27 De handel in drank en het verbod daarop

"Wee hem die zijn naaste te drinken geeft en dronken maakt. "

"Wee hem die zijn huis bouwt met ongerechtigheid, zijn
opperzalen met onrecht;... die zegt: Ik zal mij een groots huis
bouwen, ruime opperzalen; die daarin vensters aanbrengt en
het dekt met cederhout, het bestrijkt met menie. Zijt gij een
koning als gij wedijveit in cederhout?... Maar gij hebt enkel
oog en hart voor uw onrechtvaardig gewin en voor het vergieten
van onschuldig bloed, voor het begaan van onderdrukking en
geweld." (1)

Het Werk van de Handelaar in Sterke Dranken

Dit Schriftwoord tekent het werk van hen die drank fabriceren
en verhandelen. Hun zaak betekent roof. Voor het geld dat zij
ontvangen, wordt geen tegenwaarde geleverd. Iedere dollar die
zij aan hun winst toevoegen, brengt een vloek en aan hen die
de drank kopen.

Met ruime hand heeft God Zijn zegeningen aan de mensen
geschonken. Als Zijn gaven verstandig werden gebruikt, hoe
weinig zou de wereld van armoede en ellende geweten hebben!
Het is de slechtheid van de mens die Zijn zegeningen in een

vloek verandert. Het komt door de jacht op gewin en de lust
tot onmatigheid, dat granen en vruchten die ons voor onze
instandhouding gegeven werden, veranderd worden in vergif
die verdriet en verderf brengen.

Ieder Jaar worden miljoenen en miljoenen liters drank
Verzwolgen. Miljoenen en miljoenen guldens besteed aan het
kopen van ellende, armoede, ziekte, vernedering, wellusten,
misdaad en dood. Uit winstbejag deelt de handelaar uit wat de
geest en het lichaam verderft en vernietigt. Hij beschikt over
de armoede en ellende van het gezin van de dronkaard.
Als het slachtoffer dood is, houden de eisen van de
drankhandelaar niet op. Hij berooft de weduwe en brengt de
kinderen tot de bedelstaf. Hij aarzelt niet om het berooide gezin
elke levensbehoefte af te nemen om de drankschuld van de
echtgenoot en vader te laten betalen. Het schreien van de lijdende
kinderen, de tranen van de angstige moeder ergeren hem alleen
maar. Wat doet het hem of deze armen verhongeren? Wat doet
het hem als__deze ook tot vermeerdering en ondergang gedreven
worden? Hij wordt rijk op kosten van hen, die hij naar het
verderf voert.

Huizen van prostitutie, holen van verdorvenheid, gerechtshof-
ven, gevangenissen, armenhuizen, gestichten, hospitalen zijn allen tot op zekere hoogte gevuld met het resultaat
van het werk van de drankhandelaar. Zoals het mystieke Babylon
in Openbaring handelt hij "in slaven en zielen van mensen."
Achter de drankhandelaar staat de machtige verderver van zielen;
en iedere kunst, die aarde en hel kunnen bedenken wordt
toegepast om mensen onder zijn macht te brengen. In ,de stad
en_0P hel land, 111 treinen, op grote vaartuigen, in handelsplaatsen,
huizen van plezier, in apotheken, zelfs m de kerk aan de
avondmaalstafel worden zijn strikken gezet. Niets wordt ongedaan gelaten om een verlangen naar drank op te wekken en in
stand te houden. Op bijna elke straathoek staat een kroeg met
zijn reclamelichten, zijn welkom en vrolijkheid, en nodigt de
Werkman, de rake leegloper en argeloze jeugd uit.

In privé lunchrooms en modieuze vestigingen worden dames
populaire dranken aangeboden onder een of andere plezierige
naam, maar in werkelijkheid zijn het alcoholische dranken. Voor
de zieken en vermoeiden worden cocktails aangeprezen, die
voor het merendeel uit alcohol bestaan.

Om de dranklust in kinderen op te roepen wordt alcohol in
snoepgoed verwerkt. Zulk snoepgoed wordt in de winkel
verkocht. En door dit snoepgoed uit te delen, lokt de drank-
handelaar kinderen zijn zaak binnen.

