De Sabbat - Zegel Gods

ZEGEL GODS

“Hij riep voor mijn oren met luider stem, zeggende: Doet de opzieners der stad naderen en elk met zijn verdervend wapen in zijn hand.”

“En Hij riep naar de Man Die in linnen gekleed was, Die de schrijverskoker aan Zijn middel had. En de HEERE zei tegen Hem: Trek midden door de stad, midden door Jeruzalem, en zet een merkteken op de voorhoofden van de mannen die zuchten en kermen over al de gruweldaden die in het midden ervan gedaan worden. Maar tegen die andere mannen zei Hij ten aanhoren van mij: Trek achter Hem aan door de stad, en dood! Ontzie niemand en heb geen medelijden.
Dood ouderen, jongemannen en meisjes, kleine kinderen en vrouwen, om hen te gronde te richten.  Raak echter niemand aan op wie het merkteken is. Begin vanuit Mijn heiligdom. Toen begonnen zij bij de oudere mannen die zich vóór het huis bevonden.
Ezechiel 9: 1, 3-6

Jezus staat op het punt de troon der genade in het hemelse heiligdom te verlaten om de klederen der wrake aan te trekken en Zijn gramschap in oordelen uit te storten overdiegenen die niet beantwoord hebben aan het licht dat God hun gegeven heeft. “Omdat niet haastelijk het oordeel over de boze daad geschiedt, daarom is het hart van de kinderen der mensen in hen vol om kwaad te doen." Prediker 8:11.

In plaats van tot inkeer te. komen door het geduld en de grote verdraagzaamheid: die de Here ten opzichte van hen heeft uitgeoefend, versterken degenen die God niet vrezen en de waarheid niet liefhebben, hun harten in hun boze opzet. Maar er zijn m grenzen, zelfs aan de verdraagzaamheid. Gods, en velen gaan over die grenzen heen. Zij hebben de gestelde grenzen der genade overschreden en daarom moet God ingrijpen en Zijn eigen eer doen gelden.

GOD STELT VOLKEN TER VERANTWOORDING
Van de Amorieten zei de Here: „ En het vierde geslacht zal herwaarts wederkeren; want de ongerechtigheid der Amorieten is tot nog toe niet volkomen.” Genesis 15:16.  Hoewel dit volk bekend stond om zijn afgodendienst en verdorvenheid, had het; de beker van zijn ongerechtigheid nochtans niet vol gemaakt, en. God wilde het bevel voor zijn algehele uitroeiing nog niet geven. De mensen zullen de Goddelijke macht geopenbaard zien op een kenmerkende Wijze, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn. De barmhartige Schepper was bereid hun ongerechtigheid te verdragen tot aan het vierde geslacht. Zou dan nog geen verandering ten beste, gezien worden, dan zouden Zijn oordelen op hen vallen.

Met feilloze nauwgezetheid houdt de Oneindige aantekening van alle volken. Terwijl Zijn genade nog wordt aangeboden, met oproepen tot berouw; zal deze rekening worden aangehouden, maar wanneer de cijfers een bepaalde, door God gestelde hoogte bereiken,  begint het werk van Zijn. wraak. Dan wordt de rekening afgesloten. Aan het Goddelijk geduld is een einde :gekomen. Pleiten om genade  te hunner gunste wordt, niet :meer gedaan.

De profeet, de eeuwen, overziende, heeft in een visioen deze tijd aanschouwd en geschilderd. De volken van deze eeuw hebben ongekende barmhartigheden ontvangen. De allerbeste zegeningen des hemels vielen hun ten deel, maar groeiende hovaardij, begeerte; afgodendienst, minachting. voor God en grote' ondankbaarheid getuigen tegen hen. Zij dragen er toe bij dat hun rekening bij God tot een afsluiting komt.

