij niet kon verleiden en aftrekken van de waarheid door Satanische invloeden. Ooh, dat allen het mogen zien zoals God het mij geopenbaard heeft, opdat zij mogen weten en meer kennen in verband met de listen van Satan en opdat zij mogen op hun hoede zijn! Ik zag dat Satan aan het werk was op deze wijze om te verstrooien, te verleiden en Gods volk af te trekken, juist nu in deze verzegelingstijd. Ik zag er die niet onbuigzaam stonden voor de waarheid. Hun knieën beefden, en hun voeten gleden uit, omdat zij niet vast geplant waren in de waarheid, en het deksel van de Almachtige God kon over hen niet getrokken worden terwijl zij zo aan het beven waren.
Satan gebruikte al zijn kunsten om hen te houden waar zij waren, totdat de tijd van de verzegeling zou voorbij zijn, totdat de bescherming over Gods volk geplaatst was, en zij zonder een bescherming achtergelaten werden tegenover de brandenden toorn van God in de zeven plagen. God is begonnen met Zijn bedekking over Gods volk te halen
en het zal spoedig getrokken zijn over allen, die een beschutting nodig hebben in de dag van slachting. God zal machtig werken voor zijn volk; en Satan zal toegelaten worden om ook te werken. Ik zag dat de geheimzinnige tekenen en wonders en de valse reformaties zouden groeien en zich verspreiden. De reformaties die mij getoond werden waren geen reformaties van de dwaling naar de waarheid. Mijn begeleidingsengel bad mij te zien naar welk een inspanning er moest gedaan worden voor de zondaars. Ik keek maar kon het niet zien; want de tijd van hun redding was voorbij. Early Writings. 42-43.
Ik heb gezien hoe de blinde leiders werkzaam waren om zielen zo blind te maken als zij zelf waren, maar weinig beseffend wat over hen hangt. Zij verheffen zichzelf tegen de waarheid en als ze triomfeert, werden velen verward die op deze onderrichters gezien hebben als op mannen van God en naar hen gegaan zijn om licht te ontvangen. Zij vragen aan deze leeraars verantwoording nopens de Sabbat, en zij, met het doel van zich van de Sabbat af te maken, antwoordden hen daarop.,Ik zag dat er geen ware eerlijkheid gekozen werd in het nemen van de vele stellingen, die genomen werden tegen de Sabbat. Het voornaamste doel is van de Sabbat van de Heer te omzeilen en een andere dag te houden dan deze die door Jehova geheiligd werd. Als zij van de ene positie weggedreven worden, dan nemen zij een andere aan, zelfs een positie, die zij zelf juist vooraf als ongezond veroordeeld hadden. Gods volk komt in eenheid van geloof. Dezen die de Sabbat van de Bijbel houden zijn verenigd in hun meningen nopens de bijbelwaarheid. Maar deze, die zich verzetten tegen de Sabbat bij het adventvolk zijn onenig en zonderling verdeeld. De ene komt naar voor in tegenkanting met de Sabbat en verklaart dat hij zus en zo is en om te besluiten verklaart hem afgeschaft. Maar als zijn pogingen de zaak niet tot rust brengen, en als de Sabbatkwestie voortgang maakt en de kinderen van de Heer hei meer aanvaarden, komt een andere naar voor om hem ten val te brengen. Maar bij het naar voorbrengen van zijn stand punt van de Sabbat te laten opzij liggen vernietigt hij volkomen de argumenten van deze, die het eerst inspanningen deed tegen de waarheid, en brengt theorie naar voor in tegenstelling met de zijne en met de onze. Zo is het ook met de derde en de vierde;maar geen enkele van hen hebben het zoals het staat in het Woord van God: "De zevende dag is de Sabbat van de Heer uw God."
Zulk danige zag ik, hebben een vleselijke geest, daarom zijn zij niet onderdanig aan de heilige wet van God. Zij zijn het niet eens onder elkaar, toch werken ze hard met hun gevolgtrekkingen om de Schriften uiteen te rukken en een bres te leggen in de wet van God, van te veranderen, af te schaffen, of iets te doen met het vierde gebod eerder dan het te onderhouden. Zij wensen van de kudde tot zwijgen te brengen, over deze kwestie; daarom handelen zij over iets met de hoop dat het hen zal tot rust brengen en dat er velen van hun volgelingen zo weinig de bijbel onderzoeken dat hun leiders gemakkelijk de dwaling als waarheid kunnen laten voorkomen, en zij nemen het aldus aan, niet verder ziende dan hun leiders. Er moet een groot werk gedaan worden voor Gods volk vooraleer zij zullen kunnen stand houden in de strijd op de dag des Heeren. Ik werd verwezen naar deze, die zich adventisten noemen, maar die de huidige waarheid verwerpen, en zag dat zij verbrokkeld waren en dat de hand van de Heer in hun midden was om hen te verdelen en te verspreiden nu in de tijd van verzameling, zo dat de kostbare juwelen onder hen, die vooraf bedrogen geweest zijn, hun ogen mogen openen om hun ware toestand te zien. En nu als de waarheid voor hen voorgesteld wordt door de boodschappers van de Heer, zijn zij bereid om te luisteren, en haar schoonheid en harmonie te ontdekken, en om hun vroegere gezellen en dwalingen achter te laten, en de waarheid te omhelzen en te staan waar zij hun positie kunnen bepalen. Ik zag dat deze, die de Sabbat van de Heer tegenstaan, de bijbel niet konden nemen en tonen dat onze positie onjuist is; daarom willen zij dezen belasteren, die geloven en de waarheid onderwijzen en willen zij hun karakter aanvallen. Vele die eens gewetensvol en Godlievend waren en Zijn woord beminden zijn zo verhard geworden door het verwerpen van het licht van de waarheid, dat zij niet aarzelen van op een boze manier deze, die de Heilige Sabbat lief hebben mis te interpreteren en valselijk te beschuldigen, alsof zij door dit te doen de invloed van dezen, die zonder vrees de waarheid spreken kunnen verminderen. Maar deze dingen zullen het werk van God niet verhinderen. Integendeel, de richting gevolgd door dezen, die de waarheid haten zal voor velen een middel zijn om hun ogen te openen. Ieder juweel zal eruit gebracht worden en vergaderd, want de hand van de Heer is geplaatst om het overblijfsel te bedekken van Zijn volk, en Hij zal Zijn werk volbrengen op een glorievolle wijze. Wij die de waarheid geloven moeten zeer zorgzaam zijn om geen gelegenheid te geven, dat er kwaad gesproken wordt over onze goede daden. Wij zouden moeten weten, dat iedere stap die wij doen in overeenstemming is met de Bijbel; want dezen, die de geboden haten, zullen triomferen over onze misstappen en fouten, zoals de bozen deden in 1843.
Ik zag de schoonheid en de liefelijkheid van Jezus. Als ik Zijn heerlijkheid aanschouwde, kon de gedachte niet in mij opkomen, dat ik Hem ooit kon verlaten en uit Zijn tegenwoordigheid weg gaan. Ik zag een licht dat van de heerlijkheid kwam, die de Vader omgeeft, en als het nader kwam bij mij, beefde mijn lijf en schudde gelijk een riet. Ik dacht dat als het nader kwam ik uit mijn bestaan zou genomen worden, maar het licht ging mij voorbij. Dan kon ik een gedacht hebben van de grote en verschrikkelijke God, met wien wij te doen hebben. Ik zag dan welke vage opvattingen sommige hebben van de heiligheid van God en hoewel zij Zijn heilige en eerbiedwaardige naam ijdel gebruiken, zonder zich te vergewissen dat het God is, de grote en verschrikkelijke God, van wien zij spreken. In het gebed gebruiken velen zorgeloze en oneerbiedige uitdrukkingen die de tedere Geest van de Heer kwetsen en een oorzaak zijn dat hun vragen uit de hemel gedreven worden. Ik zag ook dat velen niet wisten wat zij zijn moeten om te kunnen leven in het zicht van de Heer zonder een Hoge priester in het heiligdom gedurende de tijd van benauwdheid. Deze, die het zegel van de levende God ontvangen en beschut zijn in de tijd van benauwdheid moeten het beeld van Jezus volkomen weerspiegelen. Ik zag dat er velen de voorbereiding verwaarloosden, die zo noodzakelijk is en wachten op de tijd van "verfrissing" en de "late regen" om hen voor te bereiden om stand te houden op de dag van de Heer en te leven in Zijn aanblik!
Zij hebben de noodzakelijke voorbereiding verwaarloosd; daarom kunnen zij de verfrissing, die allen moeten hebben om zich gereed te maken om te kunnen leven in het zicht van de Heilige God, niet ontvangen. Deze, die weigeren van bewerkt te worden door de profeten en hun ziel niet reinigen door te gehoorzamen aan gans de waarheid, en die bereid zijn van te geloven dat hun toestand veel beter is dan hij werkelijk is, zullen in de tijd komen van het vallen van de plagen en zien dat zij moeten gehouwen en gevierkant worden voor het gebouw. Maar dan zal er geen tijd meer zijn om het te doen en geen Middelaar om te pleiten voor hun zaak voor de Vader. Vóór deze tijd is de te vrezen plechtige verklaring gehoord: "Die onrecht doet, dat hij onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde, en die rechtvaardig is dat hij nog gerechtvaardigd worde; en die heilig is dat hij nog geheiligd worde". Ik zag dat niemand de verfrissing kon bekomen tenzij zij de overwinning behaald hadden over iedere overtreding, over hovaardij en zelfzucht, liefde voor de wereld, en over ieder kwaad woord en handeling. Wij moeten daarvoor dichter en dichter bij de Heer komen, en ernstig zoeken naar deze voorbereiding, die nodig is om ons in staat te stellen om stand te houden in de strijd op de dag van de Heer. Dat allen gedenken, dat God heilig is en dat niemand anders dan heilige wezens in Zijn tegenwoordigheid kunnen verkeren. Early Writings 68 - 71.
De wil van God, die zo duidelijk geopenbaard wordt in Zijn woord, wordt overdekt met dwalingen en tradities, die geleerd worden als zijnde de tien geboden. Ofschoon dit hemeltergende bedrog geduld zal worden tot de tweede komst van Jezus, toch is God niet zonder getuigen geweest in al deze duistere tijden van dwaling en bedrog. temidden van de duisternis en vervolging van de kerk zijn er altijd trouwe gelovige personen geweest, die al de geboden van God onderhouden hebben. Ik zag dat het engelenheir verwonderd was als zij het lijden en de dood van de koning van heerlijkheid zagen. Maar ik zag dat het geen wonder was voor hen dat de Heer van leven en heerlijkheid, Hij, die gans de hemel vulde met vreugde en schittering, dat hij de banden van de dood zou breken, en vanuit Zijn gevangenisoord als een overwinnaar zou triomferen. Daarom, als een van deze gebeurtenissen herdacht worden door een dag van rust is het de kruisiging. Maar ik zag dat geen van deze gebeurtenissen bestemd waren om Gods wet te veranderen of af te schaffen; in tegendeel, zij geven het sterkste bewijs van de onveranderbaarheid.
Beide belangrijke gebeurtenissen hebben hun gedenkenis. Door deel te nemen aan de maaltijd van De Heer, aan het gebroken brood en de wijn tonen wij de dood van de Heer totdat Hij wederkomt. De taferelen van Zijn lijden en dood worden aldus fris in de geest gebracht. De verrijzenis van Christus wordt herdacht door het feit dat wij begraven worden met Hem door het doopsel en oprijzen uit het watergraf, in gelijkheid met Zijn verrijzenis, om in nieuwheid van leven te leven.
Ik zag dat de wet van God voor altijd zou stand houden, en bestaan op de nieuwe aarde voor alle eeuwigheid. Bij de schepping, els de grondslag van de aarde gelegd werd, keken de zonen van God met bewondering op het werk van de Schepper, en gans het hemelse heir juichte van vreugde. Het was dan dat de grondslag van de Sabbat werd gelegd. Bij het einde van de zes scheppingsdagen rustte God op de zevende dag van al zijn werk, dat Hij gemaakt had. De Sabbat was ingesteld in Eden voor de val, en werd gehouden door Adam en Eva, en gans het hemelse heir. God
rustte op de zevende dag, en zegende deze en heiligde deze. Ik zag dat de Sabbat nooit zou weggedaan worden, maar d, dat de verloste heiligen, en gans het engelenheir hem zullen onderhouden ter eere van de grote Schepper voor alle eeuwigheid. Eáry Writings 216-17.
Als de bediening van Christus afsloot in het heilige, en Hij overging naar het Heilige der Heiligen, en voor de ark stond, die wet van God bevatte, zond Hij een andere machtige engel met een derde boodschap naar de wereld. Een rol werd in de hand van de engel gelegd, en als hij nederdaalde op de aarde in macht en majesteit, verkondigde Hij een te vrezen waarschuwing, met de meest verschrikkelijke dreiging, welke ooit op de mens viel. Deze boodschap had tot doel van de kinderen van God op hun hoede te houden, door hen het uur van de bekoring en van de angst te tonen wat voor hen lag. De engel zegde : "Zij zullen in enge strijd gewikkeld worden met het beest en zijn beeld. Hun enige hoop van eeuwig leven is van standvastig te blijven. Ofschoon hun leven op het spel staat, moeten zij de waarheid standvastig vast houden. De derde engel sluit zijn waarschuwing aldus : "Uier is de lijdzaamheid der Heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus . "Op. 14 : 12. Als hij deze woorden herhaalde, wees hij naar het hemelse heiligdom. De geest van allen, die deze boodschap omarmd hadden, was gericht naar het heilige der heiligen, waar Jezus voor de ark stond, zijn eind tussenkomst makend voor allen voor wie barmhartigheid steeds voortduurt, en voor dezen , die zonder het te weten de wet van God overtreden hebben. Deze verzoening werd gemaakt voor de rechtvaardige doden zowel als voor de rechtvaardige levenden. Ze omvat allen, die gestorven zijn vertrouwend in Christus, maar die, het licht niet ontvangen hebben op Gods gebod, onwetend gezondigd hebben door zijn voorschrift te overtreden.
Nadat Jezus de deur geopend had van het heilige der heiligen, werd het licht van de Sabbat gezien, en het volk van God werd getest, als de kinderen van Israël getest werden, om te zien of zij Gods wet zouden houden. Ik zag hoe de derde engel naar boven wees, van de ontgoochelden de weg tonend naar het heilige der heiligen van het heiligdom. Als zij in het geloof het heilige der heiligen binnen gingen, vinden zij Jezus, en hoop en vreugde sprong opnieuw op. Ik zag hen naar achter zien, het verleden herziende, vanaf de verkondiging van de tweede komst van Jezus, doorheen de bevindingen van de tijd die voorbijging en 1844. Zij zien hun ontgoocheling uitgelegd, en vreugde en zekerheid bezielde hen opnieuw. De derde engel heeft het verleden verlicht, het heden en de toekomst, en zij weten dat God hen toch geleid heeft door zijn mysterieuze voorzienigheid.
Het werd aan mij voorgesteld lat de overblijvenden Jezus volgden in het heilige der heiligen en de ark aanschouwden en het verzoendeksel,en ingenomen waren met de heerlijkheid ervan. Jezus dan hief het deksel, op van de ark en zie! de tafels van steen, met de tien geboden geschreven door Hem. Zij gingen de levende orakels na en zagen met vrees achteruitdeinzend dat het vierde tussen de heilige voorschriften met een lichtende glans scheen dan de negen andere, en een cirkel van licht omgaf het gebod. Zij vonden niets dat hen aantoonde dat de Sabbat afgeschaft was, of veranderd in de eerste dag van de week. Het gebod was geschreven zoals het uitgesproken werd op de Sinai... (zie hoger) Ik zag de wierook van het vat roken als Jezus hun belijdenis en gebeden offerde aan Zijn Vader. En als het opsteeg rustte een schitterend licht op Jezus en op het verzoendeksel; en de ernstig biddende die verward waren wegens het feit dat zij zich ontdekten als overtreders van de wet, werden gezegend, en hun aangezicht glansde met hoop en vreugde. Zij sloten zich aan, in het werk van de derde engel en lieten hun stem horen om de plechtige waarschuwing te verkondigen, en zij eerden God door Zijn Heilige dag te houden. Velen, die de derde engelen boodschap aanvaardden, hadden geen bevinding in de twee eerste. Satan verstond dit, en zijn kwaad oog was op hen gericht om hen te overkomen; maar de derde engel richtte hen naar het heilige der Heiligen en deze, die een bevinding gehad hadden in de vorige boodschappen toonden hen de weg naar het hemelse heiligdom. Deze boodschap werd mij getoond als een anker voor het volk van God. Deze, die begrepen en haar ontvingen zullen afgehouden worden van de vele verleidingen van Satan.
Na de grote teleurstelling in 1844, legden Satan en zijn engelen strikken om het geloof van het lichaam van de kerk te ontbinden. Hij bedierf de geest van personen, die een bevinding gehad hadden in de boodschappen, en die een schijn van nederigheid hadden. Sommigen wezen naar de toekomst voor het vervullen van de eerste en tweede engelenboodschap, terwijl anderen deze in het verleden plaatsten, verklarend dat ,zij vervuld waren. Ze kregen een invloed op de geest van de onervarenen en ontbonden hun geloof. Sommigen zochten in de Bijbel om een geloof op te bouwen uit henzelf, onafhankelijk van het lichaam. Satan verheugde zich in al dit; want hij wist dat hij dezen die zich lostrokken van het anker kon verderven met meerdere dwalingen en kon laten wegdrijven met meerdere winden van leer. Velen, die leiders geweest waren in de eerste en tweede engelenboodschap, ontkenden ze nu en er was verdeeldheid en verwarring doorheen het lichaam. Early Writings 254-57.
De geest van toegeving aan het heidendom opende de weg voor een steeds verdergaande veronachtzaming van de autoriteit van de hemel. Satan, werkend doorheen ontoegewijde leiders van de kerk, knoeide zo met het vierde gebod, en poogde de oude Sabbat opzij te zetten, de dag die God gezegend en geheiligd had (Gen.2:2 en 3.) en in plaats ervan het feest, dat door de heidenen gehouden werd als de eerbiedwaardige dag van de zon te verheffen. Deze verandering werd niet in het begin openlijk aangenomen. In de eerst tijden werd de ware Sabbat gehouden door alle christenen. Zij verdedigden de eer van God, en gelovend dat Zijn wet onveranderbaar was behielden zij ijverig de heiligheid van dit voorschrift. Maar met grote subtiliteit werkte Satan door zijn agenten om zijn doel ten uitvoer te brengen, opdat de aandacht van het volk op de Zondag mocht getrokken worden, werd er een feest van gemaakt ter ere van de verrijzenis van Christus. Religieuze diensten werden op die dag gehouden; toch werd hij als een dag van ontspanning beschouwd, terwijl Sabbat steeds heilig gehouden werd. Om de weg te openen voor het werk, dat hij zich voornam te vervullen, leidde Satan de Joden, vóór de komst van Christus, van de Sabbat te overladen met strikte exactheid, van het onderhouden ervan een last makend. Nu voordeel trekkend uit het valse licht, waarin hij veroorzaakte dat hij zou aanzien worden, legde hij er minachting op als zijnde een Joodse instelling. Terwijl de Christenen in het algemeen de Zondag als een vrolijke feestdag aanzagen, leidde hij hen eerst om hun haat tegen het judaisme te uiten, de dag van de Sabbat als een vasten -en dag van droefheid en duisternis te aanzien.
In de eerste helft van de vierde eeuw liet Keizer Konstantijn een de kreet uitvaardigen om van de Zondag een feest te maken voor gans het Romeinse rijk, de dag van de zon werd vereerd door zijn heidense onderdanen en was geëerd door christenen; het was het doel van de keizer van de in strijd zijnde belangen van heidendom en christendom te verenigen. Hij werd gedrongen dit te doen door de bisschoppen van de kerk, die geïnspireerd door ambitie en dorst naar macht, ontwaarden, dat als dezelfde dag gehouden werd door de heidenen en door de christenen, de naam van christen door de heidenen gemakkelijker zou aanvaard worden, en aldus de macht en de glorie van de kerk zou bevorderen. Maar als er veel God-vrezende christenen stapsgewijze ertoe geleid werden van de Zondag te aanzien als een grad van heiligheid hebbend, hielden zij nog steeds getrouw de ware Sabbat als de heilige dag van de Heer en onderhielden hem in gehoorzaamheid aan het vierde gebod. De aartsbedrieger had zijn werk nog niet gans voltooid. Hij was van plan van de Christelijke wereld onder zijn banier te scharen en zijn macht uit te oefenen door zijn vice regent, de trotse pontifex, die beweerde de vertegenwoordiger van Christus te zijn. Door half bekeerde heidenen, ambitieuze prelaten, en wereld beminnende kerkleden verwezenlijkte hij zijn doel. Er werden omvangrijke concilies gehouden van tijd tot tijd, waarin de hoogwaardigheidsbekleders van de kerk verenigd werden van de ganse wereld. In bijna ieder concilie werd de Sabbat, die God ingesteld had naar beneden gehaald, terwijl de Zondag daartegenover verheven werd. Aldus werd het heidense feest ten laatste geëerd als een goddelijke instelling, terwijl de Bijbelse Sabbat werd uitgesproken als een overblijfsel van het judaïsme, en het onderhouden ervan als vervloekt werd aanzien. De grote apostaat was erin geslaagd van zichzelf te verheffen "boven alles wat God genaamd of als God geëerd wordt, alzoo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertoonende, dat hij God is. " 2.Thess.2:4. Hij had het aangedurfd van het enige voorschrift van de goddelijke wet, dat zonder fout gans het mensdom verwijst naar de ene ware en levende God te veranderen. In het vierde gebod, is God geopenbaard als de Schepper van de hemel en de aarde, en is daarbij onderscheiden van alle valse goden. Hij was als een gedenkenis van de schepping, dat de zevende dag geheiligd werd als een rustdag voor de mens. Hij had de bedoeling van de levende God immer voor ogen te houden als de bron van leven en het voorwerp van eerbied en aanbidding. Satan streeft ernaar om de mens af te wenden van zijn trouw aan God, en van zijn gehoorzaamheid schenken aan Zijn wet. Daarom leidt hij zijn kracht speciaal tegen dat gebod dat wijst naar God als de Schepper. De protestanten beweren nu ook dat de opstanding van Christus op een Zondag , van deze de christelijke Sabbat maakt. Maar de Schrift bewijst het tegenovergestelde. Er werd zulk geen eer gegeven aan deze dag noch door Christus noch door Zijn apostelen. Het houden van de Zondag als een christelijke instelling heeft zijn oorsprong in die "verborgenheid der ongerechtigheid" 2.Thes.2:7) die, zelfs in de dagen van Paulus, reeds begon te werken. Waar en wanneer aanvaardde de Heer dit kind van het pausdom? Welke geldige reden kan er gegeven worden voor een verandering die de Schrift niet goedkeurt? In de zesde eeuw was het pausdom sterk gevestigd. Zijn zetel van macht was gevestigd in de keizersstad, en de bisschop van Rome werd uitgeroepen als het hoofd van gans de kerk. Het heidendom had plaats gemaakt voor het pausdom, De draak had aan het beest "zijne kracht en zijnen troon en grote macht gegeven". Openb.13:2, Toen begonnen de 1260 jaren van pauselijke onderdrukking voorspeld in de profetieën van Daniel en de Openbaring. Dan.7:25; Openb.13:5-7. De Christenen werden gedwongen van te kiezen of van hun getrouwheid te laten varen en de pauselijke ceremoniën en eredienst te aanvaarden of hun leven door te brengen in gevangenissen en kerkers of de dood te ondergaan door de pijnbank of het schavot. Nu werd het woord van.. Jezus vervuld : "En gij zult overgeleverd worden ook van ouders en broeders en magen en vrienden en zij zullen er sommigen uit u doden, en gij zult van allen gehaat worden om mijns naams wil" Luc.21:15-16. De vervolging brak los op de getrouwen meer dan ooit tevoren, en de wereld werd een gans slagveld. Honderden jaren vond de kerk van Christus beschutting in afzondering en in teruggetrokkenheid. Aldus spreekt de profeet :"En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij eene plaats had, haar van God bereid, opdat zij ze aldaar zouden voeden, duizend tweehonderd zestig dagen. Openb.12:6. De toegang van de Roomse Kerk tot de macht kenmerkt het begin van de duistere eeuwen. Terwijl haar macht steeg, verdiepte de duisternis. Het geloof werd overgedragen van Christus, ware fundament, op de paus van Rome. Inplaats van te vertrouwen op de Zoon van God voor vergiffenis van zonden en voor het eeuwig heil, keek het volk op naar de paus, en naar de priesters en prelaten, aan wien hij macht toekende. Zij werden gezegd dat de paus hun middelaar was op de aarde, en dat niemand God kon bereiken tenzij door hem; en verder, dat hij in de plaats van God stond voor hen en dat hij daarom volledig moest gehoorzaamd worden. Eén afwijzing van zijn eis was genoeg om de strengste straffen te ondergaan op het lichaam en de ziel van de opstandelingen. Aldus werd de geest van het volk weggetrokken van God naar feilbare dwalende en wrede mensen, neen meer naar de prins van de duisternis zelf, die zijn macht uitoefende door hen. De zonde werd verscholen in een kleed van heiligheid. Als de Schrift onderdrukt werd, en de mens ertoe komt van zich als meerdere te beschouwen, kunnen wij alleen bedrog en valsheid zien en lage ongerechtigheid. Met de verheffing van menselijke wetten en tradities, werd het verderf geopenbaard dat altijd het resultaat is van het opzij zetten van de wet van God. Dit waren dagen van gevaar voor de kerk van Christus. Tenslotte werden de getrouwe standaarddragers klein in aantal. Ofschoon de waarheid niet zonder getuigen gelaten werd, toch scheen het somtijds dat de dwaling en de superstitie gans zouden bovenhand hebben, en dat de ware godsdienst van de aarde zou gebannen zijn. Het evangelie werd uit het oog verloren, maar de vorm van religie werd vermenigvuldigd, en het volk werd overladen met strenge eisen.
Er werd niet alleen gezegd dat zij naar de paus moesten opzien als hun middelaar, maar men leerde ze op eigen werken te vertrouwen voor verzoening van hun zonden. Lange pelgrimstochten werden ondernomen, boetedoening, het aanbidden van relikwieën, het oprichten van kerken, schrijnen, en altaren, het betalen van grote sommen aan de kerk, deze en vele andere handelingen werden volbracht om de wraak van God te bedaren ,of om Zijn gunst te verkrijgen; alsof God gelijk een mens was die kwaad wordt, als Hij misdaan wordt, of gunstig gestemd met giften of boetedoening.
Niettegenstaande ondeugd overheerste, zelfs onder de leiders in Rome, scheen hun invloed bestendig te stijgen. Op het einde van de achtste eeuw, beweerden de pauselijk gezindten, dat in de eerste eeuw van de kerk de bisschoppen van Rome dezelfde geestelijke macht bezaten waar zij nu aanspraak op maakten. Om deze bewering te bevestigen, moesten sommige middels gebruikt worden om er een uiterlijke schijn van gezag aan te geven ven. Dit werd vlug gesuggereerd door de vader van de leugens. Oude geschriften werden vervalst door monniken. Dekreten van concilies, waarvan vooraf geen sprake was werden ontdekt, die de universele suprematie van de Paus vermeldden vanaf de eerste tijden. En een kerk, die de waarheid verworpen had aanvaardde gretig deze bedriegerij. Great Controversy 52 - 56.
In de landen die buiten de jurisdictie van Rome lagen bestonden reeds verschillende eeuwen groepen van christenen, die vrij bleven van de pauselijke verdreven. Zij waren omgeven met heidendom en werden met de tijd bevlekt met hun dwalingen; maar zij bleven toch de bijbel aanzien als de enige regel van geloof en aanvaardden vele van haar waarheden. Deze Christenen geloofden in de eeuwigheid van de wet van God en onder hielden de Sabbat van het vierde gebod. Kerken die dit geloof in praktijk hielden bestonden in Centraal Afrika, en bij de Armeniërs in Azië. Maar onder dezen, die de macht van de paus weerstond, stonden de Waldenzen aan het hoofd. Great Controversy 63.
Terwijl de aanbidders van God speciaal zullen onderscheiden worden door het onderhouden van het vierde gebod, aangezien dit een teken is van Zijn scheppingsmacht en het getuigenis van Zijn recht op 's mensen eerbied en eerbetuiging, zullen de aanbidders van het beest onderscheiden worden door hun inspanning om de gedenkenis van de Schepper uit een te rukken om de instelling van Rome te verheffen. Het was ten voordeel van de Zondag dat het pausdom het eerst zijn arrogante eisen stelde. Hij nam het eerst toevlucht tot de staat om het onderhouden van de Zondag te verplichten, als de "Dag des Heren. " Maar de Bijbel wijst naar de zevende dag en niet naar de eerste, als de dag van de Heer. Christus zegt : Zoo is dan de Zoon des mensen een Heere ook van den Sabbat. :Marc.2 :28. Het vierde gebod luidt : "De zevende dag is de Sabbat van de Heer" . En door de profeet Jesaja bepaalt de Heer hem :"Mijnen heiligen dag ". Jes.58:12-13. De bewering, die aangehaald wordt dat Christus de Sabbat veranderde wordt weerlegd door Zijn eigen woorden : Matthëus. Lees Matth.5 :17-19. Het is een algemeen aangenomen feit door de protestanten, dat de schrift geen gezag geeft om de Sabbat te veranderen...
De Rooms-katholieken erkennen dat de verandering van de Sabbat door hun kerk gedaan werd; en zij vermelden deze verandering eervol om daarmee aan te tonen dat hun kerk het gezag heeft in goddelijke dingen wetsveranderingen aan te brengen. Zij verklaren dat de protestanten haar macht erkennen door de door hun veranderde Sabbat te eerbiedigen. De Roomse kerk heeft haar aanspraak op haar oppergezag niet opgegeven; en als de wereld en de Protestantse kerken een Sabbat aannemen van haar maaksel, terwijl zij de Bijbelse Sabbat verwerpen, nemen zij in feite deze aanmatiging aan. Zij mogen zich beroepen op het gezag van de apostelen en de kerkvaders, om deze verandering te rechtvaardigen, maar door dit te doen ontkennen zij het ware beginsel, dat hen van Rome scheidt, nl. dat “de Bijbel en de Bijbel alleen, de religie van de protestant uitmaakt.” De Roomsgezinde ziet in dat hij zichzelf misleidt door met opzet de ogen te sluiten voor voorgaand beginsel. Als de beweging tot verplichting van de Zondagsrust gunst wint, is hij verheugd, zich bevestigd voelend, dat dit feit uiteindelijk de gehele protestantse wereld onder de banier van Rome zal brengen.
Roomsgezinden verklaren dat "het vieren van de zondag door de Protestanten een eerbetuiging is die zij betalen aan het gezag van de Katholieke Kerk,” ten spijte van zichzelf. Het opleggen van de zondagsviering door de protestanten is een dwingen van aanbidding van het pausdom dus van het beest. Zij, die de eisen van het vierde gebod begrepen, en toch de valse Sabbat verkozen te houden inplaats van de ware, geven hierdoor eer aan deze macht door wie alleen dit was opgelegd. Door de handeling van een religieuze plicht, door een wereldse macht, zouden de kerken zelf een beeld vormen van het beest; en daaruit vloeit voort, dat het dwingen van de Zondagviering in de Verenigde Staten een dwingen zou zijn van het aanbidden van het beest van zijn beeld.
Maar christenen van de vorige generaties onderhielden de Zondag, veronderstellend dat zij aldus de Bijbelse Sabbat onderhielden; en er zijn nu ook nog trouwe christenen in iedere kerk,niet uitgezonderd de Roomse Katholieke gemeenschap, die rechtzinnig geloven dat de Zondag de Sabbat is van goddelijke voorschrift. God aanvaardt hun rechtzinnigheid van bedoelingen hun trouw voor Hem. Maar als de Zondagviering door de wet zal opgelegd worden, en de wereld ingelicht zal worden in verband met het onderhouden van de ware Sabbat, dan zal eenieder , die het gebod van God zal overtreden, om een voorschrift te gehoorzamen, die geen hoger gezag heeft dan dat van Rome, hierdoor eer geven aan het pausdom boven God. Hij geeft eer aan Rome en aan de macht, die deze instelling oplegt, bevolen door Rome. Hij aanbidt het beest en zijn beeld. Als de mens dan de instelling, die God verklaart als zijnde een teken van Zijn gezag, verwerpt en deze dag eert, in de plaats, die Rome gekozen heeft als teken van haar suprematie, zullen zij daardoor het teken van trouw aan Rome aannemen, "het merkteken van het beest". En het is niet eerder dan wanneer kwestie tenvolle voor het volk gebracht wordt, en zij ertoe gebracht worden om te kiezen tussen het gebod van God en het gebod van mensen, dat deze, die voortgaan met te overtreden, het "merkteken van het beest" zullen ontvangen. Great Contoversy 446-49.
Het werk van de Sabbathervorming in de eindtijd is voorspeld in de profetie van Jesaja : " Zo zegt de HERE: Onderhoudt het recht en doet gerechtigheid, want mijn heil staat gereed om te komen en mijn gerechtigheid om zich te openbaren. Welzalig de sterveling die dit doet, en het mensenkind dat daaraan vasthoudt; die acht geeft op de sabbat, zodat hij hem niet ontheiligt, en acht geeft op zijn hand, zodat zij niets kwaads doet. En de vreemdelingen die zich bij de HERE aansloten om Hem te dienen, en om de naam des HEREN lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn, allen die de sabbat onderhouden, zodat zij hem niet ontheiligen, en die vasthouden aan mijn verbond: hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten voor alle volken. "Jes 56:1, 2, 6, 7.
Deze woorden zijn toepasselijk op de Christene tijden, zoals de tekst aanduidt : "De Heere Heere, die de verdrevenen Israëls vergadert, spreekt : Ik zal tot hem nog meer vergaderen, nevens degenen, die tot hem vergaderd zijn. " Vers 8. Hier wordt de verzameling van de heidenen door het evangelie voorspeld. En op dezen, die DAN de Sabbat houden wordt een zegening uitgesproken. Dus strekt de verplichting van het vierde gebod zich uit tot na de kruisiging, verrijzenis en hemelvaart van Christus, tot de tijd als Zijn dienaren zullen prediken tot alle naties en talen, de boodschap van gelukkige tijding. De Heer beveelt door dezelfde profeet :"Bind de getuigenis toe, verzegel de wet onder mijne leerlingen. "Jes. 8 : 16. De zegel van Gods wet wordt gevonden in het vierde gebod. Alleen dit, van alle tien, brengt de Naam en de titel van de Wetgever naar voor. Het verklaart dat Hij de Schepper is van de hemelen en van de aarde, en aldus bewijst het Zijn recht van eerbied en aanbidding boven alle andere. Het is alleen in dit voorschrift van de wet, dat aangeduid wordt door welk gezag de wet gegeven werd. Als de Sabbat veranderd werd door de pauselijke macht, werd het zegel van de wet weggenomen. De volgelingen van Jezus worden opgeroepen om dit te herstellen door de Sabbat te verheffen tot zijn ware positie als een gedenkenis en een teken van Zijn gezag.
"Tot de wet en tot de getuigenis". Terwijl er geredetwist wordt over doctrines en theorieën is de wet van God de enige onfeilbare maatstaf aan de welke alle opinies doctrines en theorieën moeten getoetst worden. De profeet zegt : "Zoo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zullen hebben. "Vers 20. Opnieuw wordt het bevel gegeven : Roep uit de keel, houd niet in, verhef uwe stem als eene baziun, en verkondig mijn volk hunne overtreding, en het huis Jakobs hunne zonden. "Jes 58 :1. Het is de boze wereld die moet berispt worden om haar overtredingen maar deze, welke de Heer noemt : "Mijn volk". Hij verklaart verder : "hoewel zij mij dagelijks zoeken, en eenen lust hebben aan de kennis mijner wegen, als een volk, dat gerechtigheid doet en het recht zijns Gods niet verlaat, "Vers 2. Hier wordt een soort aangeduid, die zichzelf rechtvaardig wanen en de schijn geven van een grote interesse te hebben in de dienst van God; maar de strenge en plechtige berisping van de Doorzoeker van de harten bewijst dat zij op de goddelijke wetten trappen. De profeet wijst op het bevel dat verzaakt geweest is: "En die uit U voortkomen, zullen bouwen de oude vervoeste plaatsen de fundamenten, van geslacht tot geslacht verwoest, zult gij oprichten en gij zult genaamd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt om te bewonen. Indien gij uwen voet van den Sabbat afkeert, van te doen uwen lust op mijnen heiligen dag; en indien gij den Sabbat noemt eene verlustiging opdat
de Heere geheiligd worde, die te eeren is: en indien gij dien eert, dat gij uwe wegen niet doet en uwen eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan spreekt : dan zult gij u verlustigen in den Heere, en Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en Ik zal u spijzigen met de erve uws vaders Jakobs; want de mond des Heeren heeft het gesproken. "Jes; 58:12-1-4. Deze profetie is ook op onze tijd toe te passen. De bres was gemaakt in de wet van God, als de Sabbat veranderd werd door de Roomse macht. Maar de tijd is gekomen dat deze goddelijke instelling hersteld wordt. De bres moet in gedijkt worden en de grondslag van vele generaties moet terug op de voorgrond geplaatst worden. Deze waarheden, zoals zij in openbaring 14 in verband met het eeuwig evangelie voorgesteld worden zullen de kerk van Christus in de tijd van Zijn wederkomst onderscheiden. Maar als resultaat van de drievoudige boodschap wordt gezegd : "hier zijn dezen, die de wet van God en het geloof van Jezus hebben. " En deze is de laatste boodschap, die gegeven wordt voor de komst van de Heer. Onmiddellijk nadien wordt de Zoon des mensen gezien door de profeet, komend in heerlijkheid om de oogst van de aarde binnen te halen.... Als de eis van de Sabbat voorgesteld werd redeneerden velen van werelds standpunt. Zij zegden :" Wij hebben altijd de Zondag gehouden, onze vaders hielden hem, en vele goede en godsvruchtige mensen zijn in vrede gestorven en hielden hem ook. Als zij juist waren zo zijn wij ook juist. Het houden van deze nieuwe Sabbat zou ons uit harmonie houden met de wereld, en wij zouden geen invloed hebben op hen. Wat kan een klein groepje, dat de zevende dag houdt uitrichten tegen gans de wereld, die de Zondag viert? Het was met dezelfde manier van argumenteren dat de Joden poogden hun verwerpen van Christus te rechtvaardigen. Hun vaderen waren door God aanvaard als zij hun offeranden opdroegen en waarom konden de kinderen geen heil vinden in het volgen van dezelfde zienswijze? Zo redeneerden in de tijd van Luther de pausgezindten, dat ware Christenen gestorven waren in het katholiek geloof, en daarom dat deze religie voldoende was om gered te worden. Zulk een manier van redeneren legt een effectieve tegenstand tegen alle vooruitgang in religieus geloof of praktijk. Velen beweerden dat de zondagviering een gevestigde doctrine was en een overal verspreide gewoonte van de kerk gedurende vele eeuwen. Tegen dit argument staat, dat de Sabbat en het onderhouden ervan ouder is en meer verspreid, zelfs zo oud als de wereld zelf, en dat hij de goedkeuring droeg van de engelen en van God. Als de grondslagen van de aarde gelegd werden, als de morgensterren samen zongen, en al de zonen van God juichten van vreugde, dan was de grondslag gelegd van de Sabbat. Job 1; 38: 6, 7. Gen.2 : 1-3. Deze instelling kan onze eerbied vergen. Zij werd verordend door geen menselijke autoriteit en rust op geen menselijke tradities; zij werd ingesteld door de Oude van Dagen en opgelegd door Zijn eeuwig woord. Als de aandacht van het volk gericht werd op de Sabbathervorming, verdraaiden gewone bedienaars het woord van God, zijn getuigenis interpreterend op een wijze waardoor vragende geesten het best konden tot rust gebracht worden. En deze, die de schrift niet onderzochten voor zichzelf stelden zich tevreden met het aanvaarden van besluiten die in overeenstemming waren met hun begeerten. Door argumentatie, sofisterij, en tradities van de kerkvaders, en de autoriteit van de kerk, poogden velen de waarheid te overtroeven. De voorstanders van de waarheid wezen naar de Bijbel gedreven om de waarheid van het vierde gebod te verdedigen. Eenvoudige mensen, alleen gewapend met het woord van de waarheid, doorstonden de aanvallen van geleerde mensen, die, met verwondering en ergernis vonden.dat hun welsprekender drogredenen arm waren tegenover de eenvoudig, eerlijke redenering van mensen, die meer thuis waren in de schriften dan inde spitsvondigheden aan de scholen. Zonder de getuigenis van de bijbel tot staving, beweren velen met een niet weifelend volhouden, vergetend hoe dezelfde redenering gebruikt geweest is tegen Christus en Zijn apostelen : "Waarom verstaan onze grote mannen deze Sabbatkwestie niet? Want weinigen geloven wat gij gelooft. Het is onmogelijk, dat gij juist zijd als al die anderen,geleerde mannen in de wereld verkeerd zijn. Om zulke argumenten tegen te gaan;was het nuttig alleen de onderwijzingen van de Schriften en de geschiedenis van de onderhandelingen van de Heer met Zijn volk in alle eeuwen aan te halen. God werkt door deze die zijn stem horen en haar gehoorzamen , door dezen, die willen, indien nodig, minder aangename waarheden spreken, door dezen, die niet vrezen van de gekende zonden te berispen. De reden waarom Hij niet dikwijls mannen kiest van hogere geleerdheid en hogere positie om hervormingsbewegingen te leiden, is dat zij vertrouwen op hun geloof, theorieën, en theologische systemen, en dat zij geen nood voelen om door God onderwezen te worden. Alleen deze, die een persoonlijk contact hebben met de Bron van wijsheid zijn in staat om de Schriften te verstaan en uit te leggen. Mensen die weinig schoolgeleerdheid hebben worden somtijds geroepen om de waarheid te verklaren, niet omdat zij ongeleerd zijn, maar omdat zij niet te zelfvoldaan zijn om door God onderricht te worden. Zij leren in de school van Christus, en hun nederigheid en gehoorzaamheid maken hen groot. Door hen een kennis toe te vertrouwen van Zijn waarheid legt God op hen een eer, die aardse eer en menselijke grootheid in onbetekenis doet zinken.
Het merendeel van de Adventisten verwierpen de waarheden betreffende het heiligdom en de wet van God, en gaven ook hun geloof op in de adventbeweging en namen ongezonde en tegenstrijdige meningen aan in verband met de profeties, die van toepassing waren op dat werk. Sommigen worden in de dwaling gebracht door herhaaldelijk een definitieve tijd te bepalen voor de komst van Christus. Het licht, dat nu schijnt in verband met het heiligdom zou hen moeten aangetoond hebben, dat geen profetische periode reikt tot de tweede komst; dat de juiste tijd van deze gebeurtenissen niet voorspeld werd Maar zich afwendend van het licht gaan zij verder met tijd na tijd te bepalen voor de komst van de Heer, en telkens worden zij teleurgesteld. Als de Kerk van Thessalonicen verkeerde zienswijzen ontving nopens de komst van Christus, raadde de apostel Paulus aan van hun hoop en verwachting zorgvuldig te toetsen aan het woord van God. Hij verwees hen naar de profetieën, die de gebeurtenissen openbaarden, die moesten plaats grijpen vóór Christus zou wederkomen en toonde hen aan dat zij geen reden hadden om Hem in hun dagen te verwachten. " Dat niemand u verleide" , waren zijn woorden van waarschuwing. Als zij zouden toegeven aan verwachtingen, die niet verantwoord zijn door schriften zouden zij tot een verkeerde gang van zaken geleid worden; teleurstelling zou hen blootstellen aan de bespotting van dezen, die niet geloven, en zij zouden in gevaar gebracht worden van ontmoediging en zouden bekoord worden om aan de waarheid te twijfelen, die essentieel is voor hun redding. De waarschuwing van de apostel aan de Thessalinicensen bevat een belangrijke les voor dezen, die leven in de laatste dagen. Vele Adventisten hebben gedacht dat, tenzij zij hun hoop konden vestigen op een bepaalde tijd voor de komst van de Heer, zij niet ijverig konden zijn in het werk
van voorbereiding. Maar als hun hoop altijd opnieuw geprikkeld wordt, alleen om teniet gedaan te worden achteraf , ondergaat hun geloof zulk een schok, dat het bijna onmogelijk wordt onder de indruk te komen van de grote waarheden van de profetie.
Het prediken van een definitieve tijd voor het oordeel, in het geven van de eerste engelenboodschap, werd door God gewild. De berekening van de profetische perioden waarop deze boodschap gebaseerd is, het einde van de 2300 jaren dagen plaatsend in de herfst van 1844, staat vast zonder tegenspraak. De herhaalde inspanningen om een nieuwe datum te vinden voor het begin en het einde van de profetische perioden, en de ongezonde redenering, die nodig is om deze bewering te handhaven, leiden de geesten niet alleen van de huidige waarheid af, maar legt minachting op alle inspanningen om de profetie uit te leggen.
Hoe herhaaldelijker een bepaalde tijd vastgesteld wordt, en hoe meer deze verspreid wordt, hoe meer uit overeenkomt met de bedoelingen van Satan. Als de tijd voorbij is brengt hij de verkondigers van de terugkomst van Christus in diskrediet en spot, en brengt aldus verwijt op de grote adventbeweging van 1843-44. Deze, die volhouden in deze dwaling zullen een te ver in de toekomst liggende datum aanduiden, zodat het te laat zal zijn. Zo zullen zij gebracht worden in een toestand van berusting in valse zekerheid, en velen zullen niet ontgoocheld worden vooraleer het te laat is.
De geschiedenis van het oude Israël is een treffende illustratie van de bevinding in het verleden van de Adventgemeenschap. God leidde Zijn volk in de adventbeweging, zoals Hij Zijn volk van Israël uit Egypte leidde. Bij de grote ontgoocheling werd hun geloof getoetst als dat van de Hebreeën aan de rode zee. Hadden ze steeds vertrouwd op de leidende Hand, die met hen geweest was in het verleden, zouden zij het heil van God gezien hebben. Hadden allen eensgezind gewerkt in het werk van 1844, hadden zij de derde engelen boodschap aangenomen en verkondigd in de macht van de Heilige Geest, dan zou de Heer machtig medegewerkt hebben met hun inspanningen. Een stroom van licht zou op de wereld uitgestort zijn. Jaren tevoren zouden alle inwoners van de aarde verwittigd geweest zijn, het sluitingswerk af gesloten, en Christus zou gekomen zijn voor de verlossing van Zijn volk. Het was de wil van God niet dat Israël veertig jaar in de woestijn zou verblijven; Hij wilde hen leiden onmiddellijk naar het land van Kanaan en hen daar vestigen als een heilig en gelukkig volk. Lees: Hebr.3 - 19. Wegens hun achteruitgaan en hun afval kwamen zij om in de woestijn, en anderen werden tot stand gebracht om het beloofde land binnen te gaan. Op dezelfde wijze, was het niet de wil van God dat de komst van Christus zo lang zou uitgesteld blijven en dat Zijn volk zovele jaren op deze wereld nog moest blijven van zonde en verdriet. Maar ongeloof scheidde hen af van God. Als zij weigerden van te doen wat Hij gevraagd had, werden anderen opgewekt om de boodschap te verkondigen. . In barmhartigheid voor de wereld, s telt Christus Zijn komst uit, opdat de zondaars een kans mogen krijgen om de waarschuwing te horen, en een beschutting in Hem te vinden vooraleer de wraak van God zal uitgestort worden.
