Bijbeluitleg 3 Talmoedische geschriften

3- De talmoedische geschriften

Leringen van Rabbi's boven Gods Woord Geplaatst.
Zij plaatsten zichzelf tegenover het volk in de plaats van God; wat zij zeiden werd gelijkgesteld met Gods leringen. Daarom lezen wij dat de geschreven wet is als water; maar de gehoorde wet, was als wijn: de Gemara, als gekruide wijn. Sommmigen gingen zo ver te zeggen dat de woorden van de schriftgeleerden lieflijk zijn, boven de woorden van de wet (d.w.z. de geschreven wet), want de woorden van de geschreven wet zijn gewichtig en licht; maar de woorden van de schriftgeleerden zijn allemaal gewichtig. Eén, Rabbi Juda, zoon van Tamai, zei:"Een kind van vijf jaar moest de bijbel bestuderen, op zijn tiende de Mishna, op zijn vijftiende de Gemara."
Uit deze laatste uiteenzetting kan begrepen worden dat driemaal meer waarde gehecht wordt aan de woorden van mensen dan aan de woorden van God. Wanneer de persoon de volwassenheid bereikt, moest hij de woorden van de Schriften slechts voor een derde van de waarde beschou­wen als de woorden van de rabbi's. Ja, zij gaan zo ver te zeggen:
"Ja, ofschoon zij u zeggen dat uw rechterhand de linker is, en de linkerhand de rechter hand is, het moet geloofd worden."
Het is daarom niet te verwonderen dat de Heiland deze leraars veroor­deelde voor het krachteloos maken van Gods Woord door hun traditie. Door hun veelheid van leerspreuken maken zij slaven van de mens; zij stellen het Woord van God terzijde, teneinde hun woorden hooggeëerd te maken.

Eigentijdse Leiders

Er waren tijden dat er verscheidene leiders waren, en dikwijls waren zij het niet eens wat betreft hun ideeën over de uitleg van de Schrift. Wat juist is, was dikwijls de vraag want het volk mocht alleen de wet verstaan zoals die door deze mensen werd verklaard. Van het gewone volk werd nooit verondersteld dat zij zelfde Schriften zouden verstaan; dit is waar­om, ongetwijfeld, wij de volgende uitspraak vinden:
"Maar dit volk dat de wet niet kent, is vervloekt." Zij antwoordden en zeiden tot Hem, Gij zijt geheel in zonde geboren, en leert Gij ons? En zij wierpen Hem uit." Joh.7:49.
Men verwachtte dat alleen de wijzen en geleerden de Schriften begre­pen; wat deze mensen zeiden moest aanvaard worden. Een beroep doen op een andere bron betekende uitsluiting uit de synagoge. Ongetwijfeld was dit de reden waarom Nicodemus 's nachts tot Christus kwam.(Joh.3:l-10) Dit maakt duidelijk waarom het volk grotendeels Christus niet aan­nam.

Hillel en Shammi

Twee van de meest beroemde tijdgenoten van Jezus waren Hillel en Shammi, die in hun bloeitijd waren omstreeks de tijd van Christus komst. Ieder vertegenwoordigde een andere theologische school en dikwijls wa­ren zij gewikkeld in heftige discussies. Bij een gelegenheid ontbrandde er een hete discussie over een hen die haar eieren op de Sabbat legde, of het wel of niet wettig was om zulke eieren te eten. Als resultaat van dit hete debat werd een hele verhandeling geschreven, die "Bet-za"(ei) getiteld werd, over dit onderwerp. Hillel hield vast aan zijn wettige beslissing, en wat hij beweerde moest ook het standpunt van de andere grote rabbi's zijn, namelijk, dat het ei niet gegeten mocht worden. Shammi echter, die van wat meer toegeeflijk soort was, beweerde dat het ei gegeten kon worden. Wat moest er nu gedaan worden? Beide mannen werden hogelijk geëerd. Hun discipelen zaten erbij en wachtten op de uitkomst. De hele opzet van hun uitleg van de Schrift mocht verkruimelen wanneer een van beiden zou toegeven verslagen te zijn.
Tenslotte verhief één van de aanwezigen zijn stem en riep, "Bath-kol" (letterlijk, de dochter van een stem). Dit was hun vervanging voor "de geest van profetie". Zij beweerden dat dit de wijze was waarop God Zichzelf aan hen openbaarde. Wanneer iemand zei "Bath-kol" valt er een geheimzinnig zwijgen op het gehele gezelschap. "Wat zei de Bath-kol aangaande het punt van discussie?" Dit was het antwoord:
"Beiden zijn de woorden van de levende God., toch moet de regel van de school van Hillel gevolgd worden." - Tractate Eruvin.
Is het verwonderlijk dat de Heiland zei, zij vangen een mug, en verzwel­gen een kameel? Kunnen wij niet zien, waarom de Heiland hen veroor­deelde en hun leer, en waarom de Apostelen het volk waarschuwde, niet naar hen te luisteren?