Maar wat mij doet sidderen, is het feit dat zij die het grootste licht en de grootste voorrechten hebben ontvangen, besmet zijn geworden door de overheersende ongerechtigheid. Beïnvloed door de onrechtvaardigen rondom hen, is bij velen, zelfs onder degenen die de waarheid belijden, de. liefde verkoeld en werden zij meegesleurd door de sterke stroom van het kwaad. De algemene verachting  die ten opzichte van ware vroomheid en heiligheid aan de dag wordt gelegd, brengt degenen die niet nauw met God verbonden zijn, er toe dat ze hun eerbied voor Zijn wet verliezen. Zouden ze het licht volgen en de waarheid van harte gehoorzamen, dan zou deze heilige wet, zo veracht en terzijde gesteld, hun veel kostbaarder lijken. Naarmate de oneerbiedigheid voor Gods wet meer aan de dag treedt, zal de scheidslijn tussen degenen die haar houden 'en de wereld zich per aftekenen. Liefde voor de Goddelijke geboden zal bij de ene klasse meer toenemen naar mate de minachting voor de wet bij de andere klasse zal groeien.

De crisis staat bijna voor de deur. De snel in vervulling gaande tekenen tonen dat de tijd van Gods bezoekingen bijna gekomen is.  Hoewel wars om té straffen, zal Hij nochtans straffen, en wel heel spoedig. Die in het licht wandelen, zullen de tekenen zien van het naderend gevaar; maar zij moeten niet gaan zitten in een lusteloze, onverschillige afwachting van de ondergang, zich: vertroostende met hef geloof dat God Zijn volk wel zal beschermen in de tijd der bezoeking. Verre van dat. Zij moeten zich bewust worden dat het hun plicht is, ijverig te werken om anderen te redden; en met: een sterk: geloof op God zien om hulp. “Een krachtig gebed van de rechtvaardige vermag veel." Jacobus 5:16.

De zuurdesem der godsvrucht heeft nog niet al zijn kracht verloren. Ten tijde dat het gevaar en de inzinking van: de Gemeente het grootst zijn, zal het kleine kuddeke, degenen die staan in het licht, zuchten en uitroepen over de gruwelen die in den lande geschieden. Maar nog meer in het. bijzonder zullen hun gebeden oprijzen ten gunste van de Gemeente, omdat haar leden doen naar de wijze der wereld.

De vurige; gebeden van deze enkele getrouwen zullen niet vergeefs zijn. Wanneer de Here komt als een Wreker, zal Hij ook komen als een Beschermer van allen die het geloof in zijn zuiverheid, en zichzelf onbevlekt van de. Wereld hebben bewaard. Het is in deze tijd. dat God heeft beloofd Zijn eigen uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, te wreken, hoewel Hij lang met de afvalligen geduld heeft gehad.

Het bevel luidt;. “Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden der lieden die zuchten en uitroepen
overal die gruwelen die in het van haar gedaan worden." Ezechiël 9:4.

Deze  zuchtenden en klagenden hadden de woorden des levens uitgedragen; zij hadden vermaand, raad gegeven, gesmeekt. Sommigen die God oneer hadden aangedaan, kregen berouw en verootmoedigden hun harten voor Hem. Maar; de heerlijkheid des Heren was van Israël weggegaan; ofschoon velen nog aan godsdienstige vormen vasthielden, ontbrak nochtans Zijn kracht en tegenwoordigheid.

Ten tijde dat Zijn wraak zich zal voltrekken in oordelen, zullen deze nederige, toegewijde navolgers van Christus onderscheiden zijn van de: rest van de wereld door hun zieleangst, welke tot uiting komt in geklaag en geween, vermaning en waarschuwing. Terwijl anderen proberen het bestaande kwaad te verhullen en de grote, al om overheersende boosheid te verontschuldigen, zullen degenen die een ijver aan de dag leggen voor Gods eer en een liefde voor zielen, hun mond niet houden om daardoor bij anderen in de gunst te komen Hun rechtvaardige zielen worden dag in dag uit gekweld door de onheilige werken en woorden van . de onrechtvaardigen.

