De verantwoordelijkheid van de ouders

God heeft ons in deze laatste dagen over de gezondheidsleer veel licht geschonken, zodat wij menig gevaar, waaraan wij zijn blootgesteld, ontgaan kunnen, wanneer wij dit licht volgen. Satan tracht uit alle macht, de mensen te verleiden om zich aan hun eetlust over te geven, hun lusten te bevredigen en hun tijd met onnutte dwaasheden te verdoen. Hij maakt een zelfzuchtig leven van de vleselijke bevrediging aantrekkelijk; maar de onmatigheid verbruikt zowel de geestelijke als de lichamelijke krachten. Wie hierin overwonnen wordt, heeft zich aan de zijde van satan gesteld, waardoor hij voortdurend verzocht, gekweld en uiteindelijk geheel beheerst wordt.

De ouders moeten het doel zien, om aan de maatschappij kinderen te leveren, die een goed karakter hebben, die zedelijke kracht bezitten om de verzoeking te weerstaan en die hun leven tot zegen van hun medemensen en tot eer van God laten zijn. Zij die met vaste zedelijke beginselen het leven ingaan, zullen toegerust zijn tegen alle zedelijk verderf van de tegenwoordige tijd. De moeders moeten iedere gelegenheid gebruiken om hun kinderen voor iets nuttigs op te voeden.
Het werk van een moeder is heilig en van groot belang. Zij moet haar kinderen van de vroegste jeugd af gewennen zichzelf te verloochenen en te beheersen. Haar tijd behoort in hoofdzaak vóór alles aan haar kinderen. Maar wanneer de dwaasheden van een ontaarde eeuw in tijd vordert en mensen zich met gezelschappen, kleding en vermaken bezighouden, zal het kinderen aan een zorgvuldige opvoeding ontbreken.

Veel moeders klagen over de algemeen heersende onmatigheid, maar zij gaan de oorzaak ervan niet na. Te dikwijls werd deze reeds aan de ouderlijke tafel opgedaan. Hoe menige moeder die voorgeeft een christin te zijn zet haar gezin lekkere en gekruide spijzen voor die de genotzucht opwekken en tot vraatzucht leiden! In menig huisgezin bestaat de hoofdschotel uit vleesgerechten en hierdoor wordt het bloed verhit en bedorven. Wanneer hierop ziekten volgen, dan worden zij aan de goddelijke voorzienigheid toegeschreven, hoewel ze slechts de gevolgen van een verkeerde levenswijze zijn. Ik herhaal: de onmatigheid begint reeds aan de ouderlijke tafel en bij de meesten wordt genotzucht zo dikwijls bevredigd, tot zij een tweede natuur wordt. Wie teveel eet of ongezond voedsel gebruikt verspilt zijn kracht, om hartstochten en wellusten te weerstaan. Vele ouders laten hun kinderen eten en drinken wanneer zij willen, om zich de moeite te besparen om hun kinderen zelfverloochening te leren. Het verlangen de smaak te bevredigen en de lusten te volgen neemt met de jaren toe en daardoor wordt de zo gewende jeugd, hoe ouder zij wordt, door haar lusten beheerst en een slavin van de genotzucht. Zodra ze in gezelschap komt en het leven intreedt, is ze machteloos, om de verzoekingen te weerstaan. Aan de smuller, de slaaf van de tabak, de drinker en de dronkaard zien wij de slechte gevolgen van een verkeerde opvoeding en van de zelfbevrediging.
Wanneer wij het treurige klagen van christelijke mannen en vrouwen horen, komt dadelijk de vraag bij ons op: Wie heeft deze jeugd opgevoed? Wie heeft deze onmatige lusten in hen gevoed? Wie is zijn ernstige verplichting niet nagekomen hun karakter voor het leven en voor het verkeer met hemelse wezens in het toekomstige leven te vormen?
Welk schouwspel zal afgespeeld worden, wanneer de ouders met hun kinderen bij de eindafrekening tezamen komen! Duizenden kinderen, die een offer van de genotzucht en lage lusten geweest zijn, van wie het leven slechts een wrak is, zullen dan staan voor hun ouders, die ze zo opgevoed hebben. Wie anders dan de ouders moeten de verschrikkelijke verantwoordelijkheid dragen? Heeft de Here deze jeugd zo verdorven geschapen? - O nee, zeker niet! Wie heeft dan dit vreselijke werk verricht? Werden de zonden van de ouders niet op de kinderen overgedragen, terwijl zij zichzelf aan verderfelijke wellusten en hartstochten overgaven? En werd dat werk ook niet door hen bevorderd, die het veronachtzaamden ze naar het voorbeeld, hetwelk God hun gaf, op te voeden. Zo zeker als de kinderen er zijn, zullen ook de ouders voor God moeten staan en rekenschap afleggen.