Nu, juist als in andere tijden zal het verkondigen van de waarheid die de zonden en de dwalingen van de tijd terecht wijst, oppositie veroorzaken.. "Want een iegelijk die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht
niet, opdat zijne werken niet bestraft worden". Joh.3:20. Als men ziet dat men zijn positie niet kan volhouden, beslissen velen van ze toch vol te houden op goed geluk af, en met een boosaardige geest vallen zij het karakter en de beweegredenen van dezen aan, die in verdediging staan van onpopulaire waarheden. Dezelfde methode is gevolgd geweest in alle tijden. Eliah werd voorzien als een verstoorder in Israël, Jeremiah een verrader, Paulus een tempelschender.. Van dan af tot heden zijn deze, die trouw willen zijn aan de waarheid overgedragen geworden als opruiers, ketters of schismatieken. Velen, die te ongelovig zijn om het zekere woord van de profetie te aanvaarden, zullen de beschuldiging aanvaarden met een blind vertrouwen tegen dezen, die het aandurven van gangbare zonden aan te klagen. Deze geest zal meer en meer toenemen. En de bijbel onderwijst tenvolle dat een tijd op komst is,als de wetten van de Staat zo in tegenstrijd zullen staan met de wet van God dat wie ook zal gehoorzamen aan al de goddelijke voorschriften verwijt en straf zullen moeten trotseren als een kwaaddoener. In het vooruitzicht van dit alles, wat is de plicht van de boodschapper van de Waarheid? Zal hij besluiten, dat de waarheid niet moet verkondigd worden, omdat dikwijls haar enige uitslag is van de mensen ertoe te brengen van haar te ontgaan of van haar tegen te werken? Neen er is niet meer reden om de getuigenis van Gods woord te weerhouden, omdat het oppositie ophitst, dan de vroegere hervormers hadden. De belijdenis van geloof door martelaren en heiligen werd opgenomen voor het welzijn van de opvolgende generaties. Deze levende voorbeelden van heiligheid en standvastigheid zijn naar ons gekomen om moed te geven aan hen die nu geroepen zijn om als getuigen van God op te treden. Zij ontvingen genade en waarheid, niet voor zichzelf alleen, maar opdat door hen, de kennis van God de aarde moge verlichten. Heeft God licht gegeven aan Zijn dienaren in deze generatie? Dan zullen zij het laten schijnen in de wereld.
De Heer zegde vroeger aan iemand, die in Zijn naam sprak : "Maar het huis Israëls wil naar u niet hooren, opdat zij naar Mij niet willen hooren; want het gansche huis Israëls is stijf van voorhoofd en hardvan. hart zijn zij. "Maar gij zult mijne woorden tot hen spreken, hetzij dat zij hooren zullen, of hetzij dat zij het laten zullen; want zij zijn wederspannig. " Ez. 3 :7 : 2 : 7. Aan de dienaar van God in deze tijd wordt het bevel gezonden: "Roept uit de keel, houd niet in, verhef uwe stem als eene bazuin, en verkondig mijn volk hunne overtredingen, en het huis Jakobs hunne zonden. "Jes 58:1.
Voor zover zijn gelegenheden zich uitstrekken, is eenieder, die het licht van de waarheid ontvangen heeft, onder dezelfde plechtige en te vrezen verantwoordelijkheid als was de profeet van Israël, naar wien het woord van de Heer kwam, zeggende: Lees Ez.33:7-9.
Het grote beletsel voor het aannemen en verspreiden van de waarheid ligt hierin, dat het ongemakken en verwijten teweeg brengt. Dit is het enige argument tegen de waarheid, die haar verdedigers nooit hebben kunnen weerleggen. Maar dit schrikt de ware volgelingen van Christus niet af. Deze wachten niet tot de waarheid populair geworden is. Overtuigd van hun plicht, aanvaarden zij gewillig het kruis, met de apostel Paulus rekende dat " onze lichte verrukking, die zeer haast voorbijgaat, werkt om een gansch zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid. "2.Cor 4:17. Met nog iemand van ouds : "achtende de versmaakheid van Christus meerderen rijkdom te zijn dan de schatten in Egypte, want hij zag op de vergelding des loons. " Hebr.11:26. Wat ook. hun belijdenis mag zijn, het zijn alleen deze, die wereld dienaars zijn met het hart, die eerder handelen uit berekening dan uit princiep in religieuze dingen. Wij moeten het recht keizen omdat het recht is, en de gevolgen aan God overlaten. Aan de mensen met princiepen, geloof en durf, is de wereld de grote hervormingen verschuldigd. Door zulke mannen moet het werk van hervorming in onze tijd voorwaarts gestuwd worden. Aldus zegt de Heer : "Lees Jes. :51:7, 8. The Great Controversy 451-60.
En als de eis van het vierde gebod aan het volk opengelegd wordt, wordt bevonden dat het onderhouden van de zevende dag als Sabbat bevolen wordt; en als enig middel om zich vrij te maken van de plicht, die zij niet gaarne volbrengen, verklaren vele volksonderrichters dat de wet van God niet langer bindend is. Zo verwerpen zij de Sabbat en de wet. Als het werk van Sabbathervorming zich uitbreidt, zal deze verwerping van de wet om de eisen van het vierde gebod te ontgaan, ongeveer algemeen zijn. Het onderricht van de religieuze leiders heeft de deur geopend tot ontrouw, tot spiritisme en tot minachting van de wet van God; en op deze leiders rust een verschrikkelijke verantwoordelijkheid voor de ongerechtigheid die heerst in de Christelijke wereld. Toch beweren deze zelfde mensen dat de overal verspreide corruptie grotendeels te wijten is aan het ontwijden van de zogenaamde "Christelijke Sabbat", en dat het opleggen van de zondagviering grotelijks de morele toestand van de maatschappij zou verbeteren. Deze bewering wordt vooral aangevoerd in Amerika, waar de doctrine van de ware Sabbat meest overal gepredikt werd. Hier wordt het werk voor de matigheid, een van de meest prominente en belangrijk morele hervormingen, dikwijls gecombineerd met de zondagbeweging, en de voorsprekers van de laatste stellen zich voor als werkend tot bevordering van de hoogste belangen van de sociëteit; en deze, die weigeren zich met hen te verenigen worden aanzien als vijanden van matigheid en van hervorming. Maar het feit dat een beweging om dwaling te vestigen verbonden is met een werk, dat op zichzelf goed is, is geen argument ten gunste van de dwaling. Wij kunnen vergift verbergen door het met goed voedsel te vermengen maar de natuur van het vergift wordt hiermede niet veranderd. Integendeel het wordt veel gevaarlijker, omdat het onverwachts kan ingenomen worden. Het is een van de listen van de Satan van met leugen juist zoveel waarheid te vermengen tot ze aanvaardbaar wordt. De leiders van de zondagbeweging mogen beweren hervormingen toe te passen die het volk nodig heeft, princiepen, die met de bijbel overeenkomen; toch indien daar een eis bij is, die in tegenstrijd is met Gods wet dan kunnen Gods dienaren hiermede niet eens gaan. Niets kan hun verrechtvaardigen in het opzij zetten van de geboden van God voor voorschriften van mensen. Door de twee grote dwalingen, de onsterfelijkheid van de ziel en de heiligheid van de Zondag wil Satan het volk brengen onder zijn listen. Terwijl de eerste de grondslag legt voor het spiritisme, schept de laatste een gemeenschap van sympathie met Rome. De protestanten van de Verenigde Staten zullen de eerste zijn om de hand uit te strekken over de kloof;om de hand van het spiritisme te grijpen; Zij zullen over de afgrond stappen om de hand te geven aan de Romeinse macht; en onder de invloed van deze drievoudige eenheid, zal dit land de stappen volgen van Rome in het vertrappelen van de rechten van het geweten.
Als het spiritisme meer het nominaal Christendom van deze tijd nabootst, dan heeft het grote macht om te bedriegen en om te verleiden. Satan zelf is bekeerd naar de moderne gang van zaken. Hij zal verschijnen in de rol van een engel des lichts. Door de tussenkomst van spiritisme zullen mirakelen gedaan worden, de zieken zullen genezen worden, en vele onloochenbaar wonderen zullen volbracht worden. En als de geesten zullen geloof belijden in de bijbel, en eerbied zullen vertonen voor de instellingen van de kerk, zal hun werk aanvaard worden als een manifestatie van goddelijke macht.
De onderscheidingslijn tussen belijdende christenen en goddeloze is nu reeds nauwelijks te onderscheiden. Kerkleden beminnen de wereld en zijn bereid zich met haar te verenigen, en Satan komt ertoe van hen te verenigen in één lichaam en kan aldus zijn zaak kracht bijzetten, door allen in te lijven in de rangen van het spiritisme. Pausgezinden die prat gaan op mirakels als een teken van de ware kerk, zullen gereed zijn om bedrogen te worden door deze wonder-werkende kracht; en de Protestanten doordat zij het schild van de waarheid hebben weggegooid, zullen ook bedrogen worden. Pausgezinden, protestanten en wereldlingen zullen allen samen de vorm van godsdienst aannemen zonder de kracht ervan, en zij zullen in deze vereniging een grote beweging zien voor de bekering van de wereld en de inleiding tot het lang verwachte millennium. Door spiritisme, komt Satan voor als een weldoener van het mensenras, de zieken helend en bewerend, dat hij een nieuw en beter systeem van religieus geloof brengt, werkt hij ter zelve tijde als een vernietiger. Zijn bekoringen leiden menigten naar de afgrond. Onmatigheid onttroont de rede;toegeving aan sensualiteit, strijd en bloedvergieten volgen hierop. Satan schept zijn behagen in oorlog, want hierdoor worden de sterkste passief van de ziel opgehitst dan worden de slachtoffers naar de eeuwigheid gezonden gedompeld in ondeugd en bloed. Het is zijn doel de naties tegen elkander op te jagen in oorlog, want aldus kan hij de geest van het volk afleiden van het werk van voorbereiding om stand te houden in de grote dag van God. Satan werkt doorheen de natuurelementen om zijn oogst te verzamelen van onvoorbereide zielen. Hij heeft de geheimen van de laboratoria van de natuur bestudeerd en hij gebruikt al zijn macht om deze elementen te controleren voor zover het God toelaat. Als hij toelating kreeg om Job te kwellen, hoe vlug werden zijn kudden, herders, dienaren, huizen en kinderen weggeveegd, de ene ramp de andere opvolgend als in één ogenblik. Het is God die Zijn schepselen beschermt en beschut tegen de macht van de vernietiger. Maar de Christelijke wereld heeft de wet van Jehova bespot, en de Heer zal juist doen wat Hij verklaard heeft dat Hij zou doen: Hij zal Zijn zegeningen terugtrekken van de aarde en Zijn beschermende zorg van dezen, die opstandig zijn tegen Zijn wet en die leren en dwingen aan anderen te doen wat zij doen. Satan heeft macht op allen, waarover God niet speciaal waakt. Hij zal er sommigen begunstigen en voorspoedig maken om Zijn eigen doel te bereiken, en hij zal verwarring brengen bij anderen en de mens laten geloven, dat het God is die hen in ellende stort. Terwijl hij verschijnt aan de kinderen van mensen als een grote heelmeester, die al hun ziekten kan genezen, zal hij ziekte en ramp veroorzaken, totdat bevolkte steden herleid worden tot uitroeiing en verlatenheid. Reeds nu is hij aan het werk. In ongelukken en rampen te land en te zee, in grote branden, in sterke tornados en zware hagelstormen, in tempeesten, overstromingen, cyclonen, vloedgolven en aardbevingen, overal en in duizenden vormen, oefent Satan zijn macht uit. Hij vernietigt de rijpende oogst, en hongersnood en wee volgt hierop. Hij geeft aan de lucht een dodende uitwaseming en duizenden sterven ervan. Deze bezoekingen zullen in de toekomst meer voorkomen en rampspoediger worden. Vernietiging zal vallen zowel op mens als op dier. "Het land treurt, het verwelkt, het aardrijk kwijnt, het verwelkt; de oogsten van het volk des lands kwijnen; " Want het land is bevlekt vanwege zijne inwoners, want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzetting, zij vernietigen het eeuwig verbond."Jes.24:4,5.
En dan zal de grote verleider de mens willen overtuigen, dat deze, die God dienen de oorzaak zijn van deze kwade dingen. Deze, die de misnoegdheid van de hemel veroorzaakt hebben, zullen allen hun tegenspoed werpen op dezen die gehoorzaam zijn aan de wetten van God, welke een voortdurend verwijt zijn voor de overtreders. Het zal uitgesproken worden dat de mens God misnoegd heeft door het overtreden van de Zondag als Sabbat; dat deze zonde de rampen, veroorzaakt heeft, die niet zullen ophouden totdat de zondagviering strikt
zal opgelegd worden; en dat deze, die de eis van het vierde gebod voorhouden, en aldus de eerbied voor de Zondag te niet doen, verstoorders zijn van het volk, hun herstel in de gunst van God en hun tijdelijk voorspoed belemmerend. Zo zal de beschuldiging van ouds, die op het volk van God gelegd werd herh9ald worden en op dezelfde gronden gevestigd worden: "En het geschiedde als Achab Elia zag, dat Achab tot hem zegde : Zijt gij die beroerder Israëls? Toen zeide hij: Ik heb Israel niet beroerd, maar gij en uws vaders huis, daarmede dat gij lieden de geboden des lieeren verlaten hebt en de Baiils nagevolgd zijt. " 1.Kon.18:17,18. Als de wraak van het volk zal opgehitst zijn door valse beschuldigingen, zullen zij op dezelfde manier handelen met de godsgezanten.
De mirakel werkende macht geopenbaard door het spiritisme zal haar invloed uitoefenen tegen dezen, die kozen te gehoorzamen aan God eerder dan aan mensen. Mededelingen van de geesten zullen verklaren dat God hengezonden heeft om de verwerpers van de Zondag te overtuigen van hun dwaling, door hen onder het oog te brengen dat de wetten van het land moeten gehoorzaamd worden juist zoals de wet van God. Zij zullen de grote boosheid in de wereld betreuren en de getuigenis van de rellgieuse leiders steunen die zeggen dat deze ontaarde staat van de moraliteit veroorzaakt is door de ontheiliging van de Zondag. Groot zal de verontwaardiging zijn verwekt tegen dezen die deze getuigenis weigeren van aan te nemen.
De methode van Satan in dit eindkonflikt met Gods volk is dezelfde die hij gebruikte bij de opening van de grote strijd in de hemel. Hij beweerde zoekend te zijn om de stabiliteit van het goddelijk bestuur in de hemel te bevorderen. terwijl hij in het geheim alles in het werk zet om het omver te werpen. En hij beschuldigde de engelen van het werk te doen, waar hij zelf mee bezig was. Dezelfde manier van misleiden heeft de geschiedenis van de Roomse Kerk gekenmerkt. Zij heeft beleden te handelen als de stede houder van de hemel, terwijl zij zocht om zichzelf te verheffen boven God en om de wet te veranderen. Onder de heerschappij van Rome„ werden deze, die de dood ondergingen voor hun trouw aan het evangelie, aangeklaagd als kwaaddoeners; men dacht dat zij heulden met Satan; en ieder mogelijk middel werd gebruikt om hen te overladen met verwijt, om te schijnen inde ogen van het volk en soms bijna in hun eigen ogen als de gemeenste boosdoeners. Zo zal het ook nu zijn. Terwijl Satan zoekt om deze te vernietigen, die Gods wet eren, zal hij veroorzaken, dat zij beschuldigd worden als wetbrekers, als mensen, die God onteren en zijn oordelen brengen op de wereld. God legt nooit geen dwang op de wil noch op het geweten. Maar Satans bestendige inspanning, van zeggenschap uit te oefenen op dezen, die hij anders niet kan overwinnen,bereikt hij door dwang bij middel van wreedheid. Door vrees of dwang poogt hij te heersen over de gewetens en voor zichzelf eer te verzekeren. Om dit te volbrengen, werkt hij door religieuze en seculiere autoriteiten, hen bewegend om menselijke wetten op te leggen in strijd met de wet van 'god. Deze, die de bijbelsabbat eren, zullen aangeklaagd worden als vijanden van de wet en de orde, alsof zij de morele beperking van de gemeenschap afbreken, anarchie veroorzakend, en verderf, en het oordeel van God op hun hoofd trekkend in de wereld. Hun gewetensbezwaren zullen aanzien worden als koppigheid en verachting van het gezag. Zij zullen beschuldigd worden van ontevredenheid tegenover het gouvernement. Bedienaars, die de verplichting van de goddelijke wet ontkennen, zullen eveneens verklaren, van op de preekstoel dat gehoorzaamheid verschuldigd is aan de civiele gezagdragers, als door God bevolen. In wetszalen en gerechtshoven zullen de geboden houders verkeerd voorgesteld en veroordeeld worden. Een valse betekenis zal aan hun woorden gegeven worden en een ongunstige uitleg zal aan hun beweegredenen gegeven worden. Als de protestantse kerken de klare Scripturale argumenten verwerpen ter verdediging van Gods wet, zullen zij verlangen van dezen tot zwijgen te brengen, wiens geloof zij door de bijbel niet kunnen doen wankelen. Ofschoon zij hun ogen toedoen voor dit feit, nemen zij nu reeds een richting aan, die zal leiden tot vervolging van hen, die in geweten weigeren te doen wat de rest van de Christelijke wereld wel doet, en die de eisen van de Pauselijke Sabbat herkennen.
De hoogwaardigheidbekleders van de kerk en van de Staat zullen zich verenigen om allen om te kopen, te overtuigen en te verplichten om de zondag te eeren. Het gebrek aan goddelijk autoriteit zal vervangen worden door onderdrukkende verordeningen. Politieke corruptie doodt liefde voor gerechtigheid en in achtneming van de waarheid; en zelfs in het vrije Amerika, zullen wetgevers, om hun publieke gunst te verzekeren, toegeven aan de algemene vraag tot het dwingen van het vieren van de Zondag. Vrijheid van geweten, die zo een groot offer gekost heeft, zal niet langer gerespecteerd worden. In het spoedig komend conflict zullen wij de woorden van de profeet in vervulling zien gaan" En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren en de getuigenis van Jezus Christus hebben. " Op 12 : Groot Confl:" 587-92. Lees Openb.18:1,2,4.
Deze schriftuurtekst wijst naar een tijd, wanneer de aankondiging van de val van Babylon zoals gedaan door de tweede engel van Openb. 14 (vers 8), moet herhaald worden, met de bijkomende vermelding van de corruptie die binnen gekomen is in de verschillende organisaties, waaruit Babylon bestaat, sinds dat de eerste boodschap gegeven geweest is in de zomer van 1844. Er wordt hier een verschrikkelijke toestand van de religieuze wereld beschreven. Met ieder verwerping van de waarheid zullen de geesten van het volk meer verduisterd worden, hun hart meer verhard, totdat zij zullen verschanst zijn in hun verharding in het ongeloof. Spijts de waarschuwing die God gegeven heeft, gaan zij voort met op één van de wetten van de decaloog te trappen, totdat zij geleid worden om deze te vervolgen, die deze wet heilig houden. Christus wordt gesmaad in de minachting die op Zijn woord en op Zijn volk geplaatst worden. Als de onderrichtingen van het spiritisme aangenomen worden door de kerken, wordt de beperking, gelegd op het vleselijke hart, weggenomen en de belijdenis van religie zal een dekmantel worden voor de laagste ongerechtigheden. Het geloof in spiritistische manifestaties opent de deur voor verleidende geesten en leringen van duivels, en aldus zal de invloed van boze engelen gevoed worden in de kerken. Van Babylon, in de tijd die hier besproken wordt in deze profetie, wordt verklaard: "Wat hare zonden zijn de eene de ander gevolgd tot den hemel toe, en God is hare ongerechtigheden gedachtig geworden. " Op.18:5. Zij heeft de maat van haar schuld vervuld, en vernietiging is op het punt van op haar terecht te komen. Maar God heeft nog een volk in Babylon en vóór Gods oordelen vallen moeten deze getrouwen uit Babylon geroepen worden, opdat zij " aan haar zonden geen gemeenschap hebben en opdat zij van haar plagen niet ontvangen". Vandaar de beweging , afgebeeld door de engel, die uit de hemel komt, de aarde verlichtend met zijn glorie en die roept met een machtige stem de zonden van Babylon aankondigend. In verband met zijn boodschap wordt de kreet gehoord: Kom uit van haar, Mijn volk…. "Deze aankondiging, zich aansluitend met de derde engelenboodschap , maakt de laatste waarschuwing uit die aan de inwoners van de aarde moet gegeven worden. Vreselijk is het resultaat waarin de wereld moet gebracht worden, De machten van de aarde, zich verenigend om te strijden tegen de geboden van God, zullen uitroepen dat " dat allen, kleinen en groeten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten", (Openb.13:16 ) zich moeten aanpassen aan de gewoonten van de kerk door het houden van de valse Sabbat. Allen die zullen weigeren van toe te geven zullen burgerlijke straffen ondergaan, en het zal erop uitlopen, dat er verklaard wordt, dat zij de dood schuldig zijn. Anderzijds eist de wet van God, de Scheppers rustdag opleggend, gehoorzaamheid en dreigt met toorn, allen die dit voorschrift overtreden.
Hij die dit resultaat klaar voor ogen heeft en toch op Gods wet trapt om een menselijke instelling te gehoorzamen, ontvangt het merkteken van het beest; Hij aanvaardt het teken van trouw aan de macht, die hij gekozen heeft te gehoorzamen in plaats van God. De waarschuwing van de hemel luidt als volgt : Lees Op.14 :9-10. Maar niemand moet de wraak van God op zich krijgen vóór dat hij de waarheid die tot zijn geest en tot zijn geweten gebracht zijn, verworpen heeft. Er zijn velen, die nooit een gelegenheid gehad hebben om de speciale waarheid voor deze tijd te horen. De verplichting van het vierde gebod is nooit voor hen gezet geweest in zijn waar licht. Hij die aller harten doorgrondt, en ieder beweegreden kent, zal niemand achterlaten, die begeert naar de kennis van de waarheid, om bedrogen te worden nopens de uitslag van de strijd. Het dekreet zal niet blindelings op het volk gelegd worden. Een ieder moet genoeg licht hebben om verstandig zijn besluit te nemen. De Sabbat zal de grote test van getrouwheid uitmaken, want het is het punt van de waarheid speciaal in betwisting gebracht. Als de eindtest er zal toe gekomen zijn van gelegd te zijn op de mens, dan zal er een onderscheidingslijn getrokken worden tussen deze, die God dienen en deze die Hem niet dienen. Terwijl de inachtneming van de valse Sabbat, in overeenstemming met de wet van de staat, in tegenstelling met het vierde gebod, een erkentenis zal zijn van overeenkomst met de macht, die in oppositie is met God, is de ware Sabbat, in gehoorzaamheid aan de wet van God, een bewijs van trouw aan de Schepper. Terwijl de Bene klasse, door het teken van onderwerping aan de aardse machten te aanvaarden, het merkteken van het beest ontvangen, ontvangende anderen, door het teken van trouw aan de goddelijke autoriteit te kiezen, het zegel van God. Tot hiertoe zijn deze, die de waarheden van de derde engelenboodschap verkondigden aanzien geweest als alarmisten. Hun voorspelling dat religieuze onverdraagzaamheid de overhand zou hebben in de Verenigde Staten, dat kerk en staat zich zouden verenigen om deze te vervolgen die de geboden van God onderhouden, zijn als grondeloos en absurd aanzien geweest. Het is confidentieel verklaard geweest, dat dit land nooit anders zou kunnen worden dan het geweest is:De verdediger van religieuze vrijheid. Maar als de kwestie van Zondagviering overal in het gedrang komt, dan wordt de gebeurtenis die zolang betwijfeld en niet geloofd geweest is, gezien, als naderend, en de derde engelenboodschap zal een effect hebben, dat zij vroeger niet kon gehad hebben.
In alle generaties heeft God Zijn boodschappers gezonden om zonden te berispen. Zowel in de wereld als in de kerk. Maar het volk begeert zoete dingen te horen en de reine onbedekte waarheid is niet aanvaardbaar. Vele hervormers, als zij aan dit werk begonnen, namen zich voor van grote voorzichtigheid aan de dag te leggen bij het aanvallen van de zonden van de kerk en van de natie; Zij hoopten, door het voorbeeld van rein Christelijk leven, het volk te leiden naar de leerstellingen van de bijbel. Maar de Geest van God kwam op hen als hij kwam op Eliah, hem bewegend om de zonden van de boze koning, en van een afvallig volk te berispen. Zij konden zich niet inhouden van de volle uitspraken van de Bijbel-doctrines te prediken. Leerstellingen die zij niet gaarne wilden voorstellen. Zij voelden zich gedrongen van ijverig de volle waarheid en het gevaar dat hun ziel bedreigden te verkondigen. De woorden, die de Heer hen gaf, spraken zij uit, zonder vrees voor de gevolgen, en het volk was verplicht van de waarschuwing te horen.
Op deze wijze zal de derde engelenboodschap verkondigd worden de tijd komt dat hij gegeven moet worden met zeer grote kracht, zal de Heer werken door nederige instrumenten, de geesten van leidend, die zich aan Zijn dienst wijden. De arbeiders zullen bevoegd worden eerder door de zalving van de Heilige Geest dan door de training in literaire scholen. Mannen van geloof en gebed zullen gedrongen worden om voorwaarts te gaan met een heilig ijver, om het woord dat God hen gegeven heeft, te verkondigen. De zonden van Babylon zullen opengelegd worden. De te vrezen resultaten van het opleggen van de kerkelijke voorschriften door burgerlijke gezaghebbers , het invoeren van spiritisme, de standvastige en vlugge vooruitgang van de pauselijke macht, alles zal ontmaskerd worden. Door deze plechtige waarschuwing zal het volk bewogen worden. Duizenden en duizenden zullen luisteren, naar woorden zoals zij nooit gehoord hebben. Met verwondering vernemen zij dat Babylon de Kerk is, gevallen wegens haar dwalingen en zonden, wegens haar verwerpen van de waarheid die naar haar gezonden is vanuit de hemel. Als het volk naar zijn vorige onderrichtes gaat met de scherpe vraag: zijn deze dingen zo? Stellen predikers fabels voor, profeteren zoete dingen, om hun vrees te verzachten en hun opgeschrikt geweten te stillen. Maar aangezien velen zich niet willen tevreden stellen met louter alleen het gezag van mensen en een volle "Zo zegt de Heer" wensen zulke de predikers gelijk de Farizeeën van ouds, vertoornd als hun gezag in twijfel wordt getrokken, de boodschap aan Satan toeschrijven en de zonde minnende menigte ophitsen om deze te vervolgen, die deze boodschap verkondigen.
Als de strijd nieuwe velden bereikt en de geest van het volk gevestigd wordt op het overtreden van Gods wet, is Satan in actie. De macht waarmede de boodschap gepaard gaat zal a»e anderen razend maken, die er tegen opkomen. De geestelijkheid zal bovenmenselijke krachten in het werk zetten om het licht uit te schakelen, opdat het niet zou schijnen op de kudden. Door alle middels, die ter beschikking staan zullen zij pogen de discussies nopens deze vitale kwesties te smoren. De kerk doet beroep op de machtige hand van de staat en hiervoor verenigen zich Pausgezinden en protestanten.
Als de beweging voor het opleggen den de Zondag stoutmoediger en beslister wordt, zal de wet ingeroepen worden tegen de geboden houders. Zij zullen bedreigd worden met geldboeten en met gevangenisstraf en aan sommigen zullen invloedrijke betrekkingen, aan anderen beloningen en voordelen aangeboden worden om hun geloof te verzaken. Maar hun beslist antwoord is : "Toon ons vanuit het woord van God waar wij dwalen. " Hetzelfde pleidooi werd gegeven door Luther in dezelfde omstandigheden. Deze, die voor het gerechtshof gebracht worden verdedigen op een krachtige wijze de waarheid, en sommigen, die hen horen worden ertoe gebracht om hun plaats te kiezen om alle geboden van God te onderhouden. Aldus zal het licht gebracht worden voor duizenden die anders de waarheid niet zouden gekend hebben. Gewetensvol gehoorzamen aan het woord van God zal aanzien worden als opstandigheid. Verblind door Satan, zullen de ouders hardheid en strengheid toepassen op hun gelovige kinders, de meesters of meesteressen zullen de geboden houdende dienaar onderdrukken. Genegenheid zal vervreemd worden. Kinderen zullen onterfd worden en van huis weggezonden worden. Het woord van Paulus zal zich letterlijk vervullen : "Allen, die willen godzaliglijk leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden. " 2,Tim.3:12.
Als de verdedigers van de waarheid weigeren de Zondag te vieren worden sommigen van hen in de gevangenis gebracht, anderen verbannen, anderen behandeld als slaven voor het menselijk begrip en wijsheid schijnt dit alles nu onmogelijk te zijn, maar als de terughoudende macht van de Geest van God zal teruggetrokken zijn van de mens, en zij onder toezicht zullen staan van Satan, die de goddelijke voorschriften haat, zal er een vreemdsoortige ontwikkeling zijn. Het hart kan zeer wreed zijn, als de vreze Gods en de liefde voor God weggenomen worden.
Als de storm nadert, geeft een groot aantal van dezen, die geloof in de engelenboodschap beleden hebben, maar die niet geheiligd geweest zijn door de waarheid, door gehoorzaamheid aan de waarheid, hun positie op en sluiten aan met de rangen van de oppositie. Door zich met de wereld te verenigen en deel te nemen aan zijn geest, zijn zij er toe gekomen van de zaken te zien op ongeveer dezelfde wijze , en als zij getest worden, zijn zij gereed om de gemakkelijke weg te kiezen, de algemeen geldende kant. Mensen met talent en met aangenaam voorkomen, die zich eens verheugd hebben in de waarheid, gebruiken hun talent om zielen te bedriegen en te misleiden. Zij worden de bitterste vijanden van hun vroegere broeders. Als de Sabbat houders voor het gerecht gebracht worden om te getuigen nopens hun geloof, zijn deze afvalligen de meest efficiënte agenten van Satan om verkeerd uit te leggen en hen te beschuldigen, en door valse verklaringen en zinspelingen de leiders op te hitsen tegen hen.
In deze tijd van vervolging zal het geloof van de dienaren van God beproefd worden. Zij hebben getrouw de waarschuwing gegeven, naar God opziende en naar Zijn woord alleen. De Geest van God die hun hart bewoog, heeft hun gedwongen te spreken. Gedreven door heilige ijver en sterk gedreven door de goddelijke stuwkracht zijn zij ingegaan op het volbrengen van hun plichten zonder koude berekening van de gevolgen van hun spreken tot het volk van het woord, dat de Heer hen gegeven had. Zij hebben huntijdelijke voordelen niet nagegaan,' noch gezocht van hun reputatie of hun leven in stand te houden. Nu als de storm van oppositie en verwijt op hen losbreekt, zijn sommigen, overweldigd door verslagenheid, gereed om uit te roepen: Hadden wij de gevolgen moeten voorzien, van onze woorden, dan zouden wij stilgezwegen hebben. " Zij worden omgeven van moeilijkheden. Satan valt ze aan met sterke bekoringen. Het werk, dat zij ondernomen hebben schijnt ver beneden hun mogelijkheid om volbracht te worden. Zij worden bedreigd met vernietiging. Het enthousiasme dat hun bezielde is weg; toch kunnen zij niet terug. Dan hun uiterlijke hulpeloosheid aanvoelend, vluchten zij naar de Machtige om kracht. Zij herinneren zich, dat de woorden, die zij gesproken hebben de hunne niet waren, maar die van Hem, die hen gevraagd had van de waarschuwing te geven. God plaatste de waarheid in hun hart, en zij konden niet anders dan ze te verkondigen.
Dezelfde beproevingen overkwamen mannen in het verleden. Wycleff, Huss, Luther, Tyndale, Baxter, Wesley, beweerden dat alle doctrines de test van de Bijbel moesten ondergaan en verklaarden dat zij alles zouden opgeven, wat de bijbel veroordeelde. Tegen deze mensen raasde de vervolging met woede; toch hielden zij niet op de waarheid te verkondigen. Iedere periode in de geschiedenis wordt gekenmerkt door de ontwikkeling van een of ander speciale waarheid, aangepast aan de noodwendigheden van Gods volk gedurende die tijd. Iedere nieuwe waarheid heeft haar weg gemaakt doorheen haat en tegenkanting; deze, die gezegend werden met dit licht werden bekoord en beproefd. De Heer geeft een speciale waarheid voor het volk in noodtoestand. Wie durft weigeren van ze te verspreiden? Hij beveelt Zijn dienaren van de laatste uitnodiging van barmhartigheid aan de wereld te verkondigen. Zij kunnen niet zwijgen tenzij op gevaar af van hun ziel. Christus' vertegenwoordigers hangen niet af van de gevolgen. Zij moeten hun plicht vervullen en de resultaten aan God overlaten. Als de tegenstand feller wordt, zijn de dienaars van God opnieuw onthutst; want het schijnt alsof zij zelf de oorzaak zijn van de crisis. Maar het geweten en het woord van God verzekeren hen dat hun handelwijze juist is; en afschoon de beproevingen aanhouden, worden zij gesterkt om ze te dragen. De tegenstand groeit aan, maar hun geloof en moed stijgen in proportie met de noodtoestand. Hun getuigenis is:"Wij durven niet tornen aan Gods woord, Zijn heilige wet scheidend ; het ene deel als belangrijk aanziend, en het andere als onbelangrijk, om de gunst van de wereld te winnen. De Heer die wij dienen is in staat ons te bevrijden. Christus heeft de machten van de aarde overwonnen en zullen wij bevreesd zijn van de wereld, die reeds overwonnen is ? Vervolging in zijn verschillende vormen is de ontwikkeling van een princiep, dat zal bestaan zolang als Satan bestaat en Christenheid een vitale macht heeft. Niemand kan God dienen zonder dat hij tegen zich de tegenkanting van de heiren van de duisternis trekt. Kade engelen zullen hem aanvallen, in alarm gebracht door dat hij hun prooi uit de hand rukt. Kwade mensen bestraft door zijn voorbeeld, zullen zich met hen verenigen om hem van God af te trekken door verleidelijke beweringen. Als dit niet slaagt, dan wordt een dwingende macht gebruikt om het geweten te dwingen.
Maar zolang Jezus de voorspreker is in het heiligdom boven, wordt de terughoudende invloed van de Heilige Geest gevoeld op de leiders en het volk. Hij beheerst steeds tot een zekere mate de wetten van het land. Ware het niet van deze wetten, de toestand van de wereld zou veel slechter zijn dan hij nu is. Terwijl vele van onze leidersactieve agenten zijn van de Satan, heeft God ook Zijn agenten in het leidende korps van het land. De vijand beïnvloedt zijn dienaren om maatregelen te laten treffen, die het werk van God grotelijks tegengaan; maar staatslieden, die de Heer vrezen worden beïnvloed door de heilige engelen om zulke voorstellen tegen te gaan met onweerlegbare argumenten. Dus kunnen een klein aantal mensen een machtige stroom van kwaad in bedwang houden. De tegenkanting van vijanden van de waarheid zal in bedwang worden,opdat de derde engelenboodschap zou kunnen verkondigd worden, en haar werk doen. Als de laatst waarschuwing zal gegeven worden, zal ze de aandacht van deze leidende mannen trekken, door wiep de Heer nu werkzaam is, en sommigen van hen zullen de waarheid aanvaarden, en zullen zich plaatsen met het volk van God doorheen de tijd van benauwdheid. De engel, die samen werkt om de derde engelenboodschap uit te roepen moet de ganse aarde verlichten met zijn heerlijkheid. Er wordt hem een werk voorspeld, van wereldwijde uitgestrektheid en ongewone macht. De adventbeweging van 1840-44. was een glorieuze openbaring van de macht van God; de eerste engelenboodschap werd gedragen naar ieder missioneringstations in de wereld, en in sommige landen was de grootste religieuze interesse die getuigd geweest was sedert de Reformatie van de 16de eeuw; maar deze zal overtroffen worden door de machtige beweging onder de laatste verwittiging van de derde engel.
Het werk zal hetzelfde zijn van dat van de dagen van Pinksteren. Zoals de eerste regen viel, bij de uitstorting van de Heilige Geest bij het begin van het evangelie, om het kostbare zaad te laten ontkiemen, zo zal de late regen gegeven worden voor het rijpen van de oogst.' Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen om den Heer te kennen, zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als de vroege regen, als de spade regen en vroege regen des lands. "Hosea 6:3. "En gij kinderen van Sion, verheugt u, en zijt blijde in den Heere, uwen God; want hij zal u geven dien leeraar ter gerechtigheid, en Hij zal u den regen doen nederdalen, den vroegen regen en den spaden regen in de eerst maand; "Joel 12:23. "En het zal zijn in de laatst dagen (zegt de God) Ik zal uitstorten van mijnen Geest op alle vleesch" "en het zal zijn, dat een iegelijk, die den naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden."Hand.2:17, 21.
Het grote werk van het evangelie kan niet sluiten met minder openbaring van de macht van God dan de opening ervan kenmerkte. De profetieën, die vervuld werden in de uitstorting van de vroege regen bij de opening van het evangelie moeten opnieuw vervuld worden in de late regen bij liet einde ervan. Hier zijn de tijden van verfrissing, waar de apostel Petrus naar opziet als hij zegt : "Betert u dan en bekeert u, opdat uwe zonden mogen uitgewischt worden, wanneer de tijden der verkoeling zullen gekomen zijn van het aangezicht des Heeren, en Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, die u te voren gepredikt is. Hand. 3 : 19, 20. Dienaren van God, met hun aangezicht verlicht en schijnend met de heilige toewijding, zullen zich spoeden van plaats tot plaats om de boodschap van de hemel te verkondigen. Door duizende stemmen over de ganse aarde, zal de waarschuwing gegeven worden. Mirakels zullen gewrocht worden, de zieken zullen geheeld worden, en tekenen en wonders zullen de gelovigen volgen. Satan werkt ook met bedrieglijke wonders,zelfs zal hij vuur uit de hemel doen nederdalen voor het zicht van de mensen. Openb.13:13. Zo zullen de inwoners van de aarde ertoe gebracht worden om hun standpunt in te nemen.
De boodschap zal niet zozeer door argumenten verspreid worden, maar door de diepe overtuiging van de Heilige Geest. De argumenten zijn gegeven geweest. Het zaad is gezaaid geweest en nu zal het ontkiemen en vrucht voortbrengen. De publicaties verspreid door missionarissen hebben hun invloed uitgeoefend, toch velen, wiens geest onder de indruk was, zijn belet geweest van tenvolle te begrijpen, of van gehoorzaamheid te schenken aan de waarheid. Nu dringen de lichtstralen, overal binnen, de waarheid wordt gezien in haar klaarheid,en de oprechte kinderen van God breken de banden, die hen gebonden hebben. Familie banden, kerkrelaties, zijn machteloos, om hen nu tegen te houden. De waarheid is -kostbaarder dan alle bijkomstigheden. Niettegenstaande de elementen, die tegen de waarheid samengebundeld worden, neemt een groot getal de zijde van de Heer. 603-612. Idem. Als Gods tegenwoordigheid ten laatste teruggetrokken was van de Joodse natie, wisten het de priesters en het volk niet. Ofschoon zij onder de macht van de Satan waren, en gedreven werden door de verschrikkelijkste en kwaadaardigste passies, aanzagen ze zich nog steeds als het uitverkoren volk van God. De bediening in de tempel ging verder; offers werden opgedragen op hun bevuilde altaren en dagelijks werd de goddelijke zegen opgeroepen over het volk,schuldig aan het bloed van Gods dierbare Zoon, en zoekend om Zijn bedienaars,de apostelen te doden. Zo, als de onherroepelijke beslissing van het heiligdom uitgesproken geweest is en het lot van de wereld voor tijd vastgelegd is, zullen de inwoners van de aarde het ook niet weten. De vorm van religie zal voortgaan bij het volk van wien de Geest van God zich teruggetrokken heeft; en de satanische ijver waarmede de prins van het kwaad hen zal inspireren voor het vervullen van zijn boosaardig doel, zal de schijn dragen van de ijver voor God.
Als de Sabbat het speciale punt van tegenkanting geworden is, voor het ganse christendom en religieuze en seculiere autoriteiten zich zullen bijeen gevoegd hebben om de viering van de Zondag te dwingen, dan zal het volgehouden weigeren van een kleine minderheid om aan de algemene eis te voldoen, van hen voorwerpen maken van algemene verfoeiing . Het zal gezegd worden dat de weinigen die in tegenkanting staan tegen een instelling van de kerk en een wet van de Staat niet moeten geduld worden; dat het beter is dat zij lijden dan dat de ganse natie gestort wordt in verwarring en wetteloosheid. Hetzelfde argument werd 1800 jaar geleden geurt tegen Christus door de "leiders van het volk" "dat het ons nut is dat één mensch sterve voor het volk, en het geheele volk niet verloren ga. "Joh 11 :50, zegde de sluwe Kajifas. Dit argument zal beslissend zijn; en een dekreet zal tenlaatste uitgevaardigd worden tegen dezen, die de Sabbat heiligen, hen schuldig houdend voor de strengste straf en aan het volk de vrijheid gevend na een zekere tijd van hen ter dood te brengen. Romanisme in de oude wereld en het afvallig protestantisme in de Nieuwe zullen een gelijaard1ge richting volgen tegenover dezen. die al de goddelijke wetten eren. Idem 615-16.
De tijd waarin wij leven vraagt bestendige waakzaamheid, en de bedienaars,van God moeten het licht van de Sabbatkwestie voorleggen. Zij moeten de inwoners van de aarde waarschuwen dat "Christus spoedig zal komen met macht en grote glorie. De laatste boodschap van waarschuwing aan de wereld moet de mens ertoe brengen van het groot belang te zien dat God aan Zijn wet hecht. De waarheid moet zo volledig en klaar naar voorgebracht worden, dat geen overtreder, ze horend, te verontschuldigen zal zijn, indien hij het belang van de gehoorzaamheid aan Gods wetten niet onderscheidt.
Ik werd geleerd te zeggen, verzamel uit de schriften de bewijzen dat God de zevende dag geheiligd heeft, en laat deze bewijzen gelezen worden in de vergadering. Laat deze, die de waarheid niet gehoord hebben getoond worden dat allen, die afwijken van een volk "zo zegt de Heer", het resultaat van hun handelwijze zullen ondergaan. In alle tijden is de Sabbat een test geweest van trouw aan God. Het is een teken tussen Mij en de kinderen van Israël voor altijd. " Vele opmerkingen zijn gemaakt geweest, dat onze sprekers in hun sermoenen blijven stilstaan op de wet en niet genoeg op Jezus. Deze vaststelling is niet strikt juist, maar is er daar geen reden voor? Stonden er in de predikstoel geen mannen, die geen ware bevinding hebben in de dingen van God, mannen, die de gerechtigheid van Christus niet ontvangen hebben? Vele van onze predikers hebben juist maar gepredikt, onderwerpen voorstellend op een wijze dat zij leiden tot argumentatie, en schaars de reddende macht van Christus vermelden. Hun getuigenis was ontbloot van het reddende bloed van Christus. Hun offerande geleek op deze van Kaïn, Hij bracht naar de Heer het fruit van het veld, dat op zichzelf aanvaardbaar was voor de Heer. Inderdaad het fruit was zeer goed maar de kracht van de offerande, het bloed van het geslachte lam, het bloed van .Christus voorstellend, ontbrak. Zo is het jok met de sermoenen zonder Christus. De mensen worden er niet door aangespoord in hun hart, zij worden er niet toe gebracht van te zeggen: Wat moet ik doen om gered te worden? Van alle belijdende Christenen moeten de zevende dags adventisten, de eerste zijn om Christus te verheffen voor de wereld. De verkondiging van de derde engelenboodschap vraagt naar de verkondiging van de Sabbatwaarheid. Deze waarheid met nog andere in de boodschap begrepen, moeten verkondigd worden. Maar het grote centrum van aantrekking, Christus Jezus, mag niet op zij gelaten worden. Het is op het kruis van Christus dat barmhartigheid en waarheid elkander kussen. De Zondaar moet ertoe gebracht worden van op te zien naar cavalerie; met het eenvoudig geloof van een kind moet hij vertrouwen op de verdiensten van de Heiland, Gospel Workers 149 en 150.
Ik heb er velen ontmoet, die beweren zonder zonde te leven. Maar als deze personen getest werden door Gods Woord, werden zij bevonden als open overtreders van Zijn Heilig Wet. De klaarste bewijzen voor de onvergankelijkheid en de bindende kracht van het vierde gebod kon hun geweten niet wakker schudden. Zij konden de eisen van God niet ontkennen, maar waagden het van zichzelf te verontschuldigen in het breken van de Sabbat. Zij beweerden geheiligd te zijn, en van God te dienen op al de dagen van de week. Vele goede lieden, zegden zij hielden de Sabbat niet. Als de mens geheiligd ware, zou er geen veroordeling op hem vallen, als hij de Sabbat niet onderhoudt.
God was te barmhartig om hen te straffen voor het niet onderhouden van de zevende dag, zij zouden als zonderlingen aanzien worden in de maatschappij als zij de Sabbat moesten houden, en zouden geen invloed hebben in de wereld. En zij zouden onderworpen zijn aan de bestaande machten.
Een vrouw in New Hampshire gaf getuigenis in een publieke meeting dat de genade van God haar hart beheerste en dat zij gans van de Heer was. Zij drukte dan haar geloof uit dat dit volk veel goed deed in het wakker schudden van de zondaars omdat zij hun gevaar zouden ontwaren. Zij zegde: "De Sabbat dat deze mensen ons voorhouden is de enige Sabbat van de bijbel": Zij bevestigde dan dat haar geest geplaatst geweest was op dit onderwerp. Zij zag grote beproevingen voor haar, die zij zou tegenkomen als zij de Sabbat zou onderhouden. De volgende dag kwam zij naar de vergadering en getuigde opnieuw, zeggende dat zij de Heer gevraagd had of zij de Sabbat moest houden, en Hij had gezegd aan haar dat zij hem niet moest houden. Haar geest was nu tot rust gekomen nopens dit onderwerp. Zij gaf dan een sensationele aansporing aan allen om tot de volle liefde te komen van Jezus, waar er geen veroordeling meer is voor de ziel.
Deze vrouw bezit geen ware heiligmaking, het was God niet die haar zegde dat zij kon geheiligd worden als zij in ongehoorzaamheid leefde aan één van Zijn geboden. Gods wet is heilig en niemand kan hem overtreden zonder niet gestraft te zijn. Deze, die haar vertelde dat zij kon verder Gods wet breken en zondeloos zijn was de prins van de machten van de duisternis dezelfde die Eva in Eden, door de slang zegde : "Gij lieden zult den dood niet sterven" Gen. 3:4. Eva vleide zich, dat God te goed was, opdat Hij haar zou straffen voor ongehoorzaamheid aan zijn uitdrukkelijke geboden. Dezelfde bedrieglijke manier van uitleggen wordt opgedrongen door duizenden als verontschuldiging voor hun ongehoorzaamheid aan het vierde gebod. Deze die de geest van Christus hebben zullen al de geboden onderhouden zonder de omstandigheden in acht te nemen. De majesteit van de hemel zegt "Gelijkerwijze Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde. " Joh.15:10. Adam en Eva durfden de eisen van de Heer te overtreden, en het verschrikkelijk resultaat van hun zonde, zou moeten een waarschuwing zijn voor ons om hun voorbeeld niet te volgen van ongehoorzaamheid. Christus bad voor zijn volgelingen in deze zin: "Heilig hen in de waarheid: uw woord is de waarheid. "Joh.17:17. Er is geen echte heiligmaking tenzij door gehoorzaamheid aan de waarheid. Deze, die God beminnen met gans hun hart zullen al zijn geboden lief hebben. Het geheiligde hart is in harmonie met de voorschriften van Gods wet: want zij zijn heilig, juist en goed. Het karakter van God is niet veranderd. Hij is dezelfde naijverige God nu gelijk Hij dit was op de Sinai, als Hij met Zijn vinger op de stenen tafelen schreef. Deze, die trappen op Gods Heilige wet kunnen zeggen, "Ik van geheiligd". Maar om inderdaad geheiligd te zijn, en om te beweren heilig te zijn, zijn twee verschillende dingen.
Het Nieuw Testament heeft de wet van God niet veranderd. De heiligheid van de Sabbat van het vierde gebod is stevig bevestigd als de troon van Jehova. Johannes schrijft : "Een iegelijk, die de zonde doet die doet ook de ongerechtigheid, want de zonde is de ongerechtigheid, en gij weet, dat Hij geopenbaard is, opdat Hij onze zonden zou wegnemen, en geen zonde is in Hem. Een iegelijk die in Hem blijft, die zondigt niet; Een iegelijk, die zondigt, die heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend. "Joh 3:4, 6. Wij mogen dezen, die beweren in Christus te zijn en geheiligd te zijn, terwijl zij in overtreding leven van Gods wet, op dezelfde wijze aanzien, als de geliefde apostel. Hij had met dezelfde klas te doen als wij nu. Hij zegde: "Kinderkees, dat u niemand verleide. Die de rechtvaardigheid doet, die is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is. Die de zonde doet, is uit den duivel, want de duivel zondigt van den beginne . Hiertoe is de Zoon Gods geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. "1 Joh.3:6-8. Hier spreekt de apostel in volle termen, als hij het gevraagde onderwerp oordeelt. Het epistel van Johannes ademt een geest van liefde. Maar, als hij in contact komt met dat soort, dat de wet breekt en toch beweert dat zij zonder zonden leven dan aarzelt hij niet hen te waarschuwen voor hun te vrezen bedrog. "Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis wandelen, zoo liegen wij, en doen de waarheid niet; maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zoo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, zijnen Zoon, reinigt ons van alle zonde. Indien wij zeggen, dat wij geene zonde hebben, zoo verleiden wij onszelven, en de waarheid is in ons niet. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid. Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, zoo maken wij Hem tot eenen leugenaar, en Zijn woord is niet in ons. " Joh.1:6-10. Sanctified Life 66-69.