Dag na dag, maand na maand, jaar na jaar, gaat dit werk
voort. Vaders, echtgenoten, broers, de stem, hoop en trots van
de natie, worden onophoudelijk in de holen van de drankslijters
gelokt om ellendig en geruïneerd teruggezonden te worden.
Erger nog, het hart van het gezin wordt aangetast. Meer en
meer vrouwen zoeken hun heil in de alcohol. In menige
huishouding worden kleine kinderen, zelfs onschuldige en
hulpeloze baby”s in gevaar gebracht door verwaarlozing,
mishandeling en de walgelijkheid van dronken moeders. Zonen
en dochters groeien op onder de schaduw van dit vreselijke
kwaad. Welk uitzicht hebben zij op de toekomst dan slechts
nog dieper te zinken dan de ouders?

Uit de zogenaamde Christelijke landen is deze vloek over-
gebracht naar heidense streken. Het onwetende volk wordt
het gebruik van drank geleerd. Zelfs onder de heidenen herkennen
verstandige mannen dit dodelijke vergif en protesteren ertegen;
maar tevergeefs hebben zij getracht hun landen tegen deze
verwoesting te beschermen. Door beschaafde volken zijn deze
heidenen tot tabak, sterke drank en opium gedwongen. De
onbeheerste hartstocht van deze mensen, gestimuleerd door de drank,
verlagen hen tot een staat van vernedering die voordien onbekend
was, en het wordt bijna een hopeloze onderneming om
zendelingen naar deze landen te sturen.

Door hun contact met volkeren, die hun de kennis van God
moesten hebben gebracht, zijn de heidenen tot ondeugden
gekomen, die de verwoesting van hele stammen en geslachten
hebben veroorzaakt. En op de donkere plaatsen van de aarde
worden de mensen uit geciviliseerde landen dan ook om deze
reden gehaat.

De Verantwoordelijkheid van de Kerk

Drank heefteen machtspositie in de wereld. Aan zijn kant
staan de verenigde machten van geld, gewoonte en lusten. Die
machten worden zelfs in de kerk gevoeld. Mannen die direct
of indirect geld verdiend hebben in de drankhandel zijn leden
van de kerk, en zelfs geziene kerkleden. Velen van hen geven
ruim aan populaire liefdadigheid. Zijn bijdragen helpen de
initiatieven van de kerk ondersteunen en onderhouden de
predikanten. Zij beschikken over de achting die aan de macht
van geld wordt bewezen. Kerken die zulke leden accepteren,
ondersteunen in feite de drankhandel. Te dikwijls heeft de
predikant niet de moed om voor het recht in te staan. Hij durft
zijn volk niet over te brengen wat God gezegd heeft aangaande
het werk van de drankhandelaar. Duidelijk spreken zou bete-
kenen: zijn gemeente beledigen, zijn populariteit opofferen en
het verlies van zijn salaris.

Maar boven de rechterstoel van de kerk staat de rechterstoel
van God. Hij, die tot de eerste moordenaar zei: "Hoor het bloed
van uw broeder roept tot Mij van de aardbodem," (2) zal voor
Zijn altaar 'de gaven van een drankhandelaar niet aanvaarden.
Zijn toom is ontstoken tegen degenen die hun schuld trachten
te bedekken met een kleed van vrijgevigheid. Hun geld is
bevlekt met bloed. Daar ligt een vloek op.

"Waartoe dient Mij de menigte uwer slachtoffers?

Zegt de Here...

Wanneer gij komt om voor Mijn aangezicht te verschijnen -
wie heeft dit van u verlangd Mijn voorhoven plat te treden?
Gaat niet voort met huichelachtige offers te brengen...

