02 Opzettelijke onwetenheid over de levenswetten

(1872) 3T 140, 141
195.
De onnatuurlijke afwezigheid van beginselen die deze gene-ratie karakteriseert, en die zichtbaar wordt in het door hen veronacht-zamen van de levens- en gezondheidswetten, is verbijsterend. Er heerstop dit punt onwetendheid, terwijl overal om hen heen het licht schijnt.Hun voomaamste zorg is, samen met de meerderheid: wat zullen weeten? Wat zullen we drinken? Waarmee zullen wij ons kleden? Ondanksalles wat is gezegd en geschreven over hoe wij met ons lichaam moetenomgaan, is begeerte de voomaamste wet die mannen en vrouwen in hetalgemeen regeert.





De zedelijke vermogens worden verzwakt, doordat mannen envrouwen niet in gehoorzaamheid aan de gezondheidswetten leven en ditonderwerp niet tot een persoonlijke plicht maken. Ouders dragen huneigen ontaarde gewoontes op hun nageslacht over, en afschuwelijkeziektes bederven het bloed en tasten de hersenen aan. De meerderheidvan mannen en vrouwen blijft in onwetendheid over de wetten van hunwezen, en geeft toe aan eetzucht en hartstochten, ten koste van verstanden zeden. En zij lijken het liefst onwetend te blijven ten aanzien van degevolgen van hun schending van de wetten van de natuur. Zij verwennenhun ontaarde eetlust door het gebruik van langzaam werkende vergiften,die hun bloed bederven en de energie van hun zenuwen ondermijnen. Enals consequentie halen ze ziekte en dood over zich heen. Hun vriendennoemen de gevolgen van een dergelijk handelen de beschikking van deVoorzienigheid. Hiermee beledigen zij de Hemel. Ze zijn in opstandgekomen tegen de wetten van de natuur, en zijn met de consequentiesgeconfronteerd van een dergelijk misbruik van haar wetten. Lijden endood heersen nu overal, vooral onder kinderen. Hoe groot is detegenstelling tussen deze generatie en degenen die gedurende de eerstetweeduizend jaar leefden!