04 Verblijfplaats voor de Heer

1.Waar verricht onze Hogepriester Zijn dienst? Heb. 8 : 1, 2.

2.Van welk ander heiligdom is er sprake in de Schriften? Heb. 9 : 1 - 5. Waar is het gebouwd?

3.Welke onderrichting gaf God aan Mozes ? Ex. 25 : 1 - 7.

4.Wat moesten zij maken? Tot wat doeleinde? Ex. 25 : 8. Nota 1.

5.Waarvan was het heiligdom een toonbeeld? 2 Cor. 6 : 16. ( Jes. 57 : 15; Ps. 132: 13, 14; Heb. 9 :8,9,11,23)

6.Nota 2.

Welke voorschriften kreeg Mozes tot het bouwen ervan? Ex. 25 : 9, 40; Heb. 8 :5.

7.Wie is er ons voorbeeld, of patroon? 1 Petr. 2 : 21, 22 ( Rom. 8 : 9; Phil. 2 : 5)

8.Wat is dan onze plicht? Heb. 3 : 1; 12 : 2; 2 Cor. 3 : 18. Nota 3

9.Waaruit zal de geestelijke tempel samengesteld zijn, waarvan de aardse een toonbeeld was ? 1 Petr. 2:5.NOTAS

1. De Heer nodigde Zijn volk uit om Hem een heiligdom te bouwen. Daardoor drukte Hij een verlangen uit om in hun midden te verblijven. Dit verlangen was Hem dierbaar en Hij drukte het uit op verschillende wijzen van het begin af. Door de mens te scheppen en door hem te bezoeken, toonde Hij een begeerte naar zijn gezelschap. Als de mens zo ver van Hem afgedwaald was, dat zijn gedachten slechts kwaad waren, was God gegriefd, maar tochtoonde Hij Zijn verlangen om bij hem te wonen door het voorbereiden van een ark om allen te verlossen, die er wilden binnengaan. Ex. 25 : 8 openbaart nogmaals dezelfde begeerte, evenals Matt. 1 : 23; Joh. 1 : 14. Het wordt opnieuw uitgedrukt in een krachtige taal in het gebied van de Heiland tot Zijn Vader. Joh. 17 : 24. Het wordt ook uitgedrukt met belofte in Joh. 14 : 3 en in 1 Thess. 4 : 16, 17. Hij zal voldaan worden in Zijn wens als het Nieuw Jerusalem uit de hemel zal nederdalenen dat de Vader en de Zoon voor eeuwig bij ons zullen verblijven. Openb. 21 : 2, 3. "Ik zal in hen wonen en Ik zal onder hen wandelen". ( 2Cor. 6 : 16 ) had ook verband met God's verblijf in het heiligdom. Zie Ex. 29 : 43, 45; Lev. 26 : 11, 12. Gods geest haalt het aan als verwijzend naar de tempel van ons lichaam, hierdoor aantonend dat het heiligdom slechts een toonbeeld was van de werkelijke verblijfplaats van God.

2. God is niet voldaan met de hemel en de aarde als verblijfplaats, want Zijn eigen hand maakte die; maar Hij vraagt ons om Hem een huis te bouwen en een rustplaats en zegt dat Hij ernaar zal zoeken in een berouwvol hart. Jes. 57 : 15.3. Mozes werd aangespoord "toe te zien" dat hij alles vervaardigde naar het patroon (Ex. 25 : 40), en hij was bekommerd om het zo te doen. Ex. 39 : 43. Opdat wij ook zouden kunnen bouwen naar het Patroon, moeten wij het Patroon bestuderen, opzien "naar Jezus". "Door te aanschouwen, worden wij veranderd".