Wanneer gij uw handen uitbreidt,
verberg Ik Mijn ogen voor u;
zelfs wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet;
want uw handen zijn vol bloed." (3)

De dronkaard is tot betere dingen in staat. Talenten zijn hem
toevertrouwd, waarmee God geëerd en de wereld gezegend kan
worden; maar zijn medemensen hebben een strik voor zijn ziel
gezet en hebben zich bevoordeeld aan zijn vernedering. Zij
hebben in weelde geleefd, terwijl de slachtoffers, die zij
beroofd hebben, in armoede en ellende leefden. Maar God zal
van de hand van hem, die de dronkaard naar zijn snelle ondergang
geholpen heeft, verantwoording eisen. Hij die de hemelen regeert,
heeft noch de eerste oorzaak, noch de laatste uitwerking van
dronkenschap uit het oog verloren. Zou Hij, die voor de mussen
zorgt en het gras des velds bekleedt voorbij gaan aan hen, die
naar Zijn beeld gevormd zijn, gekocht met Zijn eigen bloed;
zou Hij geen aandacht aan hun schreien schenken? God merkt
al deze boosheid op, die misdaad en ellende bestendigen.
De wereld en de kerk mogen bijval hebben voor de man die
rijkdom verworven heelt door de menselijke ziel te verlagen.
Zij mogen de man toelachen die mensen stap voor stap geleid
heet tot het pad van schaamte en vernedering. Maar God heeft
er nota van genomen en geeft een rechtvaardig oordeel. De
drankenhandelaar moge door de wereld een goede handelsman
genoemd worden, maar de Here zegt: "Wee die man."
Hij zal beschuldigd worden van de hulpeloosheid, de ellende,
het verdriet, in de wereld gebracht door de drank. Hij zal
antwoord moeten geven voor het verdriet en het gebrek dat de
moeders en de kinderen geleden hebben, aan voedsel, kleding
en onderdak, en die alle hoop op vreugde begraven hebben.
Hij zal verantwoording moeten afleggen voor de zielen, die hij
onvoorbereid de eeuwigheid in heeft gestuurd. En zij, die de
drankhandelaar in zijn werk ondersteunen, delen in zijn schuld.
Tot hen zegt God: "Uw handen zitten vol bloed."





De Drankwetgeving

Het verguningenstelsel voor de drankhandel wordt door
velen voorgestaan als het intomen van het drankmisbruik. Maar
de vergunning van de drankhandel plaatst die onder bescherming
van de wet. De regering keurt het bestaan daarvan goed en
bevordert het kwaad, dat het zegt te beperken. Onder de
bescherming van dit vergunningenstelsel worden bierbrouwerij-
en, distilleerderij en wijnkelders over het gehele land gevestigd,
en de drankverkoper doet zijn werk naast de deur.

Dikwijls is het hun verboden om aan iemand die dronken is,
of aan iemand die als dronkaard bekent staat, drank te verkopen;
maar het werk om van jonge mensen dronkaards te maken, gaat
ongemoeid verder. Het scheppen van dranklust in jonge mensen
is het fundament van de drankhandel. De jeugd wordt stap voor
stap verder gebracht, totdat de drankgewoonte gevestigd is en
de dorst gevormd, die tot elke prijs om voldoening vraagt. Het
zou minder schadelijk zijn wanneer de gevestigde dronkaard
alcohol werd toegestaan, wiens ondergang in de meeste gevallen
reeds beslist is, dan toe te staan om de bloem van onze jeugd
in het verderf te lokken door deze vreselijke gewoonte.
Door het vergunningenstelsel wordt hen, die zich trachten te
beteren, constant de verleiding voorgehouden. Instellingen
worden opgericht, waar de slachtoffers van onmatigheid geholpen kunnen worden om hun dranklust te overwinnen. Dit is
een edel werk; maar zolang als de drankverkoop goedgekeurd
is door de wet, heeft de verslaafde weinig nut van deze
toevluchtsoorden voor dronkaards. Zij kunnen er niet altijd
blijven. Zij moeten hun plaats in de gemeenschap weer innemen.
De begeerte naar de drank, ofschoon verhinderd, is niet helemaal
verdwenen; en wanneer de verzoeking hen overvalt, wat aan
alle kanten gebeurt, vallen zij weer ten prooi aan hun vroegere
verslaving.