Ik zag dat Jezus niet kwam en Zijn Vaders wet af te schaffen. De tien geboden moeten voor altijd stand houden. Adam en Eva braken Gods wet en vielen, en de familie van Adam moest vergaan. God kon Zijn wet niet veranderen noch af schappen om de mens te redden, die door zijn overtreding zo laag gevallen was, dat God geen enkele inspanning van zijne kant kon aanvaarden dat hij zou maken om deze heilige juist en goede wet te houden. Jezus zag de ontaarding van de mens, en had medelijken met zijn hopeloze toestand. Gans de hemel wist dat God Zijn wet niet kon veranderen of afschaffen om de mens te redden. Jezus had medelijden met het gevallen ras en offerde om de wraak van God op zichzelf te brengen, die de mens moest ondergaan en om te lijden in zijn plaats. De engel zegt :"Kwam Jezus om de wet zonder kracht te maken en door Zijn dood af te schaffen? Neen, neen, als Gods wet kon veranderd geweest zijn; Als hij had kunnen afgeschaft worden, dan zou God zijn Zoon niet moeten geven hebben om een wrede en schaamtevolle dood te sterven. Maar het feit, dat Jezus Zijn leven gegeven heeft, bewijst de onveranderbaarheid van de wet van God. Jezus gaf Zijn leven om de verloren mens van de vloek of schuld, die hij verdiende door overtreding te verlossen. Hij verhoogde de mens door Zijn vernedering. Hij werd de stapsteen om de mens te verheffen, opdat hij hand moge leggen op de kracht van Zijn bloed, om de wet van God te houden, en terug moge gebracht worden om te eten van het vrucht van de boom van leven, waar Adam en Eva alle recht voor verloren hadden. De engel zegde :"De arme dwaze mens weet niet wat hij doet. Hij heeft zijn zwakke hand tegen de Almachtige opgeheven. Hij heeft Gods wet geminacht. De wet van God is de gouden ketting om de eindige mens te verbinden aan de oneindige God . Hij bindt de aarde aan de hemel, en de mensen aan God. " De overtreder staat op het punt van de grote Wetgever te ontmoeten. De wraak van God heeft lang gesluimerd, maar spoedig, zal zijn wraak met verschrikkelijke gerechtigheid en zwaar gewicht vallen op de overtreder. En deze arm die uitgestrekt geweest is in opstand tegen Gods wet, en die de gouden ketting van binding van de aarde met de hemel en van de mens met God heeft willen breken, zal verdorren, terwijl de overtreder nog op zijn voeten staat. Deze tong die trots en hoogvaardig gesproken heeft tegen de wet van God, en die het vierde gebod zonder uitwerking gemaakt heeft, zal in zijn mond verteerd worden, terwijl hij nog op zijn voeten staat. Verschrikkelijk zal het lot zijn van dezen, die Gods wet overtreden, en die anderen ertoe brengen om hetzelfde hemel tergende pad van opstandigheid op te gaan. Ik werd dan verwezen naar de vleiende dingen onderwezen door dezen, die de wet van God overtreden. Er werd mij een schitterend licht getoond, gegeven door God om allen te leiden, die wilden wandelen in de weg van heil, en ook om te dienen als een waarschuwing voor de zondaar om voor de wraak van God te vluchten en een gewillige gehoorzaamheid te schenken aan Zijn eisen. Terwijl dit licht. voorging met schijnen, was er hoop. Maar er was een periode dat dit licht zou ophouden. Als hij die heilig is voor altijd heilig zal blijven, en als hij die vuil is vuil zal blijven. Als Jezus opstond, als Zijn werk beëindigd was in het allerheiligste, dan zal er geen ander straal licht zijn om uitgereikt te worden aan de zondaar.
Maar Satan vleit sommigen, doorheen zijn uitgekozen dienaren, zoals hij Eva vleide in Eden. Gij zult niet zekerlijk sterven, en zij vertellen hen dat er een tijdstip zal zijn voor bekering, een tijd van beproeving, waarin de vuile kan rein gemaakt worden. De medewerkers van Satan en zijn engelen plaatsen het licht in de toekomstige tijd, onderrichtend, dat na de komst van Christus, een proeftijd komt, wat de zondaar bedriegt, en die de koudhartige leraar naar vleselijke veiligheid leidt. Hij is onbezorgd en onverschillig en wandelt struikelend over de uren van zijn proeftijd. Het licht is gemaakt om ver vooruit te reiken, waar alles volle duisternis is. Michaël staat op. In plaats van barmhartigheid, voelt de bedrogen zondaar wraak, onvermengd met barmhartigheid. En zij beseffen te laat deze fatale bedriegerij. Dit plan werd uitgewerkt door Satan, en wordt uitgevoerd door bedienaars, die de waarheid van God in een leugen veranderen. 2 Spir. Gifts 274-76.
Ik werd teruggevoerd tot de schepping en werd getoond dat de eerste week, waarin God het werk van schepping volbracht in zes dagen, rustte op de zevende dag, juist gelijk een andere week was. De grote God in Zijn scheppingsdagen en Zijn rustdag mat de eerste cyclus af als een voorbeeld voor de volgende weken tot het einde der tijden. "Dit zijn de geboorten des hemels en der aarde, als zij geschapen werden; ten dage als de Heere God de aarde en den hemel maakte, Gen. 2:4.
God geeft ons de voortbrengsel"n van Zijn werk bij het afsluiten van iedere letterlijke dag. Iedere dag werd door Hem genoemd een geboorte, want op iedere dag heeft Hij voortgebracht of doen geboren worden een nieuw deel van zijn werk. Op de zevende dag van de eerst week heeft God gerust van Zijn werk, en dan heeft Hij de dag van rust gezegend, en afgezonderd voor het gebruik van de mens. De wekelijkse cyclus van zeven letterlijke dagen, zes voor de arbeid en de zevende voor de rust, die behouden geweest is en doorheen de geschiedenis van de bijbel tot ons gekomen in heeft zijn oorsprong in het grote feit van de eerst zeven weken.
Als God Zijn wet uitsprak met hoorbare stem op de Sinai, leidde Hij de Sabbat in door te zeggen: "Gedenk de Sabbat dat gij hem heilig houdt". Hij dan verklaart definitief wat gedaan zal worden op de zes dagen en wat niet zal gedaan worden op de zevende dag. Hij dan door het geven van de reden om op deze wijze de week door te brengen, verwijst hen naar Zijn voorbeeld op de eerste zeven dagen van de tijd. Want in zes dagen maakte de Heer de hemel en de aarde, en rustte de zevende dag, waarop de Heer de Sabbatdag zegende en hem heiligde. " Deze reden schijnt schoon en aanneembaar als wij aannemen dat in het verhaal van de schepping sprake is van zeven letterlijke dagen. De eerste zes dagen van iedere week zijn gegeven aan de mens om te werken, omdat God dezelfde periode van de eerste week gebruikte om Zijn Scheppingswerk te volbrengen. De zevende dag heeft God voorbehouden als een dag van rust, in herinnering aan Zijn rust gedurende dezelfde periode van tijd nadat Hij het werk van schepping in zes dagen volbracht had. Maar de ontrouwe veronderstelling, dat de gebeurtenissen van de eerst week zeven lange onbepaalde perioden vergt tot vervulling ervan, is direct in tegenstelling met de grondslag van de Sabbat van het vierde gebod. Het maakt onbepaald en duister dat wat God duidelijk gemaakt heeft. Het is de ergste soort van ontrouw; want met velen, die belijden het scheppingsverhaal te geloven, is het ontrouw in gedekte vorm. Ze beschuldigen God dat Hij de mens de week van zeven letterlijke dagen doet onderhouden in gedenkenis van zeven onbepaalde perioden, wat niet overeenkomt met Zijn manier van om gaan met sterfelijke wezens en wat Zijn wijsheid in het gedrang brengt.
Ontrouwe geologen beweren dat de wereld veel ouder is dan de Bijbel verhaalt. Zij verwerpen de bijbel, wegens deze dingen die voor hen bewijzen zijn uit de aarde zelf, dat de wereld tienduizenden jaren bestaat. En velen die het bijbelverhaal geloven zijn het spoor bijster) wanneer zij moeten verantwoorden nopens de betekenis van de wonderbare dingen, die gevonden worden In de aarde, met de vooropgezette idee, dat de scheppingsweek bestaat uit zeven letterlijke dagen, en dat de wereld nu pas ongeveer zes duizend jaren oud is, deze, om zich te bevrijden van moeilijkheden op hun weg gebracht door ontrouwe geologen, nemen het standpunt aan dat de zes dagen van de schepping zes lange perioden waren , onbepaald, en dat de rustdag van God nog een andere onbepaalde periode was; aldus maken zij het vierde gebod van Gods Heilige wet zinneloos. Sommigen namen gretig deze positie aan, want het vernietigt de kracht van het vierde gebod, en zij voelen zich bevrijd van de eis, die het gebod stelt. Zij hebben beperkte begrippen over de grote van de mens, het dier, de bomen vóór de vloed, en van de grote verandering, die toen plaats greep, in de aarde toen.
Beenderen van mensen en dieren werden gevonden in de aarde, in bergen en dalen, aantonend dat veel groter mensen en dieren eens geleefd hebben op de aarde. Mij werd getoond dat grote en machtige dieren geleefd hebben, vóór de zondvloed, die nu niet meer bestaan. Somtijds werden ook oorlogstuigen gevonden; ook versteend hout. Omdat deze overblijfselen van beenderen veel groter zijn dan van de levende wezens nu, of dan deze van vele generaties vooraf, besluiten sommigen, dat de wereld ouder is dan bepaald door de schriftopnamen, die wij hebben, en dat hij bevolkt was lang vóór het verhaal van de schepping, door een ras van wezens veel groter van afmetingen dan deze mensen, die nu op de aarde leven.
Mij is getoond geweest, dat zonder de Bijbelgeschiedenis, de geologie niets kan bewijzen. Overblijfsels in de aarde bewijzen, dat de staat van de dingen heel anders was dan nu in verschillende opzichten. Maar de tijd van hun bestaan en hoelang deze dingen zich in de aarde bevinden, kan alleen begrepen worden door de bijbelgeschiedenis. Het kan onschuldig schijnen van veronderstellingen te maken buiten de bijbelgeschiedenis, als onze veronderstellingen niet in tegenspraak zijn met de feiten, die opgetekend staan in de heilige Schriften. Maar als de mens het woord van God achterlaat in verband met de geschiedenis van de Schepping, en zoekt van Gods Scheppingswerken te verantwoorden gesteund op natuurlijke princiepen, dan komen zij op een eindeloze oceaan van onzekerheid. Hoe God juist het scheppingswerk volbracht in zes letterlijke dagen heeft Hij nooit wijs gemaakt aan sterfelijke wezens. Zijn scheppingswerken zijn even onbegrijpelijk als Zijn bestaan.
De heere is groot en zeer te prijzen, en Zijne grootheid is ondoorgankelijk Ps. 145:3.
"Die groote dingen doet, die men niet doorzoeken kan, en wonderen, die men niet tellen kan". Job 9:10, God dondert niet Zijne stem zeer wonderbaar, Hij doet grote dingen en wij begrijpen ze niet "Job 37:5.
“O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! Want: wie heeft de zin des Heren gekend? Of wie is Hem tot raadsman geweest?”
Rom.11 : 33, 34. Het woord van God is ons gegeven als een lamp voor onze voeten en een licht op ons pad. Deze die dit Woord weggooien, en zoeken door hun eigen blinde filosofie de wonderbare mysterie van Jehova uit te stippelen, zullen struikelen in de duisternis. Een gids is gegeven aan de stervelingen, waardoor zij Jehova en Zijn wenken kunnen nagaan voor zover het tot hun goed strekt. De inspiratie geeft ons de geschiedenis van de zondvloed, en verklaart hierdoor wonderbare mysteries, welke de geologie, onafhankelijk van de inspiratie, nooit zou kunnen geven. Het is het speciale werk geweest van Satan van de gevallen mens ertoe te brengen van in opstand te komen tegen Gods bestuur en er maar al te wel in geslaagd is. Hij heeft gepoogd de wet van God te verduisteren, die op zichzelf zeer klaar is. Hij heeft een speciale haat geopenbaard tegen het vierde voorschrift van de decaloog, omdat het de levende God bepaalt, de maker van de hemelen en de aarde. De klaarste voorschriften van Jehova worden de rug toegekeerd om onware fabels aan te nemen.
De mens zal zonder verontschuldiging zijn. God heeft voldoende bewijzen gegeven waarop het geloof kan gegrond vest worden, als Hij tenminste wenst te geloven. In de laatst dagen zal de aarde bijna ontdaan zijn van Waar ECHT geloof. Gesteund op louter voorwendsel zal het woord van God als onbetrouwbaar aanzien worden terwijl menselijke redeneringen zullen aanvaard worden, ofschoon zij in oppositie zijn met de duidelijke feiten van de bijbel. De mens zal pogen om van de natuurlijke oorzaken uitgaande,het scheppingswerk uit te leggen, wat God nooit geopenbaard heeft. Maar menselijke wetenschap kan nooit de geheimen van God doorgronden, en de verbazingwekkende werken van de schepping uitleggen, die een mirakel waren van de Almachtige Kracht, zoals het ook niet kan getoond worden hoe God tot ontstaan kwam. De verborgene dingen zijn voor den Heere , Onzen God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en voor onze kinderen tot in eeuwigheid. "Deut.29:29. Mensen, die belijden bedienaars te zijn van God, laten hun stem rijzen tegen het onderzoek van de profetie en vertellen aan het volk
dat de profetieën speciaal van Daniel en Johannes duister zijn en dat wij deze niet kunnen verstaan. Maar sommigen van hen die zich kanten tegen de profetie, omdat zij duister is, ontvangen begerig de veronderstellingen van de geologen, die het Mozisch verhaal betwisten. Maar als Gods geopenbaarde wil zo moeilijk te verstaan is, zouden de mensen zekerlijk hun geloof niet moeten laten rusten op louter veronderstellingen in verband met dit, wat Hij niet geopenbaard heeft. Gods wegen zijn niet als onze wegen, noch zijn Zijn gedachten niet als de onze. De menselijke wetenschap kan nooit uitleg verschaffen voor Zijn wonderwerken. God schikte het zo, dat mensen, dieren en bomen, veel groter dan ze nu zijn, en andere dingen, begraven werden onder de aarde ten tijde van de zondvloed, en daar bewaard werden om aan de mens te bewijzen dat de inwoners van de oude wereld vergingen door een zondvloed. God wil dat het ontdekken hiervan in de aarde, het geloof van de mens in de geïnspireerde geschiedenis zou bevestigen. Maar de mensen, met hun ijdele redenering, maakten een verkeerd gebruik van deze dingen, die God bepaald had dat zij hen ertoe zouden leiden Hem te verheffen. Zij vallen in dezelfde dwaling, waarin de mensen van vóór de vloed vervielen; Zij draaiden deze dingen, die God gegeven had voor hun welzijn, in een vloek, door ze op een verkeerde manier te gebruiken. 3. Spir. Gifts. 94 - 96.
De Heer is nu niet minder nauwkeurig in verband met Zijn Sabbat dan wanneer Hij de vroegere speciale onderrichtingen gaf aan de kinderen van Israël. Hij vroeg hen van te bakken wat zij moesten bakken, en koken wat zij moesten op de zesde dag, de voorbereidingsdag voor de rust van de Sabbat. Deze die verwaarlozen van een voorbereiding t e maken op de vrijdag, en die koken op de Sabbat, overtreden het vierde gebod, en zijn overtreders van Gods wet. Allen die bekommerd zijn om de Sabbat te houden volgens het gebod, zullen niets koken op de Sabbat. Zij zullen , in de vreze Gods, die de wet gaf op de Sinai, zichzelf bedwingen, en voedsel eten dat op de zesde dag voorbereid werd, zelfs moest het niet zo smakelijk zijn. God verbood aan Israël van te koken en te bakken op de Sabbat. Dit verbod zou moeten in acht genomen worden door iedere Sabbathouder, als een plechtig bevel voor hen door Jehova.
De Heer wil Zijn volk sparen van toegeving aan overdaad op de Sabbat, die Hij afgezonderd heeft voor heilige bedenking en aanbidding.
De Sabbat van de Heer is een dag van rust van de arbeid, en het dieet op deze dag zou eenvoudiger moeten zijn en er zou minder moeten van gebruikt worden, dan op de zes werkdagen, omdat wij op die dag minder oefeningen doen dan op de andere dagen. Velen hebben gedwaald door geen zelfbeheersing toe te passen op de Sabbat. Door volle maaltijden te nemen zoals op andere dagen, was hun geest beneveld. Zij zijn dwaas en dikwijls slaperig. Sommigen hebben hoofdpijn. Deze hebben geen ware toegewijde gevoelens op de Sabbat, en de zegening die er op rust, oefent geen geregelde invloed uit op hen, De zieken en de lijdende vragen zorgen en aandacht op de Sabbat, zowel als op de andere dagen. Het kan noodzakelijk zijn voor her warm eten te bereiden. Dat is niet een overtreding van de Sabbat, van het hen in zulke omstandigheden zo goed mogelijk te maken. De grote Wetgever is een God van medelijden zowel als van rechtvaardigheid. Idem 253 : 54. De zonen van Aaron die afweken van Gods gebod, vertegenwordigen deze; die het vierde gebod van Jehova overtreden, dat zeer duidelijk is. Bijna alle belijdende christenen houden de Sabbat niet, die God geheiligd heeft en die Hij gevraagd heeft hem als heilig te houden, van te rusten op deze dag omdat Hij zelf erop gerust heeft. Zij werken gedurende de heilige tijd van God, en eren de eerst dag van de week hierop rustend, die een gewone werkdag is, een dag waarop God niet rustte, en waarop Hij geen heilige eer gelegd heeft. Een afwijking van het vierde gebod zal nu niet onmiddellijk bezocht worden met de tijdelijke dood. Toch aanziet God de overtreding van zijn geboden niet lichter dan hij de overtreding van de zonen van Agron aanzag. Dood is de uiteindelijke straf van allen, die het licht verwerpen, en die voortgaan met te overtreden. Als God zegt houdt de zevende dag heilig, dan bedoelt hij niet de zesde of de eerste maar de werkelijke dag die
Hij vastgesteld heeft. Als de mens een gewone dag in de plaats stelt van de heilige dag en zegt dat het ook goed is, dan beledigt hij de Maker van hemel en aarde, die de Sabbat maakte als een herinnering van Zijn rusten op de zevende dag, nadat Hij de aarde geschapen had in zes dagen. Het is een gevaarlijk iets van, in de dienst van God zijnde, af te wijken van de goddelijke instellingen. Deze, die met God te doen hebben, die oneindig is, die uitdrukkelijk leiding geeft in verband met Zijn aanbidding, zullen de juiste lijn volgen, die Hij getrokken heeft en zich niet vrij voelen van ook maar in het kleinst af te wijken, omdat zij denken het zal ook daaraan beantwoorden. God zal al Zijn schepselen leren, dat Hij meent wat Hij zegt. 4a Spir. Gifts 13-15.
Van de volgende tekst werd gezegd, dat hij weggelaten geweest is, uit het visioen in de eerste geschriften: "En als iemand geloofd heeft en de Sabbat gehouden heeft, en er de verwachte zegeningen van gekend heeft, en hem dan opgegeven heeft, en Het heilige gebod verbroken heeft, hij zal de poorten van de Heilige Stad voor zichzelf toe sluiten, zo zeker als er een God heerst in de hemel hierboven".
Deze, die klaar de Sabbat gezien hebben en de waarheid aanvaard hebben nopens het oude gebod en de zegeningen ontvangen hebben als gevolg van gehoorzaamheid, maar die sindsdien hun geloof opgegeven hebben, en gedurfd hebben van de wet van God te overtreden, zullen ondervinden, als zij volhouden op dit pad van ongehoorzaamheid dat de poorten van de stad van God voor hen gesloten zijn. 1 Select Message 66.
Het is onmogelijk van enig idee te geven nopens de bevindingen van Gods volk, die zullen leven, op de aarde als voorbije ellende en de hemelse glorie zullen vermengd zijn. Zij zullen in het licht wandelen, dat van de troon van God komt. Bij middel van de engelen zal er bestendig gemeenschap zijn, van de hemel met de aarde. En Satan, omgeven met kwade engelen, en bewerend God te zijn, zal mirakels doen van alle slag om indien het mogelijk ware, zelfs de uitverkorenen te verleiden Gods volk zal zijn veiligheid niet vinden in het volbrengen van mirakels, want Satan zal elk mirakel, dat kan gewrocht worden, nadoen. Gods beproefd en getest volk zal -zijn kracht vinden in het teken, dar uitgesproken werd in Ex. 31 : 12-18. Zij moeten stand houden bij het levend geschreven woord :"Het is geschreven. " Dit is de enige grondslag waarop zij kunnen zekerlijk stand houden. Deze, die hun verbond met God verbroken hebben zullen op deze dag zonder hoop zijn en zonder God in de wereld. De aan bidders van God zullen speciaal onderscheiden worden wegens hun in acht nemen van het vierde gebod, daar dit het teken is van Zijn scheppingskracht en de getuigenis van Zijn eis aan de mens van Hem eer en hulde te betuigen. De bozen zullen onderscheiden worden door hun inspanning om de gedenkenis van God uiteen te rukken en de instelling van Rome te verheffen. Bij de einduitkomst zal gans het christen dom verdeeld zijn in twee grote klassen : deze, die de wet van God houden en het geloof van Jezus hebben, en deze, die het beest
aanbidden en zijn beeld en die zijn merkteken ontvangen. Ofschoon de kerk en de staat hun machten zullen verenigen om allen te "dwingen kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten, een merkteken geeft aan hunne rechterhand of aan hunne voorhoofden, " O;an'13 :16. Toch zal het volk van God dit niet ontvangen. De profeet van Patmos ziet hen : "En ik zag die de overwinnig hadden van het beeld en van het beest en van zijn merkteken. "Openb.15:2. En ze staan aan de glazen zee met de harpen van God zingend het lied van Mozes en van het lam (Operb.15:2).
Vreselijke beproevingen en testen staan Gods volk te wachten. De geest van oorlog hitst de naties op van het ene einde van de aarde tot het andere. Maar in het midden van de tijd van benauwdheid, die komende is, zoals er niet gezien geweest is sedert er naties bestaan, dan zal Gods uitverkoren volk zonder te wijken stand houden. Satan en zijn engelen kunnen hen niet vernietigen, want engelen, die uitmunten in kracht zullen hen beschermen. 2.Sel. Mess. 54-55.
De profeet zegt : "En na dezen zag ik eenen anderen engel afkomen uit den hemel hebbende groote macht, en de aarde is verlicht geworden van zijne heerlijkheid. En hij riep krachtiglijk met eene groote stem, zeggende : Zij is gevallen, zij is gevallen, de groote stad Babylon, en is geworden eene woonstede der duivelen. " Openb.18:1,2.
Dit is dezelfde boodschap die gegeven geweest is door de tweede engel. Babylon is gevallen" omdat zij uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt. " 14 :8. Wat is die wijn?. Haar valse leerstellingen. Zij heeft aan de wereld een valse Sabbat gegeven in plaats van de Sabbat van het vierde gebod, en heeft hetzelfde bedrog herhaald, dat Satan het eerst vertelde aan Eva in Eden. De natuurlijke onsterfelijkheid van de ziel. Vele gelijkaardige valse dingen heeft zij overal verspreid “lerende leringen die geboden van mensen zijn?" Matth. 15 :9. Toen Jezus zijn openbaar leven begon, reinigde Hij de tempel van de goddeloosheid die hem ontheiligde. Een van de laatste handelingen van Zijn bediening was de tweede reiniging van de tempel. Zo zullen in het laatste werk van waarschuwing aan de wereld twee onderscheiden oproepen gedaan worden aan de kerken: Openb.14:8. en Op.18:4-5. 2.Sel. Mess. 118.
Wij moeten ons niet vestigen, daar, waar wij in nauwe verbinding moeten zijn met dezen, die God niet eren... Er komt spoedig een crisis in verband met het vieren van de zondag...
De voorstanders van Zondag versterkten zich in hun valse beweringen, en dat zal verdrukking betekenen voor hen, die beslist zijn van de Sabbat van de Heer te houden. Wij moeten wonen, daar, waar wij de Sabbat in zijn volheid kunnen onderhouden. En wij moeten oppassen van uit te gaan met onze kinderen, waar het moeilijk wordt om de Sabbat te houden.
Als wij in de voorzienigheid van God ons plaatsen kunnen verschaffen weg van de steden, dan is het dit dat de Heer wil dat wij zouden doen. Er zijn moeilijke tijden op komst.
Als de macht die gegeven is aan koningen ten goede gebruikt wordt, is het omdat deze koning die verantwoordelijkheid draagt onder de goddelijke diktering staat. Als macht verbonden is met het kwaad, dan is ze verenigd met Satanische krachten, en zij zal werken om deze te vernietigen, die aan De Heer toebehoren. De protestantse wereld heeft een valse sabbat aangenomen, in de plaats, van deze van God, en zij treden in de voetstappen van het pausdom. Hierom zie ik dat het nodig is voor het volk van God van de steden te verlaten en zich op de buiten terug te trekken, waar zij het land kunnen bewerken en zorgen voor hun eigen productie. Aldus kunnen zij hun kinderen opbrengen op eenvoudige en gezonde wijze. Ik zie de noodzaak van spoed te maken om alles klaar te hebben voor de crisis. 2 Sel. Mess. 359.
Broeders en zusters, ik doe een oproep tot u zevende-dags-adventisten, van alles te zijn, wat die naam betekent. Er is gevaar van af te wijken van de geest van de boodschap.. .
Het volk van God mag niet geleid worden door de meningen of praktijken van de wereld. Luister naar hetgeen de Heer zegt aan Zijn leerlingen :"En Ik zal den Vader bidden en Hij zal u eenen anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid, namelijk den Geest der waarheid, welken de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet 11em niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij ulieden en zal in u zijn." Joh.14:16,17. "Ziet hoe groote liefde ons de Vader gegeven heeft; namelijk dat wij kinderen Gods genaamd zouden worden. Daarom kent ons de wereld niet, omdat zij Hem niet kent. " 1.Joh. 3 : 1.
Het woord van God verklaart ons duidelijk dat Zijn wet zal bespot, vertrappend worden door de wereld; er zal een buitengewone overheersing zijn van ongerechtigheid. De belijdende protestantse wereld zal een overeenkomst maken met de man van de zonde en de kerk en de wereld zullen in verdorven samenwerking zijn. Dan komt de grote crisis over de wereld. De schriften leren dat het pausdom zijn verloren macht herwint, en dat het vuur van vervolging zal opnieuw aangestoken worden door de huik naar de wind hangende toegevingen van de zogenaamde protestantse wereld. In deze tijd van gevaar kunnen wij alleen stand houden als wij de waarheid hebben en de macht van God. De mens kan alleen de waarheid kennen als hij zelf deelnemer is van de goddelijke natuur. Wij hebben nu meer dan menselijke wijsheid nodig in het lezen en onderzoeken van de Schriften. En als wij tot Gods woord komen riet een eenvoudig hart, dan zal Hij voor ons een standaard opheffen tegen de wetteloze elementen.
Het is moeilijk van het begin van ons vertrouwen vast te houden tot het einde; de moeilijkheden stijgen als er weggedoken invloeden bestendig aan het werk zijn om een andere geest in te voeren, een tegenwerkend element, uitgaande van Satan in verband met deze kwestie. In de afwezigheid van vervolging zijn in onze rangen personen gedreven, die gezond schijnen, en hun christelijkheid is ontegensprekelijk, maar die, als er vervolging zou ontstaan, ons zouden verlaten. In de crisis zullen zij kracht zien in schoonschijnende redenering die een invloed gehad heeft op hun geest. Satan heeft verschillende listen bereid om verschillende geesten te bewerken. Als de wet van God zonder uitwerking zal gebracht worden zal de kerk gezift worden door hevige beproevingen, en een groot aantal in proportie veel omvangrijker dan wij nu denken zullen toegeven aan verleidende geestenen leerstellingen van de duivelen. In plaats van gesterkt te worden als zij in moeilijke posities gebracht worden, -zullen velen bewijzen, dat zij geen levende takken Zijn van de Ware Wijnstok; zij droegen geen vruchten, en de landman nam ze weg. Maar als de wereld de wet zonder kracht maakt, wat zal dan het affect zijn op de ware gehoorzamen en rechtvaardigen? Zullen zij weggeveegd worden door de sterke stroom van kwaad? Om dat er zovelen zich onder de bannier van de prins van de duisternis scharen, zal Gods geboden houdend volk afdwalen van hun trouw? Nooit! Niet één die in Christus is, zal falen of vallen. Zijn volgelingen zullen buigen in gehoorzaamheid aan een hoger gezag dan dat van gelijk welke aardse potentaat. Terwijl de verachting, die geplaatst wordt op Gods geboden, velen ertoe leidt van de waarheid te onderdrukken en van minder eerbied ervoor te betuigen, zullen de getrouwen met groter ernst zijn onderscheidende waarheden hoog houden. Wij zijn niet achtergelaten aan ons eigen leiding. Op al onze wegen zouden wij God moeten herkennen, en Hij zal onze paden leiden. Wij ,zouden moeten Zijn woord raadplegen met nederig hart, Zijn raad vragen, en onze wil aan Hem overgeven. Wij kunnen niets doen zonder God.
Er is de meeste reden voor ons om de ware Sabbat te prijzen den hem te verdedigen, want hij is het teken dat het volk van God onderscheidt van de wereld. Het gebod, dat de wereld zonder uitwerking maakt is dit waaraan het volk van God om deze reden groter eer zal geven. Het is, als de ongelovige verachting legt op het woord van God dat de gelovige Calebs opgeroepen worden. Het is dan dat zij zullen stevig stand houden op de post van plicht zonder uiterlijk vertoon en zonder afdwalen wegens verwijt. De ongelovige bespieders stonden gereed om Caleb te vernietigen. Hij zag de stenen in de handen van dezen, die een vals verslag gegeven hadden, maar dit schrikte hem niet af, hij had een boodschap en hij zou ze geven. Dezelfde geest zal geopenbaard worden heden ten dage door hen, die getrouw zijn aan God.
De psalmist zegt: “want zij hebben uwe wet verbroken; daarom heb ik uwe geboden lief, meer dan goud, ja, meer dan het fijnste goud.” Ps.119:126-127.
Als men dicht aansluit aan de zijde van Jezus, als Christus in de harten verblijkt door het geloof, groeit hun liefde voor de geboden van God in verhouding tot verachting die de wereld ophoopt op Zijn heilige voorschriften. Het is in dezetijd dat de ware Sabbat voor het volk moet gebracht worden door pen en stem. Als het vierde gebod en deze die het onderhouden miskend en veracht worden, voelen de getrouwen dat het de tijd is niet om hun geloof te verbergen maar om de wet van Jehova te verhogen door de bannier te ontvouwen waarop geschreven staat de boodschap van de derde engel, de geboden van God en het geloof van Jezus.
Laat deze, die de waarheid hebben zoals zij in Jezus is, geen goedkeuring geven, zelfs niet door hun stilzwijgen, aan het werk van de geheimenis van ongerechtigheid. Dat zij nooit ophouden van de noot van alarm te schallen. Dat de opvoeding en de opleiding van de leden van onze kerken aldus weze, dat de kinderen en de jeugd ander ons zullen begrijpen, dat er geen toegevingen mogen gedaan worden aan deze macht, de man van de zonde. Leer hen dat, ofschoon de tijd zal komen dat wij de oorlog alleen kunnen voeren op het gevaar af van eigendom en vrijheid, toch moet de strijd gestreden worden, in de geest en zachtmoedigheid van Christus; de waarheid moet vast gehouden worden en verdedigd zoals zij in Jezus is. Weelde, eer, gemak, huis en wat ook, meten in tweede rang aanzien worden. De waarheid moet niet weggestoken worden, niet ontkend of vermomd worden, maar tenvolle bekend en stoutmoedig verkondigd.
De Heer heeft getrouwe wachters op de muren van Sion om luid te roepen en niet te sparen, om hun stem te verheffen als een trompet, en Zijn volk hun overtredingen en het huis van Jakob zijn zonden te tonen. De Heer heeft toegelaten dat de vijand van de waarheid een besliste krachtinspanning doet tegen de Sabbat van het vierde gebod. Hij heeft als doel een besliste interesse wakker te schudden voor deze kwestie die een test is voor de laatste dagen. Dit zal de weg openen voor de derde engelen boodschap om verkondigd te worden met kracht. Dat niemand, die de waarheid gelooft, nu zwijge. Niemand zal nu zorgeloos zijn; dat allen hun smekingen dringen voor de troon van genade, pleitend op de belofte :"en zoo wat gij begeren zult in Mijn naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in den Zoon verheerlijkt worde. "Joh.14:13." Zoo gij iets begeeren zult in mijnen naam, Ik zal het doen." Idem Vers 14.
Het is een gevaarlijke tijd nu. Als dit land dat prat gaat op de vrijheid zich voorbereidt om ieder princiep op te offeren, dat binnenkomt in haar Constitutie, dekreten uitvaardigend om de religieuze vrijheid te onderdrukken, en om pauselijke leugen en bedrog te dwingen dan moet het volk van God zijn petities in geloof tot de Allerhoogste richten. Er is bemoediging in de beloften van God. voor hen die hun vertrouwen in Hem stellen. Het vooruitzicht van in persoonlijk gevaar en ellende gebracht te worden, moet geen mismoedigheid veroorzaken, maar zou de kracht en de hoop van Gods volk moeten opwekken. Want de tijd van hun gevaar is het moment voor Gods volk om hen klaardere openbaringen te geven van Zijn macht. Wij moeten niet kalm zitten wachten op de onderdrukking en op de vervolging, en onze handen vouwen, niets doende om het kwaad af te wenden. Dat ons verenigd geroep naar de hemel stijge. Bidt en werkt, en werkt en bidt. Maar dat niemand overhaastig handele.... Maar leer zoals nooit tevoren, dat gij moet zacht en geduldig van hart zijn. Gij moet geen beschuldiging leggen op niemand, noch op individuen noch op de kerken. Leer van om te gaan met de geesten zoals Christus het deed. Er moeten somtijds scherpe dingen gesproken worden; maar wees zeker dat de Heilige Geest in uw hart verblijft voor aller gij de klaar-snijdende waarheid spreekt; dan laat ze snijden op haar manier. Het is gij niet die moet snijden 2. Sel. Mess. 367-371.
Ondertussen was de toestand in het Medo-Pesisch koninkrijk vlug veranderd. Daruis, Hystapses, onder wiens bestuur de Joden veel gunsten genoten hadden, werd opgevolgd door Xerxes de Grote. liet was onder zijn regering, dat degene onder de Joden die niet geluisterd hadden naar de boodschap van te vluchten, werden opgeroepen om een verschrikkelijke crisis door te maken. Geweigerd hebbende van voordelen te trekken uit de gelegenheid die God gegeven had om te vluchten, werden zij nu van aangezicht tot aangezicht met de dood gebracht.
Door Ilaman de Agagite, een gewetenloos man met hoog gezag in Medo Perzië, beoogde Satan in deze tijd de doeleinden van God tegen te werken. Haman koesterde bittere kwaadaardigheid tegen Mordecai, een Jood. Mordecai had geen kwaad gedaan aan IIaman, maar hij weigerde hem aanbidden de eerbied te schenken. Doch Haman, verachtende van de hand te leggen op Mordecai alleen, schikte hij hier van. al de Joden, die in het ganse land van Ahasveros waren, namelijk het volk van Mordechai te verdelgen. "Misleid door de valse verklaringen van Haman. werd Xersus ertoe gebracht om een dekreet uit te vaardigen om alle Joden te verdelgen"die in de provincies onder het volk verspreid waren.
Er werd een dag vastgesteld waarop de Joden zouden verdelgd worden en al hun goederen zouden aangeslagen worden. De koning realiseerde zich weinig de verreikende gevolgen van het voluit uitvoeren van dit decreet. Satan zelf de weggedoken ophitser van dit plan, poogde de aarde te scheuren voor dezen, die de kennis van de ware God behouden hadden.
"En in ieder landschap en iedere plaats, waar het woord des konings en zijne wet aankwam, was een groote rouw onder de Joden, met vasten en geween en misbaar, Velen lagen in zakken en asch." Ester 4 : 3. Het dekreet van de Perzen kon niet teruggetrokken worden; Schijnbaar was er geen hoop ; al de Israëlisten werden tot vernietiging gedoemd.
Maar het complot van de vijand werd teniet gedaan door een Macht, die heerst onder de mensenkinderen. In de voorzienigheid van God was Ester die de Allerhoogste vreesde een Jodin,koningin gemaakt van het Medo-Pesiche rijk.Mordecai was een dicht familielid van haar. In hun uiterste nood beslisten zij van beroep te doen op Xerxes ten behoeve van het volk. Ester moest het aandurvan van in zijn tegenwoordheid te komen als tussen persoon. "En wie weet, of gij niet op zulken tijd als deze is, tot dit koninkrijk geraakt zijt" zegde Mordecai. De crisis die Esther voor ogen had vroeg levendige en ernstige doordrijving;maar beiden, zij en Mordecai realiseerden zich dat alleen God machtig kon werken ten hunnen behoeve, dat hun eigen inspanningen anders nutteloos zouden zijn. Zo nam Esther tijd om met God vereniging te zoeken, de bron van haar kracht.
" Ga, vergader alle Joden, die te Susan gevonden worden, en vast voor mij, en eet of drinkt niet in drie dagen, des nachts noch des daags; ik en mijne jonge dochters zullen ook alzoo vasten en alzoo zal ik tot den koning gaan, hetwelk niet naar de wet is. Wanneer ik dan omkom, zoo kom ik om" Vers 16.
De beproevende bevindingen, die kwamen over Gods volk in de dagen van Esther, waren niet specifiek alleen voor deze tijd. De openbaarder door de eeuwen heen ziende op het einde der tijden, verklaarde : "En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad die de geboden van God bewaren en de getuigenis van Jezus Christus hebben. Openb.12 :17.
Sommigen, die nu op de aarde leven zullen deze woorden vervuld zien. Dezelfde geest, die in de vorige eeuwen de mens ertoe leidde om de ware kerk te vervolgen zal in de toekomst leiden tot het volgen van eenzelfde richting jegens hen, die hun getrouwheid aan God volhouden. Nu reeds worden voorbereidingen getroffen voor dit laatste grote conflict. Het dekreet, dat ten laatst zal uitgevaardigd worden tegen het overblijfsel van Gods volk zal gelijkend zijn op dat wat uitgevaardigd werd door Ahasverus tegen de Joden. Heden ten dage zien de vijanden van de ware kerk in het kleine groepje dat de Sabbat houdt, een Mordecai aan de deur. De eerbied van Gods volk voor Zijn wet is een bestendige berisping voor hen, die de vreze des Heren weggegooid hebben en die op de Sabbat trappen. Satan zal verontwaardiging opwekken tegen de minderheid, die weigert van algemene gewoonten en tradities aan te nemen. Mensen met positie en reputatie, zullen zich voegen met de wetteloze en de kwaden om raad te houden tegen het volk van God. Weelde genialiteit, opvoeding, zullen gecombineerd worden om hen te overladen met verachting. Vervolgende heersers, bedienaars en kerkleden zullen samenspannen tegen hen. Met stem en pen, door trots, dreigingen en spot, zullen zij hun geloof omverwerpen. Door valse voorstellingen en toornige oproepen, zullen mensen de passies van het volk opzwepen. Niet hebbende "Aldus zegt het de schriftuur", om tegen de verdedigers van de bijbelse Sabbat in te brengen, zullen zij hun toevlucht nemen tot verordeningen,om in het gebrek te voorzien. Om de populariteit en begunstiging te verzekeren, zullen de wetgevers toegeven aan de vraag om de Zondagswet. Maar deze, die God vrezen, kunnen een instelling die één voorschrift van de wet overtreedt niet aanvaarden. Op dit slagveld zal de laatste grote strijd uitgevochten worden in de tegenstelling tussen waarheid en leugen en dwaling. En wij zijn niet in twijfel gelaten nopens de einduitslag. Nu als in de dagen van Esther en Mordecai. zal de Heer Zijn waarheid en Zijn volk de overwinning schenken. Prophets and Kings Hoofdstuk 49. bl 600-606.
(In de tijd van Nehemia) Een ander resultaat van de omgang met de afgodendienaars was een niet inachtneming van de Sabbat, het teken, dat de Israëlieten onderscheidde van alle andere naties als aanbidders van de ware God. Nehemia ondervond dat heidense handelaars en verkopers van de omliggende landen, die naar Jeruzalem kwamen vele gewoonten ingevoerd hadden onder de Israëlieten om zich te begeven aan handelsdrijverij op de Sabbat. Er waren er die niet konden overtuigd worden om hun princiepen achter te laten, maar anderen zondigden en verenigden zich met de heidenen in hun inspanningen om de striktheid van geweten van anderen te overwinnen. Velen durfden openlijk de Sabbat te overtreden. " In die dagen zag ik in Juda, die persen traden op den Sabbat, en die garven inbrachten, die zij op ezels laadden; als ook wijn, druiven en vijgen, en allen last, dien zij te Jeruzalem inbrachten op de Sabbatdag; en ik betuigde tegen hen ten dage als zij eetwaren verkochten. Daar woonden ook Tyriërs binnen, die visch aanbrachten en allerlei koopwaar, die zij op de Sabbat verkochten aan de kinderen van Juda en te Jeruzalem. "Neh.13:15-16. Deze toestand had kunnen voorkomen worden, hadden de heersers hun gezag uit gevoerd; maar een begeerte van hun eigen belang te bevorderen, had ertoe geleid van de goddeloze te begunstigen. Nehemia berispt hen zonder meer wegens de verwaarlozing van hun plicht. " Wat voor een boos ding is dit, dat gijlieden doet, en ontheiligt den Sabbatdag? " Vers 17. , vroeg hij stout. " Deden niet uw vaders alzo en onzen God bracht al dit kwaad over ons en over deze stad; En gijlieden maakt der hittige gramschap nog meer over Israël, ontheiligende den Sabbat. " Vers 18.
Hij beval dan dat " als de poorten van Jeruzalem schaduw gaven, voor den Sabbat" dat ik bevel gaf en de deuren werden gesloten; en ik beval, dat zij ze niet zouden open doen tot na den sabbat," en meer vertrouwen hebbend in zijn eigen dienaren dan in die van de magistraten van Jeruzalem, plaatst hij hen aan de deuren om te zien of deze bevelen opgevolgd werden.
Niet ertoe geneigd om hun voornemens op te geven, " vernachtten de kramers en de verkoopers van alle koopvaar buiten voor Jeruzalem, eens of tweemaal. " Vers 20. Hopende van de gelegenheid te vinden voor handel met de stedelingen of het buitenvolk. Nehemia verwittigde hen dat zij zouden gestraft worden, als zij voort gingen met deze praktijk. " Waarom vernacht gijlieden tegenover den muur? " vroeg hij, Zoo gij het weder doet, zal ik de hand aan u slaan. Van die tijd af kwamen zij niet op den Sabbat. " Hij vroeg ook aan de levieten om de poorten te bewaken. wetend dat zij voor hen meer respect zouden hebben dan voor anderen, wegens hun dichte verbinding met de dienst van God was het te verwachten dat zij ijveriger zouden zijn om gehoorzaamheid aan de wet op te eisen. In het werk van hervorming, dat heden ten dage voorwaarts moet gebracht worden, is er nood aan mannen gelijk Ezra, Nehemia die de zonde niet verzachten of verschonen, noch schrik hebben aan de eer van God te verdedigen. Deze op wien de last ligt van dit werk zullen niet stil blijven, wanneer kwaad gedaan wordt noch zullen zij kwaad bedekken met een dekmantel van valse liefdadigheid. Zij zullen zich herinneren dat God geen aanzien heeft des persoons, en dat strengheid voor w,3inigen barmhartigheid uitmaakt voor velen. Zij zullen zich herinneren dat in deze die kwaad berispt, de Geest van God altijd moet aanwezig zijn.
In hun werk, vernederden zich Ezra en Nehemia voor de Heer, hun zonden en deze van hun volk belijdend, en vergiffenis afsmekend alsof zijzelf de overtreders waren. Met geduld wroetten zij en baden en leden. Wat hun werk het moeilijkst maakte, was niet de open vijandschap van de heidenen, maar de geheime oppositie van deze die zich als vrienden voordeden, die, door hun invloed te schenken aan het kwaad, de lasten vertienvoudigden van Gods dienaren. Deze verraders schaften materiaal aan de vijanden van de Heer om te gebruiken in de oorlog tegen Zijn volk. Hun kwade passies en opstandige wil waren altijd in strijd met de volle eisen van God. Het succes dat Nehemia's inspanningen bereikten, tonen aan wat gebed, geloof, en wijze en energetische aktie kan vervullen. Nehemia was geen priester; hij was geen profeet; hij kon geen beroep doen op hoge titels. Hij was een hervormer opgestaan voor een belangrijke tijd. Het was zijn doel van Zijn volk recht te zetten met God. Geïnspireerd door een groot doel, gebruikte hij al de energieën van zijn wezen om dit te vervullen. Hoge onbuigzame integriteit kenmerkten zijn inspanningen. Als hij in contact kwam met kwaad of oppositie tegen het recht, nam hij zo beslist standpunt in, dat het volk opgewekt werd om te werken. met nieuwe ijver en moed. Zij konden niet anders dan zijn trouw erkennen, zijn liefde voor het volk, en zijn diepe liefde voor God; en dit ziende waren ze gewillig om geleid te worden waar hij ze bracht. Het werk van herstel en hervorming vooruit gebracht door Zerubbabel, Ezra en Nehemia zijn een beeld van het werk van geestelijk herstel, dat moet volbracht worden in de eindtijd van de wereldgeschiedenis. Het overblijfsel van Israël was een zwak volk, blootgesteld aan de aanvallen van hun vijanden; maar door hen wilde God een kennis van Hemzelf en van Zijn wet in stand houden. Zij waren de bewakers van de ware aanbidding, de houders van de heilige orakels. Zij ondergingen verschillende bevindingen als zij de tempel herbouwden en de muren van Jeruzalem; sterk was de tegenstand die zij ontmoetten. De lasten waren zwaar die door de leiders gedragen werden in dit werk; maar deze mannen gingen vooruit in standvastig vertrouwen, in nederigheid van geest, en in vaste verbinding met God, gelovend dat Hij Zijn waarheid zou doen zegenvieren. Gelijk de koning Hezehia, Nehemia " kleefde de Heer aan en hij week niet van Hem na te volgen en hij hield zijne geboden, die de Heere Mozes geboden had. Zoo was de Heere met hem " 2.Kon.18:6,7. Het geestelijk herstel, dat in de tijd van Nehemia vooruit gebracht werd als een symbool, is beschreven in de woorden van Jesaja : "En zij zullen de verwoeste steden vernieuwen, die verstoord waren van geslacht tot geslacht."
"En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen de fundamenten, van geslacht tot geslacht. verwoest zult gij oprichten en gij zult genaamd worden : Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt om te bewonen. "Jes. 61:4; 58:12.
Het geestelijk herstel, dat in de tijd van Nehemia vooruit gebracht werd als een symbool, is beschreven in de woorden van Jesaja: "En zij zullen de oude verwoeste plaatsen bouwen, de vroegere verstoringen weder oprichten, en de verwoeste steden vernieuwen, die verstoord waren van geslacht tot geslacht". "En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen de fundamenten, van geslacht tot geslacht, verwoest zult gij oprichten en gij zult genaamd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt om te bewonen. Jes.61:4; 58:12.
De profeet beschrijft een volk, dat in een tijd van algemene afwijking van de waarheid en gerechtigheid, zoeken om de princiepen, die de grondslag zijn van het koninkrijk van God, te herstellen. Zij zijn herstellers van een bres, die in de wet van God gemaakt geweest is, de muur die Hij had geplaatst rond Zijn uitgekozenen, om hen te beschermen, en gehoorzaamheid aan Zijne voorschriften van gerechtigheid, waarheid , en reinheid, is hun eeuwige beschutting.
In woorden van onfeilbare betekenis stippelt de profeet het specifieke werk uit van zijn overblijvend volk, dat de muur opbouwt; "Indien gij uwen voet van den Sabbat afkeert, van te doen uwen lust op mijnen heiligen dag; die te eeren is; en indien gij dien eert, dat gij uwe wegen niet doet, en uwen eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan spreekt;dan zult gij u verlustigen in den Heere, en Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en Ik zal u spijzigen met de erve uw vaders Jakobs;want de mond des Heeren heeft het gesproken". Jes.58:13,14.