Ze zijn machteloos om tegen die wassende stroom van ongerechtigheid een dam op te werpen, en daarom is hun ziel vol droefheid en onrust. Zij treuren voor God wanneer ze zien dat juist in die huizen van hen die een groot licht hebben gehad, godsdienst geminacht wordt. 'Zij klagen en kwellen hun zielen omdat hovaárdij; gierigheid, zelfzucht en alle mogelijke bedrog in dé Gemeenté voorkomen.: De Geest Gods, Die aanzet tot terechtwijzing; wordt onder de voet gelopen, terwijl de dienstknechten van Satan triomferen. God wordt onteerd, de waarheid tot nul en gener waarde gemaakt.

Die geen hartzeer hebben over hun eigen geestelijke afwijking, die niet treuren over de zonden van anderen; zullen het zegel Gods niet ontvangen. De Here beveelt Zijn boodschappers, de mannen met het verdervend wapen in hun handen: “
Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden der lieden, die zuchten en uitroepen over al die gruwelen, die in het midden derzelve gedaan worden. Maar tot die anderen zeide Hij voor mijn oren: Gaat door, door de stad achter hem, en slaat, ulieder oog verschone niet, en spaart niet! Doodt ouden, jongelingen en maagden, en kinderkens en vrouwen, tot verdervens toe; maar genaakt aan niemand, op denwelken het teken is, en begint van Mijn heiligdom. En zij begonnen van de oude mannen, die voor het huis waren.  Ezechiël 9:4-6.

Hier zien wij dat de Gemeente – des Heren heiligdom — de eerste was om Gods wraak te ondergaan. De oude mannen die van God groot licht hadden ontvángen. en die als wachters stonden over de geestelijke belangen van het volk, ; hadden het in hen gestelde vertrouwen beschaamd. Zij hadden het standpunt ingenomen dat we niet naar wonderen en kenmerkende openbaringen van Gods kracht, zoals in verleden tijden, behoefden uit te zien. De tijden waren veranderd. Deze woorden versterken hun ongeloof en zij.. zeggen:  De Here zal geen goed doen, ook zal Hij geen kwaad doen. . Hij is te barmhartig om Zijn volk mét oordelen te bezoeken. Zo is
„Vrede en geen gevaar" de roep van mannen die nooit weer hun stem als een bazuin zullen verheffen om Gods volk hun overtredingen en het huis Jacobs hun zonden te tonen. Deze stomme honden, die niet wilden blaffen, zijn degenen die de gerechte wraak van een beledigd God zullen ondergaan. Mannen, maagden en kleine kinderen zullen allen ontkomen.



DE ERGSTE ZONDEN

De gruwelen waarover de getrouwen zuchtten en kermden, konden met sterfelijke ogen worden waargenomen, maar verreweg de ergste zonden die de jaloersheid van een rein en heilig God opwekten, waren niet openbaar. De grote Onderzoeker des hartens. kent elke, zonde die in het verborgen bedreven wordt door de werkers der ongerechtigheid. Deze mensen gaan zich in hun misleidingen veilig voelen en zeggen, dat tengevolge van Zijn grote verdraagzaamheid, de Here niet ziet, en dan doen ze alsof de Here de aarde aan haar lot heeft overgelaten. Maar Hij zal hun huichelarij aan het licht brengen en voor anderen de zonden die ze zo goed hadden verborgen, blootleggen.

Geen verhevenheid van rang, waardigheid, of wereldse wijsheid, geen plaats in een heilig ambt, zal mensen wanneer ze worden overgelaten aan hun eigen bedrieglijke. harten, vrijwaren om beginselen te verzaken. Die werden aangezien als waardig en rechtvaardig, blijken dan aanvoerders te zijn, in de afval en voorbeelden van onverschilligheid en in het smaden van Gods barmhartigheden. Hun boze wijze van doen zal Hij niet langer verdragen en Zijn wraak zal hun onvermengd ten deel vallen.