Iemand die een gevaarlijk beest heeft en die, de aard van het
beest kennend, het de vrijheid laat, is bij de wet van het land
verantwoordelijk voor het kwaad dat het dier zou kunnen doen.
In de aan Israël gegeven wetten wees God, dat wanneer een
gevaarlijk dier de dood van een mens veroorzaakt, de eigenaar
met zijn leven de prijs van zijn zorgeloosheid of kwaadaardigheid
moet betalen. Volgens hetzelfde principe moet de staat die de
drankvergunningen uitgeeft, verantwoordelijk gesteld worden
voor de resultaten van die handel. En als het een misdaad is
op straffe des doods om een gevaarlijk beest vrij te laten,
hoeveel groter is dan de misdaad van het vergunningenstelsel
voor de drank! Vergunningen worden verstrekt op het motief
dat die inkomsten brengen in de schatkist. Maar wat is deze
opbrengst vergeleken bij de enorme uitgaven voor de criminelen,
verslaafden en de verbanning, die het gevolg zijn van de handel
in alcoholische dranken! Een man onder invloed van alcohol
begaat een misdaad; hij wordt voor de rechter geleid; en zij
die de drankhandel gelegaliseerd hebben, worden gedwongen
het resultaat van hun eigen werk te behandelen. Zij hebben de
handel in drank legaal gemaakt, drank, die een verstandige man
krankzinnig maakt; en nu is het nodig om die man op te bergen
in de gevangenis, of naar de galg te sturen, terwijl vrouw en
kinderen behoeftig worden achtergelaten, om ten laste van de
gemeenschap te komen waarin zij leven.

Denk alleen maar eens aan het financiële aspect van de
kwestie. Wat een dwaasheid is het om zo°n handel toe te staan!
Welke opbrengst kan het verlies van de menselijke rede
vergoeden, het schenden en ontsieren van het beeld van God
in de mens, voor het ruïneren van kinderen, het terugbrengen
tot verpaupering en vernedering; en de bestendiging van de
kwade neigingen in de kinderen van de dronken vaders?

Drankverbod

De man die de gewoonte om bedwelmende drank te gebruiken
heelt gevormd, verkeert in een wanhopige toestand. Zijn hersenen
zijn verziekt, zijn wilskracht verzwakt. En voor zover het in zijn
eigen vermogen ligt, is de begeerte niet te beheersen. Er valt
met hem niet te redeneren, noch kan hij ervan overtuigd worden
zichzelf te verloochenen. Iemand die besloten heeft de drank
vaarwel te zeggen, wordt, in de holen van ondeugd getrokken,
weer verleid tot het grijpen naar het glas, en met de eerste slok
van het bedwelmende vocht is elk goed voornemen vergeten
en de wil vernietigd. Eén druppel van het vocht,
en alle gedachten aan de gevolgen zijn verdwenen. De door
verdriet gebroken vrouw is vergeten. De verdorven vader trekt
er zich niets meer van aan dat zijn kinderen honger hebben en
geen kleren. Door het wettigen van die handel geeft de wet
haar goedkeuring aan de ondergang van de ziel en weigert die
verkoop, die de wereld met kwaad vervult, te beëindigen.
Moet dit altijd voortgaan? Zullen zielen altijd worstelen
hebben om de overwinning, met de deur tot verleiding wijd
voor hen geopend? Moet de vloek van onmatigheid voor altijd
als een kanker op de verslaafde wereld rusten? Moet dat als
een verslindend vuur elk jaarvoortgaand over duizenden gelukkige
gezinnen? Wanneer een schip in het zicht van de haven
schipbreuk lijdt, staan mensen niet ledig toe te kijken. Zij wagen
hun leven in een poging mannen en vrouwen van het watergraf
te redden. Hoeveel groter is de vraag niet naar pogingen om
mensen te redden van het lot van de dronkaard!