Verdraaiing van de Schrift

Als resultaat van zulke waanverklaringen van de Schriften kunnen wij beter begrijpen wat de Apostel Petrus bedoelde toen hij zei dat er sommi­gen waren die de Schrift tot hun eigen ondergang verdraaien(2 Petr.3:16). Het Woord van God werd krachteloos gemaakt door zulke verdraaiing en verminking. Het volk werd geleerd om alles te geloven, en wat ook van deze mensen tot hen kwam, moest voor hen het woord van God zijn.

Loze Uitlegging

Het was niet moeilijk voor deze leraars met het oog op zulke vrijheden en arrogantie, te beweren dat het woord van God meer dan één verklaring had, en op welke wijze de Schrift ook werd uitgelegd, het was juist. Als resultaat werd beweerd dat elke passage van de Schrift tenminste vier verschillende uitleggingen had waaraan de volgende namen werden gege­ven: "Peshat", of de eenvoudige wijze (Dit is het nemen van de tekst zoals die gelezen wordt); "Derush", of de geestelijke wijze; "Remez", de allego­rische of parabolische wijze; "Sod", of de geheime wijze. Van de eerste vier letters van Peshat, Remez, Derush en Sod werd het woord PaRDes gevormd; vandaar het woord "Paradijs."
Nadat men vastgesteld had dat de Schrift zo verklaard kon worden, vond men dat vier manieren niet genoeg was; dus vormde deze Hillel wat bekend wers als de zeven regels van interpretatie. Deze methode werd een tijd lang gevolgd tot Rabbi Ishmaël het uitbreidde tot dertien regels, en tenslotte iemand, Rabbi José van Galilee,(a) introduceerde wat bekend is als de "twee en dertig regels van Interpretatie". En de Talmud zelf zegt dat de wet op negenenveertig verschillende wijzen verklaard kan worden. Uit het voorgaande kunnen wij nu beter begrijpen dat de Heiland bij een gelegenheid zei: "Gij dwaalt, niet wetende de Schriften, noch de kracht Gods."(Matth.22:29)
Tientallen, honderden, zelfs duizenden wetten en uitleggingen werden van de Schrift gegeven; zij slaagden er zeker in een omheining voor de wet te maken; maar de wet en de Schriften waren ingekrompen tot slechts een vorm van woorden. Zij hadden de dop, maar proefden de smaak van de zoetheid van de noot binnenin niet.