In de tijd van het einde moet iedere goddelijke instelling hersteld worden. De bres die in de wet gemaakt geweest is, als de Sabbat door de mens veranderd werd moet hersteld worden. Gods overblijvend volk, voor de wereld staande als hervormers, moeten de wet van God doen blijken als de grondslag van alle blijvende hervormingen dat de Sabbat van het vierde gebod moet blijven als een gedenkenis van de schepping, een bestendige herinnering aan de macht van God. In klare duidelijke lijnen moeten zij op de noodzakelijkheid van gehoorzaamheid aan al Zijn voorschriften van de decaloog wijzen. Gedreven door de liefde van Christus, moeten zij samen werken met Hem in het bouwen van de woeste plaatsen. Zij moeten herstellers zijn van de bres, herstellers van het pad om op te wandelen zie Vers 12. Pr. Kings 671-78.
Het is verklaard geweest dat het breken van de Sabbat zou gestraft worden met de dood,.... In onze dagen zijn er velen, die de Sabbat van de Schepping verwerpen als een Joodse instelling, en beweren als hij moet onderhouden werden, de doodstraf moet toegepast worden, als hij overtreden wordt. Maar wij zien dat godslastering dezelfde straf ontvangt. Zullen wij daaruit moeten besluiten dat het derde gebod ook moet op zij gezet worden en alleen van toepassing is voor de Joden? Dan moet het argument, getrokken uit de doodstraf toegepast worden op het derde, het vijfde en bijna op al de tien geboden, even goed als op het vierde. Ofschoon God nu geen straf legt op de overtreding van Zijn wet met tijdelijke straffen, toch verklaart Zijn woord dat het loon van de zonde de dood is; en in het laatste oordeel zal er ondervonden worden, dat de dood het deel is van hen, die Zijn voorschriften overtreden Patr. Pr 409.
Als wij het licht van het vierde gebod ontvingen, waren ongeveer een vijfentwintig adventisten in Maine, die de Sabbat hielden; Maar deze waren zo verschillend van mening op andere punten van de leer, en woonden zo verspreid van elkander dat hun invloed zeer gering was. Er waren er ongeveer evenveel in dezelfde conditie in een ander deel van New England. Het scheen onze plicht te zijn van deze in hun huizen te gaan bezoeken, en hen te sterken in de Heer en in Zijn waarheid en doordat zij zo verspreid woonden moesten wij veel tijd doorbrengen op de weg. (Dan wordt beschreven hoe moeilijk deze reizen verliepen bij gebrek aan geld, in niet verluchtte treinen op onpraktische boten in ijzige koude of stikkende hitte) Dit was zeer vermoeiend voor mij, vooral als ik moest reizen met een kind in de armen. Deze manier van leven scheen niet de beste. God riep ons in onze armoede, en leidde ons door de oven van beproeving, om ons de bevinding te geven die voor ons van grote waarde zou zijn, en een voorbeeld voor anderen die ons nadien zouden vervoegen in het werk.
Onze Meester was een Man van smarten; hij was bekend met lijden; en deze, die met Hem lijden zullen met Hem regeren. Lijden is het deel geweest van het volk van God van de dagen van het martelaarschap van Abel. De patriarchen leden om trouw te blijven aan God en gehoorzaam aan Zijn geboden. Het grote Hoofd van de kerk leed voor onze zaak; Zijn eerste apostelen en de primitieve kerk, de miljoenen martelaren, en de Hervormers moesten lijden ondergaan. En wij zouden wij, die de gezegende hoop van onsterfelijkheid hebben, om opgenomen te worden bij de spoedige verschijning van Christus, schrik hebben van een leven van lijden? Was het mogelijk van de boom van leven te bereiken in het midden van het Paradijs van God, zonder lijden, dan zouden wij zulk geen rijke beloning genieten voor dewelke wij niet geleden hebben. Wij zouden afgeschrikt zijn van de heerlijkheid; schaamte zou ons vervullen temidden van dezen, die de goede strijd gestreden hebben, die de ren gelopen hebben met geduld, en die vaste hand gelegd hebben op het eeuwig leven. Maar niemand zal daar zijn, die niet, gelijk Mozes, gekozen heeft van droefheid te ondergaan met het volk van God. De profeet Johannes zag de menigte van de verlosten, en vroeg wie zij waren. Het vlugge antwoord was : "Dezen, die gekomen zijn uit de grote verdrukking, en die hun klederen gewassen hebben en ze wit gemaakt hebben in het bloed van het Lam. " Als wij begonnen met het licht te geven over de Sabbat hadden wij nog geen definitief klaar idee over de derde engelenboodschap van Openb.14:9-12. Het hoofdthema van onze getuigenis, was dat de tweede Komstbeweging van God was, dat de eerste en tweede engelenboodschap voorgegaan waren en dat de derde moest gegeven worden. Wij zagen dat de derde sloot met de woorden: "Hier is de lijdzaamheid der Heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus". En, wij zagen klaar, zoals wij nu zien, dat deze profetische woorden een Sabbat hervorming suggereerden; maar wat de aanbidding van het beest, vermeld in deze boodschap of wat het beeld van het beest betekenden,daarvoor hadden wij geen definitieve positie ingenomen. God liet door Zijn Geest licht schijnen op Zijn dienaren, en het onderwerp legde zich trapsgewijze open voor hun geest. Het vroeg veel studie en angstige zorg om het te onderzoeken, deel per deel. Door zorg, angst, en bestendig werken is het werk stapsgewijze vooruitgegaan tot dat de grote waarheden van onze boodschap, een klaar gebonden prefect geheel vormden en aan de wereld gegeven werden. " 1.Test. Church 77-79. Scheidt de Sabbat af van de andere boodschappen, en hij verliest zijn macht; maar als hij verbonden is met de boodschap aan de derde engel, dan krijgt hij een macht, die ongelovigen overtuigt en hen uitleidt met kracht om stand te houden, te leven, te groeien en te bloeien in de Heer. Idem 1Test. 337. Een belijdenis van christelijkheid zonder geloof en werken die daarmede gepaard gaan, zal van geen waarde zijn. Niemand kan twee meesters dienen; aan wie hij zich zelf geeft als dienaar om te gehoorzamen, diens dienaar is hij; en hij kan geen dienaar zijn van God, zolang hij de duivel niet afzweert en al zijn werken. Het kan niet zonder schade zijn voor de dienaren van de Hemelse Koning van zich te begeven in plezier en vermaak waar de dienaren van Satan zich aan begeven, ofschoon zij dikwijls beweren, dat zulk vermaak schadeloos is. God heeft heilige waarheden verkondigd om Zijn volk te scheiden van de goddeloze en om hen te reinigen voor zichzelf. Zevende dags adventisten moeten hun leven van geloof uitleven. Deze, die de tien geboden gehoorzamen zien de staat van de wereld en van de religieuze dingen van een ander standpunt dan zij, die geloofs belijders zijn maar ook iiefhebbers van plezier, die het kruis schuwen, en die in overtreding leven met het vierde gebod. In de huidige toestand is het niet gemakkelijk voor de ouders om hun kinderen zich te leren bedwingen en hen te onderrichten volgens de regels van gerechtigheid van de bijbel. 1.Test. Church 404
Er is mij getoond geweest dat er te grote laksheid aan de dag gelegd geweest is in verband met het houden van de Sabbat. Er is geen stiptheid geweest in het volbrengen van de gewone bezigheden gedurende de werkweek, die God gegeven heeft aan de mens, en zorgzaamheid om geen enkel uur inbreuk te maken op de heilige tijd die Hij voor zich heeft voorbehouden. Er is geen enkele menselijke bezigheid, die als voldoendekan aanzien worden om het vierde gebod van God te overtreden. Er zijn gevallen waar Christus toelating gegeven heeft te werken zelfs op de Sabbat in het redden van mensenlevens of van dieren. Maar als wij de letter van het vierde gebod overtreden ter onzen gunste van een speciaal standpunt uit gezien dan worden wij Sabbatbrekers en schuldig aan overtreding van alle geboden want als wij in één punt overtreden dan zijn wij in allen schuldig . Als wij dan om bezit te redden , het uitdrukkelijk gebod van God overtreden, waar is het einde van dit alles ? Waar zullen wij de grens zetten? Overtreden in een klein punt en dit aanzien als zulk geen grote zonde van onze kant, leidt tot verharding van het geweten, en tot verdoving van de sensibiliteiten tot wij steeds verder kunnen gaan tot wij geheel en al een hoeveelheid werk doen en steeds onszelf wijs maken dat wij Sabbat houders zijn, terwijl wij volgens Christus standpunt ieder voorschrift van Gods heilige wet breken. De Sabbat houders begaan fout op dit gebied., maar God is veeleisend hierin, en allen die denken, dat zij wat tijd winnen, of zich voordeel doen met een beetje af te nemen van de tijd van de Heer, zullen vroeg of laat verlies ondergaan. Hij kan hen niet zegenen, zoals Hij het zou gaarne doen, want zij onteren Zijn naam. Zijn voorschriften worden te licht aanzien. Gods vloek zal op hen rusten, en zij zullen tien of twintig keren meer verliezen, dan zij gewonnen hebben. "Zal een mens God beroven? Maar gij berooft mij... Zelfs het ganse volk" Mal 3 : 8,9. God heeft de mens zes dagen gegeven om te werken voor zichzelf, maar Hij heeft één dag voorbehouden, waarop Hij speciaal moet geëerd worden. Hij moest verheerlijkt worden. Zijn gezag moet gerespecteerd worden. En toch wil de mens God beroven door een beetje van Zijn tijdte stelen die de Schepper voorbehouden heeft voor Zichzelf. God heeft de zevende dag voorbehouden als een periode van rust voor de mens, voor het welzijn van de mens, zowel als voor Zijn eigen heerlijkheid. Hij zag dat de mens behoefte had aan een dag rust van werk en zorg, dat zijn gezondheid en leven zouden in gevaar zijn, zonder een periode van ontspanning van de arbeid en de angst van de zes dagen.
De Sabbat was gemaakt ten voordelen van de mens; en bewust het heilig gebod overtreden is een misdaad in het oog van de hemel, die zo groot aanzien word- onder de Mozaische wet dat ze de dood als straf voorzag voor de overtreder. Maar dat was niet alles wat de overtreder moest ondergaan, want God zal geen overtreder van Zijn wet in de hemel opnemen. Hij moet de tweede dood ondergaan, die de volle en eindstraf is voor de overtreder van de wet van God 1Test, Church 531-33.
"Ik doe een groot werk, "zegde Nehemia. " Zoodat ik niet zal kunnen afkomen; waarom zou dit werk ophouden, terwijl ik het zou nalaten en tot u lieden afkomen? " Neh.6 : 3.
Er werd mij getoond in Januari 1875, dat Gods volk voor geen ogenblik zijn. waakzaamheid en voorzichtigheid mag los laten, Satan is ons op de hielen. Hij is beslist van Gods geboden houdend volk te overwinnen met zijn bekoringen. Als wij hem niet toelaten, maar zijn listen tegengaan, standvastig in het geloof, dan zullen wij kracht hebben om alle ongerechtigheid te ontkomen. Deze, die de geboden Gods onderhouden zullen een macht vormen in het land, als zij leven in overeenstemming met hun licht en voorrechten. Zij kunnen voorbeelden zijn van godsvrucht, heilig in het hart en in gesprekken. Wij zullen ons niet op ons gemak houden, zodat wij kunnen ophouden van te waken en te bidden. Als de tijd nadert, dat Christus in de wolken van de hemel zal geopenbaard worden zullen de bekoringen van Satan met groter macht gelegd worden op hen, die Gods geboden onderhouden, Want hij weet dat zijn tijd kort is.
Het werk van Satan zal volbracht worden door agenten, Bedienaars, die de wet van God haten zullen alle middels gebruiken om zielen van hun trouw aan God af te wenden. Onze bitterste vijanden zullen zich bevinden onder de eerste dag adventisten. Hun hart is tenvolle beslist van oorlog te maken tegen dezen, die de geboden van God onderhouden en het geloof van Jezus hebben. Deze mensen aanzien het als een deugd van te spreken, te schrijven en te handelen, met de meest bittere haat tegen ons. Wij moeten geen eerlijke omgang verwachten met hen of rechtvaardigheid aan hun handen. Velen van hen zijn ingegeven door Satan met krankzinnige dolheid tegen hen, die de wet van God onderhouden. Wij zullen belasterd worden en verkeerd geïnterpreteerd; al onze beweegredenen en handelingen zullen verkeerd beoordeeld worden, en ons karakter zal aangevallen worden. Op deze wijze zal de wraak van de draak geopenbaard worden. Maar ik zag dat wij niet in het minst moeten ontmoedigd worden. Onze kracht is in Jezus, onze Voorspreker. Als wij in nederigheid op God vertrouwen en aan Zijn beloften vasthouden, zal Hij ons genade geven en hemelse wijsheid om zijn listen te weerstaan en om als overwinnaars uit te komen.
In mijn laatst gezicht zag ik dat het onze invloed niet zal vermeerderen of ons in de gunst van God zal doen stijgen, als wij vergelding zoeken of afdalen van ons groot werk om neder te dalen op hun peil door hun laster tegen te gaan. Er zijn er die hun toevlucht willen nemen tot gelijk welke verleiding of bedrog om hun doel te bereiken en zielen te bedriegen, en een vlek te leggen op de wet van God en op dezen, die gaarne gehoorzamen.
Zij zullen de meest onlogische en gemene leugens herhalen, altijd maar opnieuw, tot dat zij zelf zullen geloven dat het waar is wat ze zeggen. Het zijn namelijk de sterkste argumenten, die zij gebruiken tegen de Sabbat van het vierde gebod. Wij moeten ons niet laten overheersen door onze gevoelens en ons laten afbrengen van het werk dat er in bestaat van de wereld te verwittigen.
Het geval van Nehemia werd mij voorgesteld. Hij moest de muren van Jeruzalem herstellen. "En het geschiedde als Sanballet en Tobia en de Arabieren en de Ammonieten en de Asdodieten hoorden, dat de verbetering aan de muren van Jeruzalem toenam, dat de scheuren begonnen gestopt te worden, zoo ontstaken zij zeer, en zij maakten allen te samen een verbond, dat zij zouden komen om tegen Jeruzalem te strijden, en eene verbijstering daarin te maken." Neh.4:7,8. In dit geval vormde een geest van haat en tegenkanting tegen de Hebreëen een eenheid en schiep een onderlinge sympathie tussen de verschillende groepen van mensen, die anders strijd tegen elkander zouden gevoerd hebben. Dit illustreert goed, waar wij dikwijls getuige van zijn heden ten dage, namelijk het bestaan van eenheid tussen mensen van verschillende denominaties om de waarheid tegen te gaan, mensen, die alleen één zijn, in dat,wat draakachtig is in hun natuur, om bitterheid en haat te openbaren tegen het overblijfsel, dat de geboden van God houdt. Dat wordt in de eerste plaats opgemerkt bij de eerste dags adventisten, bij de geen dag en de alle dagen adventisten die uitmunten in het haten en in het elkander belasteren, als zij tijd kunnen sparen voor hun inspanning om de Zevende-dags-adventisten verkeerd te interpreteren te belasteren, en op elk gebied te misbruiken.
"Maar wij baden tot onzen God, en zetten wacht tegen hen, dag en nacht, hunnen halve. "Vers 9. Wij zijn bestendig in gevaar van zelfvergenoegd te zijn en op ons eigen wijsheid af te gaan, en van God onze macht niet te maken, Niets stoort de Satan zozeer dan dat hij weet dat wij zijn listen kennen. Als wij het gevaar voelen zullen wij onze noodgevoelen aan gebed, zoals Nehemia, en gelijk hij zullen wij deze zekere verdediging verkrijgen, die ons zekerheid zal schenken in gevaar. Als wij zorgeloos en onverschillig zijn zullen wij zeker door de listen van Satan overwonnen worden. Wij moeten waakzaam zijn. Terwijl, gelijk Nehemia, wij onze toevlucht nemen tot het gebed en onze lasten en onze verslagenheid leggen op God, zullen wij niet voelen, dat wij niets te doen hebben. Wij moeten waken en bidden. Wij moeten waken op hetgeen onze tegenstanders doen, opdat zij geen succes hebben in het verleiden van zielen. Wij moeten in de kracht van Christus in spanningen doen om hun doeleinden te doen mislukken, terwijl, wij tezelfdertijd niet mogen toelaten dat zij ons terug roepen van ons groot werk. Waarheid is sterker dan dwaling. Gerechtigheid zal het kwaad overheersen. Het volk van God zoekt om de bres, die in Gods wet gelegd geweest is te herstellen . "En die uit u voortkomen. zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen; de fundamenten, van geslacht tot geslacht verwoest, zult gij oprichten en gij zult genaamd worden: Die de bressen toemuurt die de paden weder opmaakt om te bewonen. Indien gij uw en voet van den Sabbat afkeert, van te doen uwen lust op mijnen heiligen dag; en indien gij den Sabbat noemt eene verlustiging, opdat de Heer geheiligd worde, die te eeren is; en indien gij dien eert, dat gij uwe wegen niet doet, en uwen eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan spreekt : dan zult gij u verlustigen in den Heere, en Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en Ik zal u spijzigen met de erve uws vaders Jakobs; want de mond des Heeren heeft het gesproken. " Jes.58:12,14.
Dit verstoort de vijanden van ons geloof, en ieder middel wordt gebruikt om ons, werk te verhinderen. En toch wordt de gebroken muur bestendig verhoogd. De wereld wordt verwittigd, en velen keren zich af van het vertrappen van de Sabbat. God is in dit werk, en de mens kan het niet stoppen. De engelen van God werken samen met de inspanning van Zijn getrouwe dienaren, en het werk gaat bestendig vooruit. Wij zullen af te rekenen herhen met tegenkantingen van alle aard, zoals de bouwers van de muren van Jeruzalem; maar als wij waken en bidden en werken, zoals zij deden, zal God onze strijd strijden en ons een kostbare overwinning geven. Nehemia" kleefde den Heere aan; hij week niet van hem na te volgen, en hij hield zijne geboden, die de Heere Mozes geboden had, Zoo was de Meere met hem". 2.Kon.18:6-7. Boodschappers werden herhaaldelijk gezonden om een onderhoud te vragen met Nehemia; maar hij weigerde hen te ontmoeten. Stoutmoedige bedreigingen werden gedaan, van wat zij van plan waren te doen , en boodschappers werden gezonden om het volk toe te spreken, dat bezig was met het werk. Deze kwamen met vleiende lokmiddelen voor de dag en beloofden aan de bouwers bevrijding van de dwang en wonderbare voorrechten, als zij hun belangen wilden dienen en ophouden met bouwen. Maar het volk werd opgelegd niet in woordenwisseling te komen met hun vijanden en hen geen woord te antwoorden, zodat hen geen voordeel van woorden gegeven werd. Dreigingen en bespottingen werden hen toegestuurd. zij zegden : "Al is het dat zij bouwen zoo daar een vos opkwame, hij zou hunnen steenen muur wel verscheuren" Sonballet ontstak en werd zeer toornig en hij bespotte de Joden" Neh. 4 : 3,1. Nehemia bad. "Hoor, o onze God dat wij zeer verzocht zijn en doe h'inne versmaadheid weder keren op hun hoofd" Neh. 4: 4. "En ik zond boden tot hen, om te zeggen : Ik doe een groot werk, zoodat ik niet zal kunnen afkomen; waarom zou dit werk ophouden, terwijl ik het zou nalaten en tot ulieden afkomen? Zij zonden nu wel viermaal tot mij op dezelfde wijze, en ik antwoordde hen op dezelfde wijze. Toen zond Sonballet tot mij op dezelfde wijze ten vijfden maal zijnen jongen , met een open brief in zijn hand. "Neh. 6 :3-5.
Wij zullen de hevigste tegenstand hebben van de adventisten die de wet van God tegengaan. Maar gelijk de bouwers van de muren van Jeruzalem moeten wij niet verstrooid worden noch verhinderd van ons werk door mededelingen, door boodschappers, die graag redetwisten of in strijd komen, of door vrees aanjagende bedreigingen, het publiceren van leugens of door enige andere list van de Satan, Ons antwoord moet zijn : Wij zijn ingenomen door een groot werk en wij kunnen niet naar beneden komen. Wij zullen somtijds verlegen zijn en niet weten welke richting wij moeten nemen om de eer van de zaak van God te beveiligen en om de waarheid te verdedigen. De manier van doen van Nehemia zou een sterke invloed op ons moeten hebben om te zien hoe wij moeten het hoofd bieden aan deze tegenkantingen. Wij zullen al deze dingen aan God voorleggen in gebed, zoals Nehemia zijn smekingen liet opstijgen voor God, terwijl zijn eigen geest nederig was. Hij hield aan God vast met onwankelbaar geloof. Dit is de manier, die wij moeten volgen. De tijd is te kostbaar om te besteden aan het verdedigen van hun zwart gemaakt karakter door hen, die de Sabbat van de Heer haten. Wij moeten met onwankelbaar vertrouwen voorwaarts gaan, gelovend dat God Zijn waarheid grote en kostbare overwinningen zal schenken. In heiligheid, zachtmoedigheid, en reinheid van hart, ons latende afhangen van Christus, zullen wij een overtuigende kracht met ons medevoeren, dat wij de waarheid hebben.
Wij begrijpen ons voorrecht niet, het geloof en het vertrouwen, dat wij kunnen hebben in God, en de grote zegeningen, die het geloof teweegbrengen. Een belangrijk werk ligt voor ons. Wij moeten een morele geschiktheid hebben voor de hemel. Onze woorden en ons voorbeeld moeten spreken tot de wereld. Engelen van God zijn aangesteld om te werken voor de kinderen van God. Kostbare beloften staan ter uitvoering op voorwaarde dat wij de voorschriften gehoorzamen. De hemel is vol met de rijkste zegeningen, wachtende om aan ons gegeven te worden. Als wij onze nood aanvoelen, en tot God komen in rechtzinnigheid en in ernstig geloof, zullen wij in nauwe verbinding gebracht worden met de hemel en zullen wij kanalen van licht zijn voor de wereld. De waarschuwing moet dikwijls luiden : "Zijt nuchteren en waakt; want uwe tegenpartij, de duivel, gaat om als een brieschende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden. "1.Petr.5:8. 3 Test. 570-75.
Mijn dierbare jonge broeder, gij zijd ambitieus geweest om kennis te verwerven. Deze ambitie is prijzenswaardig; maar om eraan toe te geven hebt gij uw eeuwige belangen verwaarloosd en ze op de tweede plaats gezet na uw studies. God en de hemel hebben een ondergeschikte positie ingenomen in uw gevoelens. De eisen van Gods heilige wet zijn niet gevolgd geweest in uw dagelijks leven. Gij hebt de Sabbat overtreden door te studeren gedurende deze heilige tijd, die gij niet mocht doorbrengen voor uw eigen doeleinden. God heeft gezegd dan zult gij geen werk doen" 4 Test. Church 114.
De kostbare tijd van genade gaat voorbij en weinigen stellen zich voor dat die tijd hen gegeven is om zich voor te bereiden voor de eeuwigheid. De gouden uren worden versleten in wereldse achtervolgingen, in plezier, en werkelijk zondigen. Gods wet wordt op zij gezet en vergeten toch blijft ieder voorschrift bindend. Iedere overtreding zal haar straf medebrengen. Liefde voor werelds gewin leidt tot het overtreden van de Sabbat. Toch zijn de eisen betreffende deze heilige dag niet afgeschaft of verminderd. Gods gebod op dit punt duidelijk en onbetwistbaar; Hij heeft ons volstrekt verboden van op de zevende dag te werken. Hij heeft hem afgezonderd als een dag voor Hemzelf geheiligd.
Velen vormen een hinderpaal op het pad van dezen, die willen wandelen in gehoorzaamheid aan de wetten van God. Er zijn sterke en subtiele invloeden, die hen binden aan de wagen van de wereld, maar de macht van de Heer kan deze banden breken. Hij zal ieder beletsel uit de weg ruimen voor de voeten van de getrouwen of hen kracht en moed geven om iedere moeilijkheid te overwinnen, als zij ernstig Zijn hulp afsmeken. Alle hindernissen zullen wegzinken voor een ernstig begeren en volgehouden krachtinspanning om de wil van God te doen, ten koste van zichzelf, zelfs moest het leven ervoor opgeofferd worden. Licht 'jan de hemel zal de duisternis verlichten van dezen, die, in beproeving en verlegenheid voorwaarts gaan opziende naar Jezus als de verwezenlijker van hun hoop.
In de oude tijden sprak God door de mond van profeten en apostelen. In deze dagen spreekt Hij tot hen door de getuigenissen van Zijn Geest. Er was nooit een tijd waarop God Zijn volk onderrichtte op een meer ernstige wijze dan Hij hen nu onderricht nopens Zijn wil en de richting die Hij wil dat zij volgen. Naar zullen zij nut trekken uit deze onderrichtingen? Zullen zij Zijn berispingen aanvaarden, en acht slaan op Zijn waarschuwing? God kan geen halve gehoorzaamheid aanvaarden; Hij laat niet toe dat wij een compromis sluiten met ons zelf. 4 Test. 147-48.
Er werd mij getoond, dat er hinderpalen zijn in de spirituele bloei van de kerk. De Geest van God Is bedroefd omdat velen niet recht zijn in het hart en in hun leven; Het geloof, dat zij belijden is niet in harmonie met hun werken. De Heilige rustdag van Jehova is niet gehouden zoals het zou moeten. Iedere week wordt God beroofd door schending van het begin en het einde van Zijn heilige tijd; en de uren, die zouden moeten toegewijd zijn aan gebed en overweging worden gegeven aan wereldse bezigheden.
God heeft ons Zijn geboden gegeven, niet alleen om geloofd te worden, maar om er aan te gehoorzamen. De grote Jehova als Hij de grondslag van de aarde gelegd heeft, als Hij gans de aarde getooid heeft met een krans van schoonheid, en haar gevuld heeft met dingen, die nuttig zijn voor de mens, als Hij al de wonders van het land en de zee geschapen heeft, heeft dan de Sabbatdag ingesteld en hem geheiligd. God zegende en heiligde de zevende dag, omdat Hij rustte op deze dag van al Zijn wonderbare werken van schepping. De Sabbat was gemaakt voor de mens, en Godwil dat hij zijn werk opzij legt op deze dag, zoals Hij zelf rustte na Zijn zes werkdagen van schepping.
Zij, die de geboden van God willen in ere houden, volgen het licht dat hen gegeven geweest is in verband met het vierde voorschrift van de Decaloog gehoorzamen hieraan zonder te discuteren over het doenbare ervan of de geschiktheid tot zulk een gehoorzaamheid. God schiep de mens naar Zijn beeld en gaf hem dan een voorbeeld van onderhouden van de zevende dag, dewelke Hij heiligde en heilig maakte. Hij bepaalde dat op deze dag de mens Hem zou aanbidden en dat hij zich niet zou bezig houden met wereldse bezigheden. Niemand, die dat vierde gebod veronachtzaamt, na licht ontvangen te hebben nopens de eisen van de Sabbat, kan schuldeloos aanzien worden voor het oog van God.
Broeder, gij herkent de eisen van God om de Sabbat te houden, maar uw werken zijn niet in harmonie met het geloof dat gij belijdt. Gij geeft uw invloed aan de zijde van de ongelovige, voor zover gij de wet van God overtreedt. Als uw tijdelijke aangelegenheden het vergen, overtreedt gij het vierde gebod zonder gewetensbezwaar. Gij maakt van het onderhouden van Gods wet een zaak van geschiktheid, gehoorzamend of ongehoorzaam zijnde volgens uw zaken of uw neigingen het wensen. Dit is geen in eer houden van de Sabbat als een heilige instelling. Gij bedroeft de Geest van God en onteert uw Verlosser door deze vermetele richting te volgen. Een gedeeltelijke in acht neming van de Sabbat wordt door de Heer niet aanvaard en heeft een verkeerde uitwerking op de geest van de zondaars dan wanneer gij niet beleed dat Gij een Sabbathouder waart. Zij worden gewaar, dat uw leven uw geloof tegenspreekt, en verliezen geloof in de Christenheid. De Heer meent wat Hij zegt, en de mens kan zijn geboden niet opzij zetten zonder een straf te ondergaan. Het voorbeeld van Adam en Eva in de hot van Eden zou ons voldoende moeten waarschuwen tegen enige ongehoorzaamheid aan de goddelijke wet. De zonde van onze eerst ouders door te luisteren naar een schoonschijnende bekoring van de vijand bracht schuld en wee op de wereld, en veroorzaakte dat de Zoon van God de koninklijke hoven van de hemel moest verlaten en een nederige plaats moest innemen op de aarde. Hij was onderworpen aan verwijt, verwerping, en kruisiging door de schuld van hen, die Hij kwam om te zegenen. Welk een enorme kostprijs stond deze overtreding te wachten in de hof van Eden! De Majesteit van de hemel werd opgeofferd om de mens van de straf voor zijn misdaad te redden.
God zal geen enkele overtreding van Zijn wet meer door de vingers zien nu dan in de dagen als Hij oordeel velde over Adam. De Redder van de wereld liet Zijn stem rijzen in protest tegen hen, die het goddelijk gebod met zorgeloosheid en onverschilligheid houden. Hij zegt : "Zoo wie dan een van deze minste geboden zal ontbinden, en de menschen alzoo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zoo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen." Matth.5 :19.
De les, die in onze levens wijze tot uiting komt is gans voor of tegen de waarheid. Als uw werken de overtreder in zijn zonden schijnt te rechtvaardigen, als uw invloed de indruk geeft dat het een lichte zaak is van de geboden te overtreden, dan zijt gij niet alleen schuldig zelf, maar gij zijt voor een zeker deel verantwoordelijk voor daarop volgende dwalingen van de anderen: Bij het begin van het vierde voorschrift, zegt God: "Gedenk", wetend dat de mens in zijn grote hoeveelheden van zorgen en bezigheden bekoord zou worden om zichzelf te verontschuldigen om de volle eisen van de wet te vervullen of, in de haast van zijn wereldse bezigheden, zijn heilige belang zou vergeten. Lees Ez.20:9. Broeder K. Hoe durft gij het wagen van een gebod dat zo plechtig en belangrijk is te overtreden ? Heeft de Heer een uitzondering gemaakt waardoor gij kwijtgescholden zijt van de wet die Hij aan de wereld gegeven heeft? Zijn uw overtredingen weggenomen van het boek van gedenkenis ? Heeft Hij het goed gevonden van uw ongehoorzaamheid te verontschuldigen, als de naties voor Hem komen voor het oordeel? Bedrieg uzelf geen enkel ogenblik met de gedachten dat uw zonde haar verdiende straf niet zal medebrengen. Uw overtredingen zullen bezocht worden met de roede, omdat gij het licht gehad hebt, en toch in tegenstelling ermede gewandeld hebt. En die dienaar, welke geweten heeft den wil des Heeren en zich niet bereid noch naar zijnen wil gedaan heeft, die zal met vele slagen geslagen worden" Lucas 12:47.
God heeft de mens zes dagen gegeven om zijn werk te doen en om de gewone levens bezigheden uit te voeren; maar Hij eist één dag op, die Hij afgezonderd heeft en geheiligd. Hij geeft deze aan de mens als een dag waarop Hij mag rusten van de arbeid en zichzelf toewijden aan de aanbidding en de vooruitgang van zijn geestelijke conditie. Welk een schreeuwende belediging is het voor de mens van de eene geheiligde dag van Jehova te stelen en te gebruiken voor eigen doeleinden! Het is de grootste verwaandheid voor de sterfelijke mens van het te wagen om een compromis te sluiten met de Almachtige om zijn onbeduidende tijdelijke interesse te verzekeren! Het is een even onmeedogende overtreding van de wet van per gelegenheid de Sabbat te gebruiken voor gewone bezigheden als van hem tenvolle te verwerpen; want het is van het gebod van God een zaak maken van geriefelijkheid. "Ik de Heer uw God, ben een naijverig God," werd vanaf de Sinai verkondigd. Geen gedeeltelijke gehoorzaamheid , geen verdeelde belangstelling, wordt door Hem aanvaard, die verklaart dat de ongerechtigheden van de vaders de kinderen zullen bezoeken tot de derde en vierde generatie van hen die Hem haten, en dat Hij barmhartigheid zal tonen aan duizenden van mensen die in Hem geloven en Zijn geboden onderhouden. Het is geen kleine zaak uw buurman te beroven, en groot is het lidteken op iemand, die schuldig bevonden wordt aan zulk en daad. Toch zal degene met verachting spreekt over het bestelen of afzetten van zijn naaste, zonder schaamte zijn hemelse Vader beroven van de tijd, die Hij gezegend heeft en afgezonderd heeft voor een speciaal doel.
Mijn dierbare broeder, uw werken zijn in tegenstrijd met het geloof dat gij belijdt, en uw enige verontschuldiging ligt in het feit dat gij een pover inkomen hebt. De dienaren van God in de vroegere tijden zijn geroepen geweest om hun leven af te leggen ten behoeve van hun geloof. Uw manier van handelen komt slecht overeen met deze van de martelaren, die honger en dorst doorstonden, marteling en dood eerder dan hun godsdienst op te geven of hun princiepen van waarheid prijs te geven. Het staat geschreven : "Wat nuttigheid is het mijn broeders, indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en heeft de werken niet? Kan dat geloof hem zaligmaken? "Jac.2:14. Iedere keer wanneer uw handen het werk opnemen op de Sabbat, ontkent u feitelijk uw geloof. De Heilige Schrift leert ons dat geloof zonder de werken dood is, en dat het getuigenis van iemands dagelijks leven aan de wereld verkondigt of hij getrouw is aan het geloof dat hij belijdt. Door uw gedrag wordt Gods wet in de ogen van uw wereldse vrienden van minder waarde geacht. Daardoor zegt men: "Men mag de geboden wel dan niet gehoorzamen. Ik geloof dat de wet van God in zekere zin voor de mens bindend is; maar de Here beoordeelt ons niet zo precies, of wij zijn voorschriften zo nauwgezet onderhouden; zo nu en dan eens een overtreding wordt door Hem niet met strengheid bestraft.”
Velen verontschuldigen zich bij het overtreden van de Sabbat door te verwijzen naar uw voorbeeld. Zij redeneren, dat, als zo‘n goed mens, die gelooft dat de zevende dag de Sabbat is, met wereldse bezigheden op deze dag bezig kan zijn, als de omstandigheden dat vragen, zij het zeker ook mogen doen zonder veroordeeld te worden.
Velen zullen u tegemoet komen op de oordeelsdag, van uw invloed een verontschuldiging makend voor hun ongehoorzaamheid aan Gods wet. Ofschoon dit hun zonde niet zal verontschuldigen, toch zal het vreselijk tegen u spreken. God heeft gesproken en Hij bedoelt dat de mens zal gehoorzamen. Hij vraagt hem niet of het voor hem past. De lieer van leven en glorie heeft Zijn geschiktheden of gemak en plezier niet geraadpleegd als Hij Zijn staat van hoog bevel verliet om te worden een man van smarten, bekend gemaakt met lijden, aanvaardend smaad en dood om de mens te bevrijden van de gevolgen van zijn ongehoorzaamheid. Jezus stierf niet om de mens te verlossen in zijn zonden maar van zijn zonde. De mens moet de dwaling van zijn wegen verlaten, om het voorbeeld van Christus te volgen, om het kruis op te nemen en Hem te volgen, zichzelf vernederend, en gehoorzamend aan God ten koste van wat ook. Christus zegde: "Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den eenen haten en den anderen liefhebben, of hij zal den eenen aanhangen en den andere verachten. Gij kunt niet God dienen en den Mammon" Matth. 6 : 24. Als wij trouwe dienaren van God zijn zal er geen vraag in onze geest opkomen of wij Zijn geboden zullen onderhouden of onze eigen tijdelijke belangen raadplegen. Als de gelovigen in de waarheid niet ondersteund worden door hun geloof in deze in vergelijking nog vredig dagen, wat zal hen ophouden als de grote test komt en het dekreet zal uitgaan tegen hen, die het beeld van het beest niet willen aanbidden en het merkteken op hun voorhoofd of op hun handen niet willen aanvaarden? Deze plechtige tijd is niet veraf. In plaats van zwak en onbeslist te worden, moet het volk van God kracht verzamelen en moed voor de tijd van benauwdheid.
Jezus, ons grootste voorbeeld, leerde in Zijn leven en dood de striktste gehoorzaamheid. Hij stierf als de rechtvaardige voor de onrechtvaardigen, de onschuldige voor de schuldige, opdat de eer van Gods wet mocht behouden worden en de mens niet zou moeten vergaan. Zonde is de overtreding van de wet. Als de zonde van Adam zulk een onbeschrijfelijke ellende bracht, het offer vragend van Gods dierbare Zoon, wat zal dan de straf zijn van Hen, die het licht van de waarheid ziende, het vierde gebod zonder uitwerking maken?
Omstandigheden zullen niemand rechtvaardigen van te werken op de Sabbat voor werelds profijt. Als God één mens verontschuldigt kan Hij ze allen verontschuldigen. Waarom mag Broeder L, die een arme man is niet werken op de Sabbat om in zijn levensonderhoud te voorzien, als hij door dit te doen meer in staat zal zijn om zijn familie te ondersteunen? Waarom mag geen andere broeder of wij allemaal de Sabbat houden alleen wanneer het ons past? De stem van de Sinai antwoordt " Zes dagen zult gij arbeiden, en al uw werk doen : maar de zevende dag is de Sabbat van de Heer Uw God."
Verkeerdheden, die begaan worden door gelovigen in de waarheid brengen grote zwakheid op de kerk. Zij zijn struikelblokken op de weg van de zondaars en beletten hen van tot het licht te komen. Broeder, God roept u om tenvolle Zijn zijde te kiezen en te laten zien door uw werken, dat gij Zijn voorschriften in acht neemt en dat gij de Sabbat houdt zonder hem te overtreden. Hij vraagt u wordt wakker om te zien wat uw plicht is en wees trouw aan de verantwoordelijkheden die op u rusten. Deze plechtige woorden zijn tot u gericht : "Lees Jes, 58:13,14.
Gelijk velen van onze broeders zijt gij verstrikt geraakt met de overtreders van Gods wet, de zaken ziende in hun eigen licht en vallend in hun eigen dwaling. God zal dezen bezoeken met Zijn oordeel, die Hem met de mond belijden te dienen, en toch in werkelijkheid de mammon dienen. Deze, die Gods uitgesproken wil veronachtzamen voor hun eigen voordeel trekken het toekomstig wee op hen. De kerk in , . ' zouden zich moeten afvragen als zij niet gelijk de Joden, van de tempel Gods een verkoopplaats gemaakt hebben. Christus zegt :"Het is geschreven, Mijn huis zal een huis van gebed genaamd worden: maar gij hebt er een rovershol van gemaakt. " Zijn velen van ons volk niet in de zonde gevallen door het opofferen van hun godsdienst voor de zaak van werelds gewin; een vorm van godsvrucht behoudend, toch gans hun geest gevend aan tijdelijke belangen? Gods wet moet aanzien worden als de eerste van allen en gehoorzaamd in de geest en in de letter. Als Gods woord gesproken in eerbiedwaardige plechtigheid van op de Sinai lichtzinnig aanzien wordt, hoe zullen dan de Getuigenissen van Zijn Geest ontvangen worden? Geesten die zo verduisterd zijn dat zij de autoriteit van Gods geboden, op een rechtstreekse wijze aan de mens gegeven, niet kunnen onderscheiden, kunnen niet veel goeds verwachten van een zwak instrument van God, dat Hij gekozen heeft om Zijn volk in te lichten.
Uw ouderdom kan u niet verontschuldigen van de goddelijke wet te gehoorzamen. Abraham werd hard getest in zijn oude dag. De woorden van de Heer schenen vreselijk en niet geschikt voor de geslagen oude mens, toch vroeg hij zich niet af of het juist was of niet of twijfelde hij eraan te gehoorzamen. Hij had kunnen pleiten tenvoordele van zijne ouderdom en zwakheid. En dat hij de zoon niet kon, offeren die de vreugde was van zijn leven. Maar de gehoorzaamheid van Abraham was zonder gemopper of verwijt. Zijn betrouwen op God was volledig. Het geloof van Abraham zou voor ons een voorbeeld moeten zijn, toch hoe weinigen willen met geduld een eenvoudige test of een berisping voor hun zonden doorstaan, die hun eeuwig welzijn in gevaar brengen. Hoe weinigen ontvangen een berisping in nederigheid, en trekken er voordeel uit. Gods vraag naar ons geloof onze dienst, onze genegenheid, zou met een bereidwillig antwoord moeten tegemoet gegaan worden. Wij zijn oneindige schuldenaars van de Heer en zouden zonder aarzelen moeten akkoord gaan met de kleinste van Zijn vragen. Om een verbreker te zijn van Zijn geboden moeten wij niet noodzakelijk op ganse morele wet trappelen. Als één percent veronachtzaamd wordt, zijn wij overtreders van zijn heilige wet. Maar als wij trouwe gebodenhouders zouden zijn zouden wij strikt ieder voorschrift, dat God op ons legt, moeten onderhouden. God liet toe dat Zijn eigen Zoon ter dood gebracht werd opdat zou geantwoord worden op de strafbaarheid van de overtreding van de wet; dan hoe zal Hij te werk gaan met hen, die in het aanzien van al deze klaarblijkelijkheden het aandurven zich te begeven op het pad van de ongehoorzaamheid, nadat zij het licht ontvangen hebben? De mens heeft geen recht om zijn gemak of behoeften in deze zaak in te mengen. God zal voorzien; Hij, die Eliah voedde aan de beek een raaf gebruikend als boodschapster, zal niet dulden dat Zijn getrouwen tekort hebben aan voedsel. "Lees Matth. 6:26 en 28.
Waar is het geloof van Gods volk? Waarom zijn zij zo ongelovig en wantrouwig in Hem die in hun behoeften voorziet, en hen ophoudt door Zijn kracht? De Heer wil het geloof van Zijn volk op de proef zetten. Hij wil berispingen zenden, die door leed zullen opgevolgd worden, als deze verwittigingen niet in acht genomen worden. Hij wil de fatale traagheid breken van de zonde ten koste van wat ook bij hen, die van hun overeenkomst afgeweken zijn met Hem, en hen wakker schudden voor een gevoel van verantwoordelijkheid en plicht. Mijn broeder uw ziel moet verlevendigd worden en uw geloof breder gemaakt. Gij hebt uzelf zolang verontschuldigd in uw ongehoorzaamheid op een of andere manier dat uw geweten in slaap gewiegd is om te rusten en op te houden van u te herinneren aan uw dwalingen. Gij hebt zolang gevolgd hetgeen u het best schikte in verband met het houden van de Sabbat dat uw geest ongevoelig geworden is aan uw eigen handel. wijze van ongehoorzaamheid; Gij zijt nu nochtans niet minder verantwoordelijk, omdat Gij uzelf in deze toestand gebracht hebt. Begin meteen het goddelijk gebod te onderhouden en vertrouw in God. Verwek Zijn wraak niet, op dat Hij u niet bezoeke met vreselijke straffen. Keer terug tot Hem vóór het te laat is, en vind vergiffenis voor uw zonden. Hij is rijk en overvloedig aan barmhartigheid; Hij zal u Zijn vrede en goedkeuring geven als gij tot Hem komt met een nederig geloof. 4 Test.for the Church 247-57
Grote zegeningen liggen besloten in het onderhouden van de Sabbat, en God begeert dat de Sabbatdag voor ons een dag van vreugde zij. Er was vreugde als de Sabbat ingesteld werd. God keek met voldoening op het werk van Zijn handen . Alles wat Hij maakte verklaarde Hij "zeer goed". Gen. 1 : 331. Hemel en aarde waren vervuld met vreugde. "De morgensterren zongen tezamen vroolijk en al de kinderen Gods juichten. "Job 38 : 7. Ofschoon de zonde in de wereld binnenkwamen om Zijn volmaakt werk te storen, geeft God ons nog altijd de Sabbat als een getuigenis dat Iemand, almachtig, onbeperkt in goedheid en barmhartigheid, alle dingen geschapen heeft. Onze hemelse Vader wenst van door het onderhouden van de Sabbat onder de mensen de kennis van Hemzelf te behouden. Hij begeert dat de Sabbat onze geest naar Hem richt als naar een ware en levende God, en dat door kennis van Hem wij leven en vrede mogen hebben.
Al s de Heer Zijn volk Israël verloste uit Egypte en hen Zijn wet toevertrouwde, leerde Hij hen dat door het onderhouden van de Sabbat zij moesten onderscheiden worden van afgodendienaars. Het was dit dat het onderscheid maakte tussen dezen die de heerschappij van God erkennenden dezen, die weigeren van Hem als hun Schepper te aanvaarden en als koning. "Lees Ex. 31:17,16.
Als de Sabbat het teken was, dat Israël onderscheidde, als zij uit Egypte kwamen om binnen te gaan in het aardse Kanaan, zo is hij ook het teken dat nu Gods volk onderscheidt als zij uit de wereld komen om binnen te gaan in de hemelse rust. De Sabbat is een teken van verwantschap, die bestaat tussen God en Zijn volk, een teken dat zij Zijn wet eren. Hij maakt een onderscheid tussen Zijn getrouwe onderdanen en de overtreders. Vanuit de wolkkolom verklaarde Christus aangaande de Sabbat : "Lees Ex. 31:13. De Sabbat, die aan de wereld gegeven geweest is als een teken van God als Schepper is ook een teken van Hem als heiligmaker. De macht die alle dingen schiep, is de macht, die de ziel herschept naar Zijn eigen beeld en gelijkenis. Voor hen, die de Sabbat houden is het een teken van heiligmaking. Ware heiligmaking is harmonie met God, gelijkheid met Hem in karakter. De heiligmaking wordt verkregen door gehoorzaamheid aan deze princiepen, die een afschrift zijn van Zijn karakter. En de Sabbat is het teken van gehoorzaamheid. Hij die met het hart gehoorzaam is aan het vierde gebod zal de gehele wet onderhouden. Hij wordt geheiligd door gehoorzaamheid.
Voor ons en voor Israël is de Sabbat gegeven " als een eeuwig verbond". Voor hen, die de heilige dag,de Sabbat eren is het een teken, dat God hen erkent als Zijn uitgekozen volk. Het is een belofte dat Hij voor hen zijn verbond zal vervullen. Iedere ziel, die het teken van Gods bestuur aanvaardt, plaatst zichzelf onder het goddelijk, eeuwig verbond. Hij hecht zich vast aan de gouden ketting van gehoorzaamheid, waarvan iedere schakel een belofte is. Het vierde gebod alleen van alle tien draagt het zegel van de grote Wetgever, de Schepper van hemel en aarde. Zij, die dit gebod gehoorzamen nemen Zijn naam op zich, en al de zegeningen die dit inhouden behoren hen toe. Lees Deut.28:9-13.
De Psalmist sprekende door de Heilige Geest zegt
Psalm 95 : 1-7; 100 : 3.
De beloften gegeven aan Israël zijn ook voor Gods volk van nu. Zij zijn de boodschappen, die de Sabbat ons brengen. 6Test. Church 349-353.
Gans de hemel houdt de Sabbat, maar niet in een lusteloos niets doen. Op deze dag moet iedere energie van de ziel wakker zijn, want moeten wij niet in ontmoeting komen met onze God en met Christus onze Redder? Wij kunnen Hem aanschouwen in het geloof. Hij verlangt iedere ziel te verfrissen en te zegenen. Iedereen zou moeten voelen, dat hij een deel te doen heeft in het interessant maken van de Sabbat vergaderingen. Gij moet niet alleen samen komen in vormelijkheid, maar ons gedachten te wisselen, om relaas te geven van de dagelijkse bevindingen, tot het uitdrukken van dankbetuigingen, tot het uiten van uw rechtzinnig verlangen naar goddelijke verlichting, dat Gij moge God kennen en Jezus Christus, die Hij gezonden heeft. Met elkander gemeenschap houden nopens Christus zal de ziel sterken tegen de beproevingen in het leven en tegen de strijd. Denk nooit dat gij christen kunt zijn en dan uzelf terugtrekken in uzelf. Elkeen is een deel van het grote web van de mensheid, en de bevinding van elkeen zal grotelijks bepaald worden door de bevinding van zijn gezellen.
Wij bekomen geen honderdste van de zegeningen die wij zouden kunnen bekomen in het met elkander bijeenkomen om God te aanbidden. Onze waarnemingsvermogens moeten verscherpt worden. Vriendschap onder elkander zou ons gelukkig moeten maken. Uit zulk een hoop, zoals wij hebben, waarom is ons hart niet brandend van liefde voor God? Wij moeten naar iedere religieuze vergaderingen en opgewekte geest meedragen, bewust, dat God en Zijn engelen daar zijn, medewerkend met alle ware aanbidders.
