Hoop om te overwinnen

Om een volmaakt karakter te verkrijgen, moeten wij de waarde van een menselijke ziel waarderen, zoals Christus dat deed. In het begin werd de mens een waardige plaats verleend; maar door de bevredi-ging van de eetlust viel hij. Ongeacht de grote kloof, die zich daardoor tussen God en de mensen heeft geopend, beminde Jezus de hopeloze zondaar met zo’n liefde, dat Hij op de aarde kwam om de kloof te overbruggen en de Goddelijke kracht met de menselijke zwakheid te verenigen. Hierdoor maakte Hij het de mensen mogelijk in de kracht van Christus en door Zijn genade tegen de verzoekingen van de satan te strijden, hem te overwinnen en dan in zijn hem van God gegeven mannelijkheid overwinnaar van de prikkelbaarheid van het gehemelte en van de zinnelijke hartstochten te worden. Omdat Salomo, toen hij nog jong was, als koning over Israël heersen zou, waren Davids laatste woorden aan hem. “Wees gij nu sterk en toon u een man.” 1 Kon. 2:2. De zwakken en strijdenden zeg ik hetzelfde: “Wees een man.” Ik wijs u op het kruis van Golgotha en bid u in de naam van Jezus Christus: zie daarop en leef. Richt niet uzelf te gronde; met de zegen des Heren is het u mogelijk, de overwinning over de prikkelbaarheid en de vernederende hartstochten weg te dragen.

God heeft de mensen bekwaam gemaakt om in alles wat geestelijke en zedelijke waarde betreft, voortdurend vooruit te gaan. Tot deze ontwikkeling is geen ander wezen dat door Zijn hand gemaakt is bekwaam. Alleen de mens kan een zelfbeheersing verkrijgen, die hem boven de slavernij van de eetlust en van de zinnelijke hartstochten verheft. Alleen dan zal hij voor God als een man staan en zijn naam zal in de hemelse boeken geschreven zijn. Wanneer het licht van de waarheid en de liefde van God in een mensenhart uitgegoten wordt, is het nauwelijks te begrijpen, wat hij kan worden en wat God door hem doen kan. Ofschoon hij een gevallen zoon van Adam is, kan hij door de verdiensten van Christus een erfgenaam van de onsterfelijkheid zijn. Zijn gedachten zullen op hemelse dingen gericht en veredeld, zijn hart gereinigd en zijn wandel in de hemel zijn. Zie de verhevenheid van een verstandige christen boven de arme slaven van de zonde. Beschouw het onderscheid tussen een door de zonde verblind mens, die een offer van zijn eigen boze hartstochten en in ontucht en losbandigheid verzonken is, en een mens, die van de waarheid van het Goddelijke woord doordrongen, door het geloof in Jezus veredeld en een deelgenoot van de Goddelijke natuur is.

Zie de toestand eens van hen die zich aan de onmatigheid overgeven. Hun karakter is zwak, aards en vernederd. Dit zijn de kentekenen en gevolgen van hun verkeerde handelingen. Zij hebben op de weg van hun eigen hart, naar de lust van hun eigen ogen gewandeld en zijn vervuld van hun eigen plannen. Hun ellendig tehuis hebben zij zelf tot een hel gemaakt. “Want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten.” Gal. 6:7. Kunnen zulke mensen u nog ontzag inboezemen? Wilt u evenals zij in onwetendheid en laagheid verzinken en voor al het edele afgestompt worden? Zal het gedrag en de gewoonten van deze afgedwaalde mensen, die nauwelijks een spoor van het zedelijk evenbeeld van hun God hebben overgehouden u tot voorbeeld strekken? Is het beeld van hun diepgevallen toestand niet voldoende, dat u voor de eerste stap in dezelfde richting terugschrikt? Wilt u met dit gezelschap van de hemel uitgesloten worden?
God geeft ieder, die er naar streeft te overwinnen, een sterke hoop dat hij het eeuwige leven verkrijgen kan. Benut iedere gelegenheid om een man te worden. Wanneer u op u zelf ziet en denkt over de verzoeking, voelt u zich zo onmachtig dat u zeggen moet: “Ik kan niet weerstaan.” Maar ik zeg u, u moet en u kunt aan de verzoeking het hoofd bieden. Ofschoon u menigmaal overwonnen bent en u zelf in zedelijk opzicht nederlagen geleden hebt, toch moet het niet altijd zo blijven. Jezus is uw hulp. In Zijn kracht kunt u de kracht van het prikkelend gehemelte overwinnen. Roept uw gehele wilskracht te hulp. De wil is de heersende macht in de menselijke natuur. Wanneer de wil op het goede gericht wordt, zal het gehele lichaam zijn stem gehoorzamen. De wil is niet de smaak noch de neiging, maar de kiezende en besluitende macht, de koninklijke kracht, die in de mensenkinderen gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid aan God bewerkt. U zult u in voortdurend gevaar bevinden, tot u de werkelijke kracht van het willen kent. U kunt alles geloven en beloven, maar al uw geloof en uw beloften zijn gering, wanneer uw wil zich niet op de zijde van het recht plaatst. Wanneer u de strijd van het geloof met de hele wilskracht opneemt, dan zult u zeker overwinnen.