Een omvangrijke Massa

Om niets te zeggen van de Gemara, het commentaar van de Mishna, de laatste alleen bevat drieënzestig traktaten, verdeeld in vijfhonderdentwintig hoofdstukken, bestaande uit bijna vijfduizend aparte secties, of tradities. Bijna al dezen waren in de dagen van de Heiland in zwang en waren de speciale wetten. Er waren een groot aantal andere die, terwijl ze misschien meer in de tweede plaats kwamen, niettemin in acht genomen en gehoorzaamd moesten worden. Verder zou eraan herinnerd moeten worden dat al deze duizenden wetten niet geschreven waren in de tijd van Christus, zij waren eenvoudig doorgegeven van mond tot mond.
Geduren­de de tweede eeuw na Christus werden die verzameld in hoeveelheden door een heel geleerde rabbi, genoemd "Rabbi Juda, de Na-si, of Prins", (b) Hij verzamelde deze gezegden, die men bijna zes eeuwen lang had doorgegeven, en geclassificeerd onder de zes grote hoofden of divisies, en ze de naam van "Sederim", of Orders. (c)
Dit omvangrijke werk, de Mishna, was de basis voor alle studie van de wet. De Bijbel zelf, indien bestudeerd, moest in het licht van de Mishna begrepen worden. Natuurlijk had het volk de perkamentrollen, zij lazen ze wat, maar als zij de betekenis wilden weten, moesten zij vragen wat de rabbi's daarover zeiden. Als twee of meer het oneens waren over enig punt, moesten zij geloven wat al de leraars zeiden. Zij waagden het niet vele vragen te stellen; als ze dat deden, liepen zij de kans buitengesloten te worden.
Verder werd beweerd dat deze uiteenzettingen van de rabbi's in directe opvolging van Mozes waren, omdat het geschreven staat in "de Zedenleer van de Vaders", dat "Mozes de wet op de Sinaï ontving en ze overgaf aan Jozua, en Jozua aan de oudsten, en de oudsten aan de Profeten, en de profeten aan de mannen van de Grote Synagoge."
Er wordt beweerd dat Mozes deze tradities ontving.
De traditie gaat zelfs verder en zegt dat Mozes deze leerstellingen en verklaringen van de Schrift van de Here Zelf ontving; en in plaats van ze in schrift te laten zetten, gaf hij die mondeling aan Aäron door, aan zijn zonen, aan de zeventig ouderlingen, en aan al het volk; iedere groep die hem gehoord had, herhaalde ze viermaal. Nog een andere passage in de Talmud probeert, door een vervalste interpretatie van de volgende tekst van de Schrift, te bewijzen "dat gesproken wet" aan Mozes was gegeven: "En Ik zal u stenen tafelen geven, en een wet, en geboden die Ik geschreven heb; dat gij ze leren kunt" (Ex.24:12). Rabbi Levi betoogt dat de stenen tafelen de tien geboden zijn. De "wet" is de geschreven wet in de vijf boeken van Mozes. De 'geboden' zijn de Mishna; die 'Ik geschreven heb' verwijst naar de profeten en de Schriften: waar de woorden 'dat gij ze lere', verwijst naar de Gemara. Hiervan leren wij dat alles aan Mozes werd gegeven op Sinaï.(21)
Met het oog op het bovenstaande, zouden wij niet verbaasd zijn dat de Joden een blinde man beschimpten, zoals vermeld in Joh.9, en zeiden: "Gij zijt Zijn discipel; maar wij zijn Mozes' discipelen. Wij weten dat God tot Mozes sprak; maar wat betreft deze mens, wij weten niet vanwaar hij komt."(Joh.9:28,29). Maar ach! Wisten zij slechts en begrepen zij Mozes en de profeten, zij zouden Hem begrepen hebben; want Mozes schreef van Hem.(Joh.5:46,47) In Mozes' boeken waren schrifturen die in Hem ver­vuld werden (Luk.24:44) en die zij gezien zouden hebben, als zij ze maar bestudeerd hadden in het licht van de Geest, in plaats van in de duisternis van hun tradities.
Onmogelijk om een juiste schatting te vormen.
Het zou absoluut onmogelijk zijn om de lezer enig betrouwbaar of begrijpelijk idee te geven van de omvangrijke massa die de Talmoed vormt. De oorsprong hebben wij nagespeurd; de gedeeltelijke samenstelling hebben wij gezien; de bedoeling hebben wij geleerd; de resultaten kunnen beter op prijs worden gesteld.
Het volk verliet de Bron van het Levende Water, en hakte zichzelf gebroken watervaten, die geen water konden houden. Wij moeten de zuiverheid van het Woord van de Here meer op prijs stellen zoals die door Jezus Christus geopenbaard wordt en zoals die ons duidelijk gemaakt wordt door de Heilige Geest. Wij kunnen, vertrouw ik, vele gezegden zuiverder zien, die tot nu toe moeilijk te begrijpen leken, zodat onze liefde voor het woord van God meer verdiept wordt.

Verklarende aantekeningen

Paragraaf 9

De titel van "schriftgeleerde" werd niet eerst in deze periode ingevoerd, daar er eeuwenlang bepaalde personen waren, wiens werk het was te schrijven en de Schriften over te schrijven. Maar in deze periode ontwikkelde zich een aparte klasse die de originele vorm van de schrijver misbruikte om eigen inkomsten te verwerven.

Paragraaf 22

(a) Deze Rabbi José, uit Galilea leefde omtrent het midden van de
tweede eeuw na Christus.

Paragraaf 24

(b) Rabbi Juda werd bij uitstek "de Rabbi" genoemd. Geen andere
Rabbi die zoveel deed om de Joden als volk samen te houden als hij deed. Hij was een groot geleerde, heel vroom, had grote weelde verzameld, die hij vrijelijk wegschonk; hij was vrij eerzuchtig om een permanente predikersgroep onder de Joden op te bouwen, in welk plan hij goed slaagde. De tijd, het werk en de middelen om de massa van tradities te verzamelen, die zich gedurende vijf eeuwen had opgehoopt moet enorm geweest zijn; nochtans volbracht hij dit voor zijn dood. De invloed van zijn werk was zo machtig dat, zoals het Romanisme, hij er in geslaagd is de Joden bij elkaar te houden als een apart volk met eigen bijzondere gewoonten, bijna zeventienhonderd jaar.
(c) Het volgende zijn de namen van zes grote afdelingen van de Mishna:
1. Zeraim of Zaden. Deze afdeling bevat elf traktaten.
2. Moed, of Feesten. Deze afdeling bevat twaalf traktaten. De meeste wetten en tradities aangaande de Sabbat komen onder deze orde.
3. Nashim, of Vrouwen. Deze afdeling heeft zeven traktaten, en is ge­ wijd aan het vrouwelijke geslacht, van kindsheid tot de dood.
4. Nezekim, Beschadigingen, bevat 10 traktaten.
5. K-do-shim of Heiliging, bevat elf tractaten. Deze traktaten betref­fen grotendeels het heiligingssysteem.
6. T-ho-roth of Reiniging, bevat twaalf traktaten.

Practical Lessons p. 25-31, F.C. Gilbert