Als gij de plaats van aanbidding binnentreedt, vraag aan de Heer dat Hij alle kwaad uit uw hart wegneemt. Breng naar Zijn huis alleen dat wat Hij kan zegenen.
Kniel voor God neder in Zijn tempel, en wijdt Hem toe wat van Hem is, wat Hij gekocht heeft met het bloed van Christus. Bidt voor de spreker of de leider van de vergadering. Bidt, dat grote zegening kan komen door deze, die het woord des levens moet voorhouden. Streef er ernstig naar van vaste hand te leggen op de zegening voor u bestemd.
God wil allen zegenen, die zich zelf voor Zijn dienst voorbereiden. Zij zullen verstaan wat het betekent van de verzekering te hebben van de Geest, omdat zij Christus ontvangen hebben door geloof.
De plaats van aanbidding kan zeer bescheiden zijn, maar zij wordt niet te min door God herkend. Voor hen, die God aanbidden in de geest en in waarheid en in de schoonheid van heiligheid zal zij zijn als de poort van de hemel. Het gezelschap van gelovigen mag klein zijn in getal, maar in Gods oog zijn ze zeer duurbaar. Door het zwaard van de waarheid zijn zij genomen geweest als ruwe stenen vanuit de groef van de wereld en zijn in de werkplaats van God gebracht om gehouwen en geslepen te worden. Maar zelfs in hun ruwe toestand zijn zij kostbaar in Gods oog. De bijl, de hamer, en de beitel van beproevingen zijn in de hand van Iemand die handig is; zij worden gebruikt, niet om te vernietigen, maar om de volmaaktheid uit te werken van iedere ziel. Als kostbare stenen, gepolierd naar de gelijkenis van een paleis, worden wij door God bestemd om een plaats te vinden in de hemelse tempel.
Gods beschikken en gunstverleningen voor ons zijn zonder grenzen. De troon van genade zelf is de hoogste aantrekking omdat hij ingenomen is door Iemand, die ons toelaat van Hem onze Vader te noemen. Maar God achte de princiepen van verlossing niet volledig als Hij er alleen Zijn liefde aan verleend. Door Zijn beschikking heeft Hij aan Zijn altaar een advocaat geplaatst, gekleed niet onze natuur. Als onze tussenpersoon, is Zijn dienstwerk bestemd om ons in te leiden bij God als Zijn Zonen en dochters. Christus komt voor ons tussen ten behoeve van dezen, die Hem ontvangen hebben. Aan hen geeft Hij macht, door de kracht van Zijn verdiensten, van leden te worden van de koninklijke familie, kinderen van de hemelse Koning. En de Vader toonde Zijn eeuwige liefde voor Christus, die ons rangoen betaalde met Zijn bloed, door Christus' vrienden als Zijn vrienden te verwelkomen en te ontvangen. Hij is voldaan met de volbrachte verzoening. llij is verheerlijkt door de menswording, het leven, de dood en het middelaarschap van Zijn Zoon, 6 Test. Church 362-63.
Het is ons werk van de wet van God groot te maken en te verheffen. De waarheid van Gods heilig woord moet openbaar gemaakt worden. Wij moeten de Schriften houden als een levensregel. In alle bescheidenheid, in de geest van gratie, en in de liefde van God moeten wij de mens wijzen op het feit, dat de Heer God de Schepper is van hemel en aarde, en dat de zevende dag de Sabbat is van de Heer. In de naam van God moeten wij voorwaarts gaan, door Zijn banier open te vouwen, en Zijn woord te verkondigen, Als de overheden ons bevelen dit werk niet te doen, als zij ons verbieden van de geboden van God en het geloof van Jezus te verkondigen, dan zal het noodzakelijk zijn van te zeggen zoals de apostels : "Oordeelt gij of het recht is voor God, u lieden meer te hooren dan God; want wij kunnen niet laten te spreken, hetgeen wij gezien en gehoord hebben. "Hand. 4 : 19, 20. De waarheid moet voorgedragen worden in de macht van de Heilige Geest. Dit alleen kan onze woorden tot uitwerking brengen. Alleen door de macht van de Geest zal overwinning behaald worden. De menselijke tussenpersoon moet bewerkt worden door de Geest van God. De werkers moeten behouden worden door de macht van God door geloof in redding. Zij moeten goddelijke wijsheid hebben, dat niets mag geuit worden, dat mensen zou aanzetten onze weg af te sluiten. Door het inprenten van geestelijk waarheid moeten wij een volk voorbereiden die in staat zullen zijn in zachtmoedigheid en vreze een reden te geven voorhun geloof voor de hoogste gezaghebbers van de wereld.
Wij moetende waarheid voorleggen in haar eenvoud, praktische godsdienst voorstaan en wij zullen dit doen in de geest van Christus. 6 Test. Church. 395-96.
Nu als nooit tevoren, moeten wij het gevaar zien van door onwaakzaamheid afgeleid te worden van trouw aan Gods geboden. Wij moeten realiseren, dat God ons een besliste boodschap van waarschuwing gegeven heeft voor de wereld, zoals Hij aan Noah gaf voor de vloed. Dat ons volk oplet van het belang van de Sabbat te verminderen om aldus zich te kunnen aaneen schakelen met de ongelovigen. Dat zij zich onthouden van af te wijken van de princiepen van ons geloof, door het te laten uitschijnen dat het niet verkeerd is van gelijkvormig te worden aan de wereld. Dat zij schrik hebben van de raad op te volgen van gelijk welk mens, wat ook zijn positie mag zijn, die werkt tegen dat wat God verwezenlijkt heeft om Zijn volk afgescheiden te houden van de wereld.
De Heer zet Zijn volk op de proef om te zien wie getrouw zal zijn aan de princiepen van waarheid. Ons werk is van aan de wereld de eerst, tweede, en derde engelenboodschap te verkondigen. In het volbrengen van onze taak moeten wij de vijand niet verachten noch vrezen. Onszelf te binden door kontakten met hen, die niet van ons geloof zijn ligt niet in de bedoeling van God. Wij moeten deze, die weigeren van trouw te zijn aan God behandelen met vriendelijkheid en beleefdheid, maar nooit mogen wij ons met hen verenigen in raad in verband met de vitale belangen van Zijn werk. Ons vertrouwen op God plaatsend, moeten wij steeds voorwaarts gaan, Zijn werk doende met onzelfzuchtigheid, in nederige afhankelijkheid van Hem, ons aan Zijn voorzienigheid toevertrouwend en ook alles wat ons heden en toekomst aangaat, het begin van ons vertrouwen vast houdend tot het einde toe, er aan denkend dat wij de zegeningen van de hemel ontvangen, niet omdat wij het waardig zijn maar omdat Christus waardig is en omdat wij Zijn overvloedige genade aanvaard hebben door geloof in Christus.
Ik bid dat mijn broeders zich mogen vergewissen dat de derde engelenboodschap meer betekent voor ons en dat het onderhouden van de ware Sabbat een teken moet zijn dat deze onderscheidt die God dienen van dezen die Hem niet dienen. Dat deze die in slaap gegaan zijn en onverschillig geworden zijn ontwaken. Wij zijn geroepen om heilig te zijn en wij zouden zorgvuldig moeten vermijden van de indruk te geven, dat het van weinig gevolg is of wij nu wel of niet de specifieke hoofdpunten van ons geloof behouden. Op ons rust de plechtige verplichting van een meer uitgesproken standpunt in te nemen voor de waarheid en de gerechtigheid dan wij vroeger ingenomen hebben. De scheidslijn tussen hen, die de geboden van God onderhouden en deze, die het niet doen, moet openbaar worden met ontegensprekelijke klaarheid. Wij moeten gewetensvol God eren, met ijver alle middels gebruikend om verbondsrelatie met Hem te houden, opdat wij Zijn zegeningen mogen ontvangen die zo belangrijk zijn voor het volk dat zo streng zal beproefd worden. De indruk geven dat ons geloof, onze godsdienst niet een overheersende macht is in ons leven is dan onteren wij God. Aldus keren wij ons af van Zijn geboden, die voor ons leven betekenen, ontkennend dat Hij onze God is en dat wij Zijn volk zijn. 7.Test. Church. 107-109.
De publicaties die vanuit onze uitgevershuizen komen moeten een volk voorbereiden om God te ontmoeten. Doorheen de wereld moeten zij hetzelfde werk doen als Johannes de Doper voor het Joodse volk. Door verrassende boodschappen van waarschuwing, maakte Gods profeet de mens wakker uit zijn wereldse droom. Door hem riep God het achteruitgaand Israël ter bekering. Door zijn voorstelling van de waarheid toonde hij algemene dwalingen aan. In tegenstelling met de valse theorieën van zijn tijd, stond de waarheid in zijn onderwijs als een eeuwige zekerheid. "Bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen" was Johannes' bood schap . Matth.3:2. Dezelfde boodschap moet aan de wereld van nu gegeven worden door onze publikaties. De profetie, die de zending van Johannes beschreef, tekent ons werk uit :"Bereid de weg des Heren, maakt Zijne paden recht" Vers 3. Zoals Johannes de weg bereidde voor de eerst komst, zo moeten wij de weg bereiden voor de tweede komst van de Heer. Onze uitgerijen moeten de eisen van God vertrapte wet verheffen. Voor de wereld uitkomend als hervormers, moeten zij aantonen dat de wet van God de grondslag is van alle blijvende hervorming. In klare duidelijke lijnen moeten wij de noodzaak voorstellen van gehoorzaamheid aan al Zijn geboden. Gedreven door de liefde van Christus, moeten zij samenwerken met Hem in het heropbouwen van de oude woeste plaatsen. De grondvesten optrekkend van vele generaties. Wij moeten als herstellers optreden van de bres, herstellers van het pad om op te gaan. Door hun getuigenis moet de Sabbat van het vierde gebod staan als een getuigenis, een bestendige herinnering aan God, om er aandacht op te trekken en om op te wekken tot onderzoek , opdat de geest van de mens kan gericht worden naar zijn Schepper. 7.Test. Church. 138-39.
Volgens het vierde gebod moet de Sabbat gewijd worden aan rust en religieuze aanbidding. Alle gewone werkzaamheden moeten opgeheven worden, maar werken van barmhartigheid en weldadigheid zijn in akkoord met het doel van de Heer. Zij moeten niet begrensd zijn door tijd of plaats. De bedrukte te helpen de bedroefden te troosten, is een werk van liefde dat de heilige dag van God eert. Welfare Ministry 77. Vers 9.
De godsdienst die gij belijdt maakt het zowel uw plicht van op de zes werkdagen te werken als van op de Sabbat de kerk te bezoeken. Gij zijt niet ijverig in het werk. Gij laat uren, dagen en zelfs weken voorbij gaan zonder iets te doen. Het beste sermoen dat gij zoudt kunnen preken aan de wereld zou zijn van een besliste hervorming in uw leven toe te passen, en te voorzien in de behoeften van uw familie. De 'apostel zegt: "Doch zoo iemand de zijnen er voornamelijke zijne huisgenoten niet verzorgt, die heeft het geloof verloren en is erger dan een ongelovige" 1.Tim.5:8. Test. 5: 179. - Lees Joh.1:45.
Maar Nathanael had een vooroordeel tegen de Nazarener. Door de invloed van vals onderwijs, ontstond ongeloof in zijn hart, en hij vroeg : "Kan uit Nazareth iets goeds zijn? Vers 47. Filippus poogde niet te strijden tegen zijn vooroordeel en ongeloof.
Hij zegde "Kom en zie. Dit was wijs: want van zodra Nathanael Jezus zag, was hij overtuigd dat Filippus gelijk had. Zijn ongeloof was verdwenen, en geloof, stevig en sterk, en blijvend, namen bezit van zijn ziel, Jezus prees het vertrouwend geloof van Nathanael.
Er zijn er velen in dezelfde toestand als Nathanael. Zij hebben een vooroordeel en zijn ongelovig omdat zij nooit in contact gekomen zijn met de speciale waarheden voor deze laatste dagen of met het volk, die ze voorhoudei, en zij moeten maar eens tegenwoordig zijn op een vergadering vol van de Geest van Christus om hun ongeloof weg te gooien. Het heeft geen belang waar wij het hoofd moeten aan bieden, welke tegenkanting, wij ontmoeten welk een inspanning er gedaan wordt om zielen van de waarheid van hemelse oorsprong af te trekken, wij moeten ruchtbaarheid geven aan ons geloof, opdat eerlijke zielen mogen zien en horen en overtuigd zijn voor zichzelf. Ons werk bestaat erin van te zeggen, zoals Filipus : "Kom en zie".
Wij hebben geen leer, die wij wensen te verbergen. Voor deze, die opgevoed zijn in het houden van de eerste dag van de week als heilige dag, is het moeilijkst aan te nemen punt van ons geloof de Sabbat van het vierde gebod. Maar verklaart Gods woord niet dat de zevende dag de Sabbat is van de Heer? Het is waar, dat het geen gemakkelijk iets is van te veranderen van de eerste op de zevende dag. Het vraagt een kruis. Het staat in strijd met de voorschriften en gewoonten van mensen. Geleerde mensen hebben het volk tradities onderwezen, tot zij vol zijn van ongeloof en vooroordeel. Toch moeten wij zeggen tot dit volk: "Kom en zie". God vraagt dat wij de waarheid zouden verkondigen om daardoor de dwaling te laten ontdekken. Test. 6 : 37, 38.
Het visioen, dat Christus voorstelt aan Johannes, voorstellend de geboden van God en het geloof van Jezus, moet aan alle naties met kracht verkondigd worden. De kerken, die Babylon voorstellen, worden voorgesteld als zijnde gevallen van hun geestelijke staat om een vervolgende macht te worden tegen dezen die de geboden van God houden en de getuigenis van Jezus hebben. Aan Johannes wordt deze vervolgende macht voorgesteld als hebbende hoorne van een lam, maar die spreekt gelijk de draak....
Als wij het einde van de tijden naderen, zal er een steeds grotere uiterlijke parade zijn van heidense macht; heidense godheden zullen hun voortreffelijke macht openbaren en zullen een schouwspel uitmaken vóór de steden van de wereld en dit uitzicht van de dingen heeft zich nu reeds beginnen te vervullen. Door een verscheidenheid van beelden, stelt de Heer Jezus aan Johannes het boze karakter voor en de verleidende invloed van hen, die uitgemunt hebben in het vervolgen van Gods volk. Allen moeten wijsheid hebben om het geheim van de ongerechtigheid zorgvuldig te onderzoeken, dat naar voor komt op zo een merkwaardige wijze in de liquidatie van de wereldgeschiedenis. In de tijd waarin wij leven, heeft de Heer Zijn volk geroepen om hen een boodschap te laten geven. Hij heeft hen aangesteld om de boosheid van de man van de zonde, bloot te leggen, die van de zondagswet een uitdrukkelijke macht gemaakt heeft, die gedacht heeft van tijden en wetten te veranderen, en van het volk van God te onderdrukken, dat vast besloten is van Hem te eren door de enige ware Sabbat te houden, de Sabbat van de schepping, als heilig voor de Heer. De gevaren van de laatste dagen zijn op ons, en in ons werk moeten wij het volk waarschuwen nopens het gevaar waarin zij verkeren. Gedoog niet dat de plechtige taferelen, die de profeten openbaren onaangeroerd blijven. Als ons volk maar half wakker waren, als zij zich de dichte nabijheid van de gebeurtenis afgeschilderd in de openbaring realiseerden, dan zou er een hervorming in de kerk plaats grijpen, en vele meer zouden in de boodschap geloven. Wij hebben geen tijd te verliezen. God roept ons om te waken op de zielen waar voor wij moeten afrekenen. Breng nieuwe princiepen naar voor, en leg nadruk op de klaar snijdende waarheid. Het zal als een zwaard zijn dat beide wegen vaneen snijdt. Maar wees niet te vlug klaar om een tegenstrijdige houding aan te nemen. Er zullen tijden komen dat wij zullen moeten stil blijven en wachten op de redding van God. Laat Daniel spreken, laat de Openbaring spreken, en zeggen wat de waarheid is. Maar welke deel van de waarheid ook moge aangetoond worden, verhef Jezus als het middelpunt van alle hoop.... Test. Min. 117-18.
Als het volk van God de gevaren van de laatste dagen ziet naderen, houdt Satan ernstig, beraadslagingen met zijn engelen om het meest succesvolle plan te ontplooien om het geloof van Gods volk te ondermijnen. Hij ziet dat de algemene kerken reeds ingedommeld zijn door zijn verleidende macht. Door aangename wijsgerigheden en leugenachtige wonders kan hij voortgaan met hen onder zijn macht te behouden. Daarom beveelt hij aan zijn engelen van hun listen te spannen speciaal voor hen die uitzien naar de tweede komst van Christus en die pogen al de geboden van God te houden. De grote verleider zegt : "Wij moeten dezen bewaken die de aandacht van het volk op de Sabbat van Jehova vestigen; zij zullen velen ertoe brengen om de eisen van de wet te onderscheiden; en hetzelfde licht dat de ware Sabbat openbaart,legt ook het dienstwerk van Christus open in het hemelse heilig dom, en toont dat het laatst werk dat moet gedaan worden voor de redding van de mens nu voorwaarts gaat. Houdt de geest van het volk in de duisternis, tot dat dit werk beëindigd is, en wij zullen zeker zijn van de wereld en ook van de kerk. "De Sabbat is de grote kwestie die zal beslissen over het lot van de zielen. Wij moeten de Sabbat van onze schepping (zondag) verheffen. Wij liggen aan de grondslag dat hij aanvaard werd zowel door wereldlingen als door kerkleden; nu moeten wij de kerk ertoe brengen van zich te verenigen met de wereld in het onderhouden ervan. Wij moeten werken door tekenen en wonders om hun ogen te verblinden voor de waarheid, en hen ertoe leiden om de redelijkheid en de vreze God opzij te leggen om de gewoonten en de traditie te volgen.
"Ik zal algemene bedienaars beïnvloeden om de aandacht van het publiek af te wenden van de geboden van God. Dat wat de schrift verklaart als zijnde een volmaakte wet van vrijheid zal voorgesteld worden als een juk van slavernij. Het volk aanvaardt de uitleg van hun bedienaars nopens de bijbel en gaan zelf geen opzoekingen doen. Daarom, door te werken door de bedienaars, kan ik het volk in bedwang houden zoals ik het wens.
"Maar ons voornaamste doel is van deze sekte van Sabbathouders tot zwijgen te brengen. Wij moeten algemene verontwaardiging verwekken tegen hen. Wij zullen grote mannen en wereldse wijze mensen naar onze kant trekken, en deze die gezag hebben ertoe leiden om ons doel ten uitvoer te brengen. Dan zal de Sabbat, die ik vooropgezet heb, opgelegd worden door de strengste en nauwkeurigste wetten. Deze, die ze veronachtzamen zullen uitgedreven worden uit de steden en de dorpen, en honger lijden en gebrek. Als wij eens de macht hebben, zullen wij tonen wat wij kunnen doen met hen, die niet willen afwijken van hun trouw aan God. Wij hebben er de Roomse kerk toe gebracht om opsluiting, marteling en dood te leggen op hen, die weigerden tot haar dekreten over te gaan. En nu dat wij de protestantse kerken en de wereld in harmonie brengen met deze rechter arm van onze kracht, zullen wij ten laatste een wet hebben, die allen zal ter dood brengen die zich niet aan onze autoriteit zullen onderwerpen. Als de dood de straf zal zijn voor het overtreden van onze Sabbat, zullen er velen, die nu staan bij de geboden houders overgaan naar onze kant.
"Maar vóór wij tot deze uiterste maatregelen zullen over gaan, moeten wij al onze wijsheid en subtiliteit aanwerven, om hen te verleiden en hun te verstrikken, die de ware Sabbat eren. Wij kunnen velen van Christus afscheiden door wereldsgezindheid, lust en hovaardij. Zij kunnen zichzelf veilig achten omdat zij de waarheid geloven, maar toegeven aan eetlust of aan lagere passies, wat hun oordeel zal verwarren en het onderscheidingsvermogen zal teniet doen, zal hun val veroorzaken.
"Ga en maak de bezitters van land en geld dronken met de zorgen voor hun leven. Stel de wereld aan hen voor in haar meest aantrekkelijke kant, opdat zij hun schatten mogen opstapelen hier en hun begeerte zetten op de aardse dingen. Wij moeten het uiterste in het werk stellen om te voorkomen, dat zij, die in Gods zaak werken middels verkrijgen die zij tegen ons gebruiken. Hoe meer middels zij verkrijgen, hoe meer zij ons koninkrijk zullen beschadigen door onderdanen van ons af te nemen. Maak dat zij meer zorgen hebben voor geld dan voor de opbouw van Christus' koninkrijk en de verspreiding van de waarheid, die wij haten, en wij moeten dan geen schrik hebben voor hun invloed; want wij weten dat iedere zelfzuchtig en hebzuchtig mens onder ons macht zal vallen, en ten laatste van Gods volk zal afgescheiden worden.
Door hen, die een vorm van godsvrucht hebben maar die er de kracht niet van kennen, kunnen wij velen winnen, die ons anders schade zouden berokkenen. Zij, die het plezier meer liefhebben dan God, zullen onze meest effectieve medewerkers zijn. Deze onder hen die bekwaam zijn en intelligent zullen als lokaas dienen om anderen in onze strikken te vangen. Velen zullen geen schrik hebben van onder hun invloed te komen, daar zij hetzelfde geloof belijden. Wij zullen er hen toe leiden te besluiten dat de eisen van Christus niet zo strikt zijn dan zij eens geloofden, en dat door gelijkvormigheid met de wereld zij een grotere invloed zouden uitoefenen op wereldlingen. Aldus zullen zij zich van Christus afscheiden; dan zullen zij geen kracht hebben om onze macht te weerstaan, en eerlang zullen zij gereed zijn om te lachen met hun vroegere ijver en godsvrucht.
"Tot de grote slag zal geslagen zijn moeten onze inspanningen tegen de Sabbat houders onvermoeid zijn. Wij moeten tegenwoordig zijn op al hun vergaderingen. In hun grote vergaderingen speciaal zal onze zaak het meest te lijden hebben, en wij moeten een grote waakzaamheid aan de dag leggen, en al onze verleidende kunsten gebruiken om te voorkomen dat de zielen de waarheid horen en ervan onder de indruk te komen. " Ik wil op het terrein mannen hebben als mijn agenten, die valse leerlingen gemengd met juist genoeg waarheid verkondigen om zielen te misleiden. Ik wil er ook hebben die niet vast staan in hun geloof en die twijfel verspreiden in verband met de boodschappen van waarschuwing van de Geest aan Zijn kerk.
Moest het volk deze vermaningen van God leren en geloven, dan is er weinig kans dat wij hen overwinnen. Maar als wij kunnen hun aandacht afwenden van deze waarschuwingen, dan zullen zij onwetend blijven van onze macht en kunde, en wij zullen hen in onze rangen zeker zijn ten laatste. God zal niet toelaten dat Zijn woorden ongestraft gering geschat worden. Als wij zielen kunnen verleiden voor een tijd, dan zal Gods barmhartigheid teruggetrokken worden en Hij zal ze opgeven aan ons volledig toezicht.
"Wij moeten afleiding en verdeeldheid zaaien. Wij moeten hun angst voor hun eigen ziel vernietigen, en hen ertoe brengen te kritiseren, te oordelen, en elkander te beschuldigen, en zelfzucht en vijandschap lief te hebben. Voor deze zonden, verbande God ons uit Zijn tegenwoordigheid; en al wie ons voorbeeld volgt zal het zelfde lot ondergaan. Test. Min 472-75.
Vers 10-11.
Het gehele hoofdstuk 18 van de Openbaring toont aan dat Babylon dat gevallen is de kerken zijn, die de waarschuwingsboodschappen niet willen aanvaarden van de eerste, tweede en derde engel. Zij weigerden de waarheid en aanvaarden een leugen. Zij weigerden de boodschappen van waarheid. Zie 2.Thess.2:1-12. De boodschap van Openb. 18 is volledig en klaar bepaald. "Lees vers 3 " Eenieder die dit hoofdstuk leest hoeft niet bedrogen uit te komen.
Hou zou Satan jubelen moest hij een boodschap hebben; die kon verspreid worden, dat het enige volk, dat God gemaakt heeft als de vertegenwoordigers van Zijn wet, juist deze zijn op wien deze boodschap toe te passen is. De wijn van Babylon bestaat in het verheffen van de valse en onechte Sabbat boven de Sabbat die de Heer Jehova gezegend en geheiligd heeft voor het gebruik van de mens; Zij bestaat er ook in van de onsterfelijkheid van de ziel aan te nemen, Deze verwante ketterijen en het verwerpen van de waarheid, maakt van de kerk Babylon. Koningen, kooplieden, heersers en religieuze leiders zijn allen in een verdorven harmonie verbonden. 2 Sel. Mess. 68.
Vers 12.
Kinderen , die opgevoed zijn zoals het moet, die er van houden van nuttig te zijn, van vader en moeder te helpen, zullen een kennis van juist bijbelideeën verspreiden aan allen met wie zij omgaan. Adventist home 36.
De beste manier om kinderen op te voeden tot eerbied voor hun vader en moeder is van hen de gelegenheid te geven van de vader te zien vriendelijke attenties hebben voor de moeder en hoe de moeder eerbied en respect heeft voor de vader. Het is door liefde te aanschouwen in de ouders dat de kinderen er toe gebracht worden te gehoorzamen aan het vijfde gebod en de waarschuwing in acht te nemen: "Eert uwe vader en uwe moeder". want dit is juist. Idem 198-99.
In de kindertijd en de jeugd kunt gij een bevinding hebben in de dienst van God. Doe de dingen waarvan ge weet dat ze juist zijn. Wees gehoorzaam aan uw ouders. Luister naar hun raad; want als zij God beminnen en vrezen. zal op hen de verantwoordelijkheid gelegd worden van opvoeding, disciplinering, en training van uw ziel voor het eeuwig leven. Aanvaard dankbaar de hulp die zij u willen verschaffen,, en maak hun hart gelukkig door u gewillig te onderwerpen aan hetgeen zij u voorleggen uit hun wijzer oordeel, Op deze wijze zult gij uw ouders eren, God verheerlijken, en een zegen worden voor hen, met wie gij omgaat.
Strijdt de strijd, kinderen; herinner u dat iedere zegepraal u plaatst boven de vijand. Idem 298-99.
De jeugd beslist nu over haar eeuwig lot, en ik wil u oproepen van het gebod in acht te nemen, waaraan God zulk een belofte gehecht heeft:"Opdat uw dagen verlengd worden in net land dat u den Heere, Uw God geeft". "Kinderen, wenst gij eeuwig leven? Dan eert uw ouders. Kwetst hen niet en wondt hun hart niet en wees de oorzaak niet dat zij slapeloze nachten doorbrengen in angst en droefheid om uw geval. Als gij gezondigd hebt door geen liefde en gehoorzaamheid te geven aan uw ouders, begin nu met het verleden goed te maken. Gij moogt geen andere wending nemen; want het betekent voor u het verlies van het eeuwig leven. Idem 301-302.
De verplichting die op de kinderen rust van hun ouders te eren is van kracht voor gans het leven. Als de oudere zwak en oud zijn, zal de genegenheid en aandacht van de kinderen voor hen in verhouding zijn van de nood van vader en moeder. Edel, beslist zullen de kinderen hun handelwijze aldus regelen, zelfs al vergt het van hen zelfopoffering, dat iedere gedachte van angst of verlegenheid kan weggenomen worden uit de geest van de ouders.... Kinderen moeten zo opgevoed worden dat zij hun vader en moeder tederlijk beminnen en verzorgen. Zorgt voor hen, kinderen, gij zelf; want geen andere hand kan zulke kleine handelingen doen voor hen van vriendelijkheid met de aanvaarding zoals gij ze kunt doen voor hen. Neemt elke gelegenheid te baat om zaden van vriendelijkheid te vergaderen. Onze verplichtingen voor onze ouders houden nooit op. Onze liefde voor hen, en de hunne voor ons, is niet te meten door jaren of afstand, en onze verantwoordelijkheid kan nooit opzij gezet worden. Laat de kinderen zich zorgvuldig herinneren, dat de oude ouders maar weinig vreugde en gemak hebben. Wat kan er groter droefheid aan hun hart veroorzaken dan een openbare verwaarlozing van de kant van hun kinderen? Welk een zonde kan er lelijker zijn voor kinderen dan droefheid te veroorzaken aan een oude hulpeloze moeder en vader? Als de kinderen tot volwassenheid gekomen zijn, denken sommigen dat hun plicht volbracht is als ze een verblijfplaats bezorgen aan hun ouders. Als zij hun voeding en inwonen geven, geven ze hen geen liefde of genegenheid In de oude leeftijd van hun ouders, als deze verlangen naar uitdrukking van liefde en sympathie, zijn er kinderen, die harteloos hun ouders beroven van hun genegenheid. Er is geen tijd waarop de kinderen mogen hun eerbied en liefde weerhouden van hun vader en moeder. Zolang de ouders leven zou het moeten een vreugde zijn voor de kinderen van ze te eren en te eerbiedigen. Zij zouden moeten alle aangenaamheid en zonneschijn in hun leven van de oude ouders brengen , voorzover zij dit kunnen. Zij zullen hun pad naar het graf verzachten. Er is geen beter aanbeveling in deze wereld dan dat een kind zijn ouders geëerd heeft, geen beter relaas in de boeken van de hemel dan dat hij zijn vader en moeder bemind heeft.
Kan het mogelijk zijn dat kinderen zo dood zijn voor de noden van hun ouders, dat zij niet gewillig alle oorzaken van droefheid wegnemen die zij kunnen, wakend over hen met onvermoeibare zorg en toewijding? Kan het mogelijk zijn dat het hen geen genot is van de laatste dagen van hun ouders tot de beste te maken? Hoe kunnen zonen of dochters toelaten dat hun ouders door vreemde handen verzorgd worden? Zelfs al ware de moeder een ongelovige en onaangenaam, zal het kind niet ontslagen worden van zijn plicht die God hem gegeven heeft van te zorgen voor de ouders.
Als de ouders het toelaten aan hun kinderen van oneerbiedig te zijn in hun kindertijd, hen toelaten van korzelig en zelfs hard te spreken, zal er een vreselijke oogst gemaaid worden in hun latere dagen. Als ouders er in ontbreken van stipte en volmaakte gehoorzaamheid te eisen van hun kinderen, falen ze erin van de juiste grondslag te leggen van hun karakter. Zij bereiden hun kinderen tot het onteren van hun ouders, als zij oud zullen zijn. en van droefheid aan hun hart te veroorzaken, als zij het graf naderen, tenzij de genade van God hun hart verandert en het karakter van hun kinderen transformeert.
Iemand zegde van haar moeder : "Ik heb altijd mijn moeder gehaat en ook zij mij.' Deze woorden staan opgetekend in de register van de hemel om geopend te worden en geopenbaard ten dage van het oordeel als eenieder zal beloond worden naar zijn werken.
Als kinderen denken dat zij met strengheid behandeld geweest zijn in hun kindertijd, zal het hen helpen om in genade te groeien en in de kennis van Christus, zal het hen het beeld van Christus laten weerspiegelen, als zij een geest van wederwraak koesteren tegen hun ouders, speciaal als zij oud zijn en zwak? Zal de hulpeloosheid van hun ouders niet pleiten om de liefde van de kinderen? Zal de nood van de oude vader en moeder de edele gevoelens van het hart niet oproepen, en door de genade van Christus, zullen de ouders niet behandeld worden met lieve aandacht en eerbied door hun kinderen? Oh, laat het hart niet hard worden als staal tegen vader en moeder! Hoe kan een dochter, die zich christen noemt, de haat dulden tegen haar moeder, speciaal als deze ziek is en oud? Laat zachtheid en liefde, de zoetste vrucht van Christelijk leven, een plaats vinden in het hart van kinderen voor hun ouders.
Speciaal vreselijk is de gedachte van een kind, dat zich in haat keert tegen haar moeder, die oud en zwak geworden is, waar deze gebrekkigheid gekomen is van een gesteldheid gepaard gaande met de tweede kindertijd. Hoe geduldig, hoe teder zouden kinderen met zulk een moeder moeten omgaan! Tedere woorden die de geest niet prikkelen zouden moeten gesproken worden! Een ware christen zal nooit onvriendelijk zijn, nooit onder geen enkele omstandigheid zal hij zorgeloos zijn voor zijn vader en moeder, maar zal het gebod onderhouden :"Eert uw vader en uw moeder. "Voor het grouwe haar zult gij opstaan, en gij zult het aangezicht des ouden vereeren. "Lev.19:32. Kinderen laat uw ouders, gebrekkig en niet in staat van voor zichzelf te zorgen hun laatste dagen gevuld zien met tevredenheid, vrede en liefde. Voor de zaak van Christus laat hen naar het graf gaan van u alleen woorden van vriendelijkheid ontvangen hebbend. Gij begeert dat de Heer u bemint en medelijden heeft, en u vergeeft en dat Hij u troost in uw ziekte, en zult gij anderen niet behandelen als gij wenst dat gij zelf behandeld wordt? De gedachten dat de kinderen bedienaars geweest zijn voor hun ouders om voor hen te zorgen in hun oude dag is een gedachte van voldoening voor gans het leven. En zal speciaal troost brengen als zijzelf nood hebben aan genegenheid en liefde. Deze, wiens hart vervuld is met liefde, zal het als een voorrecht beschouwen van de weg te verzachten naar het graf van hun ouders, werkelijk een niet te schatten voorrecht! Zij zullen zich verheugen, dat zij een deel hebben in het brengen van gemakkelijkheid en vrede in de laatste dagen van hun geliefde ouders. Anders te handelen, van geen zorg te besteden aan de hulpeloze ouders door de zonen en dochters, zal de ziel vervullen met wroeging, de dagen met spijt, als onze harten niet waarachtig verhard en koud geworden zijn als steen. Adventist Home 360-364.
De kinderen, als ze nog zeer jong zijn moeten geleerd worden te schrijven, cijfers te begrijpen en hun eigen verantwoordelijkheid op te nemen. Zij kunnen in deze kennis stap voor stap vooruitgaan. Maar voor wat ook, zouden zij moeten geleerd worden, dat de vreze Gods het begin van de wijsheid is. Zij moeten lijn per lijn, voorschrift per voorschrift, hier een beetje en daar een beetje onderwezen worden , maar het enige wat de onderwijzer in het oog moet hebben moet zijn van de kinderen God te leren kennen, en Jezus Christus, die Hij gezonde heeft. Leer aan de jeugd dat zonde in elk opzicht bepaald wordt in de Schriften als zijnde een overtreding van de wet. 1 Joh. 3 : 4. Leer hen in eenvoudige taal dat zij hun ouders moeten gehoorzaam zijn en hun hart aan God moeten geven. Jezus Christus wacht om hen aan te nemen en hen te zegenen, als zij maar tot hem willen komen en Hem vergiffenis vragen voor al hun overtredingen en om hun zonden weg te nemen. En als zij vergiffenis vragen over al hun zonden dan moeten zij geloven dat Hij vergiffenis schenkt.
God wenst dat ieder kind van jonge leeftijd dat het Zijn kind wordt dat in Zijn familie aangenomen wordt. Hoe jong ze ook mogen zijn kunnen de jonge mensen leden zijn van het huishouden van het geloof en een zeer kostbare bevinding hebben. Zij kunnen een hart hebben dat teder is en gereed om de indrukken te ontvangen die duurzaam kunnen zijn. Counsels Par. and Teach. 168-69.
Als een bloedverwante van het gezelschap had Maria hulp geboden in de schikkingen van het feest, en nu sprak zij tot Jezus, zeggende : "Zij heb en geen wijn" Met deze woorden wilde zij suggeren dat Hij in hun nood zou voorzien. Maar Jezus antwoordde : "Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijne ure is nog niet gekomen. " Dit antwoord, kort zoals het ons schijnt, drukt geen koudheid of onbeleefdheid uit. De manier waarop Hij zich tot Zijn moeder wendt, was in overeenstemming met de oosterse gewoonten. Iedere handeling van Christus' aards leven was in harmonie met de voorschriften, die Hijzelf gegeven had. "Eer uwen vader en uwe moeder". Op het kruis in de laatste daad van tederheid tegenover Zijn moeder, richt Jezus zich opnieuw op de zelfde wijze tot haar, als Hij haar toevertrouwt aan de zorgen van de welbeminde apostel. Op het bruiloftsfeest en op het kruis, interpreteert de liefde, uitgedrukt in de toon en de blik en de manier van doen, Zijn woorden.
Bij het bezoek aan de tempel en zijn jongenstijd, als het mysterie van Zijn levensloop zich voor Hem openvouwde, zegde Christus aan Maria : "Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen mijns Vaders? "Luc.2 : 49. Deze woorden vormden de grondtoon van Zijn gehele leven en dienstwerk, Alles werd nog onuitgemaakt gehouden nopens Zijn werk, het grote werk van verlossing, dat hij kwam vervullen in de wereld. Nu herhaalde Hij de les. Er was gevaar dat Maria haar verwantschap met Jezus zou beschouwen alsof het haar een speciaal recht zou geven, vooral van Hem in zeker opzicht te leiden in Zijn zending. Dertig jaar lang was Hij voor haar een beminende en gehoorzame zoon geweest, en Zijn liefde was nu onveranderd; maar nu moest Hij Zijn vaders werk in acht nemen. Als Zoon van de Allerhoogste, en Redder van de wereld, mochten geen aardse handen Hem afhouden van Zijn zending, of Zijn gedragslijn beïnvloeden. Hij moest vrij zijn om de wil van God te doen. Deze les is ook voor ons. De eisen van God nemen de overhand op de banden van menselijke relatie. Geen aardse aantrekking mag ons afwenden van het pad waarin Hij wenst, dat wij wandelen.
De enige hoop van verlossing voor het gevallen mensdom ligt in Christus; Maria kon slechts heil vinden in het Lam van God. In zichzelf bezat zij geen verdiensten. Haar verwantschap met Jezus plaatst haar in geen andere geestelijke relatie tot Hem dan deze met gelijk welk andere menselijke ziel. Dit wordt aangetoond in de woorden van de Heiland. Hij maakt het duidelijk, welk onderscheid er is tussen Zijn relaties met haar als de Mensenzoon en als de Zoon van God. De verwantschap die Hij heeft met haar plaatst haar op geen gelijke voet met Hem. De woorden "Mijn uur is nog niet gekomen, " wijst op het feit, dat iedere gebeurtenis in het leven van Christus zich volbracht in vervulling van het plan, dat bestaan heeft van de dagen van eeuwigheid. V66r Hij naar de aarde kwam, lag het plan voor Hem, volmaakt in al zijn onderdelen. Maar als Hij tussen de mensen wandelde werd Hij geleid, stap voor stap door de wil van de Vader. Hij aarzelde niet van te handelen als de bepaalde tijd aangebroken was. Met dezelfde onderwerping wachtte Hij tot de tijd gekomen was.
Door te zeggen aan Maria dat Zijn uur nog niet gekomen was, antwoordde Jezus op gedachten, die door haar niet uitgesproken waren; naar de verwachting waar zij samen met haar volk op wachtte. Zij hoopte dat Hij zich zou openbaren als Messias, en de troon nemen van Israël. Maar de tijd was nog niet gekomen. Niet als een koning, maar als "een Man van Smarten, en verzocht in krankheid, "Jes. 53 : 3 . had Jezus het lot van de mensheid aanvaard. Maar ofschoon Maria geen juist beeld had van de zending van Christus, betrouwde zij volledig op Hem. Het was dit geloof dat Jezus beantwoordde. Het was om Maria's geloof te erkennen, en het geloof van de discipelen te sterken, dat het eerste mirakel werd volbracht. Niet in het minst verstoord om de woorden van Jezus, zegde Maria tot dezen, die de tafel opdienden : "Zoo wat Hij u lieden zal zeggen doet dat ". Joh. 2 : 5. Zo deed zij wat zij kon om de weg te bereiden voor het werk van Christus Desire of Ages 147-48.
In deze dagen van gevaar en verderf, zijn de jonge mensen blootgesteld aan vele beproevingen en bekoringen. Velen varen een gevaarlijke haven tegemoet. Zij hebben een piloot nodig; maar zij versmaden van de zo nodige hulp te aanvaarden, voelend dat zij bekwaam zijn om hun eigen bootje te besturen, en vergewissen zich niet dat het op het punt staat van een rots te ontmoeten, die hen schipbreuk doet lijden in hun geloof en hun geluk. Zij zijn bezig met het onderwerp van verkeren en trouwen, en hun voornaamst gedacht is van hun eigen weg te volgen. In deze, de meest importante periode van hun leven, hebben zij een niet dwalende raadgever nodig, en een onfeilbare leider. Deze zullen zij vinden in het woord van God. Tenzij zij dappere studenten zijn in dat woord, zullen zij grove fouten maken, die hun geluk zullen schenden en dat van anderen, zowel voor het heden als voor het toekomstig leven.
Er is een neiging bij velen van zenuwachtig te zijn en koppig. Zij hebben de wijze raad van het woord van God niet onderhouden; zij hebben geen strijd gevoerd met hun eigen zelf, en kostbare overwinningen behaald; en hun trots, en onbeteugelde wil heeft hen van het pad van plicht en gehoorzaamheid afgedreven. Kijk terug naar uw leven in het verleden, jonge vrienden, en beschouw getrouw uw richting, die gij gevolgd hebt in het licht van het Woord. Hebt gij deze gewetensvolle in achtneming van de verplichtingen jegens uw ouders , welke de bijbel aanraadt, lief gehad? Hebt gij uw moeder met zachtheid en liefde behandeld, die - voor u gezorgd heeft van kindsbeen af? Hebt gij rekening gehouden met haar wensen, of hebt gij pijn en verdriet aan haar hart veroorzaakt door uw eigen begeerten uit te werken? Heeft de waarheid die gij belijdt, uw hart geheiligd, en uw wil verzacht en onderworpen? Indien niet, hebt gij dringend werk te doen om het verleden goed te maken. De bijbel toont een perfecte standaard van karakter aan. Dit gewijde boek, ingegeven door God, en geschreven door heilige mannen, is een volmaakte leider onder alle omstandigheden van ons leven. Het brengt ons de plicht zowel van jong als van oud. Als het ons de leiding geeft zal zijn onderwijs de ziel opwaarts leiden. Het zal de geest verheffen, het karakter verbeteren, en vrede geven en vreugde aan het hart. Maar vele jongeren hebben gekozen hun eigen raadgever te zijn en hebben hun geval in eigen handen genomen. Deze moeten grondiger de onderrichtingen van de bijbel bestuderen. Op ieder bladzijde zullen zij hun plicht tegenover hun ouders en broeders in het geloof geopenbaard vinden. Het vijfde gebod schrijft : Eer uwen vader en uwe moeder, opdat uwe dagen verlengd worden in het land, dat u de Heere, uw God geeft." Ex.20:12. En wij lezen nog :"Kinderen zijt uwen ouders gehoorzaam in den Heere, want dit is recht. " Een van de tekens dat wij in het einde der tijden leven is dat de kinderen ongehoorzaam zijn aan hun ouders, ondankbaar en onheilig. Het ,'oord van God vloeit over van voorschriften en raadgevingen die respect vragen voor de ouders. Het drukt op het hart van de jongeren de Heilige plicht van dezen te beminnen en lief te hebben, die hen geleid hebben doorheen hunne kindertijd, en jeugd, tot de volwassenheid van vrouwen en mannen, en die nu voor een groot deel afhankelijk zijn van hen voor vrede en geluk. De Bijbel geeft geen onzekere klank nopens dit onderwerp; nooit, is haar onderwijs meer verwaarloosd geweest. Fundamentais to Chr. Education 100-102.
Een ander kwaad, waartegen de Hervorming een lange en verbeten strijd voerde was de instelling van de orders van bedelmonniken. Deze monniken zwierven rond in Engeland, en wierpen een vloek op de grootheid en de bloei van het land. Industrie, opvoeding, moraal, alles onderging de vernielende invloed. Het leven van ijdelheid en schooien was niet alleen een zware uitputting van de inkomsten van het volk, maar was de oorzaak, dat het nuttig werk veracht werd. De jeugd was gedemoraliseerd en verdorven.
Onder de invloed van de monniken waren velen ertoe geleid van binnen te gaan in een klooster en zichzelf toe te wijden aan het monniken leven, en dit niet alleen zonder de toelating van hun ouders, maar zonder dat zij het wisten en tegen hun wil in. Een van de eerste kerkvaders van de Roomse kerk, de eisen van het kloosterleven plaatsend boven de verplichtingen van kinderlijke liefde en plicht, had verklaard : "Niet tegenstaande uw vader en uw moeder wenend en klagend voor uw deur liggen, en uw moeder haar schoot toont, waaruit gij geboren zijt en de borst, die u voedde, zie dat gij hen onder de voet trapt, en voorwaarts gaat naar Christus. " Door deze "monsterachtige onmenselijkheid, "zoals het Luther nadien noemde, "meer gelijkend op een wolf en een tijger dan op een christen en op een mens, "werden de kinderen van hun ouders weg gestolen. Aldus maakten de pauselijke leiders gelijk de Farizeeërs het gebod van God zonder uitwerking door hun tradities. De huizen werden leeg gemaakt en ouders werden geroofd van het gezelschap van hun zonen en dochters; Zelfs studenten van de universiteit werden bedrogen door valse voorstellingen van de monniken en verleid hun kloosterorden te vervoegen. Velen beklaagden zich nadien deze stap, ziende dat zij een vloek gelegd hadden op hun eigen leven en droefheid aangedaan hadden aan hun ouders; maar eens in hun strikken was het onmogelijk er uit te geraken en hun vrijheid te verkrijgen. Vele ouders, de invloed van de monniken vrezend weigerden van hun zonen naar de universiteit te zenden. Het aantal van de studenten verminderde zeer, in de grote studiecentra. De scholen verkwijnden en onkunde overheerste. The Great Controversy 82-83.
De zogezegde cultuur, die de jeugd niet eerbiedig maakt voor hun ouders, die hun gaven niet weet te waarderen, hun fouten niet kan verdragen, en die niet behulpzaam is in hun noden; die hen niet attent en teder maakt, en mild en behulpzaam voor de jongeren, de ouden en de minderbedeelden, en beleefd tegenover allen, is een mislukking. Education 241.
De ouders hebben recht aan een graad van liefde en respect, die aan niemand op dezelfde wijze moet gegeven worden.. Het vijfde gebod vraagt aan de kinders niet alleen respect, onderwerping, en gehoorzaamheid aan hun ouders maar ook van hun liefde en tederheid te geven, van hun zorgen te verlichten, hun reputatie hoog te houden, en hen bij te staan en te ondersteunen in hun oude dag. My life to Day 278.
Er zijn vele kinderen, die belijden de waarheid te kennen, die de eer niet schenken aan hun ouders en de genegenheid, die hen toekomt, die maar weinig liefde schenken aan hun ouders, en hen niet eren door toe te geven aan hun wensen of door te zoeken hen van hun kommer te bevrijden. Vele, die belijden christenen te zijn weten niet wat het betekent "eert uwen vader en uwe moeder, "en als gevolg daarvan ook niet begrijpen wat het wil zeggen :"opdat uw dagen verlengd v,orden in het land, dat u de Heere, uw God geeft. "
Onze jeugd belijdt van bij dezen te behoren, die de geboden Gods onderhouden, en toch velen onder hen verwaarlozen en breken het vijfde gebod; en de rijke zegeningen beloofd aan hen, die dit voorschrift onderhouden, en hun vader en moeder eren, kunnen niet tot vervulling komen voor hen. Tenzij zij zich bekeren van hun fout, en hun praktijk en karakter veranderen door de genade van Christus, zullen zij nooit binnengaan op de nieuwe aarde, waarop zij eeuwig kunnen leven. Deze, die hun ouders niet respecteren en lief hebben zullen God ook niet respecteren en eren. Deze, die de test niet kunnen ondergaan, die hun God-vrezende ouders niet eren, gehoorzamen niet aan God, en daarom kunnen zij in het land van belofte niet binnengaan. De jeugd beslist nu over hun eigen lot, en ik wil u oproepen van het gebod in acht te nemen, waar God bijgevoegd heeft als belofte !' Opdat u uwe dagen verlengd worden in het land, dat u de Heere, uw God geeft. " Kinderen, verlangt gij eeuwig leven? Dan respekteer en eer uw ouders Als gij gezondigd hebt door geen liefde en gehoorzaamheid te geven aan hen, begin nu met het verleden goed te maken. Gij kunt geen andere richting inslaan; want het zou voor u verlies betekenen van het eeuwig leven. De Hartdoorgronder weet welke uw houding is tegenover uw ouders; want Hij weegt het moreel karakter in de weegschaal van het hemelse heiligdom. O, belijdt uw verwaarlozing van uw ouders, belijdt uw onverschilligheid jegens hen, en uw veronachtzaming van Gods heilige wet....
