12 Hulp aan werklozen en daklozen

God kan een tafel dekken in de woestijn.

_Er zijn groothartige mannen en vrouwen, die graag kennis
willen nemen van de toestand van de armen en nagaan welke
maatregelen getroffen kunnen worden om die te verbeteren.
Hoe de werklozen en de daklozen geholpen kumien worden
om zich de dagelijkse zegeningen van Gods voorzienigheid te
verzekeren en een leven te leiden zoals Hij heeft gepland dat
de mens zou leven, is een vraag waarop velen emstig trachten
een antwoord te vinden. Maar er zijn niet velen, zelfs onder
opvoeders en staatslieden, die de onderliggende oorzaken van
de tegenwoordige toestand van de maatschappij begrijpen. Zij
die de teugels van de staat in handen hebben, zijn niet in staat
een oplossmg te vinden voor het probleem van de annoede,
verpaupering en toenemende misdaad. Zij worstelen tevergeefs
om zakelijke ondernemmgen op een zekerder basis te plaatsen.
Als men meer aandacht zou schenken aan de aanwijzingen
in Gods woord, zouden zij de oplossingen voor deze problemen
vinden die hen zouden verbazen. Veel kan geleerd worden uit
het ()ude Testament wat betrefi het vraagstuk van de arbeid en
de hulp voor de armen.

Gods Plan voor Israël

In Gods plan voor Israël had ieder gezin een huis op het land
met voldoende grond om te bebouwen. Zo werd zowel voorzien
in de middelen als in het motief voor een nuttig, ijverig en
zelfverzorgend leven. En geen menselijke bedenksels hebben
ooit dit plan kuimen verbeteren. Aan het verlaten van dit plan
door de wereld is het in grote mate
te wijten, dat er vandaag
armoede en ellende heersen.
Bij de vestiging van Israël in Kanaän werd het land onder
de gehele bevolking verdeeld, alleen de Levieten, als priesters
van het heiligdom, werden uitgesloten van gelijke verdeling.
De gezinnen in de stam werden geteld en aan elk gezin,
overeenkomstig het aantal leden, werd de erfenis toebedeeld.
En hoewel iemand voor een tijd afstand kon doen van zijn
bezit, kon hij de erfenis van zijn kinderen niet voorgoed
kwijtraken. Wamieer hij in staat was het land te lossen, was
hij vrij om dit te doen. Schulden werden ieder zevende jaar
kwijtgescholden en in het vijfiigste jaar, of jubeljaar, werd alle
land teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaar.

"Het land zal niet voor altijd verkocht worden," was Gods
aanwijzing; want het land is Mijn; en gij zijt vreemdelingen en
bijwoners bij Mij. In het gehele land dat gij in bezit hebt, zult
gij lossing voor het land toestaan. Wanneer uw broeder verannd
is en iets van zijn bezittingen heeft moeten verkopen, dan zal
zijn naaste bloedverwant als losser optreden, hij zal loskopen
wat zijn broeder heeft moeten verkopen. Wanneer iemand geen
losser heeft, maar zijn vermogen wordt toereikend, zodat hij
verwerft... zal hij zijn bezittingen terugkrijgen. Maar indien hij
niet verwerft wat nodig is om hem terug te betalen, dan blijft
wat hij verkocht heeft in het bezit van hem die gekocht heelt
tot het jubeljaar." (2)

"Gij zult het vijftigste jaar heiligen en vrijheid in het land
atkondigen voor al zijn bewoners, een jubeljaar zal het voor u
zijn, dan zal ieder van u tot zijn bezitting en tot zijn geslacht
terugkeren." (3)

Zo was dus elk gezin zeker van zijn bezit en beveiligd tegen
uitzonderlijke armoede of uitzonderlijke rijkdom.
Nijverheids-beoefening

In Israël werd de uitoefening van een ambacht als een plicht
beschouwd. Iedere vader had de plicht zijn zoons een of ander
nuttig vak te leren. De grootste mannen in Israël waren getrainde
vaklieden. _Vaardigheid op huishoudelijk gebied werd beschouwd
als essentieel voor iedere vrouw. En bedrevenheid in het
huishouden werd voor vrouwen van de hoogste stand als een
eer beschouwd.

Verschillende vaardigheden werden in de profetenscholen
geleerd en vele studenten voorzagen in hrm eigen onderhoud
door handenarbeid.