Het is met tegenzin dat de Here Zijn tegenwoordigheid terugtrekt van hen die met groot licht gezegend zijn, en die de kracht van het Woord hebben ervaren in hun dienstwerk tegenover anderen. Eens waren zij Zijn getrouwe dienstknechten, begunstigd met Zijn tegenwoordigheid en leiding; maar zij scheidden zich van Hem af en leidden anderen tot dwaling, en derhalve valt het Goddelijke misnoegen hun ten deel.



OP WIE HET ZEGEL WORDT GEPLAATST

De dag van Gods wraak staat vlak voor de deur. Het zegel Gods zal alleen geplaatst worden op de voorhoofden van diegenen die zuchten en kermen over de gruwelen in het land gedaan. Die van harte de wereld aanhangen, eten edrinken met de dronkaards en zullen zeker vernietigd worden met de werkers der ongerechtigheid. “De ogen des Heren zijn over de rechtvaardigen, en Zijn oren tot het gebed; maar het aangezicht des Heren is tegen degenen die kwaad doen.” 1 Petrus 3:12.

Onze eigen wijze van handelen zal beslissen of wij het zegel van de levende God zullen ontvangen dan wel gedood zullen worden door de verdervende wapenen. Reeds zijn enkele "druppelen van Gods wraak op de aarde neergevallen; maar wanneer de zeven laatste plagen onvermengd zullen worden gestort in de beker van Zijn verbolgenheid, zal het voorgoed te laat zijn om tot inkeer te komen en een schuilplaats te vinden. Geen verzoenend bloed zal dan de vlekken der zonde wegwassen.

“En te dier tijd zal Michaël opstaan, die grote Vorst, Die voor de kinderen uws volks staat; als het zulk een tijd der benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is sinds dat er een volk geweest is, tot op die tijd toe; en te dier tijd zal uw volk verlost worden, al wie gevonden wordt geschreven te zijn, in. het Boek." Daniël 12:1. Wanneer deze tijd der benauwdheid komt, is ieders geval beslist; de proeftijd is ten einde en de deur der genade voor onboetvaardigen gesloten. Het zegel van de levende God is geplaatst op Zijn volk. Dit kleine overblijfsel, dat niet in staat is zichzelf te verdedigen in dit dodelijk conflict met de machten der aarde die onder leiding staan van de heirscharen van de draak, stellen God tot hun verdediging. Het decreet is uitgevaardigd door het hoogste, wereldse gezag, dat ze het beest moeten aanbidden en zijn merkteken ontvangen of anders blootstaan aan vervolging en dood. Moge God nu Zijn volk helpen want wat kunnen ze doen in zo'n vreselijke strijd zonder Zijn bijstand!

Moed, zielskracht, geloof en een onwrikbaar vertrouwen in Gods kracht, komen niet in één ogenblik. Deze hemelse deugden worden verkregen door een jarenlange ervaring. Door een leven van heilig streven en een vaste gehechtheid aan het goede bepaalden de kinderen Gods hun eigen lot. Aangevochten door verzoekingen zonder tal, wisten ze dat ze standvastig tegenstand moesten bieden of anders overwonnen worden.

Ze voelden aan dat ze een groot werk hadden te doen en dat ze op een of andere uur geroepen konden worden om hun wapenrusting af te leggen; en zouden ze het einde van hun leven bereiken zonder dat hun werk gedaan was, dan was dat een eeuwig verlies. Naarstig namen.. zij het licht des hemels aan zoals de eerste discipelen deden van de lippen van Jezus. Toen deze eerste Christenen moesten vluchten naar de bergen en woestijnen, toen ze in kerkers waren opgesloten om van honger, koude en pijniging te sterven; toen het martelaarschap de enige weg was om uit hun ellende te geraken, verheugden ze zich dat ze waardig. geacht werden te lijden voor Christus. Die voor hen was gekruisigd. Hun waardig voorbeeld zal een vertroosting en bemoediging. zijn voor Gods volk dat de tijd der benauwdheid als nooit geweest is zal meemaken.