Het zijn niet alleen de dronkaard en zijn gezin, die gevaar
lopen door het werk van de drankhandelaar, noch de extra
belasting het voormasten ongemak dat deze handel op de
gemeenschap legt, wij zijn allen verweven in het web van de
mensheid. Het kwaad dat een deel van de grote menselijke
broederschap overvalt, brengt gevaar voor allen mee.
Menige man, die uit liefde voor gewin of gemakzucht, niets
te doen wilde hebben met de beperking van de drankhandel,
heeft te laat moeten ontdekken dat de handel te doen kreeg met
hem. Hij heeft zijn kinderen zien afzakken of ruïneren.
Wetteloosheid viert hoogtij. Bezittingen zijn in gevaar. Het
leven is onveilig. Ongevallen op zee en te land nemen toe.
Ziekten die in krottenwijk ontstaan, slaan over naar de betere
buurten. Ondeugden, gekoesterd door kinderen die tussen verderf
en misdaad opgroeien, infecteren de zonen en dochters van
verfijnde en ontwikkelde gezinnen.

Er is geen mens, wiens belangen niet in gevaar worden
gebracht door de drankhandel. Er is geen mens dat niet, in het
belang van zijn eigen veiligheid, zich moet inzetten om die te
vernietigen.

Vóór alle andere plaatse en die te doen hebben met wereldlijke
belangen, zouden regeringsgebouwen en gerechtshoven vrij
moeten zijn van deze vloek van onmatigheid. Bestuurders,
volksvertegenwoordigers, rechters, ambtenaren, allen die te doen
hebben met het handhaven van °s lands wetten en de uitvaardiging
daarvan, die de levens, de goede naam en bezittingen van hun
medeburgers in handen hebben, zouden mensen van strikte
matigheid moeten zijn. Alleen dan kan hun verstand helder zijn
om te onderscheiden tussen goed en kwaad, tussen recht en
onrecht. Alleen dan kunnen zij vastheid van beginsel hebben,
en wijsheid om het recht uit te oefenen en genade te tonen.
Maar hoe is de stand van zaken? Hoevelen van deze mensen
hebben hun geest beneveld, het gevoel voor recht en onrecht
verward, door sterke drank! Hoeveel verdrukkende wetten zijn
niet uitgevaardigd, Hoeveel onschuldige personen ter dood
veroordeeld door het onrecht van een drinkende wetgevende
macht, getuigen, juristen, advocaten, en zelfs rechters! Velen
zijn er, die "machtig zijn in het drinken van wijn", mannen die
"sterk zijn in het mengen van sterke drank", "die kwaad goed
noemen, en goed kwaad"; die "rechtspreken voor beloning, en
de gerechtigheid van de rechtvaardige wegnemen!" Van zulke
zegt God:

"Wee hen." "Daarom zal, zoals een vuurtong stoppelen verteert
en brandend stro ineen zinkt, hun wortel als molm worden en
hun bloesem als stof opstuiven;

omdat zij de wet van de Here der heerscharen verworpen,
en het woord van de Heilige Israëls hebben versmaad." (4)
De eer van God, de stabiliteit van de natie, het welzijn van
de gemeenschap, van het huisgezin en het individu, vragen dat
iedere poging in het werk wordt gesteld om het volk bewust
te maken van het kwaad van onmatigheid. Spoedig zullen wij
de resultaten zien van dit vreselijke kwaad, zoals we het nu
nog niet zien. Wie wil een vastbesloten poging wagen om het
werk van vernietiging te beëindigen? De strijd is nog nauwelijks
begonnen. Laat een leger gevormd worden om de verkoop van
deze verdovende dranken, die mensen gek maken, te stoppen.
Laat het gevaar van de drankhandel duidelijk gemaakt worden,
en een publieke stemming opwekken, die om een verbod zal
vragen. Laat hen, die door drank hun verstand verloren, een
kans gegeven worden om hun slavernij te ontvluchten. Laat de
stem van het volk van de wetgevers eisen een eind te maken
aan deze heilloze handel.

"Red hen die ten dode gegrepen zijn,
wendt u niet af van hen die ter slachting wankelen;
wanneer gij zegt: Zie, zij wisten het niet -
zal Hij, die de harten doorzoekt, het niet merken,
en Hij, die op de ziel let, het niet weten,
en de mens naar zijn doen vergelden?" (5)

"En wat zullen zij zeggen wanneer Hij u zal straffen?" (6)

Verwijzingen:

1. Jer.22:13-17. 3. Jes.1:11-15. 5. Spr.24:1l,12.
2. Gen.4:l0. 4. Jes.5:22-24. 6. Jer.13:21.