Welwillendheid voor de Armen

Deze regels rekenden echter niet geheel met armoede af. Het
was niet Gods bedoeling dat armoede geheel zou verdwijnen.
Het is een van de middelen voor de ontwikkeling van het
karakter. De aniien," zei Hij, f'_zullen in het land nooit ontbreken;
daarom gebied ik u aldus: Gij zult uw hand wijd openen voor
uw broeder, voor de ellendige en de amie in uw land." (4)

"Wanneer er onder u een anne mocht zijn, een van uw
broeders, m een van uw woonplaatsen, in het land dat de Here
uw God u geven zal, dan zult gij uw hart niet verstokken, noch
uw hand gesloten houden voor uw amie broeder, maar gij zult
uw hand wijd voor hem openen en hem met mildheid lenen,
voldoende voor wat hem ontbreekt." (5)

"Wanneer uw broeder veramit en zich bij u niet staande kan
houden, dan zult gij hem - vreemdeling en bijwoner -
ondersteunen, opdat hij bij u in leven blijve." (6)

Wanneer gij de oogst van uw land biimenhaalt, zult gij de
rand van uw veld niet geheel afinaaien." (7) "Wanneer gij de
oogst van uw akker binnenhaalt en een garve op de akker
vergeet, dan zult gij niet teruggaan om die weg te halen; voor
de vreemdeling, de weduwe en de wees zal die zijn... Waimeer
gij uw olijven afslaat, zult gij de takken niet nog eens afzoeken...
Waimeer gij de oogst van uw wijngaard inzamelt, zult gij niet
nog eens een nalezing houden; het zal zijn voor de vreemdeling,
de wees en voor de weduwe." (8)

Niemand behoeft er bevreesd voor te zijn dat zijn vrij geviglieid
hem tot annoede zal brengen. Gehoorzaamheid aan Gods
geboden zal zeker tot voorspoed leiden. "Want ter wille daarvan
zal de Here u zegenen in al uw werk en in alles wat gij
ondemeemt." "Dan zult gij aan vele volken lenen, maar gij zult
niet te leen ontvangen; gij zult over vele volken heersen, maar
over u zullen zij niet heersen." (9)

Zakelijke Beginselen

Gods woord keurt geen politiek goed, die de ene klasse
verrijkt door onderdrukking en uitbuiting van de andere. Het
leert ons om in al onze handelstransacties onszelf in de plaats
te denken van degenen met wie we te doen hebben en niet
alleen onze eigen belangen behartigen, maar ook die van anderen.
Wie voordeel haalt uit pech van anderen om zichzelf te
bevoordelen door zwakheid of onkunde van een ander, is
overtreder, zowel van de beginselen als van de voorschriften
van Gods woord.

"Gij zult het recht van de vreemdeling en wees niet
buigen; ook zult gij het kleed der weduwe niet in pand
nemen." (10)

"Wanneer gij van uw naaste iets te vorderen hebt, zult
gij zijn huis niet birmengaan om een pand van hem weg te
nemen. Gij zult buiten blijven staan, en de man van wien gij
een schuld te vorderen hebt, zal het pand buiten bij u brengen.
Indien hij een ami man is, zult gij u niet ter ruste leggen in
wat hij u als pand gaf." (1 1) "Indien gij het opperkleed van uw
naaste tot pand neemt, zult gij het hem vóór zonsondergang
teruggeven, want dat is zijn enige bedekking - waarin zal hij
zich te niste leggen? Wanneer hij tot Mij om hulp zal roepen,
zal Ik horen, want l]< ben genadig." (12) "Wanneer gij iets aan
uw volksgenoot verkoopt of iets van hem koopt, dan zal de
een de ander niet benadelen." (13)

"Gij zult geen onrecht doen bij het rechtspreken, bij lengtemaat,
gewichts~ of inhoudsmaat. Een zuivere weegschaal, zuivere
gewichten, een zuivere efa en een zuivere hin zult gij gebruiken:
Ik ben de Heer uw God." (14) "Gij zult in uw buidel geen
tweeërlei gewicht hebben, een groot en een klein. Gij zult in
uw huis geen tweeërlei efa hebben, een grote en een kleine."
(15) "Een zuivere weegschaal, zuivere gewichten, een zuivere
efa en een zuivere hin zult gij gebruiken." (16)