De harten van uw ouders hebben zich in tedere genegenheid aan u gegeven, en kunt gij hun liefde vergelden met koude ondankbaarheid? Zij beminnen uw ziel, zij wensen uw redding; maar hebt gij niet dikwijls hun raad in de lucht gegooid en uw eigen wil gedaan? Hebt gij uw eigen onafhankelijk oordeel gevolgd, als gij wist dat zulk een koppige handelwijze de goedkeuring van God niet kon wegdragen? Vele vaders en moeders zijn met een gebroken hart in het graf gedaald wegens de ondankbaarheid, het gebrek aan respect, vanwege hun kinderen. Het is Satan, die de kinderen bekoort om een richting van zonde en ongehoorzaamheid te volgen; en dan als hij het toegelaten wordt zal hij het leven van de kinderen nemen terwijl zij nog in zonde verkeren, om hen af te snijden van alle hoop op redding, en, als met een zwaard, de harten van de God-vrezende ouders te doorboren, die onder een droefheid zullen gebukt gaan, die nooit kan getroost worden, omdat de kinderen op het einde van hun leven onbekeerd en opstandig waren tegen God....
Kinderen, en jeugd, ik smeek u, voor de zaak van Christus, van in het licht te wandelen. Onderwerp uw wil aan de wil van God. Messages to Young people. 331-34.
Satans vijandschap tegen Gods wet heeft er hem toe geleid van oorlog te voeren tegen ieder voorschrift van de decaloog. Bij het grote principe van liefde en trouw aan God, de Vader van allen, is het princiep van liefde en gehoorzaamheid van de kinders aan hun ouders dicht verbonden. Verachting van ouderlijke autoriteit zal spoedig leiden tot minachting van het gezag van God. Vandaar de inspanning van de Satan om de verplichtingen van het vijfde gebod te minimaliseren. De princiepen, die verbonden waren aan dit voorschrift van de wet was weinig in acht genomen door de heidense volkeren. In vele naties werden de ouders verlaten of ter dood gebracht, van zo dra zij niet meer voor zichzelf konden zorgen. In de familie werd de moeder met weinig eerbied behandeld, en na de dood van haar echtgenoot moest zij zich onderwerpen aan haar oudste zoon. Gehoorzaamheid van kinderen aan de ouders werd ingesteld door Mozes; maar als de Israëlieten zich van de Heer afkeerden, werd het vijfde gebod en ook de andere niet meer in acht genomen. Patr. Prophets 337.
Als gij zoekt van het leven en karakter van Christus te weerspiegelen, zult gij trouw zijn en gehoorzaam aan uw ouders. Gij zult hen uw liefde openbaren door gewillige gehoorzaamheid.
Niemand kan waarlijk goed en groot zijn, die niet geleerd heeft van zijn wil te onderwerpen, eerst aan zijn ouders en dan aan God, en van te gehoorzamen met bereidvaardigheid. Deze, die leren te gehoorzamen zijn de enige die zullen geschikt zijn om te bevelen.
Door de lessen van gehoorzaamheid te leren, eren de kinderen niet alleen hun ouders en verlichten ze de lasten van hun leven, maar zij zijn aangenaam aan Iemand, hoger in gezag. "Eer uw vader en uwe moeder" is een positief bevel. Kinderen, die hun ouders met oneerbied behandelen, en hun wensen niet in acht nemen, onteren piet alleen hen, maar breken de wet van God. Hoe vroeger de wil onderworpen wordt aan deze van de ouders, en hoe vollediger de onderwerping is, hoe gemakkelijker zal het zijn van toe te geven aan de eisen van God. En niemand kan hopen op de liefde en de zegeningen van God, die geen gehoorzaamheid geleerd heeft aan Zijn geboden. Hij kan ook geen weerstand bieden aan de bekoringen.
Het leven van Christus was gekenmerkt door beslistheid, toch was Hij altijd eerbiedig en gehoorzaam.
Hij was de volmaakte patroon voor gans de jeugd. Altijd toonde Hij inachtneming en eerbied voor de ouden. De religie van Christus zal nooit geen enkel kind ertoe leiden van ruw of onhoffelijk te zijn. De onbegrensde ogen van God kunnen het hart doorgronden, en ieder karakter-gebrek lezen. Hij schat de jeugd niet n aar hun uiterlijk voorkomen, maar naar de goedheid die zij bezitten in het hart, die alleen kan bekomen worden door waakzaamheid en gebed.... Hij bemerkt hun omgang met hun ouders en hun familiekring. Als zij eerbiedig, zacht genegen en waarlijk beleefd zijn.... worden hun karakters in de hemel aanzien als waardevol. Sons and Daughters of God 130.
Wees gehoorzaam aan uw ouders. Luister naar hun raad, want als zij God beminnen en vrezen, zal op hen de verantwoordelijkheid gelegd worden van opvoeding, disciplinering, en training van uw ziel voor het eeuwig leven. Aanvaard dankbaar de hulp die zij u willen verschaffen, en maak hun hart gelukkig door gewillige onderwerping aan de voorschriften van hun wijs oordeel. Op deze manier zult gij uw ouders eren, God verheerlijken, en een zegen worden voor deze, waarmede gij omgaat. Idem 256.
In deze laatste dagen worden de kinderen zo opgemerkt wegens hun ongehoorzaamheid en oneerbiedigheid zodat God het speciaal opgetekend heeft, en het wordt een teken dat het einde naderend is. Het toont aan dat Satan bijna volle overmacht heeft op de geest van de jeugd.1.Test. Church 217.

Lees Efeze 6:1-3. Gij kinderen, zijt uwen ouders gehoorzaam in den Heere; want dat is recht. Eer uwen vader en moeder hetwelk het eerste gebod is met een belofte, opdat het u wel ga en dat gij lang leeft op de nieuwe aarde.
In staat Col.3:20. "Gij kinderen, zijt uwen ouders gehoorzaam in alles, want dat is den Heer wel behagelijk. "Kinderen die hun ouders onteren en ongehoorzaam zijn en hunne raad en onderrichtingen miskennen, kunnen geen deel hebben in de vernieuwde aarde. De gereinigde nieuwe aarde zal geen plaats zijn voor opstandige, ongehoorzame ., ondankbare zonen en dochters. Tenzij deze gehoorzaamheid en onderwerping hier leren, zullen zij het nooit elders leren. De vrede van de verlosten zou verstoord zijn door ongehoorzame ongeregelde en ononderworpen kinderen. Geen gebodenverbreker kan het koninkrijk van de hemel erven. Dat de kinderen het vijfde gebod lezen van de decaloog, dat door God van op de Sinai gesproken werd en met Zijn eigen vinger geschreven werd op steen. 1 Test. Church 497-98.
Wij koesteren de tederste gevoelens voor u, met al uw fouten en dwalingen; en als wij de vrijheid zullen nemen om u uw fouten mede te delen, dan nemen wij ons voor van u te helpen in alles wat wij kunnen.
Mij werd getoond dat gij deze liefde voor uw ouders niet bezit, die gij zoudt moeten hebben. Het kwaad in uw natuur wordt gebruikt op een zeer onnatuurlijke wijze. Gij zijt niet teder en eerbiedig voor uw ouders. Wat ook hun fouten mogen zijn, gij hebt geen verontschuldiging voor uw handelwijze... Gij zijt zeer ongevoelig en oneerbiedig geweest. De engelen wendden hun aangezicht van u af met deze woorden : "Dat wat gij zaait zult gij ook oogsten". Als de tijd zich nog voortzet zult gij van uw kinderen dezelfde behandeling ontvangen, die uw ouders van u te verduren gehad hebben. Gij hebt het niet ingestudeerd hoe gij het best uw ouders kunt gelukkig maken, en dan hebt gij uw wensen en plezier daarvoor niet opgeofferd. Hun dagen opdeze aarde zijn meestal kort en zullen vol zorgen en moeilijkheden zijn zelfs als gij al doet wat gij kunt om hun weg naar het graf te verzachten. 2.Test. Church 80. Vers 13-17.
Deze, die het aantal van hun kinders laten stijgen, terwijl als zij de rede raadplegen, zij moesten weten dat fysische en mentale zwakheid hun erfenis zal zijn, zijn overtreders van de laatste zes voorschriften van Gods wet, die de plicht van de mens tegenover zijn naaste aanduiden. Zij hebben hun deel in het doen stijgen van het degenereren van het ras, en in het doen lager zinken van de gemeenschap, en aldus benadeligen zij hun naaste. Als God zoveel kommer heeft om de rechten van de naaste, heeft Hij geen zorg nog in veel groter mate voor meer heilige relaties? Als er geen zwaluw neervalt zonder Zijn weet, zal Hij onbedachtzaam zijn over de kinderen geboren in de wereld, fysisch en mentaal ziek, in een meerdere of mindere mate lijdend, gans hun leven lang? Zal Hij de ouders niet ter verantwoording roepen, aan wien Hij redeneringsvermogens gegeven heeft, omdat zij deze hogere faculteiten in de achtergrond gezet hebben, en slaven geworden zijn van hun passies, wanneer, als resultaat, generaties het merk van hun fysische en morele en mentale tekortkomingen moeten ondergaan? Daarbij hebben zij niets dan armoede te geven aan hun beklagenswaardige kroost. Zij kunnen hen niet opvoeden, en velen zien er de noodzakelijkheid niet van in, noch zouden zij, als zij het wel zagen, de tijd er niet voor vinden om hen te trainen en te onderrichten, en zoveel mogelijke de ellende door erfenis op hen gebracht te verlichten. Ouders moeten hun familie niet meer laten aangroeien dan zij zien dat zij voldoende voor hun kinderen kunnen zorgen en ze opvoeden. De kinderen in onze generatie lijden ook meer of minder met hun ouders tengevolge van de overtreding van de wetten van gezondheid...
Het is de plicht van man e n vrouw van met redenering te handelen in verband met hun werkzaamheden. Zij moeten hun energieën niet nutteloos uitputten, omdat zij hierdoor niet alleen lijden op zichzelf brengen maar ook op hen, die zij liefhebben. Waarom wil men zo hard werken ?Onmatigheid in eten en drinken en de begeerte naar weelde hebben geleid naar onmatigheid in het werken. De begeerte van de mens om eigendom te bezitten is in zichzelf niet slecht, als zij in hun inspanningen om deze te bekomen Godniet vergeten, en de laatste zes geboden van de wet niet overtreden, die de plichten voorschrijven tegenover de naaste en als zij in geen positie geplaatst worden waarin het hun onmogelijk is om God te verheerlijken in hun lichaam ziel en geest, die Hem toebehoren. Als zij in hun haast om rijk te worden zich overspannen,en de wetten van hun wezen overtreden plaatsen ze zich in een toestand, waarop zij aan God geen volmaakte dienst kunnen geven, en volgen een richting van zonde. Eigendommen die aldus verkregen worden zijn ten koste van een enorm offer. 2 Sel.Messages 424.
De laatste zes geboden specificeren de plichten van de mens jegens zijn naaste. Hier zijn de plechtige plichten voorgesteld, die iedere dag overtreden worden door dezen, die belijden de wet te onderhouden. Deze, die verlicht geweest zijn door de genade van God, die aangenomen geweest zijn in de koninklijke familie, moeten niet altijd kinderen blijven in het werk van God. Als zij wijs ingaan op de genade hun gegeven, zal hun capaciteit aangroeien en hun kennis uitgebreider worden en zij zullen begiftigd worden met een steeds grotere maat van goddelijke kracht. Door ernstige, wel geleide inspanningen aan de dag te leggen om hun naaste een kennis van de waarheid bij te brengen, zullen zij sterk worden in de Heer; en wegens het volbrengen van gerechtigheid op de wereld, zullen zij een beloning van eeuwig leven ontvangen in het koninkrijk van de hemel. Dit is het voorrecht van de zusters. En als wij zien hoe zij Gods tijd en geld gebruiken in onnuttige tooi, in de kleding kunnen wij niet anders dan hen waarschuwen dat zij niet alleen de vier eerste maar ook de zes laatst geboden overtreden. Zij maken God niet het hoogste voorwerp van hun aanbidding, noch beminnen zij hun naaste als hunzelven. Christus is ons voorbeeld. Wij moeten bestendig de patroon voor ons houden en het oneindige offer, dat gemaakt geweest is om ons te verlossen uit de slavernij van de zonde. Als wij onszelf veroordeeld zien, wanneer wij in de spiegel kijken, laten wij ons niet verder wagen in de overtreding, maar recht in het oog zien en onze klederen wassen in het bloed van het Lam opdat zij mogen vlekkeloos zijn. Laten wij roepen als David : "Ontdek mijne oogen, dat ik aanschouwe de wonderen van uwe wet. "Ps.119:18. Deze aan wie God tijd en zegeningen gegeven heeft, die laadden kunnen een weldaad zijn voor de mensheid, maar die deze giften nodeloos verprutst hebben voor zichzelf en hun kinders, zullen een te vrezen rekenschap moeten zeven voor de balie van God. "Want zie de dag komt, brandende als een oven; dan zullen alle hoogmoedigen en al wie goddeloosheid doet, een stoppel zijn, en de toekomstige dag zal ze in vlam zetten; zegt de Heere der heirscharen, die hun noch wortel noch tak laten zal. "Mal. 4 :1. De ongelovige wereld zal spoedig op iets anders te denken hebben dan op hun dracht en voorkomen; en als hun gedachten zullen afgetrokken worden van deze dingen door ellende en nood, zullen zij niets hebben om zich naar te wenden. Zij zijn geen gevangenen van de hoop en daarom kunnen ze zich niet richten naar de Sterke. Hun hart zal vergaan van wroeging en vrees. Zij hebben God hun toevlucht niet gemaakt, en Hij zal hun niet tot troost zijn. Hij zal lachen met hun ramp en spotten met hun vrees.
Zij die behoren tot de Sabbathouders die toegegeven hebben aan de invloed van de wereld moeten getest worden. De gevaren van de laatste dagen zijn over ons gekomen, en een beproeving staat voor het belijdende volk van God, welke velen niet voorzien hebben. De waarachtigheid van hun geloof zal op de proef gezet worden. Velen hebben zich verenigd met de wereld in pronk en ijdelheid en in het zoeken van plezier, hunzelf vleiend dat zij dit konden doen en toch christen blijven. Maar het is deze toegeving, die hen van Christus scheidt en van hen kinderen van de wereld maakt. Christus heeft ons zulk geen voorbeeld gegeven. Dezen alleen die zichzelf beheersen, en een leven van soberheid , leven, van nederigheid en heiligheid, zijn ware volgelingen van Jezus; en deze kunnen het gezelschap van de wereld beminners niet genieten. 4.Test. Church 632-33.
Vers 13.
"Zoo wie ten onrechte op zijnen broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; "Matth. 5 :22.
"Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; Gij zult niet wreken, noch toorn behouden tegen de kinderen uws volks; maar gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. " Lev.19:17,18. Dit zegde de Heere door Mozes. De waarheden die Christus voorstelde waren dezelfde die door de profeten onderwezen geweest waren, maar zij waren verduisterd geworden door de hardheid van hart en de liefde voor de zonde. De woorden van de Heiland openbaarden aan de toehoorders het feit, dat, terwijl zij anderen veroordeelden als overtreders, zij evenzeer schuldig waren; want zij hadden boosaardigheid en haat lief. Over de zee, vanuit de plaats, waar zij verzameld waren was het land van Basan, een eenzame streek, wier rotsen en beboste heuvels lang een uitgekozen plaats was voor misdaad van alle aard. Verhalen van roof en moord, daar begaan waren fris in de geest van het volk, en velen waren ijverig om de kwaaddoeners te melden. Ter zelve tijde' waren zijzelf vol passie en twistziek. Zij gaven toe aan de bitterste haat tegen hun Romeinse onderdrukkers en voelden zich vrij van alle andere volkeren te haten en te misprijzen, en zelfs hun landgenoot die niet alles deed naar hun zin. In dit alles overtraden zij de wet, die zegt: "Gij zult niet doden. " De geest van haat en weerwraak heeft zijn oorsprong in Satan, en het leidde hem ertoe van de Zoon van God ter dood te brengen. Die boosaardigheid af onvriendelijkheid liefheeft bemint dezelfde geest, en zijn vruchten zullen ter dood leiden. In de gedachten van wraak ligt de kwade daad begrepen, als de plant in het zaad. "Een iegelijk die zijnen broeder haat, is een doodslager, en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende. " 1.Joh.3:15. "En wie tot zijn broeder zegt Raka, die zal strafbaar zijn door den grooten raad. "Matth.5:22. In het geven van Zijn Zoon voor onze verlossing, heeft God getoond hoe hoog de waarde is die Hij toekent aan iedere mensenziel, en Hij geeft aan geen enkel mens de vrijheid van verachtelijk te spreken over anderen. Wij zullen fouten en zwakheden zien rondom ons, maar God eist iedere ziel op als Zijn eigendom Hem toebehorend door schepping en dubbel van Hem als gekocht door het kostbaar bloed van Christus. Allen zijn geschapen naar Zijn beeld, en zelfs de meest gedegradeerde moeten met respect en tederheid behandeld worden. God zal ons rekenschap vragen voor ieder woord gesproken in minachten van een ziel voor dewelke Christus Zijn leven gaf. " Want wie onderscheidt u ? En wat hebt gij, dat gij niet hebt ontvangen? En zoo gij het ook ontvangen hebt, wat roemt gij, alsof gij het niet ontvangen hebt?" 1.Cor.4:7.
"Wie zijt gij, die eens anders huisknecht oordeelt? Hij staat of hij valt zijnen eigen heer; doch hij zal vastgesteld worden, want God is machtig hem vast te stellen. "Rom.14:4. "Maar wie zegt gij dwaas, die zal strafbaar zijn door het helse vuur" Matth. 5 : 22. In het oud testament is het woord "dwaas" gebruikt om te betekenen een afvallige of iemand die zichzelf overgegeven heeft aan boosheid. Jezus zegt dat wie zijn broeder zal oordelen als een afvallige of een verachter van God toont dat hijzelf van dezelfde veroordeling waardig is. Christus zelf, als hij in strijd was met Satan over het lichaam van Mozes, "durfde geen oordeel van lastering tegen hem voortbrengen, maar zeide " de Heere bestraffen u!" Judas 9. Had Hij dat moeten doen dan zou Hij zich op het terrein van Satan geplaatst hebben, want beschuldiging is het wapen van Satan. Hij wordt in de Schrift genoemd : "De beschuldiger van onze broeders" Op 12 : 10. Jezus zal gene van Satans wapens gebruiken. Hij bood hem het hoofd met de woorden " De Heere bestraffe u ".
Zijn voorbeeld is voor ons. Als wij in strijd gewikkeld worden met de vijanden van Christus, zullen wij niets zeggen in een geest van vergelding of wat maar de schijn kan geven van een scheldende beschuldiging. Hij die als een spreekbuis van God dient, zal geen woorden uiten, die zelfs de Majesteit van de hemel niet zou gebruiken, als Hij in strijd is met Satan. Wij moeten het werk van oordelen en veroordelen aan God laten. The Mount of Blessing 55-58.
Satan was een moordenaar vanaf het begin. Joh. 8:44. ; en van zodra hij macht verworven had over het mensenras, wakkerde hij hen niet alleen aan van elkander te haten en te vermoorden, maar, stoutmoediger, om het gezag van God te ondermijnen, maakt hij de overtreding van het zesde gebod als een deel van hun religie. Door het verdorven begrip over goddelijke eigenschappen, werden heidense naties geleid van te geloven dat het noodzakelijk was om de gunst van de godheden te verzekeren, dat zij menselijke offers brachten; en de verschrikkelijkste wreedheden zijn begaan geweest onder verscheiden vormen van afgoderij. Hun kinders moesten door het vuur gaan voor de afgod. Als een ervan ongedeerd uitkwam geloofden zij dat hun offers aanvaard waren; deze werd aanzien als speciaal begunstigd door dz godheid, en werd beladen met voordelen, en altijd in hoog aanzien gehouden; en hoe groot zijn misdaden mochten wezen hij werd nooit gestraft. Als er een verbrand uit kwam, dan was zijn lot verzegeld; er werd geloofd dat de wraak van de goden alleen kon gestild worden door het leven te geven van het slachtoffer, en hij werd als offer opgedragen. In tijden van grote afval kwamen deze abominaties ook voor bij de Israelieten. Patr. Prophets 337.
Vers 13-18.
"Doch wilt gij het leven ingaan, onderhoud de geboden. " Math.19:27. Het karakter van God is uitgedrukt in Zijn wet; en om in harmonie te zijn met God, moeten de princiepen van Zijn wet de bron zijn van iedere handeling. Christus vermindert de eisen van de wet niet. In een onmiskenbare taal stelt Hij de gehoorzaamheid aan de wet voor als de voorwaarde voor eeuwig leven,dezelfde voorwaarde die aan Adam gevraagd werd vóór zijn val. De Heer wenst nu niet minder van de ziel dan Hij verwachtte in het Paradijs, volmaakte gehoorzaamheid, onbevlekte gerechtigheid. De eisen onder het verbond van genade zijn even breed als de eisen gesteld in Eden: harmonie met Gods wet, die heilig, juist en goed is.
Op de woorden"Houd de geboden",antwoordde de jonge man: "Welke?" Hij veronderstelde dat sommige ceremoniële wetten bedoeld werden, maar Christus sprak van de wet gegeven op de Sinai. Hij vermeldde enkele voorschriften van de tweede tafel van de decaloog, en somde ze dan allen op in het voorschrift: "Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. "
De jonge man antwoordde zonder twijfelen: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid af : wat ontbreekt mij nog? " Zijn opvatting over de wet was uiterlijk en oppervlakkig. Beoordeeld van menselijk standpunt, had hij een vlekkeloos karakter. Voor een groot gedeelte was zijn uiterlijk leven vrij van schuld. Hij dacht dat zijn gehoorzaamheid zonder gebrek was, toch had hij een geheime vrees, dat alles niet juist was tussen God en zijn ziel! Hierom de vraag "Wat ontbreek ik nog?"
Jezus zeide tot hem;" Zo gij wilt volmaakt zijn, ga heen, verkoop wat gij hebt en geef het den armen, en gij zult eenen schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, volg Mij. " "Als nu de jongeling dat woord hoorde, ging hij bedroefd weg want hij had vele goederen. "
Die zichzelf liefheeft is een overtreder, van de wet. Dit wilde Jezus openbaren aan de jongeling, en Hij gaf hem een criterium, die de zelfzucht van zijn hart moest openbaren. Hij toonde hem de kwellende vlek in zijn karakter. De jonge man begeerde geen verdere verlichting. Hij had een idool bemind in zijn hart; De wereld was zijn God. Hij beleed de geboden te hebben onderhouden, maar hij was onbekend met de princiepen die het leven en de geest ervan uitmaken. Hij bezat geen ware liefde tot God en de mens. Dit gebrek was het gebrek aan alles, wat hem loon de hoedanigheid schenken om het Koninkrijk binnen te gaan. In deze eigenliefde en werelds gewin was hij niet in harmonie met de princiepen van de hemel. ... Hij moest eerst de voorwaarde van discipelschap aanvaarden: Hij moest zich zonder voorbehoud aan God geven....Christ Object Lessons 390-93.
Vers 14.
Een groep van Farizeeërs en schriftgeleerde naderden Hem, met hen een met schrik geslagen vrouw nedesleurend die zij met een harde en schrille stem beschuldigden van het zevende gebod te hebben overtreden. Haar in de tegenwoordigheid van Jezus gebracht hebbend, zegden zij tot Hem met een schijnheilig vertoon van respect : "Mozes heeft ons in de wet geboden, dat dezulken gesteenigd zullen worden :Gij dan, wat zegt Gij ?"Joh.8:5. hun voorgewende eerbied bedekte een diep liggende samenzwering om Hem tot de ondergang te brengen. Zij haddan deze gelegenheid gretig aangegrepen om zeker te zijn van Zijn veroordeling, denkend dat wat ook Zijn beslissing moge wezen, zij gelegenheid zouden vinden om Hem te beschuldigen. Indien Hij de vrouw zou kwijtschelden, zou Hij beschuldigd worden van de wet van Mozes te minachten. Indien hij haar de dood waardig zou achten zou hij kunnen beschuldigd worden door de Romeinen als iemand, die het gezag, dat alleen hen toekwam, aan Zich toekende. Jezus keek voor een ogenblik op dit schouwspel: liet bevende slachtoffer in haar schaamte, de hoogwaardigheidsbekleders met aangezichten hard als van steen, beroofd van elk menselijk medelijden. Zijn geest van onbevlekte reinheid schrok terug voor dit schouwspel. Wel wist Hij met welk doel dit geval naar Hem gebracht werd. [lij las de harten, en kende het karakter en de levensgeschiedenis van eenieder die in Zijn tegenwoordigheid was. Deze zogezegde beschermers van het recht hadden zelf hun slachtoffer tot zonde geleid, opdat zij een strik zouden kunnen leggen voor Jezus. Geen teken gevend, dat Hij hun vraag gehoord had, bukte Hij zich, en Zijn ogen op de grond gevestigd houdend, begon Hij in het stof te schrijven. Ongeduldig om Zijn uitstel en schijnbare onverschilligheid, drongen de beschuldigers nader, de zaal, aan Zijn aandacht opdringend. Maar als hun ogen, deze van Jezus volgend, vielen op de grond aan Zijn voeten, veranderde hun uitdrukking. Daar, geschreven voor hen, stonden de schuldige geheimen van hun eigen leven. liet volk naar hen ziende, zag de plotse verandering van hun uitdrukking, en drong naar voor om te zien wat zij aan liet bekijken waren met zulk een verwondering en schaamte. Mei al hun belijdenissen van eerbied voor de wet, veronachtzaamden deze rabbi’s, door de schuld op de vrouw te leggen, de bepalingen van deze zelfde wet. liet was de plicht van de echtgenoot van tegen haar op te treden, en de schuldige partijen moesten ook gestraft worden. liet optreden van de beschuldigers was in het geheel niet toegelaten. Jezus niettemin vatte hen op hun eigen grond. De wet specificeerde dat bij het straffen door steniging, de getuigen de eerste moesten een steen werpen. Nu zich oprichtend en zijn ogen gevestigd houdend op de samenspannende ouderlingen, zegde Jezus : "Die van u lieden zonder zonde is, werpe het eerst den steen op haar. " Joh. 8:7. En Hij bukte zich opnieuw en ging verder niet schrijven op de grond. Hij had de wet van Mozes niet opzij gezet noch opgetreden tegen het gezag van Rome. De beschuldigers waren verslagen. Nu, hun klederen van voorgegeven heiligheid van hen afgerukt, stonden zij, schuldig en veroordeeld, in de tegenwoordigheid van de Oneindige Reine. Zij beefden daar hun verdoken ongerechtigheid zou kunnen opengelegd worden aan de menigte; en een voor een, met gebogen hoofd en nederziende ogen, trokken ze zich terug, hun slachtoffer bij de medelijden hebbende Heiland achter latend.
Jezus stond op en ziende op de vrouw zeide Hij :"Vrouw, waar zijn deze uwe,beschuldigers? Heeft u niemand veroordeeld, Ik u ook niet : ga heen en zondig niet meer". De vrouw had voor Jezus gestaan ineengekrompen van de vrees. Zijn woorden : "Die van u lieden zonder zonde is, werpe het eerst den steen op haar" waren tot haar gekomen als een doodvonnis. Zij durfde haar niet op te richten naar de Heiland`s aangezicht, maar stilzwijgend wachtte zij haar verdoeming af. Verwonderd zag zij haar beschuldigers voortgaan sprakeloos en verward; dan vielen deze woorden van hoop in haar : "Zoo veroordeel Ik u ook niet : ga heen en zondig niet meer". Haar hart smolt weg, en zij wierp haar voor de voeten van Christus, haar dankbare liefde uitsnikkend, en met bittere tranen haar zonden belijdend. Dit was voor haar het begin van een nieuw leven, een leven van reinheid en vrede, gewijd aan de dienst van God. In het verheffen van deze gevallen ziel, deed Jezus een groter mirakel dan in het genezen van de ziekste mens op fysisch gebied. Hij genas de geestelijke ziekte, die de eeuwige dood ondergaat. Deze berouwvolle vrouw werd een van zijn standvastigste volgelingen. Met zelf op offerende liefde en godsvrucht betaalde zij zijn vergevende barmhartigheid.
In deze daad van vergeving schenken aan deze vrouw en door haar aan te moedigen een beter leven te lijden, komt Christus' karakter naar voor als in de schoonheid van volmaakte gerechtigheid. Ofschoon Hij geen zonde verzacht, noch het gevoel van schuld vermindert, zoekt Hij niet van te veroordelen, maar van te redden. De wereld heeft voor deze dwalende vrouw alleen verachting en spot. Maar Jezus spreekt woorden van opbeuring en hoop. De Zondeloze heeft medelijden met de zwakte van de zondaar, en reikt haar Zijn helpende hand. Terwijl de hypocriete farizeeërs haar aanklagen, vraagt Jezus haar: "Ga en zondig niet meer." Hij is geen volgeling van Christus, die, met afgekeerde ogen, zich afwendt van de dwalende, hem ongehinderd latende voortgaan met zijn naar beneden dolende weg te volgen. Deze die de eerste zijn om anderen te beschuldigen, en ijverig om hen voor het oordeel te brengen, zijn dikwijls in hun eigen leven meer schuldig dan zij. De mens haat de zondaar, terwijl zij de zonde koesteren. Christus haat de zonde, maar bemint de zondaar. Dit moet de geest zijn van allen, die Hem vol - gen. Christelijke liefde is traag in het afkeuren vlug om berouw te ontdekken, gereed om te vergeven, om aan te moedigen, om de dolende op het pad van heiligheid te brengen, en om zijn voeten erop te plaatsen. Desire of Ages 460-62.
De Joden gingen prat op hun moraliteit en keken met afschuw op de sensuele praktijken van de heidenen. De tegenwoordigheid van de Romeinse officieren die het keizerlijk bevel in Palestina gebracht had, was een bestendige aanval op het volk, want met deze vreemdelingen was een vloed van heidense gewoonten, lust en losbandigheid binnengekomen. In Capernaum, kwelden Romeinse officiëren met hun geestige minnaressen de stad met hun paraden en wandeltochten en dikwijls brak het geluid van brasserijen de stilte van het meer als hun plezierboten over het stille water gleden. Het volk verwachtte van Jezus een strenge aanklacht te horen tegen deze klasse, maar hoe verwonderd waren zij als zij naar woorden luisterden, die het kwaad van hun eigen hart blootlegde! Als de gedachte van kwaad bemind wordt, zelfs in het geheim, zegde Jezus, toont het aan dat de zonde steeds in het hart heerst, De ziel is steeds in de gal van bitterheid en in de band van ongerechtigheid. Hij die plezier vindt in het aanschouwen van taferelen van onzuiverheid, die toegeeft aan kwade gedachten, aan het wellustige kijken, kan in de openbare zonde, met haar druk van schaamte en hartbrekende droefheid, de ware natuur van het kwaad aanschouwen, die verscholen gebleven is in de kamers van de ziel. Het ogenblik van bekoring, waaronder iemand, wat kan gebeuren, in zware zonde valt, verwekt het kwaad niet dat dan geopenbaard wordt, maar ontwikkelt en manifesteert dat wat gedekt en latent in het hart was. Een mens "gelijk hij bedacht heeft in zijne ziel, alzo zal hij het u zeggen", want uit het hart " zijn de uitgangen des levens. " Spr.23:7 ; 4:23. The Mount of Blessing 59, 60.
Wat kan er verwacht worden van de komende generaties? Duizenden zijn beroofd van princiepen. Deze, dragen aan hun nakomelingen hun eigen verderfelijke passies over . Welk een erfenis ! Duizenden slepen hun ongeregeld leven verder, hun familieleden besmettend, en hun lage passies vereeuwigend door ze over te zetten op hun kinderen. Zij nemen de verantwoordelijkheid van op hen de stempel te leggen van hun eigen karakter.
Ik kom terug op de christenen. Als allen, die belijden te gehoorzamen aan de wet van God vrij waren van ongerechtigheid, dan zou mijn ziel getroost zijn; maar ze zijn het niet. Zelfs zijn er, die belijden al de geboden van God te onderhouden die schuldig zijn aan de zonde van overspel. Wat kan ik zeggen om hun benevelde sensibiliteiten wakker te roepen? Morele princiepen, strikt uitgewerkt, worden de enige bescherming van de ziel. Als er een tijd is, waarop het dieet van het meest eenvoudige aard zal zijn is het nu. Er zou geen vlees mogen gegeven worden aan de kinderen. De invloed ervan verwekt en versterkt de lagere passie, en heeft een neiging om de morele krachten te doden. Granen en fruit bereid vrij van vetten en zo natuurlijk mogelijk zou moeten het voedsel zijn, dat op de tafel komt van allen, die beweren zich voor te bereiden voor de opneming naar de hemel. Hoe minder korstachtig het dieet, hoe gemakkelijker de passies kunnen onder controle gehouden worden. Er mag geen rekening gehouden worden met toegeving aan de smaak zonder te letten op fysische, intellectuele en morele gezondheid.
Toegeven aan lagere passies zal velen leiden om hun ogen toe te doen voor het licht; want zij vrezen dat zij zonde zouden zien die zij niet willen nalaten. Allen kunnen zien of zij willen. Als zij duisternis kiezen eerder dan licht, dan zal hun misdadigheid niet de kleinste zijn. Waarom lezen mannen en vrouwen niet en worden verstandiger nopens de dingen, die zo beslist hun fysisch, en intellectuele en morele kracht aantasten? God heeft u een woonplaats gegeven om voor te zorgen, en in de beste conditie te behouden tot Zijn dienst en glorie. Uw lichaam behoort u niet toe. "Of weet gij niet, dat u lieder lichaam een tempel is des heiligen Geestes, die in u is, dien gij van God hebt, en dat gij van uzelf niet zijt? Want gij zijt duur gekocht ; zoo verheerlijkt den God in uw lichaam en in uwen geest, welke Gods zijn. Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt en de Geest Gods in ulieden woont? Zoo iemand den tempel Gods schendt, dien zal God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke gij zijt. "1.Cor 6:19-20. en 3:16-17. 2.Test. Church 352-53.
Het woord van God stelt ons tenvolle de waarheid voor, dat onze fysische natuur in strijd zal gebracht worden met de geestelijke. De apostel legt ons op van af te zien van vleselijke lusten,die oorlog voeren tegen de ziel. Iedere verdorven eetlust wordt een strijdende lust. Eetlust toegegeven ten koste van fysische kracht veroorzaakt ziekte van de ziel. De lust, waarvan de apostel spreekt, is niet beperkt bij de overtreding van het zevende gebod, maar ieder toegeving van de smaak, die de fysische kracht vermindert is een strijdende lust. De apostel verklaart, dat hij die speciale overwinningen wil behalen en die hogere capaciteiten wil bereiken in gerechtigheid moet "matig zijn in alle dingen". Matigheid bij eten en drinken aan onze tafel, zowel als oefening van matigheid in ieder ander opzicht, is essentieel als wij willen overwinnen als Christus overwon. God heeft ons licht gegeven, niet om onverschillig te behandelen, maar om voor ons een leiding te geven en een hulp.
Gij moet zelf beheersing ontwikkelen. De les, die gij hebt moeten leren in uw jeugd moet nu onder de knie gebracht worden. Disciplineer uzelf om aan uzelf te sterven, om uw wil in onderwerping te brengen aan de wil van Christus. Een diepten volledige bekering is noodzakelijk, of gij, mijn broeder zult het eeuwig leven missen. 4.Test. 215.
Satan gebruikt mannen en vrouwen als agenten om tot zonde te leiden en om deze aantrekkelijk te maken. Deze agenten leidt hij zo getrouw op om de zonde zo te vermommen, dat hij met meer succes de zielen kan tot verval brengen en Christus beroven van Zijn glorie. Satan is de grote vijand van God en van de mens. Hij verandert zich door zijn agenten in de vorm van een engel de lichts. In de Schriften wordt hij een vernietiger genoemd, een beschuldiger van de broeders, een bedrieger, een leugenaar, een folteraar, en een moordenaar. Satan heeft er velen in zijn dienst, maar heeft het meest succes als hij belijdende christenen kan gebruiken voor zijn satanisch werk. En hoe meer invloedrijker, hoe hoger hun positie, hoe meer kennis zij belijden te hebben van God, en van Zijnen dienst, met hoe meer resultaat hij hen kan gebruiken. Al wie tot zonde verleidt is zijn agent. Toen ik tegenwoordig was op een campmeeting in het Oosten, werd ik de Vrijdag voorgesteld aan een man, die een tent waarnam met verschillende vrouwen en kinderen. Die nacht was ik niet in staat te slapen; mijn ziel was diep bekommerd. Als ik pleitte met God gedurende de nacht werd in mijn geest een visioen duidelijk terug opgewekt, dat ik jaren tevoren gehad heb ten tijde, dat de levenswijze van Nathan Fuller berispt werd? Dan werden mij drie mannen getoond, die ik zou ontmoeten, die dezelfde richting van ongerechtigheid volgden terwijl ze godsvrucht belijden. Deze man was een van de drie. Als ik mijn getuigenis aflegde in de morgenvergadering, rustte de Heilige Geest op mij; maar ik maakte geen gewag van individuele gevallen. Later op de dag voelde ik klaar mijn verplichting en gaf mijn getuigenis, wijzend naar Zijn geval als meest kenmerkend.
Door zijn handelwijze ging deze man volstrekt in tegenstrijd met de richtlijnen, van de apostel. "Onthoudt u van alle schijn des kwaads. "Thess.5:22. Hij verbrak het zevende gebod, terwijl hij beleed het vierde te onderhouden. Door zijn verleiding had hij een groep vrouwen rond hem, die hem volgden van plaats tot plaats, zoals een getrouwe echtgenoot haar man zou volgen.
Als volk werden wij als apart aanzien. Onze positie en ons geloof onderscheidt ons van iedere andere denominatie. Als wij in ons leven en karakter niet beter zijn dan wereldlingen, dan zullen zij de vinger van spot op ons richten en zeggen, "Dit zijn zevende dag adventisten.”
"Wij hebben hier een voorbeeld van het volk, dat de zevende dag als Zondag houdt. " Het merkteken dat passend is voor zulke dingen, is geplaatst op allen, die gewetenvol de zevende dag houden O! Hoeveel beter zou het zijn, dat zulke geen enkele aanspraak maakten dat zij de waarheid gehoorzamen. Ik voelde mij gedwongen deze man te berispen in de naam van de Heer en te vragen aan de vrouwen, die hem begeleidden van zich van hem af te scheiden en hun misplaatst vertrouwen terug te trekken, want ongeluk en verval waren op het pad, waar zij op gegaan waren. Het grootboek van de hemel getuigt van deze man: een bedrieger," die in huizen insluipen en nemen de vrouwen gevangen." Hoeveel zielen hij zal vernietigen meet zijn satanische sofisterij zal het oordeel alleen veropenbaren. Zulke mannen moeten terecht gewezen en tegengegaan worden, onmiddellijk, opdat zij geen voortdurend verwijt kunnen leggen op de zaak. - Als wij het einde van de geschiedenis van de wereld naderen, vermeerderen de gevaren rondom ons. Een louter belijdenis van godsvrucht zal niet volstaan. Er moet een levende verbinding zijn met God, opdat wij geestelijk inzicht mogen hebben om de boosheid te onderscheiden, die op een zo kunstige wijze en op een geheime manier in ons midden binnengebracht wordt door hen, die ons geloof belijden. De grootste zonden worden binnengebracht door hen, die belijden geheiligd te zijn, en die beweren dat zij niet kunnen zondigen. Toch velen van hen zondigen dagelijks en zijn verdorven in hun hart en in hun leven. Zij zijn zelfvoldaan en zelfgerechtigd, van hun eigen des standaard makend van gerechtigheid en volkomen falend in het bereiken van de standaard van de bijbel. Niettegenstaande hun hoge beweringen, zijn ze vreemdelingen voor het verbond van belofte. Het is in grote barmhartigheid, dat God hun perversiteit verdraagt en dat zij niet als belemmeringen afgesneden worden van de grond, maar nog steeds in de mogelijkheid blijven om vergiffenis te ontvangen. Er wordt bestendig te veel betrouwd op de verdraagzaamheid van God, misbruik gemak van Zijn barmhartigheid. David in zijn tijd dacht dat de mensen de grenzen van Gods verdraagzaamheid misbruikt had den, en dat Hij moest tussenkomen om Zijn eer te verdedigen en om ongerechtigheid tegen te houden. De Heer is geen onderrichter van leerstellingen, die de tempel van God bevuilen. Er is schaars nog een straal van hoop voor hem; hij heeft zichzelf bedrogen en anderen bekoord zolang dat Satan bijna volledig toezicht heeft over zijn geest en lichaam. Als zijn kleed van gerechtigheid dat hij belijdt te hebben van hem kon afgetrokken worden en zijn lage doe einden en gedachten konden blootgelegd worden, zodat hij niet kan voortgaan met anderen op het pad van de hel te leiden zal het alles zijn wat wij nog kunnen verwachten.
Hij haatte eerst de waarschuwingen van God, en dan bood hij ze weerstand omdat zij zijn eigen boze handelwijze bloot legden in het licht van de wet van God. Het is een van de ergste gevolgen van de verblindende invloed van de zonde, die maanden en jaren voortduren en er is geen ontwaken tot bekering. Met een vaste volharding heeft hij zijn afzinkende richting gevolgd. Hij heeft geen bittere gevoelens van berouw, noch schrik van de wraak van de hemel. Als hij door leugens en bedrog zijn zonden kan bedekken, zodat zij niet opgemerkt worden is hij tevreden. Alle gevoel voor recht en verkeerdheid is dood in hem. Een oogst ligt voor hen waarvan hij zal afgeschrikt zijn om hem te oogsten.
De slechtste trek in zijn geval ligt hierin dat al zijn satanisch werk gedaan is onder het voorwendsel van een vertegenwoordiger van Christus te zijn. Een zondaar getooid als een engel des lichts kan onberekenbaar schade berokkenen; Duistere en te vrezen plannen worden vrij willig gemaakt om man en vrouw van elkander te scheiden. De apostel zegt : "Want van dezen zijn het, die in de huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden beladen zijn en door menigerlei begeerlijk heden gedreven worden. " 2 Tim.3:6. Deze losbandige karakters dringen ook binnen in eervolle families, en door hun verleidende streken en intriges leiden ze de gewetensvolle af. Te verwerpen ketterijen worden aangenomen als waarheid,en de walgelijkst zonden worden bedreven als daden van gerechtigheid, want het geweten wordt verward en verdwaasd.
Deze man neemt de ongewone leerstelling aan, dat de zevende dag de Sabbat van de Heer is, om aan zijn religieuze bevindingen een schijn van eerlijkheid te geven. Onze zienswijzen zijn klaar bepaald geweest in onze publicaties, maar, dit erbuiten gelaten, hij vermengt met de waarheid zijn eigen bezoedelende ketterijen en poogt anderen te doen geloven, dat God hem nieuw licht gegeven heeft op de bijbel. Door te belijden dat hij een groot licht heeft nopens de sabbat van het vierde gebod en aanverwante waarheden, geeft hij aan hen, die niets kwaads vermoeden een schijn van werkelijk geleid te worden door God. Maar als hij eens het vertrouwen gewonnen heeft begint hij zijn Satanisch werk van het uit mekaar halen van de Schrift uit haar ware betekenis door te pogen aan te tonen, dat overspel, veroordeeld in de wet van God niet betekent wat er in het algemeen door verstaan wordt. Hij poogt werkelijk van gevoelige vrouwen te doen geloven dat het geen overtreding is voor God voor vrouwen van ontrouw te zijn aan hun huwelijksbelofte. Hij neemt zelfs niet aan dat hierdoor het zevende gebod overtreden wordt. Satan verheugt zich van zondaars te zien binnenkomen als belijdende Sabbathouders, terwijl zij toelaten dat hun geest en hun gevoelens beheerst worden door hem, hen gebruikend om ook anderen te bedriegen en te verderven. In deze gedegenereerde tijd zullen er velen gevonden worden, die zo verblind zijn voor de zondigheid van de zonde, dat zij een ongebonden leven kiezen omdat het overeenkomt met de natuurlijke en perverse neiging van hun hart. Verdorven mensen denken dat het gemakkelijker is van de Schriften verkeerd te interpreteren om hen te steunen in hun ongerechtigheid dan hun verderf en hun zonde op te geven en rein te zijn van hart en leven. Er zijn meer mensen van deze soort dan velen zich inbeelden, en zij zullen zich vermenigvuldigen, als wij het einde der tijden naderen. Tenzij zij geworteld en gegrondvest zijn in de waarheid van de Bijbel, en een levende verbinding hebben met God, zullen er velen verdwaasd worden en verleid. Ongeziene gevaren komen op ons pad. Onze enige veiligheid ligt in bestendige waakzaamheid en bidden. Hoe dichter wij bij Jezus leven, hoe meer wij Zijn rein en heilig karakter zullen deelachtig worden; en hoe meer weerzinwekkend ons de zonde zal zijn, hoe meer verheven en begerenswaardig de reinheid en de glans van Christus ons zal worden.
Om zijn verdorven leven te dekken en zijn zonden schadeloos te laten schijnen, zal deze man voorbeelden aanhalen uit de bijbelverhalen, waar goede mannen gevallen zijn onder bekoring. Paulus rekende af met zulke mannen in zijn dagen, en de kerk is ermede bezocht geweest in alle tijden. Terwijl riep Paulus de ouderlingen bijeen en waarschuwde hen in verband met wat zij zouden tegenkomen : "Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die de kudde niet sparen; en uit uzelven zullen mannen opstaan, sprekende verkeerde dingen, om de discipelen af te trekken achter zich. Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren lang nacht en dag niet opgehouden heb eeniegelijk met tranen te vermanen." Hand 20 : 29.
Hij die de waarheid in ongerechtigheid huldigt, die zijn geloof erin verklaart, maar die haar iedere dag wondt door zijn inconsequent leven, geeft zichzelf over aan de dienst van Satan en leidt andere zielen tot verlies. Deze klasse houdt gemeenschap met de gevallen engelen en worden door hen geholpen om heerschappij te voeren over de geest. Als de betoverende macht van Satan een persoon beheerst, wordt God vergeten, en de mens, die vervuld is met verdorven doeleinden, wordt geprezen. Geheime ongebondenheid wordt gepraktiseerd door deze verleidende zielen als deugd. Dit is een soort van toverij. De vraag van de apostel aan de Galaten wordt wel gesteld : "Wie heeft betoverd, dat gij der waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn den welken Jezus Christus voor de oogen te voren geschilderd is geweest, onder u gekruisigd zijnde? "Gal. 3 : 1. Er is altijd een betoverende kracht geweest in ketterij en in losbandigheid. De geest is zo misleid, dat hij niet met verstand kan redeneren, en een illusie leidt hem bestendig af van de reinheid. Het geestelijk doorzicht wordt verdoezeld, en personen, die vooraf van een onbevlekte moraliteit waren worden verward onder de verleidende sofisterij van deze agenten van Satan, die belijden van boodschappers te zijn van het licht. Het is deze verleiding, die aan deze agenten macht geeft. Moesten zij stoutmoedig naar voor komen en hun beweringen openlijk naar voor brengen zij zouden zonder een ogenblik te aarzelen verworpen worden; maar zij werken eerst om sympathie te winnen en verzekeren vertrouwen in hen als heilige, zelf-opofferende mannen van God, Zich uitgevend als Zijn speciale boodschappers, beginnen zij dan hun kunstig werk van het aftrekken van zielen van het pad van juistheid door te pogen van de wet van God zonder uitwerking te maken. Als de bedienaars aldus voordeel halen uit het vertrouwen van het volk, dat op hen geplaatst is, maken zij zichzelf zoveel schuldiger als hun beroep hoger staat dan van een gewone zondaar. Op de dag van God als de Grootboek van de Hemel zal geopend worden, zullen er veel namen van bedienaars in gevonden worden, die uitgekomen zijn als rein van hart en leven en die beleden van vertrouwd te zijn met het evangelie van Christus, maar die voordeel getrokken hebben uit hun positie om zielen te verleiden om de wet van God te overtreden. Als een man of een vrouw onder de verdorven macht van Satan vallen, is het meestal onmogelijk van hen terug te halen uit de verschrikkelijke listen van Satan, zodat zij opnieuw reine gedachten zullen hebben en een klaar begrip over de eisen, die God stelt. Zonde werd voor hen verwarde geest, door de bedienaar heilig gemaakt en ze wordt nimmer aanzien in het weerzinwekkend licht zoals God er op ziet. Als de morele standaard gedaald is in de geest van de mens, wordt hun oordeelsvermogen verdorven, en zij zien de zonde als gerechtigheid en gerechtigheid als zonde. Door om te gaan met dezen, wiens neigingen en gewoonten niet zuiver zijn, worden anderen gelijk zij. Hun ondervinden en hun princiepen worden meestal onbewust aangenomen.
