Gods Wet en het Nieuwe Verbond

Sommige christenen zijn van mening dat de wetten van God alles te maken hadden met het Oude Verbond en met het Joodse volk.

Onder de principes van het Nieuwe Verbond zou een andere periode zijn aangebroken van ongebondenheid aan allerlei wetten en regels.

Wat betreft de offerwetten, ceremoniën en symbolen die op de komst van Christus wezen als het volmaakte offerlam Gods, is het volkomen duidelijk dat dit alles zijn vervulling in Christus heeft gevonden.

Maar wat betreft Gods wet der tien geboden en de voorschriften die met de gezondheid van de mens te maken hebben, evenals ook de regels voor ondersteuning van de armen en van Gods werk op deze aarde, dienen wij ons af te vragen of die geboden en wetten met de komst van Christus ook zijn vervuld en vervallen zodat wij vrij daarvan zijn onder het Nieuwe Verbond. Er zijn een aantal christenen die duidelijk deze mening zijn toegedaan.

Maar is dit inderdaad wat de Bijbel ons leert?

In Hebreën 8 worden de kenmerken van het Nieuwe Verbond genoemd. We lezen daar heel uitdrukkelijk: “Ik zal Mijn wetten in hun verstand leggen en Ik zal die in hun harten schrijven.” vs. 10.

Onder het Nieuwe Verbond blijken er dus ook wetten te zijn. En die wetten van God spelen zo’n belangrijke rol dat ze in het verstand worden gelegd en in het hart worden geschreven. Kan dit ooit betekenen dat Gods wetten onder het Nieuwe Verbond voor verouderd kunnen worden verklaard en verdwenen zouden zijn?

Wanneer iets in het verstand wordt gelegd en in het hart wordt geschreven dan kan dat niets anders betekenen dan dat het deel moet uitmaken van ons leven. Wanneer dat niet de bedoeling zou zijn dan moeten wij deze uitdrukkingen voor zinloos en misleidend houden.

Wat voor nut heeft het om Gods wet in het verstand te hebben en geschreven in ons hart als wij niet gehouden zouden zijn om die in ons dagelijks leven in praktijk te brengen? Zoiets ongerijmds kunnen we toch niet verwachten. Neen, het Nieuwe Verbond brengt ontegenzeggelijk met zich mee dat wij in ons doen en laten ons zullen houden aan Gods wetten. Dat is het onmiskenbare doel waarom God heeft beloofd ze in ons verstand te willen leggen en in ons hart te zullen schrijven als een blijvend en normgevend principe voor onze christelijke levenswandel.

In harmonie daarmee schrijft de apostel Paulus bijvoorbeeld met betrekking tot de diepgaande betekenis van Gods wet aangaande de sabbat: “Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God.” Hebr. 4:9. De betekenis van de sabbatsrust

is dus niet voorbij, verdwenen of afgeschaft, neen, er blijft een sabbatsrust en die rust wordt volkomen werkelijkheid wanneer wij ingegaan zijn in het beloofde, hemelse Kanaän. Daarvan is de wekelijkse sabbatsrust een afschaduwing. We dienen tot rust te komen van onze eigen werken en hoopvol uit te zien naar de rust in Gods Koninkrijk waar wij in volmaaktheid voor eeuwig mogen rusten in God als onze Schepper. Van sabbat tot sabbat zal Gods volk, ja, al wat leeft, opgaan om hun Schepper te aanbidden. Jes. 66:23. De sabbat is dus niet alleen voor een bepaalde bevolkingsgroep zoals de Joden, neen, de sabbat is voor al wat leeft.

Gods geboden gelden voor alle mensen. Prediker 12:13. En dat geldt ook voor het sabbatsgebod.

De sabbat is voor “de sterveling,” voor “het mensenkind,” voor de “ontmanden,” voor de “vreemdelingen,” ja, zonder enig onderscheid, voor allen die de Here zoeken, Jes. 56:1-6.

Geen wonder dat Jezus getuigt: “De sabbat is gemaakt om de mens.” Marcus 2:27. En ook verzekerd Jezus ons: “Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.” Matt. 5:17. Vervullen wil zeggen: er aan voldoen. Vervullen wil beslist niet zeggen: afschaffen, neen, want, zo lezen we verder: “Want voorwaar, Ik zeg u: Eer hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet…” vers 18.

Hemel en aarde vormen het onderpand van het blijvende gezag van Gods wet.

In overeenstemming hiermee zegt Psalm 119:44 “opdat ik uw wet bestendig onderhoude, voor altoos en immer.” En dat is precies Gods bedoeling wanneer Zijn wetten in ons verstand worden gelegd en in ons hart geschreven.

Het is de Heilige Geest die ons zal leiden in alle waarheid terwijl van Gods geboden wordt getuigt: “al uw geboden zijn waarheid. Van oudsher weet ik dat Gij ze voor eeuwig hebt vastgesteld.” Psalm 119:151, 152.

Er zal nooit een moment kunnen komen waarin Gods Heilige Geest ons niet zal leiden in de waarheidswegen van Gods wet. Zijn geboden zijn waarheid en voor eeuwig vastgesteld. Wanneer wij Gods geboden terzijde stellen dan volgen wij niet de weg van God maar onze eigen weg.

Laten wij het struikelblok wegnemen van te geloven dat Gods wet is afgeschaft of terzijde gesteld en mogen wij de vrede ervaren die wordt beloofd aan hen die Gods wet beminnen. “Zij, die uw wet beminnen hebben grote vrede, er is voor hen geen struikelblok.” Psalm 119:165.