"Geef hem die van u vraagt, en wijs hem niet af, die van u
lenen wil." (17) De goddeloze vraagt te leen en geeft niet terug,
maar de rechtvaardige ontfemit zich en schenkt." (18)

"Schaf raad, geef een beslissing, maak op de volle middag
uw schaduw als nacht, verberg de verdrevenen; verraad de
vluchtelingen niet." "Laat Mijn verdrevenen bij u vertoeven,
wees hun een toevlucht tegen de verwoester." (19)

Het levensplan dat God aan Israël gaf, was bedoeld als een
aaiischouwelijke les voor de gehele mensheid. Als deze begin-
selen heden uitgevoerd werden, hoe anders zou deze wereld
dan zijn!

Gunstige Gelegenheden voor de Daklozen

Bimien de wijde grenzen van de natuur is er nog steeds een
ruimte voor de lijdenden en behoeftigen om een tehuis te vinden.
Aan haar boezem zijn bronnen genoeg om hen van voedsel te
voorzien. Verborgen in de diepten van de aarde zijn de
zegeningen voor allen die de moed hebben en de wil en het
doorzettingsvermogen om haar schatten te vergaderen.
De bewerking van de bodem, de bezigheid die God in Eden
aan de mens had toevertrouwd, opent voor duizenden de
gelegenheid om in hun onderhoud te voorzien.
"Vertrouw op den Here en doe het goede,
zo zult gij wonen in het land en zeker gevoed worden. (20)
Duizenden en tienduizenden zouden op het land kunnen
werken, die nu in de stad samengedrongen wonen en uitkijken
naar een kans om een kleinigheid te verdienen. In vele gevallen
wordt deze kleinigheid niet aan brood besteed, maar wordt bij
de alcoholslijter gebracht om iets te krijgen dat lichaam en ziel
verwoest.

Velen beschouwen arbeid als slavemij en zij tr_achten_ een
middel van bestaan te vinden door oneerlijke praktijken, liever
dan door eerlijk werk. Deze wens om een bestaansmiddel te
krijgen zonder werk opent de deur tot ellende en zonde en
onbegrensde misdaad.

De Achterbuurten van de Stad

In de grote steden zijn duizenden mensen die minder verzorging
en aandacht krijgen dan men aan de stomme dieren geeft. Denk
aan de gezinnen die benauwd in ellendige huurkazemes wonen,
velen van hen in donkere kelders, die vochtig muf stinken. In
deze vreselijke plaatsen worden kinderen geboren, groeien op
en sterven. Zij zien niets van de schoonheid van de natuur die
God geschapen heeft om onze zintuigen in vemikking te brengen
en de ziel op te heffen. In lompen gekleed en half verhongerd,
leven zij te midden van ondeugd en verdorvenlieid, het karakter
gevormd door ellende en zonde die hen omringen. Kinderen
horen de naam van God alleen in een vloek. Vuile gesprekken,
vervloekingen en schelden vervullen hun oren. De lucht van
sterke drank en tabak, verziekende stank, moreel verval bederven
hun gevoelens. Zo worden duizenden tot misdadigers gemaakt,
vijanden van een maatschappij die ze heeft overgegeven aan
ellende en verval.

Niet al de armen in de achterbuurten behoren tot deze klasse.
Godvrezende mannen en vrouwen zijn tot. diepe arinoede
gebracht door ziekte of ongelukkige omstandigheden, dikwijls
door oneerlijke praktijken van lieden die leven ten koste van
de medemens. Vele oprechte en welmenende mensen worden
ann door gebrek aan vakbekwaamheid. Door onkunde zijn zij
ongeschikt om tegen de moeilijkheden van het leven te strijden.
Ze trekken naar de stad, maar kurmen er geen werk vinden.
Omringd door de aanblik en geluiden van verdorvenheid worden
zij blootgesteld aan vreselijke verleidingen. Samengedrongen
en dikwijls gelijkgesteld met ondeugdelijken en vervallenen, is
het slechts door bovemnenselijke worsteling, en meer dan aardse
kracht, dat zij behoed kunnen worden in dezelfde diepten te
zinken. Velen houden vast aan hun rechtschapenlieid en
verkiezen liever te lijden dan te zondigen. Het is vooral deze
klasse die hulp, sympathie en bemoediging nodig heeft.