De satan is steeds tot zijn werk gereed. Hij zal het niet nalaten de kinderen juist daar te beproeven waar hun de wil en de zedelijke kracht ontbreekt om weerstand te bieden. Hij veroorzaakt de verandering van de mode en bewerkt samenkomsten en vermaken, zodat de moeder haar tijd tot onnutte dingen aanwendt, in plaats van zich aan de opvoeding van haar kinderen te wijden. Onze jeugd heeft moeders nodig, die het reeds de kleinen in de wieg inprenten, harts-tochten te beheersen, zich de genotzucht te ontzeggen en het eigen ik opzij te zetten. Zij hebben hier een gebod en daar een gebod, hier een weinig en daar een weinig nodig. De Hebreeërs was het aangetoond hoe zij hun kinderen moesten opvoeden opdat zij de godendienst en de goddeloosheid van de heidense volken niet zouden aannemen.

“Maar gij zult deze mijn woorden in uw hart en in uw ziel leggen; gij zult ze tot een teken op uw hand binden en zij zullen een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn. Gij zult ze uw kinderen leren en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit en wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat”. Deut. 11:18,19. De vrouw moet de haar door God aangewezen bestemming als hulp van de man vervullen. De wereld heeft moeders nodig, die niet slechts de naam dragen, maar die werkelijk geheel en al moeder zijn. Met volkomen recht durven wij zeggen, dat de plichten van de vrouw heiliger zijn dan die van de man. De vrouw moet echter de heiligheid van haar bestemming waarderen, dan zal zij in de kracht en de vreze Gods haar levensroeping vervullen. Zij moet haar kinderen voor iets nuttigs in de wereld en voor een woning op de nieuwe aarde opkweken.
De roeping van een moeder in het huisgezin is heiliger dan die van een koning op zijn troon. Haar streven moet zijn, haar kinderen in haar wandel een navolgenswaardig voorbeeld te geven. En zowel door woord als daad zal zij hen kennis inprenten en dáártoe aan-sporen, dat zij een opofferend leven tot heil van anderen leiden. De grote drijfveer voor de bekommerde en zorgende moeder moet zijn, dat ze ieder kind juist opvoedt, en daardoor een innerlijke tooi, een zachte en ootmoedige geest bezit, en daardoor in de voorhoven des Heren zal uitblinken.

Ik bid u christelijke moeders, waardeert uw grote ver¬antwoordelijkheid niet om voor u zelf maar ter ere van God te leven. Christus leefde niet om Zijn eigen Ik te bevredigen, maar nam de gedaante van een dienstknecht aan. Hij verliet de Hemelse woningen en ruilde Zijn Godheid met de menselijkheid, om ons door Zijn eigen voorbeeld te tonen, hoe wij zonen en dochters van de goddelijke familie, kinderen van de Hemelse Koning kunnen worden. Maar op welke wijze kunnen wij deze grote zegen ontvangen? “Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, zegt de Here, en houdt niet vast aan het onreine, en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Here, de Almachtige”. 2 Kor. 6:17,18.

Christus vernederde zich zo diep, dat Hij, die één was met God, de dienstbaarheid aannam. Hij werd opgevoed in Nazareth, een stad die om haar boosheid spreekwoordelijk was. Zijn ouders behoorden tot de armen, Zijn beroep was timmerman en Hij verrichtte han-denarbeid om te helpen het huisgezin te onderhouden. Dertig jaren lang was Hij zijn ouders onderdanig. Het leven van Christus toonde ons onze plicht vlijtig te zijn en te zorgen voor hen die ons het naaste zijn. Jezus leerde Zijn discipelen, dat Zijn Rijk niet van deze wereld was waarin allen slechts naar de hoogste plaats streven. Hij leerde hun deemoed en zelfopoffering tot welzijn voor anderen. Zijn vernedering bestond niet daarin, dat Hij Zijn persoonswaarde gering schatte, maar in Zijn gelijkwording met de mensen, om ze tot een hoger leven op te heffen. En toch zagen zo weinigen iets aantrekkelijks in de vernedering van Christus. De wereldse mensen zijn er steeds op uit, om zich boven anderen te verheffen, maar Jezus Christus, de Zoon van God, vernederde Zichzelf om de mensen te verhogen. En de oprechte discipel van Jezus zal Zijn voorbeeld volgen.