Als het gezelschap van mensen, met een onreine geest en losse gewoonten, gekozen wordt boven dat van deugdzame en reine, is dit een zekere aanduiding, dat de goestingen en neigingen met elkander overeen komen, dat een laag moreel peil bereikt is. Dit peil wordt door deze bedrogen en verdwaasde zielen, een hoge en heilige verfijndheid van geest genoemd; een spirituele harmonie. Maar de apostel noemt het "de geestelijke boosheden in de lucht", waartegen wij een energieke oorlog moeten voeren. Ef. 6 : 12.
Als de bedrieger zijn werk van verleiding begint, ontmoet hij dikwijls verschil van manier van de dingen te ondervinden en verschil van gewoonten; maar door grote aanspraken op godsvrucht te maken, bekomt hij het vertrouwen en als dit gebeurd is, wordt zijn slimme, bedriegende macht uitgeoefend , zijn eigen manier om zijn listen uit te voeren. Door het gezelschap te ondergaan van deze gevaarlijke elementen, worden de vrouwen gewoon van de atmosfeer van onreinheid in te ademen, en, meestal ongevoelig, worden zij doordrongen met dezelfde geest. Hun identiteit is verloren. Zij worden de schaduw van hun verleider.
Mannen, die belijden van nieuw licht te hebben en beweren van hervormers te zijn, zullen veel invloed hebben over een zekere klasse, die overtuigd zijn van ketterijen, die in deze eeuw bestaan en die niet voldaan zijn met de spirituele conditie van de kerken. Met een waar, eerlijk hart, begeren deze een verandering te zien tot verbetering, een opgaan naar een hogere standaard, Als de getrouwe dienaren van God de waarheid puur en onvervalst wilden voorleggen aan deze soort mensen, dan zouden zij haar willen aanvaarden, en ze zouden zichzelf reinigen door eraan te gehoorzamen. Maar Satan, die altijd wakend is, volgt het spoor van deze onderzoekende zielen. Iemand, die zich uitgeeft voor een hoogstaande hervormer komt tot hen, zoals Satan kwam naar Christus, vermomd als een engel des lichts, en trekt hen steeds verder van het pad af van gerechtigheid.
Het ongeluk en de degradatie, die volgen na het toegeven aan losbandigheid kunnen niet naar waarde geschat worden. De wereld is bevuild door haar inwoners. Zij hebben ongeveer de beker van ongerechtigheid gevuld; maar wat de grootste vergelding zal brengen, is het praktiseren van ongerechtigheid onder het mom van godsvrucht. De verlosser van de wereld veracht nooit geen ware bekering, hoe groot ook de schuld moge wezen; maar Hij slingert brandende aanklachten tegen Farizeeërs en hypocrieten. Er is meer hoop voor openbare zondaars dan voor deze soort. "En daarom (het niet aannemen van de liefde voor de waarheid) zal God hun zenden eene kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid. "2.Thess. 2:11,12. Deze man, en dezen, die zich door hem laten verleiden , beminnen de waarheid niet, maar hebben plezier in de ongerechtigheid. En welk een groter bedrog kan over hen komen, dan dat er niets onbehagelijks zou zijn voor God in los te leven en in overspel ? De bijbel bevat vele waarschuwingen tegen deze zonde. Paulus schrijft naar Titus : "Over dezen, die belijden, dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, alsof zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam en tot alle goed werk ongeschikt. "En daar zijn ook valsche profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valsche leeraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, die hen gekocht heeft, verloodch enende, en een haastig verderf over zichzelven brengende; en velen zullen hunne verderfennissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden; "2.Petr.2:1-2.
Deze, waarnaar hier verwezen wordt zijn niet zij, die openlijk verklaren dat zij geen geloof in Christus hebben, maar zij, die belijden de waarheid te geloven en door hun slecht karakter een verwijt zijn voor de waarheid, de oorzaak zijnde dat er kwaad over gesproken wordt.
"En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, van u eene koopmanschap maken; over welke het oordeel van over lang niet ledig is, en hun verderf sluimert niet. "Maar dezen, (als onredelijke dieren, die de natuur volgen , en voortgebracht zijn, om gevangen en gedood te worden) dewijl zij lasteren hetgeen zij niet verstaan, zullen in hun verdorvenheid verdorven worden, en zullen verkrijgen, het loon der ongerechtigheid, als die de dagelijksche weelde hun vermaak achten, zijnde vlekken en smetten, en zijn weelderig in hunne bedriegerijen, als zij in de maaltijden met u zijn; hebbende de oogen vol overspel en die niet ophouden van zondigen; verlokkende de onvaste zielen, hebbende het hart, geoefende in gierigheid, kinderen der vervloeking; die den rechten weg verlaten hebbende, zijn verdwaald, en volgen den weg van Bileam, den zoon Beors, die het loon der ongerechtigheid liefgehad heeft;"Dezen zijn waterloze fonteinen, wolken van eenen draaiwind gedreven, den welken de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid bewaard wordt. Want zij, zeer opgeblazen ijdelheid sprekende", trots gaand op hun licht, hun kennis en hun liefde voor de waarheid, "verlokken door begeerlijkheid des vleesches en door ontuchtgheden degenen, die waarlijk ontvloden waren van degenen, die in dwaling wandelen. " 2.Petr.2:3-18. In deze eeuw van verderf als onze tegenstander de duivel, als een briesende leeuw rondwandelt, zoekend wie hij zal verslinden , zie ik de noodzakelijkheid van mijn stem te verheffen in waarschuwing :" Waakt in bidt op dat gij niet in verzoeking komt." Math.26:41.
Deze, die briljante capaciteiten bezitten zijn talrijk, die hen op een boze wijze wijden aan de dienst van Satan.
Welke waarschuwing kan ik geven aan het volk, dat beweert uit de wereld getreden te zijn, en zijn werken van duisternis achtergelaten te hebben ?Aan een volk, van wien God de vertegenwoordigers van Zijn wet gemaakt heeft, maar die, gelijk de pretentieuze vijgenboom, pronkt met zijn schijnbaar bloeiende takken an het gezicht van de Almachtige, maar toch geen vruchten voortbrengt tot de glorie van God? Velen van hen houden van onzuivere gedachten, onheilige imaginaties, ongeheiligde begeerten, en lage passies. God haat de vruchten van zulke bomen. Engelen, rein en heilig kijken op de handelwijze van zulk danigen met afschrik, terwijl Satan jubelt. O dat mannen en vrouwen mochten overwegen wat er te winnen is met de wet te overtreden! Onder alle omstandigheden is overtreding een oneer voor God en een vloek voor de mens. Wij moeten het zo zien, hoe schoon ook haar mom is, en door wie ook bedreven Geest.
En de vrucht van de Geest is liefde,vreugde,vrede,verdraagzaamheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. Geen talent of welsprekendheid, noch zelfs studie van de bijbel, kan de liefde tot God of gelijkvormigheid aan Christus voortbrengen. Niets dan Goddelijke macht kan het menselijke hart en karakter regenereren en de ziel doordrenken met de liefde van Christus, die zich altijd uitdrukt in de liefde voor dezen, voor wie Hij stierf. Fud. Chr. Ed. 237-41.
Als afgezant van Christus smeek ik u die tegenwoordige waarheid belijdt van dadelijk elke nadering van onzuiverheid hoog op te nemen, en van het gezelschap te vluchten van dezen, die een onzuivere suggestie ademen. Verafschuw deze bevlekkende zonden met de meest intense haat. Vlucht dezen, die willen, zelfs in de gesprekken, de geest laten lopen naar zulk een kanaal ; " waar het hart vol van is loopt de mond van over". Als deze,die deze bezoedelende zonden praktiseren, steeds aangroeien in de wereld en zich in onze kerken willen binnen dringen, waarschuw ik u van geen plaats voor hen te laten. Keer u van de verleider af. Ofschoon een belijdende volgeling van Christus, is hij Satan in de vorm van een mens ; Hij heeft het kleed van de hemel geleend, opdat hij des te beter zijn meester zou kunnen dienen. Gij moogt geen ogenblik plaats geven aan een onreine, hemelijke suggestie ; want zelfs dit zal de ziel bestempelen, als onrein water het kanaal bevuilt waardoor het vloeit.
Kies armoede, verwijt, scheiding van vrienden, of enig ander lijden dan de ziel te bevuilen met zonde. Dood voor oneer of overtreding van Gods wet zou moeten het motto zijn van iedere Christen. Als een volk dat belijdt van hervormers te zijn, als een schat bewarend de plechtigste en reinigende waarheden van Gods woord moeten wij de standaard hoger heffen dan het tot nu het geval is. Met zonde en zondaars moet onmiddellijk in de kerk afgerekend worden, opdat anderen niet zouden besmet worden. Waarheid en reinheid vergen dat wij grondiger werk maken om het kamp van Achan te reinigen. Laat deze, die in verantwoordelijke positie zijn de zonde in hun broeder niet verdragen. Toon hem dat hij ofwel zijn zonden moet achterlaten of de kerk verlaten.
Als de individuele leden van de kerk zullen handelen als ware volgelingen van de zachte en ootmoedige Heiland, dan zal er minder bedekking en verontschuldiging van zonde zijn. Allen zullen handelen als in de tegenwoordigheid van God. Zij zullen zich vergewissen, dat Zijn Alziende Oog altijd op hen is, en dat de geheimste gedachte door Hem gekend is. Het karakter, de beweegreden, de begeerten en de doeleinden, zijn zo klaar als het licht van de zon voor het oog van de Almachtige. Maar weinigen dragen dit in het hoofd. Verreweg het grootste gedeelte realiseren zich niet welk een verschrikkelijke afrekening moet gegeven worden aan de balie van God door al de overtreders van Zijn wet.
Kunt gij, die belijdt zulk een groot licht ontvangen te hebben, tevreden zijn met een laag pijl ? O, hoe ernstig en bestendig zouden wij moeten zoeken naar de tegenwoordigheid van God en naar een realisatie van de plechtige waarheid dat het einde van alle dingen nabij is en dat de Rechter van gans de aarde aan de deur staat ! Hoe kunt u Zijn juiste en heilige eisen veronachtzamen ? Hoe kunt gij overtreden in het aangezicht van Jehova ? Hoe kunt gij onheilige gedachten liefhebben en lage passies in het volle zicht van de reine engelen en van de Verlosser, die Zichzelf gaf voor u, opdat Hij moge verlossen van alle ongerechtigheid en reinigen voor Zichzelf een volk, ijverig voor goede werken ? Als gij de zaak bekijkt in het licht van het kruis van Golgota, zal de zonde u niet te min schijnen, te gevaarlijk, om er aan toe te geven, als wij staan aan de grenzen van de eeuwige wereld ?
Ik spreek tot ons volk. Als gij dicht bij Jezus gaat en zoekt van uw belijdenis te versieren met een wel geordend leven en een goddelijke conversatie, zal uw voet afgehouden worden van op verboden paden te gaan. Als gij slechts wilde waken in gebed als gij alles wildet doen alsof gij in de onmiddellijke tegenwoordigheid waart van God,dan zoudt gij bevrijd zijn van toegeven aan bekoring,en gij zoudt kunnen hopen van rein behouden te blijven, zonder spot, en onbevlekt tot het laatste. Als gij het begin van uw geloof sterk houdt tot het einde, zullen uw wegen in God bevestigd worden ; en wat de genade begonnen heeft, zal de heerlijkheid bekronen in het koninkrijk van onze God. De vruchten van de Geest zijn : " liefde, vreugde, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtheid,matigheid : tegen deze dingen is er geen wet." Als Christus in ons is, zullen wij het vlees kruisigen samen met de gevoelens en lusten. 5.Test. Church 141-148.
Lees Spreuken 11:7-10.
De kinderen van Set, aangetrokken door de schoonheid van de dochters van Kain`s nakomelingen, mishaagden de Heer,door met hen te trouwen. Vele aanbidders van God werden tot zonde aangetrokken door de bekoringen die nu bestendig voor hen waren, en zij lieten hun specifiek heilig karakter achter. Zich vermengend met de verdorven mensen, werden zij gelijk aan hen in geest en in daad; de beperkingen opgelegd door het zevende gebod werden geminacht," En zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkoren hadden." De kinderen van Set" zijn den weg van Kain ingegaan " Judas 11 ; zij vestigden hun geest op wereldse voorspoed en vergenoegen en verwaarloosden de geboden van God. De mens heeft het niet goed gedacht van God in erkentenis te houden, zoo heeft God hen overgegeven in eenen verkeerden zin Rom.1:28. " Maar zij zijn verijdeld geworden in hunne overleggingen " Vers. 21. ( uit het Engels vertaald : God gaf hen een geest beroofd van oordeel ). De zonde verspreidde zich over de aarde als een dodelijke melaatsheid. Patr. Pr. 81-82.
(In de tijd van Abraham). Polygamie was zo verspreid, dat ze opgehouden had van aanzien te worden als een zonde, maar het was niet minder een overtreding van de wet van God, en was fataal voor de heiligheid en de vrede van de familierelaties. Abrahams huwelijk met Hagar liep uit op kwaad, niet alleen voor zijn eigen familie, maar voor de volgende generaties." Idem 145.
Lees 1 Cor 10 : 11,12.
Satan kent wel het materiaal waarmede hij omgaat in het menselijk hart. Hij kent - want hij heeft dit bestudeerd gedurende duizenden jaren met duivelachtige intensiteit - de punten die het gemakkelijkst aan te vallen zijn in ieders karakter ; en door opeenvolgende generaties heeft hij gewerkt om de sterkste mensen te overtroeven, prinsen van Israël,door dezelfde bekoringen, die zo succesrijk waren te Baalpeor.
Door de eeuwen heen zijn er wrakken van karakters. die gestrand zijn op de rotsen van sensuele toegevingen.
Als wij het einde der tijden naderen, als het volk van God op de grens staat van het hemelse Kanaan, zal Satan, zoals van ouds, zijn inspanningen verdubbelen om hen te beletten van het goede land binnen te gaan. Hij legt zijn listen voor iedere ziel. Het is niet de onwetende en de ongecultiveerde alleen die op de hoede moet zijn ; hij zal zijn bekoringen voorbereiden voor dezen,die de hoogste posities bekleden, in de heiligste dienst ; als hij hen ertoe kan brengen van hun ziel te bezoedelen, kan hij er door hen velen ten val brengen. En hij gebruikt dezelfde middels die hij voor duizenden jaren gebruikt heeft. Door wereldse vriendschap, door de charme van de schoonheid, door plezier zoeken, vrolijkheid, feesten of door de wijnbeker, leidt hij hen tot het overtreden van het zevende gebod.
Satan verleidde Israël tot losbandigheid voor hij hen leidde naar afgoderij. Deze die Gods beeld willen onteren en Zijn tempel bevuilen in hun eigen persoon zullen niet terugdeinzen voor iedere oneer aan God,die aan de begeerte van hun verdorven hart toegeeft. Sensuele toegevingen verzwakken de geest en verlagen de ziel. De morele en intellectuele machten zijn verdoezeld en verlamd door toegeving aan dierlijke neigingen ; en het is onmogelijk voor de slaaf van passies.van de heilige verplichtingen van de wet van God te realiseren, van de verzoening naar waarde te schatten, of van een ware waarde te hechten aan de ziel. Goedheid, reinheid en waarheid, eerbied voor God, en liefde voor heilige dingen - al deze heilige affecties en edele begeerten, die de mens met de hemelse wereld verbindt - worden verteerd in het vuur van de lust. De ziel wordt een zwart gemaakte en verlaten woestenij, de woonplaats van kwade geesten, en eene bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte ". Op. 18 : 2.
Wezens gevormd naar het beeld van God worden naar beneden gehaald tot op het niveau van redelozen.
Het was door de omgang met afgodendienaars en door zich te verenigen met hen in hun feestelijkheden,dat de Hebreeuwen geleid werden de wet te overtreden en Gods oordeel op de natie te trekken. Zo is het ook nu dat Satan, door de volgelingen van Christus te verenigen met de goddelozen en gemeenschap te nemen aan hun amusement, het meest succesrijk is in het verleiden van hen tot zonde. " Daarom gaat uit het midden van hen en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen." 2.Cor.6:17. God vraagt nu van Zijn volk een even grote afscheiding van de wereld, in gewoonten, gebruiken en princiepen, als Hij vergde van de Israël van ouds. Als zij getrouw de onderrichtingen van Zijn Woord volgen, zal deze onderscheiding bestaan ; het kan niet anders. De waarschuwingen gegeven aan de Hebreeuwen tegen het zich versmelten met de heidenen, waren niet meer rechtstreeks en uitdrukkelijker dan deze die de Christenen verbieden van gelijk te worden aan de geest en gewoonten van de goddelozen. Christus spreekt tot ons " Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is : zoo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem." 1.Joh.1:15.
"Overspelers en overspeelsters, weet gij niet, dat de vriendschap der wereld eene vijandschap Gods is ? Zoo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt een vijand Gods gesteld." Jac.4:4.
De volgelingen van Christus moeten zich afscheiden van de zondaars, hun gezelschap zoekend alleen als er gelegenheid bestaat om hen goed te doen. Wij kunnen niet beslist genoeg zijn als het gaat om het schuwen van het gezelschap van dezen, die een invloed uitoefenen om ons van God af te trekken. Als wij bidden : " Leid ons niet in bekoring ", moeten wij verzoeking schuwen, zo ver als het mogelijk is. Het was, als de Israëlieten in een toestand waren van uitwendig gemak en veiligheid, dat zij in zonde geleid werden. Zij hielden God niet altijd voor ogen, zij verwaarloosden het gebed en gaven toe aan een geest van zelfvertrouwen. Gemakkelijkheid en zelftoegeving laten de citadel van de ziel onbewaakt en verlagende gedachten vinden ingang. Het waren de verraders binnen de muren, die de standvastigen van princiep overwonnen en Israël overleverden in de handen van Satan. Het is aldus,dat Satan de val van de zielen ziet te verwezenlijken. Een lang voorbereidingswerk, onbekend aan de wereld, speelt zich af in de ziel, voor aleer de zonde bedreven wordt. De ziel gaat niet ineens over van reinheid en heiligheid naar verdorvenheid, corruptie en misdaad. Het vraagt tijd, om dezen, die gemaakt zijn naar Gods beeld en gelijkenis, om te vormen tot het redeloze of het satanische. Het is door te aanschouwen, dat wij veranderd worden. Door toe te geven aan onreine gedachten kan de mens zijn geest aldus opvoeden, dat de zonde, die hij vooraf verafschuwde, als aangenaam zal schijnen voor hem.
Satan zet alles in het werk om misdaad en verlagende ondeugd algemeen te maken. Wij kunnen in de straten van onze steden niet wandelen zonder flikkerende bekendmakingen van misdaden te zien, die voorgesteld zijn in novellen of die in het theater zullen opgevoerd worden. De geest wordt opgevoed om vertrouwd te worden met de zonde. De manier van handelen van de lagen en de gemenen wordt aan het volk voorgesteld in de dagbladen en alles, wat de passie kan opwekken, wordt tot hen gebracht in ophitsende verhalen. Zij lezen en horen te veel van verlagende misdaad, die de gewetens,die vroeger zouden teruggedeinsd hebben voor zulke voorstellingen,nu verhard maakt, zodat zij zich overgeven aan zulke dingen met begerige belangstelling. Veel algemeen beoefende amusementen in de wereld van heden, zelfs bij hen die beweren christen te zijn, streven naar hetzelfde doel als van de heidenen. En er zijn er maar weinig ervan, die de Satan niet ten nutte brengt om zielen te vernietigen. Door het drama heeft hij in alle tijden gewerkt om passies op te wekken en de ondeugd te verheerlijken. De opera met haar fascinerend spel en verwilderende muziek,de maskerade,de dans,de kaarttafel,dit alles gebruikt Satan om de slagboom van de princiepen af te breken en de deur te openen voor sensuele toegevingen. In iedere vergadering, waar trots gekoesterd wordt, of aan eetlust toegegeven wordt, waar men geleid wordt om God te vergeten en het zicht te verliezen op de eeuwige dingen,daar bindt Satan zijn ketting rond de ziel. " Behoed uw hart boven al wat te bewaren is," is de raad van de wijze man," want daaruit zijn de uitgangen des levens." Spr.4:23. " Want gelijk hij bedacht heeft in zijne ziel, alzoo zal hij tot u zeggen." Het hart moet vernieuwd worden door de goddelijke genade, of het zal nutteloos zijn van reinheid van leven te zoeken. Hij, die poogt een edel en deugdzaam karakter op te bouwen, onafhankelijk van de genade van Christus, bouwt zijn huis op het verschuivende zand. In de hevige stormen van bekoring zal het zeker vergaan. Het gebed van David zou de smeking moeten zijn van eenieder : " Schep mij een rein hart o God ! en vernieuw in het binnenste van mij eenen vasten geest ." Ps.51:12. En deelnemers geworden zijnde van de eeuwige gave, moeten wij gaan tot volmaaktheid, zijnde " in de kracht Gods bewaard door het geloof." 1.Petr.1:5.
Nu hebben wij een werk te doen om bekoring tegen te gaan. Zij, die niet willen vallen als een prooi van Satans beramingen,moeten de toegangen van de ziel goed bewaken. Zij moeten vermijden van te lezen,te zien,te horen, alles wat onreine gedachten kan suggereren. De geest moet er niet toe gebracht worden van rond te dwalen op ieder onderwerp, dat de tegenstander van zielen kan opwekken.
" Daarom opschortende de lendenen uws verstands", zegt de apostel, " en nuchter zijnde, wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden,die tevoren in uwe onwetendheid waren, maar gelijk Hij die u in uwe onwetendheid geroepen heeft,heilig is,zoo wordt ook gij heilig in uwen wandel." 1.Petr.1:13-15. Paulus zegt : " Al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat wel luidt, zoo daar lof is Meedenkt dat." Fil.4:8.
Dit zal ernstig gebed vragen en ononderbroken waakzaamheid. Wij moeten geholpen worden door de blijvende invloed van de Heilige Geest, die de geest opwaarts zal trekken, en er hem gewoon aan zal maken van bezig te zijn met reine en heilige dingen. Wij moeten ijverige studie maken in het woord van God. " Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden ? Als hij dat houdt naar uw woord. " Ik heb uwe rede ", zegt de psalmist," in mijn hart verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou. " Ps.119:9-11. Israëls zonde te Beth-peor bracht de oordelen van God op de natie, en ofschoon dezelfde zonden nu niet onmiddellijk gestraft worden, zullen zij toch zekerlijk vergelding krijgen. " Zoo iemand den tempel Gods schendt, dien zal God schenden." 1.Cor.3:17.
De natuur heeft verschrikkelijke straffen gelegd op deze misdaden : straffen die vroeg of laat op iedere overtreder zullen vallen. Het zijn deze zonden, meer dan gelijk welke andere, die de vreselijke degeneratie van ons ras veroorzaakt hebben en de last van de ziekte en ellende, waardoor de wereld vervloekt is. De mens moge erin slagen om zijn zonden te bedekken voor zijn naaste, maar hij zal niettemin zekerlijk het resultaat ervan ondergaan in lijden, ziekte, imbeciliteit, of dood. En aan gene zijde van dit leven staat het tribunaal van het oordeel, met zijn uitspraak van eeuwige straf. " die zulke dingen doen,het Koninkrijk Gods niet zullen beërven." Gal. 5 : 21. maar met Satan en de boze engelen hun deel zullen hebben in dezen poel van vuur die " de tweede dood is". Openb.20:14.
" Want de lippen der vreemde vrouw druppen honingzeem, en haar gehemelte is gladder dan olie ; maar het laatste van haar is bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard." Spr.5:3,4.
Maak uw weg verre van haar, en nader niet tot de deur van haar huis, opdat gij anderen uwen eer niet geeft, en uwe jaren den wreede ; opdat de vreemden zich niet verzadigen van uw vermogen, en al uw smartelijke arbeid niet kome in het huis des onbekenden, en gij in uw laatste brult, als uw vleesch en uw lijf verteerd is," "Want haar huis helt naar den dood ," "allen, die tot haar ingaan, zullen niet wederkomen." Spr.2. 18-19. " Hare genoden zijn in de diepten der hel ." Spr. 9 : 18. Patr. Prophets 457-61.
De waarheid wordt veel gepredikt, maar er zijn er weinigen geheiligd door de waarheid. Godsvrucht en gerechtigheid zijn niet in het praktische leven ingevoerd, en de Heer is onteerd; en, geen vitale verbinding hebbend met God, heeft de arme weke menselijke natuur geen kracht om weerstand te bieden aan de bekoring en zal er nooit hebben tot de bekerende macht van God hand legt op de ziel. Wij naderen het oordeel, en deze, die de boodschap van waarschuwing aan de wereld brengen, moeten reine handen hebben en zuivere harten. Zij moeten een levende verbinding hebben met God. De gedachten moeten rein en heilig zijn, de ziel onbevlekt., het lichaam, ziel en geest een reine offerande voor God, of Hij zal ze niet aanvaarden.
De laatste pijnlijke ontwikkelingen van het kwaad zijn een van de grootste klaarblijkelijkheden die wij hebben, dat het einde van alle dingen dicht nabij is. Satan, gelijk een briesende leeuw, gaat overal rond zoekende wie hij kan verslinden ; en als man en vrouw, onder het blazende licht, dat nu schijnt in deze gevaarlijke tijden, zullen bevonden worden als ontuchtigen, heb ik schrik dat God hen zal scheiden van het werk voor altijd. De jeugd wordt wegens wangedragingen van betrekkelijk licht karakter behandeld met strengheid ; maar als mannen en vrouwen met grotere ondervinding, die als voorbeelden van godsvrucht beschouwd geweest zijn, geopenbaard worden in hun waar karakter, - ongeheiligd, onheilig, onrein van gedachten, verlaagd in hun gedrag - dan is het tijd voor zulkdanigen dat zij aangepakt worden op een besliste wijze. De grote verdraagzaamheid die jegens hen beoefend geweest is heeft alleen, voor zover mijn kennis zich uitstrekt,de invloed gehad,dat zij hun ontucht en overspel als een lichte zaak beschouwd hebben en al hun aanspraak heeft bewezen, gelijk de morgendauw te zijn, als de zon erop schijnt. Van zo haast ze in bekoring gebracht worden, openbaren zij hun morele - fouten - dat zij geen deelnemers zijn van de goddelijke natuur, noch hebben zij het verderf geschuwd dat in de wereld is door lust; maar dat zij aards zijn, sensueel en duivels.Satan vindt in hen iets dat hij kan uitwerken, tot een merkwaardige ongerechtigheid, en hij neemt de gelegenheid te baat, en het resultaat is, dat deze, die zich schaapherders van de kudde noemen vleselijk ingesteld zijn,de schapen,die aan hun zorg toevertrouwd werden, leidend tot losbandigheid en geilheid, wiens reinheid, eerbaarheid en deugd zij strikt hadden moeten hoeden. De engelen des hemels zien dit aan met schaamte en droefheid en walg. Hoe kunnen de reine engelen dienst doen bij zulke mensen ? Hoe kunnen zij het hemelse licht brengen in de vergaderingen waar zulke bedienaars de wet van God verdedigen, maar deze wet breken, als er maar een gunstige gelegenheid zich voordoet , een leugen uitlevend, een slinkse richting volgend, in het geheim werkend, hun bezoedelde gedachten voedend en hun passies opwekkend,en dan voordeeltrekkend uit vrouwen en mannen, die bekoord worden gelijk zij zelf, om alle slagbomen te breken en hun lichamen te bezoedelen en hun ziel te verontreinigen ? Hoe kunnen zij zoiets doen ? Hoe kunnen zij enige vrees voor God voor ogen hebben ? Hoe kunnen zij enige liefde voor God in hun ziel hebben ? Van welke waarde is hun geloof in de waarheid ? Reinig het kamp van deze morele corruptie, als het gaat om de meest hoogstaande personen. God laat niet met Zich spotten. Ontucht heerst in onze rangen, ik weet het,want er werd mij getoond dat ze haar pollutie zal versterken en uitbreiden. Er is veel dat wij nooit zullen weten ; maar dat wat geopenbaard is maakt de kerk verantwoordelijk en schuldig tenzij zij een besliste inspanning doet om het kwaad uit te roeien. Reinig het kamp,want er is een vervloekt iets in haar.
"Ik zal voortaan niet meer met wieden zijn tenzij gij den ban uit het midden van u verdelgt. Sta op, heilig het volk, en zeg : Daar is een ban in het midden van u , Israël ; gij zult niet kunnen bestaan voor het aangezicht uwer vijanden, totdat gij den ban wegdoet uit het midden van u." Josua 7 : 13. Deze dingen zijn geschreven voor ons nut, op wien het einde van de wereld zal komen.
Ik ken geen werkelijke reden van hoop voor deze,die als schaapherders gestaan hebben voor de kudde, en die jaren door de barmhartige Gods verdragen geweest zijn, hen volgend met berisping, met waarschuwing, met smekingen, maar die hun slechte wegen verborgen gehouden hebben en erin voort gegaan zijn, aldus de wetten van God uitdagend door ontucht te bedrijven. Wij kunnen hen achterlaten om hun eigen redding uit te werken met vrees en beven, na alles wat voor hen gedaan werd tot hervorming ; maar aan hen in geen geval de hoede geven over de zielen. Valse Schaapherders! Oo, hoe kan het mogelijk zijn dat een mens, die in dit werk ingeschakeld geweest is sedert een lange tijd zijn wegen zo kan verderven voor de Heer, na grote bevindingen en speciaal licht ?
Hij die op komst is zegt :" En zie ik kom haastiglijk en mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn." Openb.22:12.
Iedere goede daad, volbracht door het volk van God, als vrucht van hun geloof, zal haar beloning hebben, die ermede overeenkomt. Als de ene ster verschilt van de andere ster in glorie, zo zullen de gelovigen hun verschillende sferen toegekend worden in het toekomstige leven. Zal de man, die niet met God wandelde, zoals Enoch dit deed,maar die langs de zijde van Satan wandelde, luisterend naar zijn voorstellen,gehoorzamend aan zijn ingevingen, zijn eigen ziel in gevaar brengend, en de zielen van anderen, waarvoor Christus stierf,om zijn vleselijk hart te voldoen, toegevend aan de zonde in zijn voorbeeld - zal zulk een man bij de overwinnaars gevonden worden?
Als een mens sterft, sterft zijn invloed niet met hem ; maar leeft voort, zich vermenigvuldigend. De invloed van de mens die goed en rein was en heilig leefde, leeft voort na zijn dood, gelijk de glans van de dalende zon, die haar glans nog laat schijnen dwars over de hemel, de bergtoppen beschijnend lang nadat de zon is ondergegaan achter de heuvel. Zo zullen de werken van de reine en heilige en goede hun licht nog weerkaatsen als zij niet meer leven om zelf te spreken en te handelen. Hun werken, hun woorden, hun voorbeeld zal altijd leven. " De rechtvaardige zal in eeuwige gedachtenis zijn ." Ps.112:6. Maar in welk een tegenstelling hiermede is het leven van deze, die aards , sensueel en duivels zijn! Er werd toegegeven aan de sensuele genoegens. In het licht van het oordeel zal de mens verschijnen zoals hij is, het hemelse kleed afgerukt. Hij staat voor de anderen zoals hij is in het zicht van een heilige God. Dat ieder van ons ernstig bedenke,of de werken,die ons volgen,het zachte licht van de hemel zullen zijn of de schaduwen van duisternis, en of de erfenis, die wij achterlaten er een van zegeningen of van vervloeking zal zijn.
Ieder voorbijgaand uur van de huidige tijd modelleert ons toekomstig leven. De ogenblikken doorgebracht in zorgeloosheid, in zelfgenot,alsof waardeloos,beslissen over ons eeuwig lot. De woorden die wij heden uitspreken zullen voort klinken in de echo als er geen tijd meer zal bestaan. De daden die wij nu verrichten worden overgebracht op de boeken des hemels, juist zoals de trekken door de artiest overgebracht worden op de gepolijste plaat. Zij zullen ons lot voor eeuwig bepalen, tot zegen of eeuwig verlies en folterende wroeging. Het karakter kan niet veranderd worden als Christus komt, of juist op het ogenblik dat een mens op het punt is van te sterven. Karakteropbouw moet plaats grijpen in dit leven. Wij vrezen dat de zelftoegevende karakters te laat tot bekering zullen komen. Een beetje vastberadenheid, een weinig tranen, zullen nooit een schuldig verleden omkeren noch de overtredingen uitwissen uit de boeken van de hemel, noch de vrijwillig bedreven en gekende zonden van deze,die het kostbare licht van de waarheid gekend hebben, uitwissen,ofschoon zij de Schrift aan anderen kunnen uitleggen,terwijl zonde en ongerechtigheid opgedronken worden gelijk gestolen water. Alsof ze geschreven werden met een ijzeren pen, zullen zij teruggevonden worden ingegrift in de rots voor altijd.
Ik zou mijn broeders in alarm willen brengen moest ik kunnen. Ik zou hun willen aanmanen met pen en stem. Leef in de Heer,wandel met Goden laat ze uw eigenzinnig zondig hart verbeteren. Laat de omvormende genade van Christus u rein, trouw, heilig en minzaam maken als de reine witte lelie, die haar kelk opent aan de rand van het meer. Plaats uw genegenheid en liefde over op Hem die stierf voor u op het kruis van Cavalerie. Oefen uw lippen om Hem te prijzen, en om uw gebeden te offeren als heilige wierook. Ik vraag opnieuw, hoe kan iemand, die de kostbare en plechtige boodschap voor deze tijd heeft, toegeven aan onreine gedachten en onheilige daden , als hij weet, dat Hij die nooit slaapt en sluimert iedere actie ziet en iedere gedachte van de geest leest ? O, het is omdat er ongerechtigheid heerst onder Gods belijdend volk, dat Hij zo weinig kan doen voor hen.
De waarheid, als zij in het hart ontvangen wordt, heiligt deze die ontvangt ; afgezonderd van het leven en de praktijk, is zij dood en onbruikbaar voor deze, die ze ontvangt. Hoe kunt gij, o,hoe kunt gij uw Verlosser bedroeven ? Hoe kunt gij Hem onteren voor Zijn engelen en voor mensen ? Hoe kunt gij de Heilige Geest bedroeven ? Hoe kunt ge de Heer van heerlijkheid opnieuw kruisigen, en Hem tot open schande brengen ? Hoe kunt u gelegenheid geven aan Satan en zijn engelen om te jubelen en te triomferen over deze, die beweren trouwe onderdanen te zijn van Christus ?
Alle ontuchtigen zullen buiten de Stad van God zijn. Reeds zijn Gods engelen aan het werk in oordeel, en de Geest van God trekt zich van de aarde terug trapsgewijze. De triomf van de kerk is zeer dichtbij ,het loon dat gegeven zal worden is nagenoeg in ons bereik en toch is er ongerechtigheid gevonden onder deze, die beweren de volle gloed van het hemelse licht te bezitten.
Hij die Zijn kerk voorzit en heerst over de naties is bezig met het laatste werk te volbrengen dat in de wereld moet volbracht worden. Hij geeft opdracht aan Zijn engelen om Zijn oordelen uit te voeren. Dat de bedienaars wakker worden, dat zij zich in de situatie plaatsen. Het werk van het oordeel begint met het heiligdom. " En zie zes mannen kwamen van den weg der hooge poort, die gekeerd is naar het Noorden, en elk een met zijn verpletterend wapen in zijn hand ; en een man in het midden van hen was met linnen bekleed, en een schrijversinktkoker was aan zijne lendenen ; en zij kwamen in, en stonden bij het koperen altaar. Lees Ezechiel 9 " 2 tot 7.
Het bevel luidt :"doodt ouden, jongelingen en maagden, en kinderkens,en vrouwen, tot verdervens toe, maar genaakt aan niemand, op de welken het teeken is, en begint van mijn heiligdom. En zij begonnen van de oude mannen die voor het huis waren ". De Heer zegt :" Ik zal hunnen weg op hun hoofd geven ." Het woord zal spoedig gesproken worden :"Gaat heen en giet de zeven fiolen van den toorn Gods uit op de aarde." Openb.16:1. " En ik hoorde de engel der wateren zeggen : Gij zijt rechtvaardig Heere, die is en die was, en die zijn zal, dat gij dit geoordeeld hebt." Openb.16:5.
Deze hemelse wezens bij het uitvoeren van het mandaat van God stellen geen vragen, maar doen zoals Hij gezegd heeft. Jehova der heirscharen, de Heer God Almachtig, de Rechtvaardige, de Ware en de Heilige, heeft hen hun werk gegeven om te doen. Met onwankelbare getrouwheid gaan zij voort, gekleed in puur wit linnen,hun borst omgord met gouden gordels. En als hun taak volbracht is, als de laatste fiool van Gods gramschap uitgegoten is, keren zij terug en leggen hun geledigde fiolen aan de voeten van de Heer. En de daarop volgende gebeurtenis wordt verhaald : " En na dezen hoorde ik als eene groote stem eener groote schare in den hemel, zeggende : Halleluja ! de zaligheid en de heerlijkheid en de eer en de kracht zij den Heere, onzen God." Openb.19:1. Zij zingen het lied van Mozes en het lied van het Lam. Wij moeten ons dicht houden bij onze grote Leider, of wij zullen verbijsterd worden en het zicht verliezen op de Voorzienigheid die de kerk en de wereld voorzit, en heerst over ieder individu. Er zullen diepe mysteries zijn in de handelwijze van God. Wij kunnen de voetstappen van God verliezen en onze eigen verbijstering volgen en zeggen : uw mening is niet gekend ; maar als het hart trouw is aan God zal alles tot klaarheid gebracht worden.
Er is een dag,die juist op het punt is van op ons los te breken, als Gods geheimenissen zullen gezien worden, en dat al Zijn wegen zullen gewroken worden ; als rechtvaardigheid, barmhartigheid en liefde de attributen zullen zijn van de troon. Als de aardse strijd beëindigd is en de Heiligen allen verzameld zijn, zal ons eerste thema de zang van Mozes zijn, de dienaar van God. Het tweede thema zal het lied van het Lam zijn, de zang van genade en verlossing. Dit gezang zal luider, schoner en in sublimeer melodieën klinken en herklinken door de hemelse hoven. Zo wordt de zang van Gods voorzienigheid gezongen, de verschillende bedelingen bijeen brengend, want alles wordt nu gezien zonder een bedekking op het wettige,het profetische en het evangelie. De geschiedenis van de kerk op de aarde en de verloste kerk in de hemel,alles schaart zich rond het kruis van Cavalerie. Dit is het thema, dit is het lied - Christus alles en in allen - in lofzangen van prijzen weergalmend door de hemel van duizenden en tienduizenden maal tienduizenden en een ontelbare schare van het verloste heir. Allen verenigen zich in dit gezang van Mozes en van het Lam. Het is een nieuw gezang want voordien was het nooit gezongen in de hemel.
En terug vraag ik mij af - in het zicht van de openbaring van Johannes op het eiland Patmos, die van het eerste hoofdstuk tot net einde van net laatste,licht is,groot, aan ons geopenbaard door Christus, die Johannes koos als kanaal door wien dit licht in de wereld moest schijnen - voor ons met zulke wonderbare,plechtige waarheden geopenbaard, met zulke grote waarden ontvouwd voor ons in de gebeurtenissen die moeten geschieden juist voor de tweede komst van Christus in de wolken van de hemel met macht en grote glorie , - hoe kunnen deze, die beweren wonderbare dingen te ontdekken in de wet van God, gevonden worden op de lijst van de onreinen, van de ontuchtigen en de echtbrekers, bestendig de waarheid ontwijkend, en in het geheim ongerechtigheid uitwerkend ? Denkt gij dat zij hun wegen kunnen verbergen voor de Heer ? Dat God niet ziet ? Dat God zeen kennis neemt ?
Beltsazar, terwijl hij bezig was met zijn heiligschennend feest te houden,was niet gewaar dat hij gasten had, die niet uitgenodigd waren. De God van de hemel hoorde de prijzingen, die gelegd werden op vaten van goud en zilver. Hij zag de ontwijding van dat wat toegewijd geweest was aan Hem door heilige wijding, gebruikt voor profane en losbandige doeleinden. Het is een waarheid die ieder van ons zou moeten doen wenen, dat deze, die in de laatste dagen leven, op wien het einde van alle dingen zal komen, veel schuldiger zijn dan het Beltsazar was. Dit is mogelijk op verschillende manieren. Als men op zich de belofte van toewijding genomen heeft, om al zijn krachten aan de heilige dienst van God te wijden ; als men de positie inneemt van bijbeluitlegger, en de plechtige opdracht gekregen heeft ; als God en engelen genoemd worden als getuigen bij de plechtige toewijding van ziel, lichaam en geest aan Gods dienst - zullen dan deze mannen, die bedienen in een uiterst heilige dienst hun door God gegeven machten ontwijden tot onheilige doeleinden ? Zal het gewijde vat,dat God moet gebruiken voor een hoog en heilig werk,weggesleurd worden van zijn verheven, leidende sfeer om dienstbaar te zijn aan lage lusten ? Is deze afgodendienst niet van de meest vernederende soort ? De lippen die een zondig menselijk wezen loven en aanbidden, uitdrukkingen gebruikend van wondervolle tederheid en vleierij, die alleen aan God toekomen - de machten door God gegeven in plechtige toewijding,toegepast op een hoer ; want iedere vrouw, die zich het hof laat maken van een andere man dan de hare, die wil luisteren naar zijn avances en wiens oren gevleid zullen zijn met overvloedige woorden van genegenheid, van aanbidding, van liefkozingen, is een overspeelster en een hoer.
Er bestaat geen groter ongeluk dan de aanbidder te worden van een valse god. Niemand is in zulk een ellendige duisternis dan hij die de weg tot de hemel verloren heeft. Het schijnt dat een dwaze vooringenomenheid op hem is, want hij heeft een valse god. De aanbidding van een menselijk, gevallen en verdorven wezen van de aarde te richten op het enige ware voorwerp van aanbidding schijnt een hopeloze taak te zijn. Er zijn in onze tijd voortdurende herhalingen van het feest van Beltsazar en van de aanbidding door Beltsazar; en de zonde van Beltsazar wordt herhaald als het hart, dat God vraagt dat het aan Hem gegeven wordt in reine en heilige toewijding, van Hem afgekeerd wordt om een menselijk wezen en er voor woorden van prijzen en aanbidding te uiten, die alleen aan de Heer God van de hemel toebehoren. Als de genegenheden, die God vraagt dat zij op Hem gelegd worden, op aardse voorwerpen gericht worden, een vrouw, een man, of enig aards ding - wordt God vervangen door het voorwerp, dat de gevoelens en genegenheden in boeien legt en de machten, die plechtig aan God gewijd waren,worden aan een menselijk wezen toegekend, dat met zonde bevlekt is. Mannen en vrouwen, die eens het beeld van God droegen, maar die verloren zijn door ongehoorzaamheid en zonde, wil Hij terug herstellen door ze deelnemers te maken van de goddelijke natuur, hebbende het verderf ontkomen, die in de wereld is door lust. En als mannen en vrouwen hun door God gegeven machten gebruiken voor onheilige doeleinden , om dienst te doen voor de lust, is God onteerd en de daders zijn verloren. Als men ingenomen is door man- en vrouwenaanbidding, herinner u dat dezelfde getuige tegenwoordig is als op het feest van Beltsazar. Ter dier gelegenheid als in het midden van hun feestvreugde, als God vergeten was,als de vleselijke lusten ontvlamd waren, kwam een huivering van angst door iedere ziel. De beker, die geprezen en verafgood geweest was door de koning viel uit zijn ontzenuwd hand en in de taal van de geest van God " veranderde zich de glans des konings, en zijne gedachten verschrikten hem, en de banden zijner lendenen werden los, en zijne knieën stieten tegen elkander aan." Een mysterieus bloedeloos hand werd gezien die letters schreef op de muur. Deze mysterieuze vingers die toebehoorden aan en geleid werden door een ongeziene macht, schreven tenvolle de geheimzinnige letters, die onbegrijpelijk waren voor de met vrees bevangen vierders. Een licht 'als een bliksem volgde op het vormen van iedere letter en toefde daar een weinig er levende letters van makend met een ontzagwekkende en vreselijke betekenis voor allen, die erop keken. "mene, mène, tekel, upharsin ". Hun onwetendheid nopens deze letters die op de muur geschreven stonden, daar staande omringd met flikkerend licht, verwekte schrik in hun zondig hart. Hun geweten dat wakker geroepen werd, interpreteerde deze letters als een aanklacht tegen hen.Vermoedens,vrees en alarm kwamen over de koning en de prinsen.
Beltsazar, bevreesd door de voorstelling van Gods macht,die aantoont dat er een getuige was, ofschoon zij het niet wisten,had grote gelegenheid gehad om de werken van de levende God, Zijn macht en de mogelijkheid tot het volbrengen van Zijn wil, te kennen.
Hij was bevoorrecht geweest met groot licht. Nebukadnezar, zijn grootvader, was verwittigd geweest nopens het gevaar van God te vergeten en zichzelf te verheerlijken. Beltsazar wist dat hij verbannen geweest was uit de gemeenschap van de mensen en kende zijn associatie met de beesten van het veld; en deze feiten, die voor hem een les hadden moeten zijn,veronachtzaamde hij, alsof dit alles nooit voorgevallen was, en hij ging verder met de zonden te bedrijven van zijn grootvader. Hij durfde het aan van de boosheden te bedrijven, die Gods oordeel over Nebukadnezar bracht. Hij werd veroordeeld, niet alleen omdat hij zelf kwaad deed, maar ook omdat hij zich de gelegenheden en geschiktheden om recht te zijn niet te baat genomen had. God zal niemand bij het oordeel veroordelen omdat zij eerlijk een leugen geloofd hebben of bewust dwaling gevoed hebben, maar het zal zijn omdat zij de gelegenheden, om zich met de waarheid vertrouwd te maken, verwaarloosd hebben. De ontrouwe zal veroordeeld worden, niet omdat hij een ontrouwe was,maar omdat hij geen voordeel getrokken heeft uit de middels die God in zijn bereik gebracht heeft om hem in staat te stellen van een Christen te worden.
Zo zal het bevonden worden in het oordeel. Gods berispingen zijn tenvolle geuit geweest tegen mannen en vrouwen, die gezondigd hebben door hun lichaam te bezoedelen en hun ziel te verontreinigen door een lichtzinnig leven. Zij hebben de waarschuwing van anderen, die in dezelfde omstandigheden geweest zijn, die overwonnen geweest zijn door de bekoorder, en zij weten dat de mistevredenheid van God op hen rust.
Zij hebben het voorbeeld van Jozef en Daniel, die God vreesden. Als Jozef bekoord werd, keek hij opwaarts naar de hemel, en hij realiseerde zich dat Gods oog op hem was, en hij riep uit : " Hoe kan ik deze grote boosheid doen en zondigen tegen God ? " Hij wees ook op de plicht die hij had tegenover zijn meester,die hem tenvolle betrouwde als een reden tegen het bedrijven van deze zonde. God heeft licht laten schijnen op aller pad. Berispingen,waarschuwingen,omzichtigheid zijn gegeven aan individuen in dezelfde omstandigheden, en God heeft veroordeling uitgesproken over de zonde in al haar vormen. De zonde van losbandigheid wordt tenvolle berispt en veroordeeld. Mannen en vrouwen zullen geoordeeld worden volgens het licht dat God hen gegeven heeft. Lessen, die verwaarloosd gewee st zijn worden vreselijke oordelen. De waarschuwing van God, verwaarloosd, naar dewelke de mens de rug toekeert om zijn eigen keuze te volgen, zal geen praktische lessen verschaffen tot onderrichting. Deze waarschuwingen zullen hun veroordeling uitmaken in het oordeel. De enige veiligheid voor eenieder is van iedere les, die aan een ander gegeven is voor zich tot een praktische verantwoording te brengen. Als de boodschap gegeven is, de begint de individuele plicht.
God roept allen,die zich beschouwen als geroepen om als vertegenwoordigers de waarheid te verkondigen aan de wereld, van in alle plaatsen te tonen, aan hoog geplaatsten en meer nederigen, in het publieke leven en in de zijpaden van het private leven, dat zij in verbinding zijn met God,dat Christelijkheid een edel werk gedaan heeft voor hen, dat zij heiliger, gelukkiger zijn dan deze die hun band aan de geboden van God niet bekennen. God vraagt niets minder van eenieder van Zijn volgelingen,dan dat zij het karakter van Christus openbaren aan de wereld in hun individueel leven, en dat zij getuigenis geven door voorbeeld dat het niet nutteloos is dat Christus geleden heeft en gestorven is, dat het beeld van God zou mogen hersteld worden in hen door Zijn verlossende genade.