Buiten Wonen

Als de armen, die nu in de steden opgepakt zitten, op het
land woningen vinden, zouden zij niet alleen een middel van
bestaan vinden, maar ook gezondheid en geluk, hun tot nu toe
onbekend. Hard werken, eenvoudige voeding, zuinigheid, zou
him deel zijn. Maar wat een zegen moet het zijn, de stad te
verlaten, met al haar verleidingen tot kwaad, de beroering en
misdaad, ellende en vuilheid, tegenover de rust, vrede en reinheid
van het land.

Voor velen die in steden wonen en geen groen gras vinden
om de voet op te zetten, die jaar in, jaar uit op vuile pleinen
en nauwe steegjes, stenen muren, plaveisel en bewolkte luchten
zien, rook en stof inademen - als deze in landbouwstreken
gebracht konden worden, omringd door groene velden, de
bossen, heuvels en beekjes, de heldere luchten en de frisse
zuivere lucht van het land, het zou hun een hemel toescliijnen.
Voor een groot deel afgesneden van contacten met en
afliankelijk van mensen en gescheiden van corrupte regels,
gewoonten en opwindingen van de wereld, zouden zij dichter
bij het hart van de natuur komen. Gods aanwezigheid zou meer
werkelijkheid voor hen worden. Velen zouden de afhankelijkheid
van Hem leren. Door de natuur zouden zij Zijn_stem tot hun
haiten horen spreken van vrede en liefde; geest, ziel en lichaam
zouden beantwoorden aan de genezende, levengevende kracht.

De Noodzaak van een Vakopleiding

Velen hebben behoefte aan hulp, bemoediging en aanwijzingen
om een vak te leren om in hun eigen onderhoud te kunnen
voorzien. Er is een menigte van aime gezinnen voor wie geen
beter zendingswerk gedaan kan worden dan hun bij te staan in
de vestiging op het land en te leren, hoe zij daar een
bcstaansmogelijkheid kunnen opbouwen.

De behoefte voor zulke hulp en instructies is niet beperkt tot
de steden. Zelfs op het land met al de mogelijkheden voor een
beter leven zijn grote aantallen armen inigrote nood. Hele
gemeenschappen zijn verstoken van vakopleidingen en gezond-
heidsinfomiatie. Gezinnen leven in hutten, met schaarse meube-
len en kleding, zonder werktuigen of boeken, verstoken van
eomfoit, gemakken en ontwikkelingsmogelijkheden. Verruwde
zielen, zwakke, ziekelijke lichamen, vertonen de resultaten van
gcërfde slechte eigenschappen en van verkeerde gewoonten.
Deze mensen moeten van de grond af worden opgevoed. Zij
leiden een ij del, verdorven leven en zij moeten opgevoed worden
in correcte gewoonten.

Hoe kimnen zij opgewekt worden tot de noodzaak van
verbetering? Hoe kunnen zij gebracht worden tot hogere idealen
in het leven? Hoe kunnen zij daartoe geholpen worden_?_ Wat
kan er gedaan worden als armoede heerst en men erbij elke
stap mee te kampen heeft? Het werk is zeker moeilijk. De
noodzakelijke verbeteringen kunnen nooit bereikt worden, tenzij
de mannen en vrouwen bijgestaan worden door een macht buiten
henzelf. Het is Gods doel dat de rijken en de amien nader
verbonden worden door banden van sympathie en hulpvaardig-
heid. Zij, die middelen, talenten en de bekwaamheid hebben,
moeten deze gaven gebruiken tot zegen van de medemens.

Een Werk voor Christelijke Agrariërs

Christelijke boeren kunnen werkelijk zendingswerk doen door
de annen te helpen een woning te vinden op het land en hen
te leren hoe de bodem bewerkt moet worden om die productief
te maken. Leer hen hoe landbouwwerktuigen gebruikt moeten
worden, hoe de verschillende gewassen gekweekt moeten
worden, hoe boomgaarden aangeplant en verzorgd moeten
worden.

Velen die land bewerken, oogsten niet voldoende als gevolg
van verzuim. Hun boomgaarden worden niet goed onderhouden,
de aanplant van gewassen gebeurt niet op de juiste tijd, en de
bewerking van de grond wordt te oppervlakkig gedaan. Hun
magere opbrengst wijten zij aan onviuchtbaarheid van de bodem.
Dikwijls wordt een stuk land verkeerd beoordeeld, dat, wanneer
het goed bewerkt werd, rijke oogsten zou opbrengen. De
onvoldoende plaming, de geringe aandacht, de verkeerd aan-
gewende methodes roepen luid om hervonning.