U moet uw wil aan Christus overgeven; doet u dit geheel en al, dan wordt u Zijn eigendom en dan werkt Hij in u het willen en volbrengen naar Zijn welbehagen. Uw natuur komt onder invloed van de Heilige Geest, zelfs uw gedachten worden daaraan onderworpen. Mocht u ook uw gevoelens nog niet zo volkomen kunnen beheersen als u wel zou wensen, toch is het u mogelijk die beter in toom te houden en daardoor zal een gehele omkeer in uw leefwijze ontstaan. Als u uw wil geheel aan Christus overgeeft, is uw leven met Christus geborgen in God; hij staat in verband met de kracht die boven alle overheden en machten staat; u hebt dan van God de kracht ontvangen om op Zijn almacht te steunen en een nieuw leven is mogelijk, een leven des geloofs. U zult er nooit in slagen u zelf te veredelen, als uw wil niet overeenstemt met die van God. Denk niet, dat u dat niet kunt, maar zegt: “Ik kan, ik wil.” God heeft Zijn Heilige Geest gezonden om u bij te staan in elke beslissende strijd. Elke ziel kan zich er van overtuigd houden, dat een hogere kracht meewerkt, als wij ons beijveren om te overwinnen. Waarom willen de mensen die kracht niet aannemen, waardoor zij veredeld en verhoogd worden?

Waarom verlagen zij zich door bevrediging van velerlei lusten; waarom maken zij zich niet op in de kracht van Christus om te overwinnen in Zijn naam? Jezus verhoort de geringste van onze gebeden en heeft medelijden met ieders tekortkomingen. In Hem, de machtige zielenredder is hulp voor ieder; ik wijs u op Jezus Christus, de Heiland van zondaren. Hij alleen kan u de kracht meedelen die alles overwint.
De hemel moet ons meer waard zijn dan al het aardse; hierover moeten wij zeker zijn en niets aan het toeval overlaten; wij moeten steeds bedenken dat de Here onze schreden richt. Moge God ons in de grote strijd bijstaan. Hij zal de overwinnaar kronen en de gerecht¬vaardigden bekleden met witte kleren; een eeuwige heerlijke woning heeft Hij bereid voor hen die naar heerlijkheid, eer en onsterfelijkheid streven. Slechts de overwinnaar betreedt de stad Gods, hij betreedt die als een kind van God en niet als een veroordeeld misdadiger. Ieder die het nieuwe Jeruzalem binnenkomt zal verwelkomd worden met de woorden: “Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af.” Matt. 25:34.

Hoe graag zou ik meer redenen tot troost voortbrengen om elke twijfelende ziel te steunen om zich te hechten aan de machtige Helper, teneinde zijn karakter te ontwikkelen tot vreugde van de Here. Ondanks de uitnodiging van de hemel en de aanbieding van de heerlijkste zegeningen en ondanks dat voor ons elke gelegenheid openstaat ons karakter ten goede te ontwikkelen, zal ons dat niets helpen, als wij zelf niet willen. Als wij de ons door God verleende krachten niet gebruiken, zinken wij hoe langer hoe dieper en worden zowel voor dit als het volgend leven ongeschikt.
Wie door bevrediging van de zondige lusten verzwakt en verlaagd is, kan toch nog wel een kind van God worden. Hij heeft de macht voortdurend anderen goed te doen en hen te helpen om verzoekingen te overwinnen en dit doende bewerkt hij zijn eigen heil; hij kan helder glanzend voor zijn omgeving worden en ten laatste ook de zegenende woorden vernemen van de Koning der Heerlijkheid: “Wèl gedaan, gij goede en getrouwe dienstknecht, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer.” Matt. 25:23.