God wordt voorgesteld als wegende alle mensen,hun woorden,hun daden,hun beweegredenen,dat wat hun karakter bepaalt. " De Heere is een God der wetenschappen, en Zijne daden zijn recht gedaan. " 1.Sam.2:3.
"De gemeene lieden zijn ijdelheid, de groote lieden zijn leugen ; in de weegschaal opgeworpen zouden zij tezamen lichter zijn dan de ijdelheid." Ps.62:10.
"Den gang der rechtvaardigen weegt Gij recht." Jes.25:7.
"Alle wegen des mans zijn zuiver in zijn ogen, maar de Heere weegt de geesten." Spr.16: 2.
Belangrijke lessen worden ons voorgelegd in deze Schriftuurteksten. Er is geen gedachte of beweegreden in het hart waar God niet mede bekend is. Hij ziet alles zo klaar alsof het geschreven stond in levende letters, en Hij weegt de individuele beweegredenen en handelingen. Dat onze bedienaars en werkers zich vergewissen dat het geen groeiend licht is dat zij nodig hebben van op de predikstoel, maar veel meer van het licht dat Zij reeds gekregen hebben, uit te leven. De plechtige waarheid vandaag prediken aan het volk, en dan in de afschuwelijkste praktijken vervallen morgen, of een kronkelpad volgen de volgende week, zal niet beantwoorden. De Doorzoeker van het hart, de Ene, die karakters afweegt, zal iedere verkeerde handeling blootleggen op Zijn groot tribunaal. " Gij weet mijn zitten en mijn opstaan, Gij verstaat van verre mijne gedachten. Gij omringt mijn gaan en mijn liggen, en Gij zijt al mijne wegen gewend." Ps.139:1-3. Nu beschouw dit. Er is een getuige voor al uwe geheime handelingen, die gij nooit zoudt volbrengen in de tegenwoordigheid van mensen. Maar omdat God niet gezien wordt door het menselijk oog, doet gij voor Hem dingen, die een abominatie zijn in Zijn ogen, alsof Hij er geen kennis van zou hebben. Nu lees de eisen van God,die gesteld worden voor iedere man en vrouw :" Gij zult den Heere,uwen God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uwe ziel en uit geheel uwe kracht en uit geheel uw verstand, en uwen naaste als uzelven." Lucas. 10:27.
Hij zal geen atoom vrij geven van Zijn eisen ; Hij aanvaardt geen halve aanbidding, als het hart voor de helft gegeven wordt aan enig idool. God eist voor zich gans het hart, gans de geest. Gij wordt niet toegelaten, dat uw geest geconcentreerd wordt op enig ander voorwerp dan op God.
De eisen van God worden gelegd in de ene schaal van de weegschaal en het karakter van de mens in de andere schaal ; en door de wegschaal van het hemelse heiligdom wordt het lot van de mens vastgesteld voor alle eeuwigheid. Kijk hier naar, gij, die zorgeloos geleefd hebt en de zonde als licht beschouwd hebt. Gedurende jaren zijt gij verder gegaan zonder een gevoel van verantwoordelijkheid voor God - jaren van toegeven aan uzelf in een verkeerde richting. Beschouw het volmaakte onveranderlijke karakter van de wet,wiens eisen gij in uw woorden verdedigd hebt. De wet eist volmaakte en onwankelbare gehoorzaamheid in niets afwijkend. In de laatste schaal wordt ook de zonde,de dwaasheid,het bedrog,de onreine gedachten, de onheilige daden gelegd ; en het doorwegen of het te licht zijn van het gewicht bepaalt de striem en het wee van de individuen ; en het opschrift op de schaal van velen luidt als volgt : " Gij zijt in de weegschaal gewogen en gij zijt te licht bevonden ". Zullen deze,voor wien deze letters zullen komen,hun eigen persoonlijk geval beschouwen,en het oordeel niet laten vallen op iemand anders, maar hun eigen karakter beschouwen in het licht van Gods wet ? Is uw karakter omgevormd ? Is de duisternis verwisseld voor licht, de liefde voor de zonde voor de liefde voor heiligheid en reinheid ? Zijt gij bekeerd geworden ? Gij, die u geëngageerd hebt om anderen de waarheid te leren ? Is er in u een volkomen radicale verandering ? Hebt gij Christus in uw karakter geweven ? Gij moet niet in onwetendheid zijn nopens dit feit. Is de zon van Gerechtigheid opgerezen en schijnt Hij in uw ziel ? Indien wel, dan weet gij het ; en indien gij het niet weet of gij bekeerd zijt of niet, predik niets anders in de predikstoel dan dit tot gij werkelijk bekeerd zijt. Hoe kunt gij zielen tot de fontein van leven leiden, waar gij zelf niet van gedronken hebt ? Zijt gij een onechte of een werkelijke zoon van God ? Dient gij God, of dient gij idolen ? Zijt gij omgevormd door de Geest van God, of zijt gij nog dood in uw overtredingen en zonden ? Zonen van God te zijn betekent meer dan velen van dromen, want zij zijn niet bekeerd geworden. Mensen zijn in de weegschaal gewogen en te licht bevonden, als zij voortleven in de praktijk van gelijk welke zonde. Het is het voorrecht van iedere zoon van God van een ware Christen te zijn ogenblik na ogenblik dan heeft hij gans de hemel aangeworven aan zijne kant. Hij heeft Christus blijvend in zijn hart door het geloof. Een ziel verenigd met Christus, Zijn vlees etend en Zijn bloed drinkend, in het aanvaarden en in het leven van ieder woord, dat uit de mond van God komt, zal strijd voeren tegen alle overtredingen, iedere nadering van zonde. Hij wordt iedere dag meer gelijk een schitterend en schijnend licht, en hij wordt meer en meer overwinnend. Hij gaat voort van kracht tot kracht, maar niet van zwakheid tot zwakheid. Dat niemand zijn ziel hieromtrent misleide. Als gij trots, zelfwaardering, en liefde voor suprematie koestert alsook voor ijdele glorie, onheilige ambitie, murmurering, mistevredenheid, bitterheid, kwaad spreken, liegen, bedrog, lastertaal, dan hebt gij Christus niet blijvend in uw hart, en het wordt klaarblijkelijk dat gij het karakter en de geest van Satan hebt, niet van Jezus Christus, die zacht en nederig was van hart. Gij moet een christelijk karakter hebben,dat zal stand houden. Gij moet goede intenties hebben, goede impulsen,gij moet de waarheid verstaanbaar kunnen spreken, of gij zijt niet gereed voor het Koninkrijk van de hemel. Uw karakter heeft in zich laag materiaal,dat de waarde van goud vernielt. Gij hebt de standaard niet bereikt. De stempel van het goddelijke is niet op u. De vuren van de oven zullen u verslinden, omdat gij waardeloos zijt, nagemaakt goud. Er moet volledige bekering zijn bij dezen, die beweren de waarheid te geloven, of zij zullen vallen op de dag van beproeving. Gods volk moet een hoge standaard bereiken. Zij moeten een heilige natie,een specifiek volk zijn, een uitgelezen natie en verkoren generatie-ijverig tot goed werk.
Christus is niet voor u gestorven opdat gij de goestingen, en gewoontepassies van de wereld zoudt hebben. Het is moeilijk om een onderscheid te zien tussen deze, die God dienen en Hem niet dienen, omdat er zo weinig verschil is in karakter tussen de gelovigen en de ongelovigen. Gij kunt God niet dienen en Belial.
De zonen van God behoren tot een andere natie - het rijk van reinheid en heiligheid. Zij zijn de edeldom van de hemel. Het kenteken van God is op hen. Dit is zo evident en gewaarwordbaar,dat de vijandschap van de wereld opgewekt wordt tegen hen wegens het kontrast. Ik roep eenieder op, die beweert een zoon van God te zijn deze grote waarheid nooit te vergeten, dat wij de Geest van God in ons nodig hebben om de hemel te bereiken, en het werk van Christus zonder ons,opdat wij mogen een eigendomsrecht hebben voor het eeuwig leven. Deze, die zo een overmachtige,dwepende liefde hebben voor menselijke voorwerpen, mannen of vrouwen, hebben een afgod,die zij aanbidden,hun gevoelen van het hart eraan wijdend. Een van de karakteristieken van de zonen van God is dat hun gedachten, hun conversatie, hun sympathieën, hun overvloeiende liefde en genegenheid gans in de hemel zijn. Welke is de overtreffende toon van uw gevoelens, uw goestingen en uw geneigdheden ? Waarheen vloeit de voornaamste stroom van uw sympathieën, uw genegenheden, uw affecties, uw gesprekken,uw begeerten henén?
Niemand komt de portalen van heerlijkheid binnen tenzij zijn hart derwaarts voert. Dan laat de vraag gesteld worden. Houdt uw geest zich bezig met aardse dingen ? Zijn uw gedachten rein ? Ademt gij de atmosfeer van de hemel ? Of draagt gij met u het miasma mede van bevuiling ? Bemint uw hart of aanbidt het een vrouw, die gij het recht niet hebt te beminnen ? Waar is uw hart ? Waar is uw schat ? Waar is uw God ? Hebt gij uw klederen van uw karakter wit gewassen in het bloed van het Lam ; of bevlekt gij uw klederen van uw karakter met morele bevuiling ? Dat de bedienaars van het evangelie dit elk voor zichzelf toepassen. Gij zijt gezegend met een begrip voor de Schriften, maar is uw oog gericht op God ? Dient gij ernstig en toegewijd God met reinheid en schoonheid van heiligheid ? Vraagt u rechtzinnig af, ben ik een kind van God of ben ik het niet ?
"Gij zijt het licht van de wereld ". Welk een indruk gaf de houding van Daniel op Darius ! Daniel leefde een rein en heilig leven. God was de eerste in alles. Als eens reële Christelijkheid in het hart heerst, zal het geopenbaard worden in het karakter. Allen zullen daar kennis van nemen,dat zij met Jezus geweest zijn. De onverdeelde genegenheid moet aan God gegeven worden.
Er is een grondige hervorming nodig in onze kerken. De bekerende macht van God moet in alle kerken binnen komen. Zoek de Heer met meer ernst, doe uw zonden weg, en verblijf in Jeruzalem tot gij met de macht van boven gezegend wordt. Dat God u afzondere voor het werk. Reinig uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid. Geloof zonder werken is dood. Stel de dag van voorbereiding niet uit. Sluimer niet in een toestand van onvoorbereidheid, geen olie hebbend in uw kruiken met uw lampen. Laat niemand zijn veiligheid voor de eeuwigheid afhangen van een twijfelachtigheid. Laat de vraag niet blijven in een gevaarlijke onzekerheid. Vraag uzelf ernstig af, ben ik bij de geredde, of bij de niet geredde ? Zal ik stand houden of geen stand houden ? Hij alleen, die reine handen heeft en een rein hart zal stand houden in die dag. Dezelfde engel, die Sodom bezocht, roept de noot van waarschuwing : " Behoud u om uws levens wil." Gen. 19:17.
De bekers van Gods wraak kunnen niet uitgestort worden om de bozen te vernietigen en hun werken, zolang het volk van God niet geoordeeld is, en de gevallen van de levenden zowel als van de doden beslist zijn. En even nadat de heiligen verzegeld zijn met het zegel van de levende God, zullen Zijn uitverkorenen persoonlijk beproefd worden. Persoonlijk leed zal hen overvallen ; maar de oven zal gans goed bewaakt worden door een oog, dat niet zal toelaten dat het goud zal verteerd worden. Het onuitwisbaar merk van God is op hen. God kan pleiten dat zijn eigen naam daar geschreven is. De Heer heeft hen ingesloten. Hun bestemming staat erop geschreven - " God,nieuw Jerusalem ". Zij zijn Gods eigendom en Zijn bezit.
Zal deze regel geplaatst worden op de onreinen van geest, de ontuchtigen, de echtbrekers,de man die de vrouw begeert van zijne naaste ? Laat uw ziel de vraag beantwoorden : beantwoordt mijn karakter aan hoedanigheden, die essentieel zijn, opdat ik een paspoort moge ontvangen voor de woningen die Christus voorbereid heeft voor dezen,die ervoor geschikt zijn ? Heiligheid moet in uw karakter geweven zijn. God heeft mij aangetoond dat in de dagen dat de tekenen des tijds vervuld worden rondom ons, als wij als het ware de tred van het heir van de hemel horen,die hun werk volbrengen,er mannen met intelligentie, mannen met verantwoordelijke posities, rot timmerhout in hun karakteropbouw zullen plaatsen,materiaal, dat brandbaar is op de dag van God en dat zal laten beslist worden dat zij ongeschikt zijn voor de woningen boven. Zij hebben geweigerd van de vuile klederen af te leggen ; zij hebben er zich aan vast gehecht alsof zij van kostbare waarde waren. Zij zullen de hemel missen en een eeuwigheid van zegen, door hun schuld.
Testimonies to Ministers and gospelworkers. 426-443, 446.
VERS 15.
Sommigen hebben de hulp gestolen, die anderen door hun inspanningen opgebracht hebben en gebruikt voor hun eigen werk. Ieder intrigerend beramen, iedere invloed aangewend om te pogen hulp te gebruiken die anderen aangemonsterd hebben en tot ontwikkeling gebracht hebben is niets minder dan waarlijk stelen. Cousels on Health.283-84.
" Zoo gij iemands zonden vergeeft, dien worden ze vergeven ; zoo gij iemands zonden houdt, dien zijn zij gehouden." Joh. 20-23.
Christus geeft hier geen recht aan niemand om een oordeel te vellen over anderen. In het sermoen op de berg verbood Hij dat. Het is het voorrecht van God. Maar aan de kerk in haar georganiseerde bevoegdheid geeft Hij een verantwoordelijkheid tegenover de individuele leden. Jegens deze, die in zonde vallen, heeft de kerk een plicht van te waarschuwen, te onderrichten en indien mogelijk te herstellen. " wederleg, bestraf, vermaan, in alle lankmoedigheid en leer." zegt de Heer. 2.Tim.4:2. Reken getrouw af met kwaaddoenerij. Waarschuw iedere ziel, die in gevaar is. Laat niemand zichzelf bedriegen. Noem de zonde bij haar ware naam. Verklaar wat God gezegd heeft nopens leugen, Sabbatbreken, stelen, afgoderij, en ieder ander kwaad. " Die zulke dingen doen, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven." Als zij in hun zonde volhouden, is het oordeel, dat gij vanuit Gods woord verklaard hebt over hen uitgesproken in de hemel. Door de zonde te kiezen,onteren zij Christus ; de kerk moet tonen dat zij hun daden niet toelaat, of zij onteert zelfhaar Heer. Zij moet zeggen van de zonde,wat God erover zegt. Zij moet ze behandelen zoals God het zegt, en haar actie is bekrachtigd in de hemel. Hij die het gezag van de kerk misprijst, misprijst het gezag van Christus zelf.
Maar er is nog een helderder zijde aan het beeld.
"Zoo gij iemands zonden houdt, dien zijn zij gehouden." Joh.20:23.
Laat deze gedachte als de voornaamste beschouwd worden. Bij het werken voor de dwalende, laat ieders oog op Christus gericht zijn. Dat de schaapherders een tedere zorg hebben voor de kudde van de weide van de Heer. Dat zij aan de dwalende van de vergevende barmhartigheid van de Heer spreken. Dat zij de zondaar aanmoedigen tot bekering, en in Hem geloven,die kan vergeven. Laat hen verklaren op het gezag van Gods woord. " Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid." 2.Joh.1:9.
Allen die zich bekeren hebben de zekerheid :"Hij zal zich weder ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden dempen, ja, Gij zult al hunne zonden in de diepten der zee werpen. " Micha 7:19. Dat de bekering van de zondaar door de kerk aanvaard wordt met dankbaar hart. Laat de bekerende geleid worden van de duisternis van het ongeloof, naar het licht van het geloof en gerechtigheid. Dat zijn bevende hand geplaatst wordt in de beminnende hand van Jezus. Zulk een vergeving is goedgekeurd in de hemel. Alleen in deze zin heeft de kerk macht om de zondaar te ontslaan. Vergiffenis van zonde kan alleen bekomen worden door de verdiensten van Christus. Aan geen mens, aan geen menselijke instelling is de macht gegeven om de zondaar te bevrijden van zijn schuld. Christus legt zijn discipelen op van de vergiffenis van zonden te prediken in Zijn naam onder alle naties : maar zij zelf waren niet met macht bedeeld om een vlek van zonde weg te nemen. De naam van Jezus is de enige " want er is ook onder den hemel geen andere naam, die onder de menschen gegeven is, door welken wij moeten zalig worden." Hand.4:12. Desire of Ages. 806.
In iedere zakenverhandeling zal een Christen zijn dat, wat hij wenst dat zijn broeders denken dat hij is.
Zijn handelwijze wordt geleid door ten grondslag liggende princiepen. Hij intrigeert niet; daarom heeft hij niets te bedekken,niets verkeerd uit te leggen. Hij kan bekritiseerd worden,hij kan getest worden,maar zijn onbuigzame onomkoopbaarheid zal schijnen lijk fijn goud. Hij is een zegen voor allen,die met hem verbonden zijn,want zijn woord is betrouwbaar. Hij is een man die geen voordeel zal trekken uit zijn naaste. Hij is een vriend en een weldoener voor allen, en zijn naaste stelt vertrouwen in zijn raad... Een waar eerlijk man zal nooit voordeel trekken uit de zwakheid of de onbekwaamheid om zijn eigen zak te vullen. Hij aanvaardt een behoorlijk equivalent voor wat hij verkoopt. Als er gebreken zijn in het te verkopen artikel, dan zegt hij dit ronduit aan zijn broeder of naaste, ofschoon hij door dit te doen tegen zijn eigen geldelijke profijt ingaat.
In al de onderdelen van het leven, behoudt hij de striktste princiepen van eerlijkheid. Deze zijn niet de princiepen,die de wereld beheersen, want Satan, de bedrieger, de leugenaar, en de onderdrukker is meester, en zijn onderdanen volgen hem en werken zijn doeleinden uit. Maar een Christen dient een andere meester, en hun daden moeten in God gewrocht worden, zonder rekening te houden met eigen gewin. Afwijking van perfecte eerlijkheid in zaken kan als iets lichts beschouwd worden, maar onze Heiland zag het niet aldus. Een mens kan geen aangenaam uiterlijk hebben, hij kan onvolkomen zijn in vele opzichten, maar als hij een reputatie heeft van recht door zee gaande oprechtheid, zal hij gerespecteerd worden.… Een mens, die standvastig de waarheid vasthoudt, zal het vertrouwen winnen van allen. Niet alleen zullen zijn broeders in het geloof hem vertrouwen, maar de ongelovigen zullen zich verplicht zien van hem te aanzien als een man van eer. My life to day. 330.
Zowel private als openbare zonden worden begrepen in dit gebod. Het achtste gebod veroordeelt het stelen van mensen het doen aan slavenhandel, en verbiedt oorlogen van verovering. Het veroordeelt diefstal en roof. Het vraagt strikte onkreukbaarheid in de kleinste details van het zakenleven. Het verbiedt overdrijving in de handel, en vraagt het betalen van billijke schulden of lonen. Het verklaart dat iedere poging om voordeel te trekken uit de onwetendheid, zwakheid,of ongeluk van een ander, opgeschreven staat als bedrog in de boeken van de hemel. Het achtste gebod moet de ziel barricaderen, en de mens insluiten, opdat hij geen verkeerde inbreuk zou maken, welke zijn eigenliefde en begeerte naar winst zou maken op de rechten van zijn naaste. Het verbiedt elke soort van oneerlijkheid,onrechtvaardigheid, of bedrog, hoe ook algemeen heersend, hoe ook verbloemd door aanneembare voorwendsels.
"Gij zult niet stelen ", was geschreven door de vinger van God op de stenen tafels en toch hoeveel slinks stelen van gevoelens wordt in de praktijk gezet en verontschuldigd. Een bedrieglijke verkering wordt in stand gehouden, private betrekkingen worden onderhouden, totdat de gevoelens van iemand, die onervaren is en niet weet waarheen deze dingen kunnen leiden, in een zekere mate afgetrokken worden van de ouders en geplaatst op hem, die door zijn levenswandel bewijst dat hij niet waardig is van haar liefde. De bijbel veroordeelt elke soort van oneerlijkheid.
Spelen met harten is een misdaad van geen kleine belangrijkheid in het oog van een heilige God.
Juist zoals wij omgaan met onze naaste in geringe oneerlijkheid of in meer gewaagd bedrog, zo zullen wij ook met God omgaan. De mensen die voortgaan met een oneerlijke handelwijze zullen hun princiepen uitwerken totdat zij hun eigen ziel beet nemen en de hemel en het eeuwig leven missen.
Zolang hemel en aarde voortgaan te bestaan, zullen de princiepen van Gods wet in stand blijven, een bron van zegening, verfrissende stromen op de aarde verspreidend.
Sons and Daughters of God. 63.
VERS 16.
Maar God haat huichelarij en leugen. Ananias en Saffira bedrogen God in hun omgang met Hem. Zij belogen de Heilige Geest en hun zonde werd bezocht met een verschrikkelijk oordeel. Als Ananias kwam met zijn offerande, zegde Petrus " Lees Hand. 5 : 3-4-5.
Niet alleen aan de eerste kerk maar aan alle volgende generaties werd dit voorbeeld van Gods haat voor hebzucht,bedrog en huichelarij gegeven als een teken van gevaar. Het was hebzucht, die Annanias en Saffira eerst geliefkoosd hadden, begeerte voor een deel voor zichzelf te behouden, welke zij aan de Heer beloofd hadden, leidde hen tot valsheid en schijnheiligheid.
God laat de verkondiging van het evangelie afhangen van het werk en de gaven van Zijn volk. Vrijwillige gaven en tienden maken het inkomen uit van het werk van de Heer. Van hetgeen aan de mens toevertrouwd wordt, vraagt God een zeker deel : het tiende. Hij laat ieder vrij of zij meer of minder dan dat willen geven. Maar als het hart gedreven wordt door de invloed van de Heilige Geest en een belofte gedaan wordt om een zekere hoeveelheid te geven, heeft deze, die de belofte gedaan heeft, geen recht meer op het toegewijde deel. Beloften van deze aard van mensen, zouden aanzien worden als bindend, zijn deze niet meer bindend, die aan God gedaan zijn ? Zijn de beloften onderzocht in het gerechtshof van het geweten minder bindend dan geschreven verdragen van mensen ?
Als het goddelijke licht in het hart schijnt met een ongewone klaarheid en macht, laat de gewone zelfzucht haar greep los en er is een geschiktheid om te geven voor de zaak van God. Maar niemand moet denken dat hij zal toegelaten worden om de beloften te vervullen, die hij dan gemaakt heeft, zonder een protest van de kant van de duivel. Het staat hem niet goed aan dat het koninkrijk van de Verlosser op de aarde opgebouwd wordt. Hij brengt naar voor, dat de belofte die gemaakt geweest is, te groot is, dat er mag verminderd worden om de gelegenheid te geven om eigendommen aan te schaffen of om de begeerten van hun familie te voldoen. Het is God, die de mens zegent met eigendom, en Hij doet dit opdat zij in staat zouden zijn om te geven voor de vooruitgang van Zijn werk. Hij zendt zonneschijn en regen. Hij zorgt dat alles groeit. Hij geeft gezondheid en handigheid om middels te verschaffen. Al onze zegeningen komen van Zijn milde hand. Wederkerig wil Hij dat de mens dankbaarheid toont door een deel aan Hem terug te geven in tienden, in offeranden, in dankoffers, in vrijwillige offeranden en zonde-offers. Moesten de middels binnenkomen in de schatkist in overeenstemming met dit vooropgezet goddelijk plan een tiende van al de inkomsten en daar` bij vrijwillige offers, dan zou er overvloed zijn voor de vooruitgang van het werk van de Heer. Maar de harten van de mensen worden verhard door zelfzucht, en gelijk Ananias en Saffira, zijn zij bekoord om een deel van de prijs achter te houden, terwijl zij beweren Gods eis te voldoen. Velen verspillen geld in zelfvoldoening. Mannen en vrouwen raadplegen hun goestingen,terwijl zij aan God meestal onwillig een karig toegemeten offer brengen. Zij vergeten dat God eens een strikte rekening zal vragen van Zijn eigen goed, dat gebruikt geweest is, en dat Hij niet meer het aalmoes, dat zij in de schatkist geven zal aanvaarden dan Hij het offer van Ananias en Saffira aannam. Uit deze strenge straf toegepast op deze meinedigen, wil God ons leren hoe hevig Zijn haat is en Zijn minachting voor alle veinzerij en bedrog. Bewerende alles te geven, logen Ananias en Saffira voor de Heilige Geest en , als resultaat, verloren zij hun leven en het toekomstig leven. Dezelfde God die hen dan strafte, veroordeelt nu ook alle leugen. Liegende lippen zijn een abominatie voor Hem. Hij verklaart dat er in de Heilige Stad " niet inkomen zal iets,dat ontreinigt en gruwelijkheid doet en leugen spreekt." Openb.21:27.
Laat het spreken van de waarheid vast gehouden worden zonder de hand te lossen of onzekere greep. Dat het een deel worde van ons leven. Zijn woord niet houden met de waarheid, en ontveinzend om zijn eigen zelfzuchtig plan te volgen, betekent schipbreuk van het geloof. " Staat dan uwe 'enden omgord hebbende met de waarheid. " Ef.6:14.
Hij die onwaarheden uit, verkoopt zijn ziel aan een goedkope prijs. Zijn leugens mogen hem schijnen te dienen in noodtoestanden ; hij mag denken dat hij voordelen haalt voor zijn zaken, die hij niet zou kunnen winnen al recht handelend ; maar hij komt tenlaatste terecht waar hij niemand kan betrouwen. Hij is zelf een vervalser, hij heeft ook geen vertrouwen in de woorden van anderen.
In het geval van Ananias en Saffira werd de zonde tegen God spoedig gestraft. Dezelfde zonde werd dikwijls herhaald in de latere tijd van de geschiedenis van de kerk en wordt door velen bedreven in onze tijd. Maar ofschoon ze niet zal bezocht worden met de onmiddellijke zichtbare openbaring van Gods mistevredenheid, is ze niet minder hatelijk in Zijn zicht nu als in de tijd van de apostelen. De waarschuwing is gegeven geweest; God heeft klaar Zijn afschrik voor de zonde geopenbaard; en allen die zich overgeven aan huichelarij en hebzucht mogen er zeker van zijn dat zij hun ziel vernietigen. Acts of the Apostels. 76.
De Christen moet in zijn zakenleven aan de wereld de manier voorstellen, waarop de Heer zakenondernemingen zou besturen. Bij iedere onderhandeling moet hij het duidelijk maken dat God zijn leermeester is. "De Here een heiligheid," Jer.2:3, zou geschreven moeten staan op de dagboeken en grootboeken, op akten, op kwitanties, en wisselbrieven. Deze, die belijden volgelingen te zijn van Christus, en die op een onrechtvaardige manier te werk gaan, geven een verkeerd getuigenis van het heilig, rechtvaardig en barmhartig karakter van God. Iedere bekeerde ziel zal, zoals Zacheüs, bemerken, dat Christus het hart is binnengegaan, doordat de onrechtvaardige praktijken die zijn leven kenmerkten weggedaan worden. Zoals de oppertollenaar, zal hij zijn rechtzinnigheid bewijzen door zijn schuld te betalen. De Heer zegt : "Geeft de goddelooze het pand weder, betaalt hij het geroofde, wandelt hij in de inzettingen des levens, zodat hij geen onrecht doet... al zijn zonden, die hij gezondigd heeft, zullen hem niet toegerekend worden ; hij zal zekerlijk leven." Ez.33:15,16. Als wij anderen benadeeld hebben door een onjuiste zakentransactie, als wij overdreven prijzen gerekend hebben in handel, of enig mens bedrogen hebben, zelfs al was het in het kader van de wet, wij moeten onze verkeerdheden belijden, en schadeloosstelling doen voor zover het in onze mogelijkheid ligt. Het is juist dat wij niet alleen teruggeven, wat wij genomen hebben, maar alles wat het zou opgebracht hebben, als het juist en wijs zou gebruikt geweest zijn gedurende de tijd dat het in ons bezit was. De Heer zei tegen Zacheüs: "Op deze dag is heil gekomen in dit huis." Lees hierover Luc. 19 : 1-10.
Niet alleen was Zacheus zelf gezegend maar gans zijn huis. Christus ging naar zijn huis om hem lessen van waarheid te geven, en om zijn huisgezin te onderrichten in de dingen van het koninkrijk. Zij waren uitgesloten geweest uit de Synagogen door het misprijzen van de Rabbi’s en de aanbidders ; maar nu waren ze het uitgelezen huisgezin van gans Jericho, ontvingen zij in hun eigen huis de goddelijke Onderwijzer, en zij hoorden voor zichzelf de woorden van leven.
Met is, als Christus als persoonlijke Heiland ontvangen wordt, dat redding komt voor de ziel. Zacheus had Jezus ontvangen, niet alleen als een voorbijgaande gast in zijn huis, maar als Iemand die verblijft in de zielentempel. De schriftgeleerden en de Farizeeërs beschuldigden hem als zondaar, zij mopperden tegen Christus, omdat Hij zijn gast werd, maar de Heer herkende hem als een zoon van Abraham. Want " degenen, die uit het geloof zijn, zijn kinderen Abrahams. " Gal. 3 : 7. Desire of Ages. 556.
Bij iedere gelegenheid als er een vervolging plaats grijpt, beslissen deze, die er getuige van zijn ofwel voor Christus of tegen Hem. Deze,die sympathie betuigen voor dezen, die ten onrechte veroordeeld worden, openbaren hun aanhankelijkheid aan Christus. Anderen zijn beledigd omdat de princiepen van waarheid onmiddellijk tegen hun praktijken ingaan. Velen struikelen en vallen,afvallig wordend van het geloof,dat ze eens beleden hebben. Deze, die afvallig worden in de tijd van beproeving, om hun eigen veiligheid te verzekeren, geven slechte getuigenis, en verraden hun broeders. Christus heeft ons hiervoor gewaarschuwd, opdat wij niet zouden verwonderd zijn over de onnatuurlijke wrede richting van dezen,die het licht verwerpen. Desire of Ages. 630.
Velen, die de grond bewerken,hebben geen voldoende opbrengst,wegens hun verwaarlozing. Valse getuigenissen worden dikwijls gegeven door het land te veroordelen, dat, indien het op de juiste manier bewerkt werd, zijn opbrengst zou geven. De bekrompen plannen, de kleine kracht die ingezet wordt, de te geringe studie voor het bekomen van de beste methode, roept luid om hervorming. Ministry of Healing 193.
Niemand kan prat gaan op zijn eigen waarheidsliefde, want tenzij hij overwint, weet hij niet wat waarheidsliefde is. Niemand kan de kracht van zijn waarheidslievendheid en eerlijkheid kennen, tenzij hij de hevige vuurproef van bekoring doorgemaakt heeft om middels te bekomen in twijfelachtige wegen. Hij wiens hart gevuld is met de liefde van God laat geen zelfverheffing toe of oneerlijkheid in zijn leven. Hij " opnieuw geboren " uit de Geest, openbaart Christus in Zijn dagelijks leven. Hij is rechtschapen in alles wat hij onderneemt. Hij doet geen listig, sluw,tersluiks werk . De goede vruchten, die verschijnen in zijn leven, getuigen voor de toestand van zijn hart. My life to Day. 331.
Het negende gebod vraagt van ons een onschendbare inachtneming van de juiste waarheid in iedere verklaring door dewelke het karakter van onze naaste kan aangetast worden. De tong, die zo weinig onder het toezicht van de mens gebracht is,moet gebreideld worden door sterke, gewetensvolle princiepen,door de wet van de liefde jegens God en de mens.
Alles wat Christenen doen, zou moeten zo doorschijnend zijn als het zonnelicht. Waarheid is van God ; leugen is in ieder van zijn myriaden vormen van Satan... Wij kunnen de waarheid niet spreken,tenzij onze geest bestendig door Hem geleid wordt, die waarheid is. Sons and Daughters.64.
Wij moeten pogen van goed te denken van andere mensen tot wij verplicht zijn van anders te denken. Wij mogen niet spoedig slechte relazen aannemen. Zij zijn dikwijls het resultaat van jaloersheid of misverstand, of zij kunnen voortkomen uit overdrijving of een gedeeltelijke bedekking van de feiten. Als een broeder verkeerd loopt, is het dan het ogenblik van zich aan hem te interesseren. Gaat naar hem, bidt met hem en voor hem, de oneindige prijs herinnerend die Christus voor zijn verlossing gegeven heeft. Op deze wijze kunt gij zielen redden van de dood, en een menigte zonden wegbergen.
Een blik, een woord, zelfs een intonatie van de stem, kan van belang zijn voor een leugen, in sommige harten zinkend gelijk een puntige pijl, een ongeneselijke wonde achter latend. Aldus kan een twijfel een verwijt gebracht worden op iemand, door wie God een goed werk zou laten verrichten, en zijn invloed is beneveld, zijn bruikbaarheid te niet gedaan. Bij sommige soorten van dieren, als een van hun soortgenoten gewond is en valt,wordt hij onmiddellijk door zijn naasten aan stukken getrokken. Aan dezelfde vreselijke geest wordt toegegeven door mannen en vrouwen, die zich christenen noemen. Zij openbaren een Farizeïsche ijver om anderen te stenigen minder schuldig dan zijzelf. Er zijn er anderen, die wijzen op de fouten en gebreken van anderen om de aandacht af te trekken van zich zelf, of om aanzien te worden als hebbende grote ijver voor God en de Kerk. 5.Test. 58-59.
Als wij Christus representeren zullen wij Zijn dienst aantrekkelijk laten voorkomen, zoals hij werkelijk is. Christenen, die duisternis en droefheid op hun ziel laden, en die murmureren en klagen, geven aan anderen een valse voorstelling van God en het christelijk leven. Zij geven de indruk dat God niet tevreden is als Zijn kinderen gelukkig zijn, en hierin geven ze valse getuigenis tegen onze hemelse Vader. Steps to Christ. 116.
Lees ook Joh. 14:15.
De tien geboden, Gij zult en Gij zult niet, zijn de tien beloften, ons verzekerd als wij gehoorzaamheid schenken aan de wet, die het universum regeert. " Indien gij mij liefhebt, zoo bewaart mijne geboden." Hier is de kern en het wezen van de wet van God. De voorwaarden van redding van iedere zoon en dochter van Adam zijn hier uitgestippeld. MS 41.1896.
De tien heilige voorschriften, uitgesproken van op de Sinai door Christus waren de openbaring van het karakter van God, en maken het feit bekend aan de wereld dat Hij rechtspraak heeft over de ganse menselijke erfenis. Deze wet van de tien voorschriften van de grootste liefde, die aan de mens kan voorgesteld worden is de stem van God uit de hemel sprekend tot de ziel in belofte :" Doe dit en gij zult niet onder de heerschappij en het toezicht van Satan komen. " Er is niets negatiefs in deze wet, ofschoon dit moge schijnen. Het is DOE en leef. Brief 89. 1898.
Lees ook Rom.12:1; 2.Petr.1:4.
In de tien geboden heeft God de wetten van Zijn koninkrijk nedergelegd. Iedere overtreding van de wetten van de natuur is een overtreding van de wet van God.
De Heer heeft Zijn heilige wetten gegeven om een muur te vormen rond Zijn geschapen wezens,en deze,die zich willen onthouden van de schending van eetlust en passie zullen deelnemers worden van de goddelijke natuur. Hun begripsvermogens zullen klaar zijn. Zij zullen weten hoe zij iedere fakulteit in de gezondheid kunnen beschermen, opdat ze aan God moge opgedragen worden in Zijn dienst. De Heer kan hen gebruiken want zij verstaan de woorden van de grote apostel : " Rom 12:1,2.
Lees Spr. 4 : 20-22.
De liefde van Jezus in de ziel zal alle haat en zelfzucht en jaloersheid uit het hart verdrijven ; want de wet van de Heer is volmaakt de ziel bekerend. Er is gezondheid in de gehoorzaamheid aan de wet van God. De gevoelens van deze, die gehoorzamen,worden naar God getrokken. Ziende op de Heer Jezus, kunnen zij elkander aanwakkeren en dienen. De liefde van Christus wordt in hun hart uitgespreid , en er is geen onverschil en strijd onder elkander. MS 152.1901.
De oude Joodse kerk was het hoogst begunstigde volk van God, uit Egypte gevoerd en herkend als Zijn eigen specifieke schat. De vele en uitzonderlijk grote beloften aan hen als Zijn volk waren de hoop en het vertrouwen van de Joodse kerk. Hierin geloofden zij en wisten hun redding zeker. Geen ander volk beleed van bestuurd te zijn door de wetten van God. Redemption : of de eerste komst van Christus. Blz. 35.
Afgodendienaars zijn veroordeeld door het Woord van God. Hun dwaasheid bestaat hierin dat zij op zichzelf betrouwen om gered te zijn, van neder te buigen voor de werken van hun eigen handen. God beschouwt als afgodendienaars, deze, die in hun eigen wijsheid vertrouwen, in hun eigen beramingen, voor succes afhangend van hun eigen rijkdom en macht, strevend van zichzelf te versterken door verbinding met mensen, die de wereld groot noemt, maar die de bindende eisen van Gods wet niet kennen. RH Maart 1906.
Zijn wij aanbidders van Jehova of van Baal ? Van de levende God, of van idolen ? Er moeten geen uitwendige altaren zichtbaar zijn, er moet geen beeld zijn waarop het oog kan rusten,toch kunnen wij aan afgoderij doen. Het is even gemakkelijk van een idool te maken van geliefde ideeën of voorwerpen als van goden in hout of in steen te maken. Duizenden hebben een valse opvatting van God en van Zijn kenmerken. Zij dienen evenveel een valse god als waren zij dienaren van Baal. Idem 1908.
Satan verwezenlijkte de val van de mens, en sedertdien is het zijn werk geweest van het beeld van God in de mens uit te wissen, en van op het menselijke hart zijn eigen beeld te slaan. De suprematie bezittend en de schuld, eist hij suprematie voor zichzelf, en oefent over zijn onderdanen de macht van koninklijkheid uit. Hij kan God van Zijn troon niet wegjagen, maar door het systeem van afgoderij,plant hij zijn eigen troon tussen de hemel en de aarde, tussen God en de menselijke aanbidder. Idem 1895.
VERS 8-11.
Lees ook Gen.2:9,16,17 ; Ex.16:29.
Iedere mens wordt in beproeving gebracht, zoals Adam en Eva in Eden. Zoals de boom van kennis van goed en kwaad in de hemel geplaatst werd in het midden van de hof van Eden, zo wordt het Sabbatsgebod in het midden van de decaloog geplaatst. Er was een beperking opgelegd in verband met de vrucht van de boom van kennis " gij zult daar niet van eten... opdat gij niet sterft ." Gen. 3 : 3.
VERS 1.
De instrukties, die aan Mozes gegeven werden met hun scherpe en strenge omlijningen, moeten bestudeerd en gehoorzaamd worden door het volk van God heden ten dage. Brief 259,1903.
Mozes, de zichtbare leider van de Israelieten was toegelaten in de geheime raad van de Allerhoogste. Aan het volk werd bewijs gegeven dat Mozes werkelijk met God geweest was, van Hem instrukties ontvangend voor hen gegeven. Idem.
Het verbond, dat God met Zijn volk maakte op de Sinai moet voor ons een bescherming en een verdediging zijn. Dit verbond heeft evenveel kracht nu als het had toen de Heer het maakte met het oude Israel. SW ; Maart 1904.
Dit is het verbond dat Gods volk moet maken in de laatste dagen met Hem. Lees ook Ex.19:7,8 ; Jes.56:5.
Of zij door God zullen aanvaard zijn hangt af van de getrouwe vervulling van de voorwaarden van hun overeenkomst met God. God omvat in Zijn verbond allen die Hem willen gehoorzamen. Aan allen, die gerechtigheid en oordeel willen doen, hun handen afhoudend van het doen van kwaad, is de belofte gegeven : " Ik zal ook in mijn huis en binnen mijne muren eene plaats en eenen naam geven, beter dan der zonen en dan der dochteren ; eenen eeuwigen naam zal Ik eenieder van hen geven, die niet uitgeroeid zal worden." R. H. Juni 23 1904.
VERS 1-17.
Lees ook : Neh. 9 : 6-15.
Als de wet uitgesproken werd, stond de Heer, de Schepper van hemel en aarde, aan de zijde van Zijn Zoon, omhuld in het vuur en de rook op de berg. Het was hier niet dat de wet voor het eerst gegeven werd ; maar er werd gezegd dat de kinderen van Israël, wiens ideeën verward gekomen waren door hun associatie met de afgodendienaars in Egypte, de voorschriften van de wet moesten in herinnering gebracht worden en moesten leren begrijpen wat ware aanbidding van Jehova was. ST. Okt. 1896.
Adam en Eva, bij hun schepping, kenden de wet van God. Hij was in hun hart geprent, en zij verstonden zijn eisen. MS. 99. 1902.
De wet van God bestond vóór de schepping van de mens, anders zou Adam niet kunnen gezondigd hebben. Na de overtreding van Adam waren de princiepen van de wet niet veranderd, maar werden definitief aangepast en uitgedrukt om de mens tegemoet te komen in zijn gevallen toestand. Christus in beraadslaging met de Vader, stelde het systeem in van offeranden ; dat de dood, inplaats van onmiddellijk de overtreder te bezoeken, overgeplaatst zou worden op een slachtoffer dat het grote perfecte offer van de Zoon van God zou voorstellen. ST.Maart 14. 1878
Tengevolge van het feit, dat de wet bestendig overtreden werd,werd de morele wet herhaald in grootse majesteit op de Sinai. Christus gaf ook aan Mozes religieuze voorschriften, die het dagelijks leven moesten besturen. Deze statuten werden uitdrukkelijk gegeven om de tien geboden te beschermen. Zij waren geen schaduwachtige typen die moesten weggedaan worden met de dood van Christus. Zij waren bindend voor alle mensen van alle tijden, zolang de tijd zal bestaan. Deze geboden werden opgelegd door de morele wet, en zij legden klaar, vast en zeker, deze wet uit. Idem April 1875.
De Heer heeft een zegen gelegd op hen, die de geboden van God houden (zie Jes.58:13,14).
Zullen wij standvastig staan als Gods specifiek volk, of zullen wij op Gods wet trappelen en zeggen dat hij niet bindend is? God kon zowel Zichzelf afgeschaft hebben. In iedere specificatie van de wet ligt het karakter van God MS.12.1894.
God heeft Zijn wet gegeven voor de regeling van het gedrag van naties, van families, en van individuen. Er is geen enkele werker van boosheid, ofschoon zijn daad de lichtste en de meest geheime is, die ontsnapt aan de veroordeling van de wet. MS. 58.1897.
Onze plicht van gehoorzaam te zijn aan deze wet is de opdracht van de laatste boodschap van barmhartigheid aan de wereld. Gods wet is niet iets nieuws. Het is geen geschapen heiligheid, maar het is de heiligheid, die bekend gemaakt wordt. Het is een code van princiepen die barmhartigheid, goedheid en liefde uitdrukken. Hij stelt aan de mensheid het karakter van God voor, en bepaalt volledig de ganse plicht van de mens. Idem. 88.1897.
Van de Sabbat zegt God : " gij zult hem niet ontwijden, maar hem heilig houden...."
Zoals de boom van kennis de test was voor Adams gehoorzaamheid, zo zal het vierde gebod de test zijn,die God gegeven heeft om de getrouwheid van Zijn volk op de proef te zetten. De bevinding van Adam moet een waarschuwing zijn voor ons zolang er tijd zal overblijven. Zij waarschuwt ons niet van enige verzekering uit de mond van mensen of engelen te ontvangen, die één jota of titel van de heilige wet van God kunnen verminderen of afbreuk aan doen. RH. 1898.
VERS 14.
Alle valse aanbidding is spiritueel overspel. Het tweede gebod,dat valse aanbidding verbiedt, is ook een bevel tot aanbidding van God, en van Hem alleen te dienen. De Heer is een jaloerse God, Hij wil niet bespot worden. Hij heeft gesproken nopens de manier, waarop Hij moet aanbeden worden. Hij haat afgoderij want de invloed ervan is verdervend. Het verlaagt de geest, en leidt tot sensualiteit en tot alle soort van zonde. MS. 126,1901.
VERS 16.
Lees ook Gal. 6 : 7.
Laster beslaat meer grond dan wij veronderstellen. Het gebod : " Gij zult geen valsche getuigenis spreken" betekent veel meer dan wij realizeren. Valse getuigenis is altijd opnieuw geboren in lichtzinnig gepraat zelfs nopens de werkers, die God gezonden heeft. De zaden van afgunst, van kwaad denken, ontkiemen en brengen een oogst voort naar zijn soort, die geoogst zal worden door deze, die het zaad gezaaid heeft. " Wat een mens ook zaait zal hij oogsten."
Brief 9. 1892.
De verplichting door dewelke iemands woord verbonden is - als het hem niet verbindt van een slechte daad te volbrengen - moet heilig gehouden worden. 'een inachtneming van winst, of wraak, of eigenbelang kan in geen geval de onschendbaarheid van een eed of verbinding beïnvloeden. " Valsche lippen zijn den Heere een gruwel, maar die getrouw handelen, zijn Zijn welgevallen." Spr.12:22.
Hij, die " zal klimmen op den berg des Heeren en staan in de plaats zijner heiligheid " is hij " die gezworen heeft tot zijn eigen schade, evenwel verandert hij niet ". Ps.24:3; 15:3. Lees in dit verband de geschiedenis verhaald in Josua, hoofdstuk 9-10.
In zakenonderhandelingen, worden leugens geuit en toegepast door Gods belijdende volk, dat Zijn afkeuring oproept en verwijt brengt over Zijn zaak. De minste afwijking van waarheidsliefde en juistheid is een overtreding van de wet van God. Bestendige toegeving aan zonde maakt de persoon gewoon van kwaad te doen, maar vermindert het verzwarend karakter van de zonde niet... Deze, die Zijn eisen in dit leven miskennen, zouden Zijn gezag niet respekteren moesten zij in de hemel zijn. 4.Test. Church 311-12.
VERS 17
Om het heiligschennend werk te voltooien, besloot Rome om het tweede gebod van de wet van God uit te schakelen,dat verbiedt beelden te aanbidden, en verdeelde het tiende gebod in tweeën om het getal van tien te behouden. Great Controversy 52.
( In de tijd voor de zondvloed ). Die de vrouw of de bezittingen van zijn gebuur begeerde, nam deze met geweld, en de mens verheugde zich in zijn daden van geweld. Patr. Pr. 92.
De dodelijke zonde,die leidde tot Achans val,was geworteld in begeerlijkheid, van alle zonden een van de meest verspreide en het lichtst in acht genomen. Terwijl alle andere zonden opgespoord worden en gestraft, hoe zeldzaam zal de overtreding van het tiende gebod berispt worden. De grootheid van deze zonde en haar verschrikkelijke gevolgen, zijn als les te halen uit de geschiedenis van Achan. Josua 7:10-26.
Als de kerk in moeilijkheden is, als koudheid en spirituele achteruitgang bestaat, gelegenheid gevend aan de vijand van Gods kerk om te zegevieren, dan, inplaats van de handen te vouwen, te kreunen over de lamentabele toestand,dat de leden zich afvragen of er geen Achan in het kamp is. Idem 496-96.
Hij die in gehoorzaamheid aan de wet van God belet van toe te geven aan zelfs een zondige begeerte naar wat aan anderen toebehoort, zal niet schuldig zijn aan een handeling van kwaad jegens zijn naaste. Sons and Daughters 65.
VERS 18
Gij wilt strijden met Satan en zijn heir zonder wapen, en gij zijt zwaar gewond geworden , en gij zijt ongevoelig voor uw wonden. Ik vrees grotelijks dat de donders en bliksems van de Sinai zullen falen om u te bewegen. Gij zit in Satans gemakkelijke zetel en ziet uw te vrezen toestand niet, en maakt geen inspanning om te ontsnappen. Als gij niet opstaat en uzelf bevrijdt van de listen van Satan,moet gij vergaan. De broeders en zusters willen u redden, maar ik zag dat zij niet konden. Gij moet iets doen ; gij moet een wanhopige poging doen, of gij zijt verloren. Ik zag dat deze, die onder de betoverende kracht van het spiritisme zijn,het niet weten. Gij zijt betoverd geworden en gehypnotiseerd, toch weet gij het niet en daarom doet gij geen de minste inspanning om tot het licht te komen. 1.Test. Church 429.





157.

 
     
< Website statistieken