Laat juiste methoden geleerd worden aan allen die gewillig
zijn om te leren. Als iemand niet wenst bekend te worden
gemaakt met vooruitstrevende methoden, dan moeten de lessen
zwijgend gegeven worden. Houd de cultuur van uw eigen land
hoog. Laat waar mogelijk een woord vallen bij de buren en
laat de oogst voor zichzelf spreken ten gunste van de juiste
methoden. Laat zien wat bereikt kan worden met de juiste'
bewerking van het land.

De Vestiging van Nijverheid

Aandacht zou besteed moeten worden aan verschillende
soorten nijverheid, zodat anne mensen werk kunnen vinden.
Meubelmakers, smeden en iedereen die een nuttig vak verstaat,
zou verantwoordelijkheid moeten voelen om onwetenden en
werklozen te leren.

ln de hulpverlening aan de armen vinden wij een wijd veld
voor dienst aan vrouwen zowel als mannen. De kundige kookster,
de huishoudster, de naaister, de verpleegster; de hulp van allen
is nodig. Laat de leden van arme huisgezinnen de kookkunst
geleerd worden, hoe men eigen kleding maakt en verzorgt, hoe
men zieken verzorgt, het huis schoon en in orde houdt. Laat
jongens en meisjes grondig getraind worden m een of ander
nuttig beroep.

Zendingsgezinnen

De vestiging van zendingsgezinnen is nodig in onbekende
streken. Laat landbouwers, zakenmensen, bouwlieden en wie
vakkundig is in hand- en kunstwerken, naar verwaarloosde
streken gaan om het land te ontwikkelen, industrieën te vestigen,
een eenvoudig huis voor zichzelf te bouwen en hun buren te
helpen.

De ruwe plekken in de natuur, de wilde plaatsen, heeft (_iod
aantrekkelijk gemaakt door mooie dingen tussen de onaanzien-
lijkste dingen te plaatsen. Dit is het werk waartoe wij geroepen
zijn. Zelfs de verlaten plaatsen op de aarde, waar de toekomst
niet aanlokkelijk lijkt, kunnen als een tuin van God worden.

"Te dien dage zullen de doven Schriftwoorden horen,
en van donkerheid en duistemis verlost,
zullen de ogen der blinden zien.
En ootmoedigen zullen steeds meer vreugde hebben
in de Here,
en de armsten onder de mensen zullen juichen
in de Heilige Israëls." (23)

Help de Mensen tot Zelfhulp

Door instructies in praktische zaken kunnen wij de armsten
dikwijls effectief helpen. Als regel zullen degenen die niet tot
werk getraind zijn, geen nijvere gewoonten hebben, geen
doorzetting, geen spaarzaamheid of zelfverloochening kennen.
Zij weten niet hoe men het moet aanpakken. Dikwijls wordt
door gebrek aan zorgvuldigheid en juist oordeel datgene verspild,
wat hun gezin een fatsoenlijk en comfortabel bestaan had kminen
bieden, als zorgzaamheid en zuinigheid waren beoefend. "Het
pas ontgomien land der annen kan overvloed en spij zen leveren,
maar soms gaat dit door gebrek aan inzicht verloren." (24)
Wij kunnen aan de armen geven en hun schade doen, door
hen te leren afhankelijk te zijn. Zulk geven moedigt zelfzucht
en hulpeloosheid aan. Dit leidt dikwijls tot luiheid, verkwisting
en omnatigheid. Geen mens, die zijn eigen levensonderhoud
kan verdienen, heelt het recht om van anderen afhankelijk te
zijn. Het spreekwoord: "De wereld is mij mijn levensonderhoud
verschuldigd," bevat een kem van valsheid fraude en diefstal.
De wereld is niemand een bestaan verschuldigd, die in staat is
tot werken en in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien.
Echte liefdadigheid helpt mensen zichzelf te helpen. Als
iemand bij ons aan de deur komt en om voedsel vraagt, mogen
we hem niet hongerig wegsturen; zijn annoede kan een gevolg
zijn van onfortuinlij ke omstandigheden. Maar ware weldadigheid
betekent meer dan gifien. Het betekent echte belangstelling in
het welzijn van anderen. Wij zouden de noden van de armen
en bedroefden moeten onderzoeken en die hulp geven, die hun
het meeste nut geefi. Aandacht, tijd en persoonlijke bemoeienis
kosten veel meer dan slechts wat geld geven. Maar dat is de
echte weldadigheid.