Niet allen die belijden de Sabbat te vieren, zullen verzegeld worden. Velen zijn er, zelfs onder degenen die de waarheid aan anderen onderwijzen, die het zegel Gods aan hun voorhoofden niet zullen ontvangen. Zij hadden het licht der waarheid, zij kenden de wil van hun Meester; zij verstonden elk punt van ons geloof; maar hun werken waren daarmede: niet in overeenstemming.

Die zo vertrouwd waren met de profetie en de schatten van Goddelijke wijsheid, dienden hun geloof te hebben uitgeleefd. Zij moesten hun gezinnen na hen bevolen hebben; opdat zij door een goed geordend gezin de invloed der waarheid op het menselijk hart aan de wereld konden laten zien.
Door hun gebrek aan wijding en godsvrucht en hun te kort schieten om in hun, godsdienstig leven een hoger peil te bereiken, maken zij dat andere zielen tevreden zijn met hun toestand. Mensen met een beperkt oordeel kunnen niet zien dat ze door deze mannen, die. voor hen zo vaak de schatten; van Gods woord hebben blootgelegd, als voorbeeld, te nemen, hun in gevaar brengen. Jezus is het enige ware Voorbeeld. Een ieder wanneer hij wil weten wat God van hem eist, moet nu op zijn knieën voor God voor zichzelf de Bijbel onderzoeken, met het nederige, ontvankelijke hart van een kind. Hoe hoog ook een dienstknecht gestaan mag hébben in de gunst. Gods, zo hij nochtans nalaat het licht dat hem door God is gegeven, te volgen, zo hij weigert onderwezen te worden als, een kindeke, zal hij in duisternis en satanische misleidingen verzinken en anderen op dezelfde weg voeren.
Niet één van ons zal ooit het zegel Gods ontvangen zolang er op onze karakters nog een smet vlek zit. Het is aan ons overgelaten de gebreken in ons karakter te verbeteren, de ziel te reinigen van elke bezoedeling. Dan zal de spade regen op ons vallen zoals op de Pinksterdag de vroege regen viel, op de discipelen. We zijn te gauw tevreden met hetgeen we bereikt hebben. We voelen ons rijk en verrijkt met goederen en weten niet dat we zijn ellendig en jammerlijk;. en arm, en blind, en naakt." Openbaring 3:17 Het is nu de tijd om acht te slaan. op de vermaning van de waarachtige Getuige: “Ik raad. u; dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende. Uit het vuur, opdat gij; rijk moogt worden; en witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden en de schande uwer naaktheid niet geopenbaard worde, en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij zien moogt." Openbaring 3:18.

LEVEND GELOOF. NODIG

In dit leven zullen we te kampen hebben met zware beproevingen en zullen we grote offers moeten brengen, maar de vrede van Christus is de beloning. Er is. zo weinig zelfverloochening, zo weinig lijden geweest om Christus' wille, dat het kruis bijna geheel vergeten is. We moeten met Christus gemeenschap hebben in, Zijn lijden, willen we in heerlijkheid met Hem op Zijn troon zitten. Zo lang we de gemakkelijke weg van zelfgenoegzaamheid kiezen en bang zijn voor zelfverloochening, zal ons geloof nooit gefundeerd worden en kunnen we de vrede van Jezus niet kennen, noch de vreugde als gevolg van een bewuste overwinning. De meest verhevenen van de verloste schare, die staan voor de troon van God en het Lam, en die gekleed zijn in witte klederen, kennen de strijd om te overwinnen, want zware verdrukking is hun deel geweest. Die zich liever door omstandigheden lieten leiden dan aan die strijd deel te nemen, zullen niet weten hoe te staan in die dag wanneer een beklemming zich zal meester maken van elke ziel, want al waren ook Noach, Job en Daniel in het land, zij zoon noch dochter zouden kunnen redden, want een ieder moet zijn ziel bevrijden door zijn eigen rechtvaardigheid.

Niemand behoeft te beweren dat zijn geval hopeloos is, dat hij het leven, van een Christen niet kan uitleven. Voor elke ziel is rijkelijke voorziening getroffen door de dood van Christus. Jezus is onze altijd aanwezige Hulp in tijd van nood. Roept. Hem slechts aan in het geloof; Hij heeft beloofd uw beden te horen en te beantwoorden.