O mochten toch alle moeders van deze eeuw de heiligheid van hun roeping hoog houden en zich niet inspannen, hun rijkere buren in het uiterlijke na te volgen, maar Gods eer zoeken, terwijl zij trouw hun plichten vervullen! Wanneer de juiste begrippen aangaande matigheid de jeugd worden ingeprent, dan waren matigheidsverenigingen bijna overbodig. Vastheid van karakter en zedelijke beheersing zouden de overhand hebben en in de kracht van Christus zouden de verzoekingen van deze laatste dagen weerstaan worden. Het is zeer moeilijk iets af te leren, dat men zijn leven lang gedaan heeft. De duivel van de onmatigheid heeft buitengewone kracht en het is niet gemakkelijk hem te overwinnen. Daarom moeten de ouders in hun eigen huis beginnen hem te beteugelen en wel door de principes, die ze hun kinderen van de vroegste jeugd af inprenten, alleen dan kunnen zij op een goede uitslag hopen. Moeders ontvangen een beloning, wanneer de van God gegeven kostbare uren aan het vormen van de karakters van hun kinderen besteed worden en de regels der matigheid in het eten en drinken nauwkeurig onderricht worden.
Het is de heilige plicht van de ouders over de lichamelijke en zedelijke toestand van hun kinderen te waken, opdat hun zenuwen kalm en in evenwicht blijven en de ziel geen schade lijdt. Vaders en moeders moeten de wetten van het leven verstaan zodat zij niet door onwetendheid toelaten dat hun kinderen een verkeerde weg inslaan.

Het voedsel werkt zowel op de lichamelijke als op de zedelijke gezondheid. Hoe voorzichtig moeten daarom de moeders zijn om hun tafels met gezonde, eenvoudige spijzen te bezetten opdat de spijsverteringsorganen niet verzwakken, de zenuwen niet geprikkeld worden en daardoor de lessen, die ze hun kinderen geven, verloren gaan. De satan weet wel dat hij niet zoveel macht over de gemoederen hebben kan wanneer de genotzucht is onderdrukt, dan wanneer ze bevredigd wordt, en daarom beproeft hij op alle mogelijke wijzen de mensen daartoe over te halen. Door de invloed van ongezonde spijs wordt het geweten verstompt, het verstand verduisterd en het opmerkingsvermogen verzwakt. Maar de schuld van de overtreders wordt volstrekt niet minder, omdat hij zijn geweten zo afgestompt heeft, dat het ongevoelig is geworden. Als nu een gezonde gemoedstoestand van de normale toestand van de levenskrachten afhangt, hoe zorgvuldig moet men dan niet het gebruik van kruiden en pepmiddelen vermijden! En toch zien wij, dat velen, die zich christenen noemen, tabak gebruiken.

Zij klagen over de onmatigheid, maar terwijl zij tegen het gebruik van sterke drank te velde trekken, vervullen zij de lucht met tabaksrook. Zolang de grond van het kwaad niet erkend wordt, veranderen de begrippen over het gebruik van tabak niet. Wij komen hierop later terug. Thee en koffie wekken het verlangen naar sterke pepmiddelen op. Wordt daarom bij de berei-ding van de spijzen in alle opzichten matigheid betracht? Worden hier de noodzakelijke verbeteringen voor de gezondheid en het geluk toegepast?
Iedere echte christen zal zijn hartstochten beheersen. Is hij niet vrij van de banden van de eetlust, dan is hij geen echt, gehoorzaam dienaar van Jezus Christus. De bevrediging van de genotzucht en van de hartstochten verstompt de harten voor de waarheid. Het is voor de geest en de kracht van de waarheid onmogelijk, een mens naar lichaam, ziel en geest te heiligen, als hij door zinnelijke begeerten wordt beheerst.