Wie geleerd hebben te verdienen wat ze ontvangen, zullen
geredelijk leren om er zoveel mogelijk mee te doen, en door
zelfvertrouwen te leren, bereiken zij niet alleen dat zij zelfstandig
worden, maar het zal ook maken dat zij in staat zijn anderen
te helpen. Leer het belang van de plichten in het leven aan hen
die hun kansen verspelen. Toon aan dat Bijbelse godsdienst
nooit leeglopers maakt. Christus moedigt ijver aan. "Waarom
staat gij hier de gehele dag ledig?" zei Hij tot de leeglopers.
"Wij moeten werken... terwijl het dag is; de nacht komt, waarin
niemand werken kan." (25)

Praktische Lessen

Het is voor allen een voorrecht in htm huiselijk leven, hun
levensgewoonten, handelingen en regels, aan de wereld een
bewijs te geven van wat het evangelie kan doen voor degenen
die het gehoorzamen. Christus kwam naar onze wereld om ons
een voorbeeld te geven wat we kumien worden. Hij verwacht
van Zijn volgelingen dat zij voorbeelden zijn van stiptheid in
al hun levensrelaties. Hij wenst dat de goddelijke aanraking op
alle uiterlijke zaken zichtbaar is.

Ons eigen huis en de omgeving zouden praktische lessen
moeten zijn, die manieren tot verbetering leren, zodat ijver,
reinheid, smaak en verfijning de plaats mogen innemen van
ledigheid, onreinheid, ruwheid en wanorde. Door ons leven en
voorbeeld kunnen wij anderen helpen te ontdekken wat afstotelijk
in hun karakter of hun omgeving is en met Christelijke
hofi`elijkheid kunnen wij verbetering bevorderen. Als wij
belangstelling in hen tonen, zullen wij gelegenheid vinden hen
te leren hun energie het beste te benutten.

Hoop en Moed

Zonder moed en doorzettingsvennogen zullen wij niets
bereiken. Spreek woorden van hoop en moed tot armen en
ontmoedigden. Als het nodig is, geef dan tastbaar bewijs van
uw belangstelling door hen te helpen warmeer zij zich in het
nauw voelen. Wie vele voordelen genieten, zouden moeten
bedenken dat zijzelf nog steeds fouten maken in vele dingen
en dat het pijnlijk voor hen is als zij op htm fouten worden
gewezen en er voor hen een prachtig voorbeeld wordt opgehangen
van wat zij zouden moeten zijn. Bedenk dat vriendelijkheid
meer bereikt dan berisping. Als u probeert anderen te helpen,
laat hen zien, dat u wenst dat zij een zo hoog mogelijke standaard
bereiken en dat u bereid bent hen daarbij te helpen. Als zij in
sommige dingen tekort schieten, wees er dan niet te snel bij
om hen te veroordelen.
Eenvoud; Zelfverloochening


Eenvoud, zelfverloochening, zuinigheid, lessen van bijzonder
belang voor de armen, schijnen hun dikwijls heel moeilijk en
onwelkom toe. Het voorbeeld en de geest van de wereld wekt
en koestert voortdurend hoogmoed. Liefde voor uiterlijk vertoon,
bevrediging van verlangens, verkwisting en ledigheid. Deze
ondeugden brengen duizenden tot armoede en voorkomen dat
nog meer duizenden zich boven verval en ellende uitwerken.
Christenen moeten deze armen aanmoedigen om die invloeden
te weerstaan.

Jezus kwam in nederigheid naar deze wereld. Hij was van
lage geboorte. De Majesteit des hemels, de Koning der
heerlijkheid, de Aanvoerder van het gehele engelenheir veme-
derde Zich tot het aanvaarden van het menszijn en Hij verkoos
een leven van armoede en vemedering. Hij had geen kansen
die de annen niet hadden. Arbeid, moeiten en ontberingen waren
een deel van de dagelijkse ervaringen. "De vossen hebben holen
en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen
heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen." (26)

Jezus zocht geen bewondering of applaus van de mensen.
llij voerde geen leger aan. Hij heerste niet over een aards
koninkrijk. Hij zocht geen gunst van de rijken of eer van de
wereld. Hij maakte geen aanspraak op een positie tussen de
leiders van de natie. Hij woonde tussen de nederigen. Hij
veronachtzaamde de kunstmatige onderscheidingen van de
maatschappij. De aristocratie van geboorte, rijkdom, talent,
geleerdheid en rang, dat alles negeerde Hij.