O, dat levende, werkzame geloof! Dat hebben we nodig; dat moeten we bezitten of we zullen bezwijken en falen in de dag der beproeving. De duisternis die dan over onze weg zal liggen, moet ons niet ontmoedigen, noch ons tot wanhoop drijven. Dat is de sluier waarmee God Zijn heerlijkheid bedekt, wanneer Hij komt om rijke zegeningen uit te storten. Wij moeten dat kennen door onze ervaring in het verleden. In die dag wanneer God een strijd heeft met Zijn volk, zal deze ervaring een bron van troost en hoop zijn.

Nu is het de tijd dat we onszelf en onze kinderen onbevlekt van de wereld moeten bewaren. Nu moeten wij de klederen van ons karakter wassen en die wit maken in het bloed van het Lam. Nu is het de tijd dat we hovaardij, hartstocht en geestelijke traagheid moeten overwinnen. Nu moeten we opwaken en een vastbesloten poging doen om ons karakter evenredig te vormen. “Heden indien gij Zijn stem hoort, verhardt uw harten niet." 'Hebreeën 3:7,8,15.
Wij staan in een zeer moeilijke positie, wachtende, waakzaam zijnde op de verschijning van onze Here. De wereld ligt in duisternis. “Maar gij, broeders," zegt Paulus, "gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen." 1 Thessalonicenzen 5:4. "Het is altijd het plan van God om uit duisternis licht te scheppen, vreugde uit smart, en rust uit de vermoeidheid van de wachtende, hunkerende ziel.

Wat doet u, broeders, in dit grote werk der voorbereiding? Die met de wereld verbonden, zijn, worden naar de wereld gevormd en klaar gemaakt voor het merkteken van het beest. Die wantrouwig staan tegenover het eigen-ik, die zich verootmoedigen voor God en hun zielen reinigen door de waarheid te gehoorzamen dezulken ontvangen het hemelse karakter en bereiden zich voor op het zegel Gods aan hun voorhoofden. Wanneer het bevel uitgaat en het merkteken wordt ingedrukt, zal hun karakter rein en onbevlekt blijven voor de eeuwigheid.

Nu is het de tijd der voorbereiding. Het zegel Gods zal nooit geplaatst worden op het voorhoofd van een onreine man of vrouw. Het zal nooit geplaatst worden op de voorhoofden van mannen en vrouwen met valse tongen en bedrieglijke harten. Allen die het zegel ont vangen, moeten zonder vlek voor God staan kandidaten voor de hemel. Gaat voorwaarts, mijn broeders en zusters. Ik kan momenteel over deze punten slechts kort schrijven, en slechts uw aandacht vestigen op de noodzakelijkheid om u voor te bereiden. Onderzoekt voor u zelf de Schriften, opdat u de vreselijke ernst van het huidige uur kunt verstaan.

Zelfs het eigen leven moet niet gekocht worden tegen de prijs van onoprechtheid. Door een woord of een knikje konden de martelaren de waarheid verloochenen en hun leven redden. Door gewillig een korreltje wierook op het afgodenaltaar te werpen, hadden ze zich kunnen redden van pijnbank, schavot, of van het kruis. Maar zij weigerden valsheid te plegen in woord of daad, hoewel het leven de gunst was die zij zodoende zouden ontvangen. Opsluiting, pijniging en dood werden liever met een zuiver geweten door hen verwelkomd dan bevrijding op voorwaarde van bedrog, valsheid en, afval. Door trouw te blijven en, in :Christus te geloven, verkregen zij vlekkeloze klederen en met juwelen bezette kronen. Hun leven werd veredeld en verheven voor Gods aangezicht, omdat zij onder de zwaarste omstandigheden pal stonden voor de waarheid. — 1879, Vol. 4, blz. 336.

(Schatkamer Deel 2, blz.59 -70. E.G.White)