Hij was de Prins van de hemel, toch koos Hij Zijn discipelen
niet uit de wetgeleerden, de regeerders, de schriftgeleerden of
de Farizeeërs. Hij ging deze allen voorbij, omdat zij hoogmoedig
waren door hun geleerdheid of positie. Zij zaten vast in hun
tradities en bijgelovigheid. Hij die alle harten kon lezen, koos
eenvoudige vissers, die gewillig waren om beleerd te worden.
Hij at met tollenaren en zondaren en mengde zich onder het
gewone volk, niet om laag en aards met hen te worden, maar
om door voorschrift en voorbeeld hun de juiste beginselen bij
te brengen en hen op te heffen uit hun aardse gezindheid en
verval.

Jezus trachtte de valse wereldse maatstaf van het beoordelen
van de waarde van de mens te verbeteren. Hij nam Zijn plaats
in onder de armen, zodat Hij van het arm zijn de schande kon
wegnemen, die de wereld er aan had gegeven. Hij heeft voor
altijd het verwijt en de smaad er afgescheurd, door de armen
te zegenen als de erfgenamen van Gods Koninkrijk. Hij wijst
ons op het pad dat Hij ging met de woorden: "Zo iemand achter
mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis
dagelijks op, en volge mij." (27)

Christelijke werkers moeten het volk tegemoet komen waar
zij zijn en hen opvoeden, niet in hoogmoed, maar in karakter-
vonning. Leer hen hoe Christus werkte en Zichzelf verlooehende.
Help ze van Hem de les van zelfverloochening en zelfopoffering
te leren. Leer hen zich te hoeden voor bevrediging van eigen
verlangens in navolging van de mode. Het leven is te kostbaar,
te vol van ernstige, heilige verantwoordelijkheden, om te verdoen
aan eigen pleziertjes.

De Beste Dingen in het Leven

Vele mensen, mannen en vrouwen zien niet of nauwelijks
het ware doel van het leven. Zij worden aangetrokken door
geschitter en vertoon. Zij zijn eerzuchtig en willen graag
uitblinken in de wereld. Hieraan wordt het ware doel van het
leven opgeofferd. De beste zaken in het leven - eenvoud,
eerlijkheid, waarheidsliefde, reinheid, trouw - kunnen niet
gekocht of verkocht worden. Zij zijn even vrij verkrijgbaar voor
de onwetenden als voor de geëerde staatsman. Voor iedereen
heelt God genoeg vreugde bereid om van te genieten, rijken
en armen evenveel, en de vreugde die men vindt in het cultiveren
van reine gedachten en onzelfzuchtige daden, de vreugde die
van het spreken van sympathieke woorden en het doen van
vriendelijke daden komt. Van hen die zulke diensten verrichten,
zal het licht van Christus schijnen om levens, verduisterd door
vele schaduwen, te verhelderen.

God zal Succes schenken

Houd, terwijl u amien in tijdelijke dingen helpt, altijd hun
geestelijke behoefien in het oog. Laat uw eigen leven getuigen
van Christus macht tot instandhouding. Laat uw karakter de
hoge standaard, die allen kunnen bereiken, openbaren. Onderwijs
het evangelie in eenvoudige gelijkenissen. Laat alles waannee
u te doen hebt een les zijn in karakteropbouw.
In de eenvoudige werkkring kan de zwakste, de meest
onbekende, een werker zijn tezamen met God en hij kan de
troost van Zijn aanwezigheid en ondersteunende genade genieten.
Zij behoeven zichzelf niet uit te putten door vele angsten en
nodeloze zorgen. Laat hen van dag tot dag werken, getrouw de
taak die God in Zijn voorzienigheid hun heeft opgedragen,
vervullen en Hij zal voor hen zorgen. Hij zegt: "Weest in geen
ding bezorgd, maar laat bij alles uw wensen door gebed en
smeking met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede
die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten
behoeden in Christus Jezus." (28)

God zorgt voor al Zijn schepselen. Hij heeft hun allen lief
en Hijmaakt geen onderscheid, behalve dat Hij het tederste
medelijden voelt voor degenen die de zwaarste lasten des levens
rnoeten dragen. Gods kinderen moeten beproevingen en moei-
lijkheden tegemoet zien. Maar zij moeten him lot met opgewekt
gemoed accepteren en bedenken dat in alles wat de wereld
verzunnt om te geven, God zelf zal voorzien in de gunstigste
zin openbaart juist, wanneer wij op moeilijke plaatsen komen,
Zijn macht en wijsheid als antwoord op ons nederig gebed.
Heb vertrouwen in Hem als beantwoorder van gebeden. Hij zal
Zichzelf aan u openbaren als Eén, die in elke nood kan helpen.
Hij, die de mens schiep, die hem een wonderbaar lichaam gaf,
verstand en geestelijke eigenschappen, zal hem niet onthouden
wat nodig is om het leven, dat Hij gegeven heefi, in stand te
houden. Hij, Die ons Zijn woord gegeven heeft - de bladeren
van de boom des levens - zal ons de kennis, hoe Hij voorziet
in voeding voor Zijn behoefiige kinderen, niet onthouden.
Hoe kan wijsheid verkregen worden door wie achter de ploeg
de ossen drijft? Door emaar te zoeken als zilver en emaar uit
te kijken als naar een verborgen schat. "En zijn God onderricht
hem over de juiste wijze en leert hem." (29) "Ook dit gaat van
de Here der heirscharen uit; Hij is wonderbaar van raad, groot
van beleid." (30)

Hij die Adam en Eva in Eden onderwees hoe zij de hof
moesten onderhouden, wenst ook nu mensen te onderrichten.
Er is wijsheid voor hem die de ploeg drijft en zaad zaait. Voor
hem, die op God vertrouwt en Hem gehoorzaamt, opent Hij
wegen tot voomitgang. Laat hen moedig voorwaarts gaan,
vertrouwend op Hem om in hun noden te voorzien, naar de
rijkdom van Zijn goedheid.

Hij, die duizenden voedde van vijf broden en twee kleine
visjes, is ook vandaag in staat ons de vnichten van onze arbeid
te schenken. Hij, die tot de vissers van Galilea zei: "Laat uw
netten neer voor een vangst," die toen zij gehoorzaamden, hun
netten gevuld zagen tot die bijna scheurden, wenst dat Zijn
volk in deze gebeurtenis ziet, wat Hij ook vandaag nog voor
hen wil doen. De God, die in de woestijn de kinderen Israëls
het manna uit de hemel gaf, leeft en heerst. Hij wil Zijn volk
leiden en vaardigheid en begrip geven in het werk, waarvoor
Hij hen geroepen heelt. Hij zal wijsheid geven aan degenen
die emaar streven hun plicht gewetensvol en verstandig te doen.
Hij, die de wereld bezit, is rijk aan hulpbromien en zal iedereen
zegenen die tracht anderen tot zegen te zijn.

Wij moeten in geloof hemelwaarts zien. Wij mogen ons niet
laten ontmoedigen door schijnbare tegenslagen; noch ons temeer
laten slaan door uitstel. Wij moeten opgewekt, hoopvol en
dankbaar werken, in het geloof dat de wereld in haar schoot
rij ke schatten bergt voor de trouwe werker, om die te verzamelen,
voonaden die rijker zijn dan goud of zilver. De bergen en
heuvels veranderen; de aarde veroudelt als een kleed; maar de
zegen van God, die voor Zijn volk een tafel in de wildemrs
dekt, zal nooit ophouden.

Verwijzingen:
2. Lev.25:23-28.
3. Lev.25:l0.
4. Deut.15:11.
5. Deut.15:7,8.
6. Lev.25:35.
7. Lev.19:9.
8. Deut. 24: 19-21.
9. Deut.15: 10,6.
10. Deut.24: 17.
11. Deut.24: 10-12.
12. Ex.22:26,27.
13 Lev.25:14.
14. Lev.19:35.
15. Deut.25: 13,14.
16. Lev.19:36.
17. Matth.5:42.
18. Ps.37:21.
19. Jes.l6:3,4.
20. Ps.37:3.
21. Jes.29: 18,19
22. Spr. 13:23.
23. Joh.9:4.
Luc.9:58.
Luc.9:23.
Fi1ip.4:6,7.
Jes.28:26.
Jes.28:29.